21
07 2014
Internationale samenwerking : garantie voor vrede Collaboration internationale : une garantie pour la paix
Herdenken is vrede bewaren La mémoire garantit la paix
Organisatie van het militaire defilé: Protocoldienst van Defensie Organisatie van het burgerdefilé: Protocoldienst van Binnenlandse Zaken Organisatie van het Feest in de Warande: S.I. Brussels Promotion, Ministerie van Landsverdediging, FOD Binnenlandse Zaken Medewerkers Verantwoordelijke uitgever: Koen Hillewaert Kwartier Koningin Elisabeth - Eversestraat 1 – 1140 Brussel Coördinatie: Peter Scheurwegen Hoofdredacteur: Marc Kleysman Redacteurs: Concetto Bandinelli, Liesbeth Bardyn, Nadège Godefroid, Stijn Verboven Met medewerking van: Bernard Bolly, Mattias David, Jeannique Debrabandere, Kristof Delaere, Filip Desprets, Jan De Vos, Christophe Dhont, Erik Eenaerts, Hans Heeman, Kevin Naulaerts, Leon Schepens, Filip Stubbe, Olivier Vandenplas, André Van De Sompel, Michel Van Geert, Christophe Vansimpsen, Elisabeth Vervecken Foto’s: Jürgen Braekevelt, Patrick Brion, Daniel Orban, Ritchie Sedeyn, Nederlandse Marine, Jorn Urbain Drukkerij: Print House Defence, Joost Hoskens Alle rechten voorbehouden. Nadruk verboden. Wettelijk depot: D-2014/9376/5
Organisation du défilé militaire : Service du Protocole de la Défense Organisation du défilé civil : Service du Protocole de l’Intérieur Organisation de la Fête au Parc : S.I. Brussels Promotion, Ministère de la Défense, SPF Intérieur Collaborateurs Éditeur responsable : Koen Hillewaert Quartier Reine Elisabeth – Rue d’Evere 1 - 1140 Bruxelles Coordination : Peter Scheurwegen Rédacteur en chef : Marc Kleysman Rédacteurs : Concetto Bandinelli, Liesbeth Bardyn, Nadège Godefroid, Stijn Verboven Avec la collaboration de : Bernard Bolly, Mattias David, Jeannique Debrabandere, Kristof Delaere, Filip Desprets, Jan De Vos, Christophe Dhont, Erik Eenaerts, Hans Heeman, Kevin Naulaerts, Leon Schepens, Filip Stubbe, Olivier Vandenplas, André Van De Sompel, Michel Van Geert, Christophe Vansimpsen, Elisabeth Vervecken Photos : Jürgen Braekevelt, Patrick Brion, Daniel Orban, Ritchie Sedeyn, Marine néerlandaise, Jorn Urbain Imprimerie : Print House Defence, Joost Hoskens Tous droits réservés. Reproduction interdite. Dépot légal : D-2014/9376/5
2
Inhoud - Sommaire
4
Voorwoord van de Vice-Eerste Minister en Minister van Landsverdediging Avant-propos du vice-Premier ministre et ministre de la Défense
6
Voorwoord van de chef Defensie Avant-propos du chef de la Défense
8
België in 1914: van Luik naar de IJzer La Belgique en 1914 : de Liège à l’Yser
10
European Union Battle Group (EUBG)
12
70 jaar D-day Les 70 ans du D-day
14
40 jaar zelfstandige Medische Dienst 40 années de Service Médical indépendant
16
Kaart: Belgische militairen in de wereld Carte : les militaires belges dans le monde
18 20 22
28
Samenstelling van het militaire defilé Composition du défilé militaire
32
Samenstelling van het burgerdefilé Composition du défilé civil
34
Voorwoord van de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen Avant-propos de la vice-Première ministre ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des chances
36
50 jaar dringende geneeskundige hulpverlening Les 50 ans de l’aide médicale urgente
38
Geïntegreerde politie Police intégrée
40
Brandweer en civiele bescherming Services d’incendie et Protection civile
44
Belgian First Aid and Support Team (B-Fast)
Libanon Liban
46
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid Le Service public fédéral Santé publique
Mali
48
Rode Kruis-Vlaanderen La Croix-Rouge de Belgique
50 52
Kaart: feest in de Warande Carte : la fête au Parc
Afghanistan
24
Democratische Republiek Congo République démocratique du Congo
26
Maritieme operaties Opérations Maritimes
Belgium remembers
3
Voorwoord
van de Vice-Eerste Minister en Minister van Landsverdediging Dames en heren Van harte welkom op het defilé en de vieringen naar aanleiding van onze Nationale Feestdag en de eerste verjaardag van de eedaflegging van de Koning. De uitdagingen waaraan ons land het hoofd moet bieden zijn gekend en verdienen een constructief antwoord. 21 juli is dan ook een dag waarop we blijk moeten geven van ons vertrouwen in en trotsheid op dit land, zijn bevolking en zijn leger. Ook het militaire defilé, dat eens per jaar het werk van Defensie in de kijker plaatst, maakt hier deel van uit. Dit jaar herdenken we met bijzondere aandacht het begin van de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden en de zeventigste verjaardag van de landing in Normandië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hiermee benadrukken we onze erkentelijkheid ten aanzien van allen die bijgedragen hebben aan de oorlogsinspanning alsook het belang van solidariteit en partnerschappen. Ook vandaag is Defensie belangrijk. Wereldwijd vallen vele regio’s nog steeds ten prooi aan geweld en chaos. De onrust in Oekraïne toont aan dat dit ook dicht bij huis gebeurt. Verder blijft de oproer in vele landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten zorgwekkend. De terreur die er tiert, vindt bovendien steeds vaker een weg naar onze eigen samenleving. Denken we maar aan de jongeren die in Syrië gaan vechten en geradicaliseerd terugkeren naar Europa. De aanslag in het Joods Museum in Brussel afgelopen mei toont aan tot wat dit leiden kan. Veiligheid en defensie vormen dan ook hoekstenen van het beleid. Strijdkrachten zijn een garantie op stabiliteit en vrede. Ze zorgen dat onze grenzen, en daarmee ook onze normen, waarden en belangen, niet worden geschonden. We moeten klaar staan voor het onverwachte. Tot eind dit jaar heeft de Belgische Defensie de leiding over de European Union Battle Group, een militaire snelle reactie-eenheid van de EU van om en bij 3.000 manschappen. Onze inspanningen hebben ervoor gezorgd dat dit een van de best voorbereide EUBG’s ooit is. Verder leverden onze militairen ook professioneel werk in Afghanistan, Libanon, Mali, Midden-Afrika en voor de Oost- en West-Afrikaanse kust. In eigen land stond Defensie eveneens paraat, onder meer met de Sea King-helikopter en diens opvolger de NH90, met gespecialiseerde ploegen in steun van de politie of civiele bescherming en met de ontmijners van DOVO die steeds klaar waren om uit te rukken. Het tragische ongeval van afgelopen maart in Ieper, waar een obus uit WO I twee burgerdoden maakte, herinnerde ons eraan welke risicovolle job ze dagelijks uitoefenen. Ik dank u dan ook allen voor uw aanwezigheid en het respect dat u hiermee betuigt aan onze militairen, en uiteraard ook aan ons koningspaar. De Koning en Koningin hebben een prachtig jaar achter de rug waarop ze terecht trots mogen zijn. Ik wens hen dan ook hartelijk te feliciteren met hun eerste jaar koningschap. Een zeer aangename feestdag toegewenst aan u allen.
Pieter De Crem Vice-Eerste Minister Minister van Landsverdediging
4
Avant-propos
du Vice-Premier Ministre et Ministre de la Défense Mesdames, Messieurs, Bienvenue au défilé et aux festivités organisées à l’occasion de notre Fête nationale et du premier anniversaire de l’investiture du Roi. Les défis auxquels notre pays doit faire face sont connus et méritent une réponse constructive. Le 21 juillet nous offre l’occasion d’exprimer notre confiance et de célébrer la fierté que nous inspirent notre pays, sa population et ses forces armées. Le défilé militaire, qui traditionnellement met en exergue le travail de la Défense, fait partie du programme des festivités. Cette année marque le début de la Première Guerre mondiale il y a un siècle et le 70e anniversaire du débarquement en Normandie au cours de la Seconde Guerre mondiale. Ces événements soulignent notre reconnaissance vis-à-vis de tous ceux qui ont contribué à l’effort de guerre et nous rappellent l’importance de la solidarité et des partenariats. Aujourd’hui comme hier, la Défense a un rôle à jouer. Dans tous les coins du monde, de nombreuses régions sont en proie à la violence et au chaos. Les tensions en Ukraine nous montrent que des troubles peuvent aussi éclater à nos portes. De nombreux pays d’Afrique du Nord et du MoyenOrient sont plongés dans des conflits alarmants. Et la terreur qui y règne se fraie trop souvent un chemin vers notre société. Il suffit de penser aux jeunes qui partent combattre en Syrie et reviennent radicalisés en Europe. L’attentat au Musée juif de Bruxelles en mai dernier a révélé jusqu’où peut conduire la radicalisation. La sécurité et la défense constituent donc des clés de voûte de la politique du gouvernement. Garantes de la stabilité et de la paix, les forces armées protègent nos frontières et, par conséquent, nos normes, nos valeurs et nos intérêts. Nous devons nous tenir prêts à affronter l’imprévisible. Jusqu’à la fin de cette année, la Défense belge assure le commandement de l’European Union Battle Group, unité militaire d’intervention rapide de l’Union européenne, composée de quelque 3.000 militaires. Grâce à nos efforts, cette unité multinationale s’est avérée l’une des mieux préparées de tous les temps. En outre, nos militaires accomplissent un excellent travail en Afghanistan, au Liban, au Mali, en Afrique centrale et au large des côtes d’Afrique orientale et occidentale. Sur le territoire belge, la Défense a également montré ses capacités opérationnelles : que ce soit avec ses Sea King et leurs successeurs les NH90, avec les équipes militaires d’appui à la police et à la protection civile, ou avec les démineurs du SEDEE, toujours prêts à intervenir. Le tragique accident d’Ypres en mars dernier, où l’explosion d’un obus datant de la Première Guerre a causé la mort de deux civils, nous a malheureusement rappelé les risques que leur métier comporte au quotidien. Je remercie toutes les personnes présentes aujourd’hui pour le respect qu’elles témoignent à l’égard de nos militaires ainsi que, bien entendu, de nos Souverains. Voici une année déjà que le Roi et la Reine montaient sur le trône. Qu’il me soit permis, ici, de leur adresser mes chaleureuses félicitations à l’occasion de cette merveilleuse première année de règne. A toutes et à tous, je souhaite une bonne Fête nationale,
Pieter De Crem Vice-Premier Ministre Ministre de la Défense
5
Voorwoord
van de chef Defensie
Dames en heren In 1890 besliste het Parlement om de Nationale Feestdag te vieren op 21 juli, de dag waarop koning Leopold I als eerste Koning der Belgen de grondwettelijke eed aflegde. Voor het personeel van Defensie is 21 juli veel meer dan een mooie traditie, het is een dag van verbondenheid en eenheid. 21 juli is tevens een mooie gelegenheid om hulde te brengen aan onze manschappen die actief en met enthousiasme en professionalisme bijdragen tot een betere en veiligere wereld. Wij brengen ook hulde aan de vele partners en familieleden die hen, vaak in moeilijke omstandigheden, bijstaan op het thuisfront. Defensie verdient een belangrijke plaats in de maatschappij. Het is een unieke organisatie waaraan een brede waaier aan opdrachten, zowel in binnen- als buitenland, kunnen worden toevertrouwd. Een continue investering in jong, getalenteerd en gemotiveerd personeel en duurzaam modern materieel is de enige garantie om de opdrachten van vandaag en morgen tot een goed einde te brengen. Ook dit jaar vormt de internationale samenwerking het hoofdthema van het militaire defilé. De ‘European Union Battle Group’, waarover België vanaf juli 2014 het commando voert, neemt hierin een centrale plaats. Defensie verwelkomt dan ook met trots onze internationale partners die vandaag in dit verband deelnemen aan het defilé. Hun aanwezigheid is voor ons land een erkenning van hun waardering voor onze rol als betrouwbare partner. Daarnaast staat de honderdste verjaardag van het begin van de Eerste Wereldoorlog in de kijker. Tijdens het defilé van de troepen te voet komen historische detachementen en het materieel het Belgisch Leger van weleer aan bod. Een historisch detachement van het Canadese Royal 22e Régiment afkomstig uit Quebec herinnert aan de rol en de bijdrage van de geallieerde naties op het strijdtoneel in het Europa van toen. Ik wens u allen een aangename Nationale Feestdag en dank u voor uw interesse en aanwezigheid.
Gerard Van Caelenberge Generaal vlieger Vleugeladjudant van de Koning Chef Defensie
6
Avant-propos
du chef de la Défense
Mesdames et Messieurs, C’est en 1890 que le Parlement décida de célébrer la Fête nationale le 21 juillet afin de commémorer le jour où le roi Léopold I, premier roi des Belges, prêta le serment constitutionnel. Pour le personnel de la Défense, le 21 juillet représente bien plus qu’une tradition : il s’agit de la journée de l’unité et de la fraternité. Le 21 juillet est également une belle occasion de rendre hommage à nos troupes qui contribuent activement, avec enthousiasme et professionnalisme, à un monde meilleur et plus sûr. Remercions également leurs familles et proches qui les assistent souvent en assumant toutes les missions domestiques dans des conditions difficiles. La Défense mérite une place importante dans la société. C’est une organisation unique à bien des égards à qui l’on confie un large éventail de missions, nationales et internationales. Un investissement permanent en personnel jeune, talentueux et motivé avec du matériel moderne et fiable, est l’unique garantie de mener à bien les opérations actuelles et futures. Cette année encore, la collaboration internationale est le thème principal du défilé militaire. L’European Union Battle Group, dont la Belgique assume le commandement depuis le début du mois, y occupe une place prépondérante. La Défense est donc fière d’accueillir ses partenaires internationaux qui défilent devant vous. Leur présence est pour notre pays leur reconnaissance de notre rôle comme collaborateur fiable. Bien entendu, ce 21 juillet accorde une attention toute particulière au centième anniversaire du début de la Première Guerre mondiale en accueillant des détachements historiques et du matériel de l’armée belge de l’époque intégrés au défilé des troupes à pied. Un détachement historique du Royal 22e Régiment, originaire du Québec, rappelle le rôle et la contribution des nations alliées sur le théâtre des opérations européennes. Je vous souhaite à toutes et à tous une excellente Fête nationale et vous remercie de votre intérêt et de votre présence.
Gerard Van Caelenberge Général aviateur Aide de camp du roi Chef de la Défense
7
België in 1914: van Luik naar de IJzer Op 4 augustus 1914 overschreden Duitse troepen de Belgische grens voor een snelle doortocht naar Frankrijk. België had bij zijn onafhankelijkheid een verplichte gewapende neutraliteit opgelegd gekregen en kon die schending van het grondgebied niet aanvaarden. Als waarborgers van onze neutraliteit snelden de Britten te hulp met een expeditieleger. Zo waren de kaarten snel geschud: Frankrijk werd bondgenoot en het Duitse rijk de vijand. Het Belgische leger van 1914 was slecht georganiseerd met zes legerdivisies en één cavaleriedivisie (later twee), aangevuld met een veel te groot aantal vestingstroepen in meestal negentiendeeeuwse forten. Ook hun bewapening en uitrusting waren sterk verouderd. Toch hielden de forten van Luik stand tot 16 augustus en die van Namen tot de 25ste. Intussen kon het veldleger zich terugtrekken naar het ‘Réduit national’ in Antwerpen. Hierbij leverde het in de omgeving van Tienen (o.a. bij Halen) verscheidene ophoudingsgevechten. Na enkele uitvallen vanuit Antwerpen ging de Duitse legermacht ook hier tot de aanval over. Nadat de stad op 10 oktober capituleerde, staken
8
tienduizenden vestingsoldaten de grens over met Nederland, waar ze geïnterneerd werden. Onder dekking van de eigen cavalerie en Franse en Britse marinetroepen bereikte het gros van het Belgische veldleger midden oktober 1914 de IJzervlakte. Bij de terugtrekking naar de IJzer, die een natuurlijke verdedigingslinie vormde, telde het Belgische leger nog slechts 75.000 manschappen, veertig procent van de getalsterkte bij de mobilisatie. De eigenlijke Slag aan de IJzer startte op 18 oktober en vanaf 25 oktober begonnen de Belgen de doorgangen te dichten onder de spoorweg Diksmuide-Nieuwpoort. Daarop creëerden ze via het hydrologisch complex van Nieuwpoort in verschillende fases een overstroming. Dat verhinderde een verdere Duitse doorbraak en redde het uitgeputte Belgische leger van de totale vernietiging. De gevechten van de Slag aan de IJzer duurden tot 10 november 1914. Met Franse steun bleef Nieuwpoort in Belgische handen maar Diksmuide werd door de Duitsers ingenomen. Uiteindelijk telde het Belgische leger 18.500 slachtoffers, waarvan 3.000 doden. De Duitse inval was tot staan gebracht en België had internationaal respect afgedwongen.
La Belgique en 1914 : de Liège à l’Yser Le 4 août 1914, les troupes allemandes franchissent la frontière belge pour opérer un passage rapide vers la France. Notre pays s’était vu imposer une neutralité armée dès son indépendance et ne pouvait accepter la violation de son territoire. Les Britanniques, garants de notre neutralité, envoient alors un Corps expéditionnaire pour nous aider. Ainsi, les cartes sont distribuées : les Français deviennent nos alliés et les Allemands nos ennemis. En 1914, l’armée belge est mal organisée, avec six divisions d’armée et une (plus tard deux) division de cavalerie, complétées d’un grand nombre de troupes de forteresse confinées dans des forts du 19e siècle. Son armement et son équipement étaient également assez vétustes. Cependant, les forts de Liège tiennent jusqu’au 16 août et ceux de Namur jusqu’au 25. Entretemps, l’armée de campagne a pu se retirer dans le Réduit national à Anvers. Là, elle livre plusieurs combats retardateurs dans la région de Tirlemont (entre autres près de Halen). Après quelques sorties belges depuis Anvers, l’armée allemande passe également à l’attaque. Le 10 octobre, la ville capitule et des dizaines de milliers de soldats
franchissent la frontière et arrivent aux Pays-Bas où ils sont internés. Couvert par sa cavalerie, et les marines française et britannique, l’essentiel de l’armée de campagne rejoint la plaine de l’Yser à la mi-octobre 1914. Au retrait vers l’Yser, qui forme une ligne de défense naturelle, l’Armée belge compte à peine 75.000 hommes, soit 40 % de la force mobilisée. La vraie bataille de l’Yser débute le 18 octobre et dès le 25, les Belges commencent à barrer les accès sous la ligne de chemin de fer Dixmude-Nieuport. Par la suite, grâce au complexe hydrologique de Nieuport, ils provoquent, en plusieurs phases, une inondation. Cela a pour conséquence de stopper la percée allemande et de préserver l’Armée belge épuisée d’une destruction totale. Les combats de la Bataille de l’Yser dureront jusqu’au 10 novembre 1914. Avec l’appui des Français, Nieuport reste aux mains des Belges tandis que Dixmude est prise par les Allemands. En finalité, les Belges comptent 18.500 victimes, parmi lesquelles 3.000 morts. L’invasion allemande est alors stoppée et la Belgique gagne le respect international.
9
European Union Battle Group (EUBG) Sinds 1 juli heeft ons land de leiding over de European Union Battle Group (EUBG 14/2). Die snelle interventiemacht omvat 3.500 militairen en burgers. België, Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, Nederland, Spanje en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië leveren troepen. De belangrijkste Belgische eenheden zijn het Bataljon Carabiniers Prins Boudewijn – Grenadiers en het Bataljon Bevrijding – 5 Linie. Kolonel Philippe Boucké, de huidige commandant van de Medium Brigade, leidt het multinationale EUBG-hoofdkwartier. Na eenparige beslissing van de leden kan de Europese Unie de internationale troepenmacht tot 6.000 kilometer ver inzetten. De waaier aan opdrachten is breed: hulp- en reddingsacties, conflictpreventie en crisisbeheer, militaire bijstand en raadgeving of stabilisatie en vredesoplegging na een conflict. De EUBG is een zogenaamde lichte eenheid, waardoor de opdracht
10
die de EU haar oplegt altijd beperkt zal zijn in intensiteit, tijd en ruimte. Ze beschikt over de middelen om de opdracht uit te voeren tot bij de aankomst van een groter contingent. De EUBG wil een efficiënte en effectieve strijdmacht zijn, geloofwaardig en snel inzetbaar, gedeeltelijk of in haar geheel. Alle deelnemende eenheden doorliepen een streng en grootschalig oefenprogramma in Nederland, België en Duitsland. Van soldaat tot kolonel, iedereen is betrokken en weet wat er van hem of haar verwacht wordt. De mannen en vrouwen van de EUBG hebben tijdens de oefeningen een gemeenschappelijke methode en hun operationele procedures op punt gesteld, zodat ze sinds 1 juli klaar staan. Voor de tweede keer sinds 2009 staat ons land aan het hoofd van de EUBG. Nog tot 31 december 2014 staat dit Europese contingent paraat.
European Union Battle Group (EUBG) Depuis le 1er juillet, notre pays assure le commandement de l’European Union Battle Group (EUBG 2014/2). Cette unité d’intervention rapide rassemble 3.500 militaires et civils. L’Allemagne, la Belgique, l’Espagne, le Grand-Duché de Luxembourg, les Pays-Bas et l’ancienne République yougoslave de Macédoine fournissent les troupes. Les unités principales belges sont le bataillon Carabiniers Prince Baudouin Grenadiers et le bataillon Libération – 5e de Ligne. Le colonel Philippe Boucké, actuel commandant de la Brigade Médiane belge, dirige le quartier général international de l’EUBG. Après décision unanime des membres de l’Union européenne, cette force multinationale peut être déployée jusqu’à 6.000 km. L’éventail de ses missions est relativement large : actions humanitaires et de sauvetage, prévention de conflit et gestion de crise, assistance et conseil militaire ou encore imposition et maintien de la paix. L’EUBG étant une unité dite légère, la mission que l’UE lui assignera sera toujours limitée en
intensité, dans le temps et dans l’espace. Elle dispose des moyens lui permettant de remplir sa mission jusqu’à l’arrivée d’un contingent plus important. L’EUBG se doit d’être une force militairement efficace et efficiente, crédible et rapidement déployable partiellement ou totalement. L’intégration de ses éléments a donc requis un programme d’exercices rigoureux et à grande échelle organisés aux Pays-Bas, en Belgique et en Allemagne. Du soldat au colonel, chacun est impliqué et sait ce qu’on attend de lui. Au fil des exercices, les hommes et femmes de l’EUBG ont donc perfectionné une méthodologie commune et des procédures opérationnelles afin d’être prêts dès le 1er juillet 2014. Notre pays commande l’EUBG pour la deuxième fois depuis 2009. L’EUBG sera d’astreinte (stand-by) jusqu’au 31 décembre 2014.
11
70 jaar D-day De militaire term D-day duidt de dag aan waarop een militaire operatie zal plaatsvinden. Maar sinds 1944 is die term onlosmakelijk verbonden met operatie Overlord: de herovering door de geallieerden van het door Duitsland bezette West-Europa. Die operatie startte op 6 juni 1944 met de landing in Normandië en eindigde met de bevrijding van de Franse hoofdstad op 25 augustus. De landing in Normandië is nog steeds de grootste gecombineerde operatie ooit. Zo’n 6.000 vaartuigen, 12.000 vliegtuigen en 5.000 bommen werden die eerste dag in de strijd gegooid. Verspreid over vijf stranden bevochten 156.000 militairen uit de Verenigde Staten, Canada en GrootBrittannië de Duitse tegenstander. Utah, Omaha, Gold, Sword en Juno Beach zijn plaatsen die in het Westerse collectieve geheugen gegrift staan. Het was
12
een tactische beslissing om net die stranden te bestormen. Adolf Hitler ging ervan uit dat de geallieerden de kortste route zouden nemen tussen Groot-Brittannië en Frankrijk. Hij versterkte zijn troepen in Calais maar de Normandische kust liet hij op dat moment ongemoeid. Het zou een van de cruciaalste inschattingsfouten worden van de vorige eeuw. Van juni tot augustus 1944 namen in totaal 2.500.000 manschappen deel aan operatie Overlord. Onder hen ook de Belgische Brigade Piron. Na een lange voorbereiding in de geallieerde landen ontscheepte de brigade op 7 augustus aan de Franse kust. Na de veldtocht van Normandië nam ze van 3 tot 22 september 1944 ook deel aan de bevrijding van België en nadien van Nederland.
Le D-Day fête ses 70 ans Le terme militaire D-Day désigne le jour où une opération militaire va avoir lieu. Depuis 1944, ce vocable est toutefois lié à l’opération Overlord : la reconquête alliée en Europe de l’Ouest alors occupée par les Allemands. L’opération a débuté le 6 juin 1944 avec le débarquement en Normandie et s’est achevée à la libération de Paris le 25 août.
ces plages relevait d’une décision tactique. Adolf Hitler supposait que les alliés prendraient la route la plus courte entre la Grande-Bretagne et la France. Il renforça ses troupes à Calais et n’avait rien entrepris sur la côte normande. Ce qui s’avéra être l’une des plus grandes erreurs d’appréciation du siècle dernier.
Le débarquement en Normandie est toujours considéré comme la plus grande opération combinée qui soit. Quelques 6.000 bateaux, 12.000 avions et 5.000 bombes furent engagés le premier jour. Dispersés sur cinq plages, 156.000 militaires venant des États-Unis, du Canada et de Grande-Bretagne se sont battus contre les Allemands.
De juin à août 1944, 2.500.000 soldats ont pris part à l’opération Overlord. Parmi eux, la Brigade belge Piron. Après une longue préparation dans des pays alliés, elle débarque le 7 août sur la côte française. Après la campagne de Normandie, la Brigade Piron participe également, du 3 au 22 septembre, à la libération de la Belgique et, plus tard, à celle des Pays-Bas.
Utah, Omaha, Gold, Sword et Juno Beach sont des lieux gravés dans la mémoire collective occidentale. L’assaut de
13
40 jaar zelfstandige Medische Dienst Op 3 maart 1974 werd bij koninklijk besluit de autonome ‘Gezondheidsdienst voor alle Krijgsmachtdelen’ opgericht. Hiermee bereikte het Belgische leger een belangrijke mijlpaal in een proces dat ruim een eeuw eerder startte. In de nasleep van het Frans-Duits conflict van 1870 werd al in 1892 in La Belgique Militaire gepleit voor een ‘autonomie du service de santé’. De nagenoeg onwerkbare commandostructuur van de Gezondheidsdienst werd ook na de Eerste Wereldoorlog opnieuw aangeklaagd. Het KB van 1974 maakte van de staf van de Gezondheidsdienst een volwaardig onderdeel van de Generale Staf, op gelijke voet met de staven van Land-, Lucht- en Zeemacht. De eenheden en diensten die in het evacuatiesysteem instonden voor de dringende medische hulp, bleven organiek deel uitmaken van het gesteunde krijgsmachtdeel (vooral Land-, Lucht- en Zeemacht en Rijkswacht). De andere medische eenheden, die in het medische evacuatiesysteem instonden voor chirurgische ingrepen
14
en revalidatie, behoorden organiek tot de staf van de Gezondheidsdienst of de Medische Dienst. Die staf was bevoegd voor personeelsbeheer, instructie en vorming, medische logistiek, toepassing van de medische technieken en de hospitalen. Onder de staf van de Gezondheidsdienst vielen de Koninklijke School van de Medische Dienst, het Medisch Commando Belgische Strijdkrachten in Duitsland en het Territoriaal Medisch Commando. Belangrijke uitdagingen waren in eerste instantie de verdere uitbouw van de Koninklijke School van de Medische Dienst in Gent en de ingebruikname van het nieuwe moderne centrale militaire hospitaal in Neder-Over-Heembeek. Sinds de reorganisatie van Defensie begon op 21 december 2001, maken alle medische eenheden deel uit van de Medische Component van de interventiemacht. Een aparte onderstafchef Well Being is bevoegd voor het algemeen gezondheids- en welzijnsbeleid binnen Defensie.
40 années de Service Médical indépendant Le « Service de Santé interforces » a été institué par arrêté royal le 3 mars 1974. Il s’agissait alors d’une étape importante dans un processus que l’armée belge avait initié un siècle plus tôt. Suite au conflit franco-allemand de 1870, il avait déjà été plaidé en 1892, dans La Belgique Militaire, en faveur d’une autonomie du service de santé. L’inefficacité de la structure de commandement du Service de Santé fut également dénoncée dans l’après Première Guerre mondiale. L’AR de 1974 a fait de l’état-major du Service de Santé une unité de l’État-Major Général, sur le même pied que les états-majors des forces Terrestre, Aérienne et de la Marine. Les unités et services qui étaient en charge de l’aide médicale urgente dans le système d’évacuation sont restés des parties organiques des divisions d’appui des unités-mêmes (surtout dans les forces Terrestre, Aérienne et Marine, ainsi qu’à la Gendarmerie). Les autres unités médicales, en charge des opérations chirurgiques et de la révalidation dans le système d’évacuation, étaient des organes de l’état-major
du Service de Santé ou du Service Médical. Cet état-major était compétent en matière de gestion du personnel, de l’instruction et de la formation, de la logistique médicale, de la mise en application des techniques médicales ainsi que des hôpitaux. Sous couvert de l’état-major du Service de Santé, figuraient l’École Royale du Service Médical, le Commandement Médical des Forces belges en Allemagne et le Commandement Médical Territorial. Les défis importants étaient, avant tout, la poursuite du développement de l’École Royale du Service Médical à Gand et la mise en service du nouvel hôpital militaire, moderne et centralisé, à Neder-Over-Heembeek. Depuis la réorganisation de la Défense entamée le 21 décembre 2001, toutes les unités médicales font partie de la Composante Médicale de la force d’intervention. Un souschef d’état-major Well Being est, quant à lui, compétent pour tout ce qui a trait à la gestion générale de la santé et du bien-être à la Défense.
15
ONZE MILITAIREN IN DE WERELD
Verenigd Koninkrijk Royaume-Uni
Verenigde Staten États-Unis
Mali
16
NOS MILITAIRES DANS LE MONDE Duitsland Allemagne
Griekenland Grèce
Libanon Liban
Afghanistan
Israël (Golan)
Bahrein
Qatar
D. R. Congo R. d. du Congo
Libïe Libye
Atalanta
17
Afghanistan Kandahar Op de vliegbasis van Kandahar zijn zes Belgische F-16’s en zo’n 120 militairen gestationeerd. Zij zorgen voor luchtsteun in het kader van operatie Guardian Falcon. Daarnaast beveiligen onze militairen de vliegtuigen op de grond. Er nemen eveneens Belgen deel aan het multinationale Air Advisory Team, dat instaat voor de opleiding van een Afghaanse luchtmachteenheid. In het militaire ziekenhuis van Kandahar nemen artsen en verpleegkundigen van de Medische Component voor het vierde jaar op rij deel aan de opdracht Green Skander. Kaboel In de Afghaanse hoofdstad werkt een twintigtal Belgische militairen. De meeste van hen zijn terug te vinden op de diverse hoofdkwartieren. Daarnaast maken enkele Belgische militairen deel uit van een logistieke cel en beschermen ze de Belgische ambassadeur.
18
Mazar-e-Sharif In totaal zijn er zo’n zestig Belgische militairen actief in Mazar-e-Sharif. Een deel van hen staat in voor de opleiding van het kader van de Afghaanse genietroepen. Een sectie Explosive Ordnance Disposal (EOD) is verantwoordelijk voor de vernietiging van springtuigen. Ook op het hoofdkwartier van het Regional CommandNorth (RC-N) en in de cellen voor weersvoorspelling en luchtverkeersleiding werken Belgische militairen. Een National Support Element (NSE) staat in voor de logistieke ondersteuning. Tot slot staat een vijftienkoppig team in voor chemische, biologische, radiologische en nucleaire verdediging (CBRN). Zij ontsmetten voertuigen en materiaal dat naar Europa en de Verenigde Staten terugkeert.
Afghanistan Kandahar Six F-16 et quelque 120 militaires se trouvent sur la base aérienne de Kandahar. Ils assurent l’appui aérien dans le cadre de l’opération Guardian Falcon. En outre, nos militaires protègent les avions au sol. Des Belges participent également à l’Air Advisory Team multinationale, responsable de la formation d’une unité aérienne afghane. À l’hôpital militaire de Kandahar, médecins et personnel infirmier de la Composante Médicale participent pour la quatrième année consécutive à la mission Green Skander. Kaboul Une vingtaine de militaires belges travaillent dans la capitale afghane. La plupart d’entre eux se trouvent dans les quartiers généraux. En outre, quelques militaires belges font partie d’une cellule logistique et protègent l’ambassadeur belge.
Mazar-e-Sharif Au total, quelque soixante militaires belges sont actifs à Mazar-e-Sharif. Certains sont chargés de la formation du cadre des troupes afghanes du génie. Une section Explosive Ordnance Disposal (EOD) est responsable de la destruction d’engins explosifs. D’autres travaillent au quartier général du Regional Command-North (RC-N) et dans les cellules météorologiques et de gestion du trafic aérien. Un National Support Element (NSE) est chargé de l’appui logistique. Une équipe de quinze personnes assure la protection chimique, biologique, radiologique et nucléaire (CBRN). Elle désinfecte les véhicules et le matériel qui retourneront en Europe et aux États-Unis.
19
Libanon In Libanon ondersteunt een detachement Belgische ontmijners de VN-opdracht UNIFIL: United Nations Interim Force in Lebanon. Sinds de conflicten in 1978 zijn er permanent VN-blauwhelmen langs de grens tussen Libanon en Israël. In 2006 raakten beide landen in oorlog en breidde de VN het mandaat van de vredesmacht aanzienlijk uit, gevolgd door een uitbreiding van de troepenmacht. Sindsdien levert België een belangrijke bijdrage met het detachement BELUFIL (Belgian Luxemburg Force in Lebanon). Ongeveer honderd Belgische soldaten zijn gelegerd in de zuidelijke stad At-Tiri, samen met Finse en Ierse militairen. Die twee landen staan in voor de beveiliging van het kamp. Tijdens de verplaatsingen buiten het kamp zorgt de Belgische gevechtsgenie voor de veiligheid.
20
Het volledige ontmijningsdetachement bevat: • Een peloton gevechtsgenie: zij staan in voor ontmijning en troepenbescherming (force protection) van het detachement tijdens alle verplaatsingen en op de ontmijningsplaatsen. • Een medische bijdrage met ambulanceploegen, een arts en verplegers. Zij staan ten dienste van het militaire en burgerlijke personeel van UNIFIL en in uitzonderlijke gevallen ook van de bevolking. • Een logistiek detachement voor reparaties en de bevoorrading met wisselstukken en brandstoffen; • Een verbindingsdetachement voor de telefoon- en dataverbindingen met het thuisfront. Ook in het hoofdkwartier gelegen in de havenstad An Naqoura werken enkele Belgische militairen. Vanuit het UNIFIL-hoofdkwartier houden zij de Defensiestaf op de hoogte van het bredere kader waarin de Belgische troepen werken.
Liban Au Liban, un détachement belge de démineurs appuient la mission UNIFIL (United Nations Interim Force in Lebanon) de l'ONU. Suite aux conflits de 1978, des Casques bleus des Nations unies sont installés en permanence le long de la frontière israélo-libanaise. Après un nouveau conflit en 2006, le mandat de la force de paix de l’ONU est considérablement élargi et la présence de troupes se voit accrue. La Défense belge apporte, depuis lors, une importante contribution à cette mission grâce au détachement BELUFIL (Belgian Luxemburg Force in Lebanon). Une centaine de soldats belges sont casernés dans le sud-Liban à At Tiri avec leurs homologues finlandais et irlandais. Ces deux pays sont chargés de la sécurité du camp. Le génie de combat belge veille à la sûreté des déplacements en dehors de son périmètre.
Le détachement de déminage comprend : • Un peloton du génie de combat pour le déminage et la protection des troupes (force protection) du détachement lors des déplacements et sur les zones de déminage ; • Une participation médicale avec une équipe d'ambulanciers, un médecin et des infirmiers. Ils sont en charge du personnel civil et militaire de l'UNIFIL et, dans certains cas exceptionnels, de la population ; • Un détachement logistique pour les réparations et le ravitaillement de pièces de rechange et de carburant ; • Un détachement chargé des liaisons téléphoniques et du transfert des données avec la Belgique. Quelques Belges travaillent également au quartier général situé à An Naqourah. Depuis le quartier général UNIFIL, ils informent la Défense du contexte dans lequel les troupes belges évoluent.
21
Mali In de Malinese stad Koulikoro beschermen Belgische en Spaanse militairen sinds 3 juli 2013 het trainingskamp van de Europese Unie. Momenteel vervult het Bataljon 12 Linie Prins Leopold - 13 Linie die opdracht. Eind september 2014 geeft het de fakkel door aan het Bataljon Ardeense Jagers. De troepenbescherming bestaat uit vier opdrachten: voertuigen escorteren van en naar de hoofdstad Bamako, instructeurs vervoeren naar de trainingszones in de omgeving, een snellereactiemacht klaarhouden en de toegangspoorten van het kamp bewaken. Daarbij horen ook patrouilles. Regelmatig controleren ploegen de belangrijkste installaties in het kamp en de nabije omgeving. Dat doen ze niet alleen
22
omwille van de veiligheid, maar ook om hun aanwezigheid aan de bevolking te tonen, of in militair jargon: show the flag. In het Europese trainingskamp werken militairen uit diverse Europese landen. België en Spanje leveren militairen om de Europese instructeurs te beveiligen, waarvan de kerntaak is: Malinese rekruten opleiden om het noorden van het land te stabiliseren. Nog tot half mei 2015 zullen Belgische militairen het trainingskamp in Mali bewaken.
Mali Depuis le 3 juillet 2013, des militaires belges et espagnols protègent le camp d’entraînement de l’Union européenne situé dans la ville malienne de Koulikoro. Pour l’instant, cette mission est assurée par le Bataillon 12e de Ligne Prince Léopold-13e de Ligne. Fin septembre 2014, le flambeau sera repris par le Bataillon Chasseurs Ardennais. La protection des troupes comporte quatre aspects : l’escorte de véhicules à partir ou en direction de Bamako, le transport vers les zones d’entraînement proches, le maintien opérationnel d’une force d’intervention rapide et la surveillance des accès au camp. Ceci implique également des patrouilles.
d’assurer la sécurité mais également le show the flag, jargon militaire désignant le fait de se montrer à la population. Plusieurs nations européennes sont représentées dans le camp d’entraînement européen. La Belgique et l’Espagne sont affectés à la sécurité des instructeurs européens, dont la tâche principale est : former les recrues maliennes pour qu’elles stabilisent la situation dans le nord du Mali. La mission belge de surveillance du camp d’entraînement au Mali se poursuivra jusqu’à la mi-mai 2015.
Des équipes contrôlent régulièrement les installations les plus importantes du camp ainsi que ses alentours. Ceci afin
23
Democratische Republiek Congo Sinds 2003 zijn onze militairen actief in de Democratische Republiek Congo. Een vijftigtal Belgen is er aanwezig om het Congolese leger te ondersteunen en te vormen. In het kader van het Programma voor Militair Partnerschap (PMP) staat een Belgisch detachement van ongeveer dertig militairen in voor het coachen van een brigadestaf van het Congelese leger in Kindu. Zij leveren eveneens steun aan de renovatie van de kampen in Kindu en Lokandu, genaamd Famiki en Familo. Met hulp van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking renoveren ze daar gebouwen om de families van de Congolese militairen te logeren. De genie van het Congolese leger voert de werken uit. Zij werden in Kananga door de Belgen opgeleid.
24
Maar de Belgische bijdrage gaat veel verder. Sinds juni 2014 trainen onze militairen hun Congolese collega’s om nieuwe rekruten te vormen. Die zullen de snelle interventiebataljons versterken die momenteel actief zijn in Noord-Kivu en Katanga. Twee Belgische militairen geven eveneens raad aan het commando van de Militaire Academie van Kananga. In het kader van de European Union Security Sector Reform Mission (EUSEC) bieden drie personen in Kinshasa hun expertise aan inzake openbare veiligheid en leveren ze raad en bijstand aan de lokale autoriteiten.
République démocratique du Congo Depuis 2003, nos militaires sont actifs en République démocratique du Congo. Une cinquantaine de Belges y sont essentiellement présents pour soutenir et former l’armée congolaise. Dans le cadre du Programme de Partenariat Militaire (PPM), un détachement belge composé de près de trente militaires est chargé de coacher un état-major de l’armée congolaise stationné à Kindu. Il fournit également un appui pour la rénovation des camps de Kindu et de Lokandu, respectivement baptisé Famiki et Familo. Ces infrastructures sont rénovées grâce à la Coopération au Développement belge pour le logement des familles de militaires congolais. Les travaux sont réalisés par le génie de l’armée congolaise formé préalablement par les Belges à Kananga.
Mais la contribution des Belges va plus loin. Depuis juin 2014, nos militaires entraînent leurs homologues congolais pour la formation de leurs nouvelles recrues. Ces dernières renforceront les bataillons d’intervention rapide, opérant actuellement au Nord-Kivu et au Katanga. Deux militaires se chargent également de conseiller le commandement de l’Académie militaire de Kananga. Dans le cadre de l’European Union Security Sector Reform Mission (EUSEC), trois personnes sont à Kinshasa en vue d’apporter leur expertise dans le volet sécuritaire et de gestion en fournissant conseils et assistance aux autorités locales.
25
Maritieme operaties De mijnenjagers Crocus en Bellis hebben in mei gedurende twee weken deelgenomen aan operatie Open Spirit voor de kust van de Baltische landen. De opdracht omvat in de Baltische Zee mijnen op te sporen en te vernietigen die er zijn achtergebleven tijdens voorbije conflicten. Open Spirit is een internationale operatie, beurtelings georganiseerd door de Baltische staten en de NAVO. Dit jaar organiseerde en leidde Letland die operatie. Het commando- en steunschip Godetia heeft van 23 maart tot 20 juni 2014 de opdracht Maritime Capacity Building 2014 uitgevoerd. Het doel daarvan was om enerzijdse deel te
26
nemen aan het African Partnership Station door de marines in de regio op te leiden in de strijd tegen de illegale visvangst, wapen-, drugs- en mensensmokkel, brandstofdiefstal en piraterij. Anderzijds ondersteunde de Godetia ook het Programma voor Militair Partnerschap door middelen voor basisbehoeften te leveren. Het fregat Leopold I zal vanaf begin september voor drie maanden ingezet worden voor de oostkust van Afrika. Het zal er deelnemen aan Atalanta, de operatie waarmee de Europese Unie de piraterij tegen koopvaardijschepen wil indijken.
Opérations maritimes Durant deux semaines en mai, les chasseurs de mines Crocus et Bellis ont participé à l’opération Open Spirit au large des côtes baltes. La mission consistait en la recherche et la neutralisation des mines dispersées dans les eaux de la Baltique lors des conflits précédents. Open Spirit est une opération internationale, organisée tour à tour par les États baltes et l'OTAN. Cette année, la Lettonie en était l’organisatrice. Le navire de commandement et d’appui Godetia a quant à lui mené l’opération Maritime Capacity Building 2014 du 23 mars au 20 juin 2014. L’objectif était, d’une part, de participer à
l’African Partnership Station, en formant des marins locaux à la lutte contre la pêche illégale, la contrebande d’armes, de drogues, le trafic d’êtres humains, le vol de carburant et la piraterie. D’autre part, le Godetia soutenait également le Programme de Partenariat militaire (PPM) en pourvoyant des moyens de subsistance. La frégate Léopold I sera, à partir de début septembre et pendant trois mois, engagée sur la côte orientale africaine. Elle participera ainsi à Atalanta, l’opération à travers laquelle l’Union européenne combat la piraterie dirigée vers les navires marchands.
27
Samenstelling van h Prelude
Historische groepering
• Koninklijke Escorte te paard • Koninklijke Muziekkapel van de Marine • Detachement 1914-1918, waaronder drie figuranten in rijkswachttenue uit de periode ’14-’18 • Veteranen • Marinecadetten met zodiac-vaartuig • Luchtcadetten met zweefvliegtuig • Stage Para Junior • Stage Commando Junior
• Commando van de historische groepering • Een detachement van het Bataljon 12 Linie Prins Leopold – 13 Linie • Een detachement van het Royal 22e Régiment (Canada) (zie ook foto onderaan)
Commando van het militaire defilé Peloton militaire politie: dertien moto’s Commando: Generaal-majoor Deconinck in Lynx-voertuig
Luchtdefilé
Operaties en training • Commando van de groepering Operaties en Training • Een detachement Afrika • Een detachement Libanon • Een detachement Landcomponent • Een detachement Luchtcomponent • Een detachement Marinecomponent • Een detachement Medische Component
• Zes Alpha Jets met de nationale driekleur uit Cazaux (Frankrijk) • Twee formaties van acht F-16’s van de 10 Tactische Wing (Kleine-Brogel) en 2 Tactische Wing (Florennes) • Twee formaties van vier Marchetti’s SF-260 van de 1 Wing (Bevekom), waaronder het Red Devils-demonstratieteam • Een EMB-121 ‘Xingu’ uit Avord (Frankrijk) • Een formatie van drie A109-helikopters van de 1 Wing (Bevekom) • Een formatie EUBG-helikopters: één Belgische A109, één Duitse CH-53 ‘Stallion’ en één Nederlandse CH-47 ‘Chinook’ • Een formatie van één Sea King en twee Alouettes III uit Koksijde • Een formatie van twee NH90’s van de 1 Wing (Bevekom) • Een formatie van drie C-130’s van de 15 Wing Luchttransport (Melsbroek) • Een Duits C-160 transportvliegtuig • Een A400M transportvliegtuig • Een A321 passagiersvliegtuig met twee F-16’s
Troepen te voet Koninklijke Muziekkapel van de Luchtmacht
Vorming • Commando van de groepering Vorming • Koninklijke Militaire School: commando en drie detachementen • Koninklijke School voor Onderofficieren: commando en drie detachementen • Centra voor basisopleiding en scholing: commando en een detachement
28
Het Royal 22e Régiment defileert voor het stadhuis van Québec, de Canadese stad waar hun hoofdkwartier is gevestigd.
n het militaire defilé Gemotoriseerde troepen: de EUBG • Commando van de gemotoriseerde groepering: tien Lynx-voertuigen in het teken van de European Union Battle Group • Commando Infantry Task Force: drie Lynx-voertuigen De detachementen worden voorgesteld volgens de structuur van een battle group. Detachement infanterie op Piranha • Een Piranha ‘Commandopost’ • Vier Piranha’s ‘Infanterie’ • Vier Piranha’s ‘Direct Fire 30’ • Vier Piranha’s ‘Direct Fire 90’ • Een Piranha ‘Recovery’ Detachement infanterie op Dingo • Een Dingo ‘Commandopost’ • Tien Dingo’s ‘Infanterie’ • Twee Dingo’s ‘Scout’ • Een Nederlands commandovoertuig Mercedes-Benz • Twee Nederlandse CV 90-voertuigen • Twee Nederlandse Bushmasters Detachement ISTAR (Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance) Deze eenheid geeft steun aan het gevecht door informatie te verzamelen en door te geven aan de gevechtseenheden. • Twee Lynx-voertuigen • Twee Unimogs versie slagveldbewaking (SVB) • Twee Pandurs verkenningsversie • Twee Dingo’s PRV (Groothertogdom Luxemburg) Detachement Special Forces Group De Special Forces Group omvat een groep hypergetrainde militairen.Op elk ogenblik zijn ze klaar om te vertrekken voor een speciale opdracht. • Twee Unimogs Jacam
Detachement genie en ontmijning De genie telt uiteenlopende specialiteiten, zoals de gevechtsgenie (mijnen, explosieven en obstakels opruimen) en de constructiegenie (bruggen, bunkers en logementsblokken bouwen, …). Ze zijn ook in staat om chemische, biologische, radiologische en nucleaire besmetting te meten. • Twee Lynx-voertuigen • Twee Piranha’s genie • Twee vrachtwagens Actros met Broshuis-dieplader • Twee Unimogs met zodiac • Een vrachtwagen URO met aanhangwagen • Twee interventievoertuigen van DOVO (Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen) Detachement ondersteuning Deze militairen zorgen voor de bevoorrading, de voeding, de uitrusting, het transport, de reparatie van het materieel en de medische steun. • Twee Lynx-voertuigen • Twee vrachtwagens Iveco ALC (Autonomous Load Carrier) • Twee vrachtwagens Astra 8 ton • Een Kerax depannagevoertuig Detachement medische steun • Een Dingo ambulance • Een Piranha ambulance • Een Pandur ambulance • Een Unimog ambulance Detachement militaire politie • Twee Lynx-voertuigen Detachement tanks • Vier Leopard-tanks
Detachement artillerie • Twee Lynx-voertuigen • Twee Dingo’s met een mortier 120 mm • Twee Unimogs met een kanon 105 mm • Twee Unimogs met een luchtafweersysteem Mistral • Twee Lynx-voertuigen met omroepsysteem
29
Composition du d Prélude
Groupement historique
• Escorte royale à cheval • Musique royale de la Marine • Détachement 1914-1918, comprenant trois figurants en tenue de gendarme de la période 14-18. • Vétérans • Cadets de la Marine et embarcation pneumatique zodiac • Cadets de l’Air et planeur • Stage Para Junior • Stage Commando Junior
• Commandement du groupement historique • Un détachement du Bataillon 12 de Ligne Prince Léopold – 13 de Ligne • Un détachement du Royal 22e Régiment (Canada) (voir photo ci-desous)
Commandement du défilé militaire • Peloton de la Police militaire : treize motos • Commandement : le Général-major Deconinck en véhicule Lynx
Opérations et entraînement • Commandement du groupement Opérations et Entraînement • Un détachement Afrique • Un détachement Liban • Un détachement Composante Terre • Un détachement Composante Air • Un détachement Composante Marine • Un détachement Composante Médicale
Défilé aérien • Six Alpha Jet avec les couleurs nationales, venus de Cazaux (France) • Deux formations de huit F-16 du 10 Wing Tactique (Kleine Brogel) et 2 Wing Tactique (Florennes) • Deux formations de quatre Marchetti SF-260 du 1 Wing (Beauvechain), parmi lesquels la patrouille de démonstration « Red Devils » • Un EMB-121 “Xingu” venu d’Avord (France) • Une formation de trois hélicoptères A109 du 1 Wing (Beauvechain) • Une formation d’hélicoptères de l’EUBG : un A109 belge, un CH-53 « Stallion » allemand et un CH-47 « Chinook » néerlandais • Une formation composée d’un Sea King et de deux Alouette III venus de Coxyde • Une formation de deux NH90 du 1 Wing (Beauvechain) • Une formation de trois C-130 du 15 Wing de Transport aérien (Melsbroek) • Un C-160 avion de transport allemand • Un A400M avion de transport • Un A321 avion de ligne avec deux F-16
Troupes à pied • Musique royale de la Force aérienne
Formation • Commandement du groupement Formation • École Royale Militaire : commandement et trois détachements • École Royale des Sous-Officiers : commandement et trois détachements • Centres d’instruction de base et d’écolage : commandement et un détachement
30
Le Royal 22e Régiment défile devant l’hôtel de ville de Québec, ville canadienne où se trouve son quartier général.
u défilé militaire Troupes motorisées : l’EUBG • Commandement du groupement motorisé : dix véhicules Lynx dans le cadre de l’European Union Battle Group • Commandement Infantry Task Force : trois véhicules Lynx Les détachements sont présentés selon la structure d’un battle group. Détachement infanterie sur Piranha • Un Piranha « Poste de commandement » • Quatre Piranha « Infanterie » • Quatre Piranha « Direct Fire 30 » • Quatre Piranha « Direct Fire 90 » • Un Piranha « Recovery » Détachement infanterie sur Dingo • Un Dingo « Poste de commandement » • Dix Dingo « Infanterie » • Deux Dingo « Scout » • Un véhicule néerlandais de commandement MercedesBenz • Deux véhicules néerlandais CV 90 • Deux Bushmaster néerlandais Détachement ISTAR (Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance) Cette unité fournit un appui au combat par la collecte d’information et la transmission de celle-ci aux unités combattantes. • Deux véhicules Lynx • Deux Unimog en version de surveillance du champ de bataille (SCB) • Deux Pandur en version de reconnaissance • Deux Dingo PRV (Grand-Duché de Luxembourg) Détachement Special Forces Group Le Special Forces Group est composé de militaires hyper entraînés. À tout moment, ils sont prêts à partir pour une opération spéciale. • Deux Unimog Jacam
Détachement génie et déminage Le génie compte diverses spécialités, comme le génie de combat (évacuation de mines, d’explosifs ou obstacles) ou le génie de construction (de ponts, d’abris et de blocs de logements). Ils sont également capables d’évaluer la contamination chimique, biologique, radiologique et nucléaire. • Deux véhicules Lynx • Deux Piranha en version génie • Deux camions surbaissés Actros • Deux Unimog avec zodiac • Un camion URO avec sa remorque • Deux véhicules d’intervention du SEDEE (Service d’Enlèvement et de Destruction d’Engins Explosifs) Détachement soutien Ces militaires veillent au ravitaillement des vivres, de l’équipement, du transport, des réparations du matériel et de l’appui médical. • Deux véhicules Lynx • Deux camions Iveco ALC (Autonomous Load Carrier) • Deux camions Astra 8 tonnes • Un camion de dépannage Kerax Détachement appui médical • Une ambulance Dingo • Une ambulance Piranha • Une ambulance Pandur • Une ambulance Unimog Détachement police militaire • Deux véhicules Lynx Détachement chars • Quatre chars Léopard
Détachement artillerie • Deux véhicules Lynx • Deux Dingo avec un mortier de 120 mm • Deux Unimog avec un canon de 105 mm • Deux Unimog avec système d’arme Mistral • Deux véhicules Lynx avec système haut-parleur
31
Samenstelling van het burgerdefilé Troepen te voet Detachement politie en jeugdbrandweer • Vier pelotons aspirant-inspecteurs van de politiescholen van Luik en Gent en gespecialiseerde aspirant-hoofdinspecteurs • Tien hondengeleiders van de politiezone Brussel West • Twee pelotons met tachtig jeugdbrandweerlieden
Gemotoriseerde troepen Geïntegreerde politie (federale en lokale politie) • Elf motoren Yamaha en Harley-Davidson (politiezone Brussel-Hoofdstad – Elsene) • Een Toyota IQ (politiezone Bergen-Quévy) • Een Toyota Prius (Directie Rekrutering en Selectie) • Een Renault Megane (Directie Rekrutering en Selectie) • Een Volvo XC60 (politiezone Brakel) • Een Volvo XC60 (politiezone Pajottenland) • Een Volkswagen Transporter T5 (spoorwegpolitie) • Een Volvo XC60 (spoorwegpolitie) • Scooters Honda Zoomer en Yamaha Neo (politiezone La Louvière) • Een Volkswagen Caddy (Hondensteun) • Een Volkswagen (Luchtvaartpolitie – voertuig hondengeleiders) • Een Mercedes Benz AXOR 1924L (politie te paard) • Een Volkswagen Transporter (politiezone Dendermonde) • Een Nissan Qashqai (politiezone Waver) • Een BMW-motor (politiezone AMOW) • Fietsers (politiezone Bergen-Quévy) • Een Toyota Land Cruiser Camlock (speciale eenheden) • Een Volkswagen T5 (Wegpolitie Antwerpen – fotogrammetrievoertuig) • Een Audi A4 Break (politiezone Leuze-Beloeil) • Negen motoren Yamaha FJR 1300 (Wegpolitie) Civiele bescherming en brandweer • Een commandowagen Toyota Land Cruiser (civiele bescherming Libramont) • Een (oude) autopomp (civiele bescherming Jabbeke) • Een (oude) ladderwagen (brandweer Boom) • Een (oude) autopomp (brandweer 's-Gravenbrakel) • Een (oude) tankwagen (civiele bescherming) • Een Peugeot Boxer (civiele bescherming Ghlin) • Een commandowagen Toyota Land Cruiser (brandweer Genk)
32
• Een industriële autopomp (brandweer Sambreville) • Een vacuümtankwagen (civiele bescherming Liedekerke) • Een graafmachine (civiele bescherming Ghlin) • Een rupsvoertuig (brandweer Eupen) • Een tankwagen van 40.000 liter (brandweer Boom) • Een tankwagen van 15.000 liter (civiele bescherming Crisnée) B-FAST • Twee commandowagens Nissan Patrol • Twee Unimog-vrachtwagens Cargo van 1,9 ton Federale Overheidsdienst Volksgezondheid (dringende geneeskundige hulpverlening) • Een Ford Rhein-ambulance (1955) • Een Volkswagen Combi T2B (1974) (brandweer Kuurne) • Een Volkswagen Transporter T3 (1985) (brandweer Beloeil) • Een Volkswagen Micro Réa Transporter T4 (1995) • Een Volkswagen Micro Réa Transporter T3 (1990) • Een Peugeot J5 (1999) • Een Volkswagen Passat Break (2003) (MUG Charleroi) • Een Peugeot Boxer (2005) • Een Mercedes Sprinter (2009) (brandweer Moeskroen) • Een Landrover Discovery (2014) (MUG Heusden-Zolder) • Een Mercedes Sprinter (2014) (brandweer Tongeren) Rode Kruis • Een Citroën Jumper (2009) – commandowagen provincie Antwerpen • Een Volkswagen Caddy (2014) – interventievoertuig hoofdzetel • Een Volkswagen Crafter (2010) – interventievoertuig, snel inzetbare middelen • Een Opel Vivaro (2013) – interventievoertuig afdeling Diepenbeek • Een Mercedes Sprinter – interventievoertuig, snel inzetbare middelen Ottignies • Een Mercedes Sprinter – ambulance Doornik • Een Mercedes Sprinter – commandowagen Blegny • Een Mercedes Sprinter – ambulance 4 x 4
Composition du défilé civil Troupes à pied Détachement police et jeunes sapeurs-pompiers • Quatre pelotons d'aspirants inspecteurs des écoles de police de Liège et de Gand, ainsi que d'aspirants inspecteurs principaux spécialisés • Dix maîtres-chiens de la zone de police de Bruxelles Ouest • Deux pelotons jeunes sapeurs-pompiers
Troupes motorisées Police intégrée (fédérale et locale) • Onze motos Yamaha et Harley-Davidson (zone de police de Bruxelles-Capitale – Ixelles) • Une Toyota IQ (zone de police de Mons-Quévy) • Une Toyota Prius (Direction Recrutement et Sélection) • Une Renault Megane (Direction Recrutement et Sélection) • Une Volvo XC60 (zone de police de Brakel) • Une Volvo XC60 (zone de police du Pajottenland) • Une Volkswagen Transporter T5 (Police des chemins de fer) • Une Volvo XC60 (Police des chemins de fer) • Scooters Honda Zoomer et Yamaha Neo (zone de police de La Louvière) • Un Volkswagen Caddy (Appui canin) • Un Volkswagen (Police aéronautique – véhicule maîtreschiens) • Un Mercedes Benz AXOR 1924L (Police à cheval) • Un Volkswagen Transporter (zone de police de Termonde) • Une Nissan Qashqai (zone de police de Wavre) • Une moto BMW (zone de policeAMOW) • Brigade cycliste (zone de police de Mons-Quévy) • Une Toyota Land Cruiser Camlock (Unités Spéciales) • Une Volkswagen T5 (Police de la route d’Anvers – véhicule de photogrammétrie) • Une Audi A4 Break (zone de police de Leuze-Beloeil) • Neuf motos Yamaha FJR 1300 (Police de la route) Protection civile et des services d’incendie • Une voiture de commandement Toyota Land Cruiser (Protection civile de Libramont) • Une autopompe (ancien) (Protection civile de Jabbeke) • Une auto-échelle (ancien) (Service d’incendie de Boom) • Une autopompe (ancien) (Service d’incendie de Braine-leComte) • Une citerne (ancien) (Protection civile) • Une Peugeot Boxe (Protection civile de Ghlin) • Une voiture de commandement Toyota Land Cruiser (Service d’incendie de Genk)
• Une autopompe industrielle (Service d’incendie de Sambreville) • Un camion Vacuum (Protection civile de Liedekerke) • Une excavatrice (Protection civile de Ghlin) • Une chenillette (Service d’incendie d’Eupen) • Un camion-citerne de 40.000 litres (Service d’incendie de Boom) • Un camion-citerne de 15.000 litres (Protection civile de Crisnée) B-FAST • Deux Nissan Patrol (voiture de commandement) • Deux Unimog Cargo de 1,9 tonne Service public fédéral (SPF) Santé publique (aide médicale urgente) • Une ambulance Ford Rhein (1955) • Une Volkswagen Combi T2B (1974) (Service d’incendie de Kuurne) • Une Volkswagen Transporter T3 (1985) (Service d’incendie de Beloeil) • Une Volkswagen Micro Réa Transporter T4 (1995) • Une Volkswagen Micro Réa Transporter T3 (1990) • Une Peugeot J5 (1999) • Une Volkswagen Passat Break (2003) (SMUR CHU Charleroi) • Une Peugeot Boxer (2005) • Une Mercedes Sprinter (2009) (Service d’incendie de Mouscron) • Une Landrover Discovery (2014) (SMUR SFZ HeudsenZolder) • Une Mercedes Sprinter (2014) (Service d’incendie de Tongres) Croix-Rouge • Une Citroën Jumper (2009) – Voiture de commandement (Province d’Anvers) • Une Volkswagen Caddy (2014) • Une Volkswagen Crafter (2010) – Moyens d’Intervention Rapide • Une Opel Vivaro (2013) (Diepenbeek) • Une Mercedes Sprinter – Moyens d’Intervention Rapide (Ottignies) • Une Mercedes Sprinter – Ambulance (Tournai) • Une Mercedes Sprinter – Voiture de commandement (Blegny) • Une Mercedes Sprinter – Ambulance 4x4
33
Voorwoord van de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen Dames en heren Even ter herinnering: met de troonsbestijging ondertussen al een jaar geleden begon België aan een nieuw hoofdstuk in zijn geschiedenis, rijk aan nieuwe perspectieven en vernieuwde ambities. Maar ook dit jaar zal 21 juli historisch zijn, met de herdenking van de Eerste Wereldoorlog honderd jaar geleden. We kunnen deze mensen, onder wie mijn grootvader, niet genoeg bedanken: “Ze hebben de grootste strijd uit de geschiedenis gewonnen en het hoogste goed gered: de vrijheid van de wereld”, om het met de woorden van Maarschalk Foch te zeggen. Op 4 augustus 1914 werd de Belgische neutraliteit geschonden en volgden pijnlijke en dodelijke jaren. Eén jaar na de invasie in Brussel werd de Nationale Feestdag van 21 juli 1915 een dag van rouw. De hoofdstad werd omgevormd in een dode stad met gesloten winkels en neergelaten rolluiken, om zo de legitimiteit van de bezetting aan te vechten. Een eeuw later denken we terug aan deze periode en brengen we hulde: de geïntegreerde politie zal een defilé houden met enkele figuranten in rijkswachterskledij uit de periode 1914-1918 en de diensten van de civiele veiligheid laten voertuigen zien uit die tijd. En omdat eenheid macht maakt, zullen de civiele bescherming en de brandweerdiensten voor het tweede jaar op rij zij aan zij defileren om zo de complementariteit tussen de twee hulpdiensten die dagelijks samenwerken, te benadrukken. Ook de lokale en de federale politie defileren samen – voor de vierde keer – en vestigen op die manier de aandacht op het geïntegreerde karakter van onze politie. Dit jaar moeten we tevens een bijzondere groet brengen aan de dringende medische hulpverlening, een discipline die vijftig jaar bestaat. Dit eenvormige oproepsysteem werd in het leven geroepen om het hoofd te bieden aan een stijging van het aantal verkeersongevallen en een epidemie van kinderverlamming in 1964. Bovendien verwijst het Feest in het Park dit jaar naar de vijftigste verjaardag van de Turkse en Marokkaanse immigratie: doorheen verschillende stands en animaties vieren we de waarden en de rijkdom van de interculturaliteit. Ten slotte is 21 juli ook de gelegenheid om een woordje van dank uit te spreken voor het grootmoedige enthousiasme, het voorbeeldige professionalisme en de opmerkelijke burgerzin van tal van mannen en vrouwen die zich hebben ingezet voor de gemeenschap. Het hele land erkent en dankt hen daarvoor. Een prettige Nationale Feestdag voor iedereen!
Joëlle Milquet Vice-Eerste Minister Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
34
Avant-propos Vice-Première ministre et ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des chances Mesdames, Messieurs, Souvenons-nous ! Il y a un an déjà, avec l’avènement de S.M. le Roi Philippe, la Belgique a ouvert un nouveau chapitre de son Histoire, riche de nouvelles perspectives et d’ambitions renouvelées. Ce 21 juillet 2014 est tout autant historique. Il nous donne l’occasion de commémorer le centenaire de la Grande Guerre. Nous ne remercierons jamais assez ces hommes, dont mon grand-père, qui ont « gagné la plus grande bataille de l’Histoire et sauvé la cause la plus sacrée, la liberté du monde », pour reprendre les mots du Maréchal Foch. Le 4 août 1914, la neutralité belge était violée. S’ensuivirent des années douloureuses et meurtrières. Un an après l’invasion, à Bruxelles, la Fête nationale du 21 juillet 1915 était convertie en journée de deuil. La capitale fut transformée en ville morte aux magasins clos et aux volets baissés, voulant ainsi nier la légitimité de l’Occupation. Un siècle plus tard, nous nous souvenons et rendons hommage : la Police intégrée permettra à plusieurs figurants en tenue de gendarmerie de la période 1914-1918 de défiler et les services d’urgence de la sécurité civile le feront avec des véhicules d’époque. L’Union faisant la force, la Protection civile et les services d’incendie évolueront, pour la deuxième année consécutive, côte à côte, pour mettre en évidence la complémentarité entre ces deux services de secours qui travaillent ensemble au quotidien. La police locale et la police fédérale défilent, quant à elles, conjointement, pour la quatrième année consécutive, soulignant ainsi le caractère intégré de notre Police. Nous nous devons également de saluer particulièrement, cette année, l’Aide médicale urgente qui fête son demi-siècle. Ce système d’appel uniforme est né pour faire face à une augmentation du nombre d’accidents de la circulation et à une épidémie de poliomyélite qui avait marqué 1964. Par ailleurs, en l’honneur des 50 ans de l’immigration turque et marocaine, la fête au Parc a tenu à célébrer les valeurs et la richesse de l’interculturalité au travers de différents stands et animations. Le 21 juillet nous donne, enfin, l’occasion de saluer l’enthousiasme généreux, le professionnalisme exemplaire et le civisme remarquable de tant d’hommes et de femmes, d’exprimer la reconnaissance de tout un pays pour leur engagement au service de la collectivité. Qu’ils en soient remerciés. Bonne Fête nationale à toutes et tous !
Joëlle Milquet Vice-Première Ministre Ministre de l’Intérieur et de l’Égalité des chances
35
De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid organiseert
50 jaar dringende geneeskundige hulpverlening De wet van 8 juli 1964 over de dringende geneeskundige hulpverlening bestaat vijftig jaar. Die wet regelt de organisatie van de hulpverlening aan gewonde of zieke personen. Toenmalig minister Edmond Leburton initieerde de oprichting van een nationale hulpdienst, die bestond uit een vijftiental ambulances. Oorspronkelijk stonden ambulances enkel in voor slachtoffers en zieken op de openbare weg. Na verloop van tijd breidde dit systeem uit naar alle locaties. Bijgevolg werd de wet in de jaren ’90 dan ook aangepast. België was in 1958 een van de eerste landen met eenzelfde oproepnummer over het hele land. Wie een ziekenwagen nodig had, kon van gelijk waar in België bellen naar het nummer 900. Afhankelijk van de telefoonzone, ging de oproep naar één van de zestien centrales. Eind jaren ’80
36
wijzigde het noodnummer in het nummer 100 en rond 2005 werd het Europees noodnummer 112 ingevoerd. Door de jaren heen zijn er heel wat vernieuwingen ingevoerd. De ziekenwagens (bemand door twee hulpverleners-ambulanciers) zijn onder meer aangevuld met MUG-voertuigen (bemand met een spoedarts en spoedverpleegkundige). Sinds 2007 bestaat het PIT-project: ziekenwagens die bemand zijn met een hulpverlenerambulancier en spoedverpleegkundige. Maar de doelstelling van de dringende geneeskundige hulpverlening is in vijftig jaar dezelfde gebleven: het slachtoffer of de zieke op een kwaliteitsvolle manier behandelen en vervoeren naar dichtsbijzijnde geschikte ziekenhuis.
Le Service public fédéral (SPF) Santé publique organise
les 50 ans de l’aide médicale urgente La loi du 8 juillet 1964 relative à l’aide médicale urgente existe depuis 50 ans. Cette loi réglemente l'organisation de la prise en charge de la personne blessée ou malade. À l'initiative du Ministre Edmond Leburton, un service d'urgence national fut mis en place, consistant en une quinzaine d'ambulances. À l’origine, les ambulances étaient seulement destinées aux victimes et malades sur la voie publique. Au cours des années, cela a été élargi à toutes les localisations, et dans les années 1990, ce fut également adapté dans la loi. La Belgique fut en 1958 parmi les premiers pays disposant d’un numéro d’appel unifié pour tout le territoire. Toute personne qui avait besoin d'une ambulance pouvait appeler le numéro 900 depuis n’importe où en Belgique. Ces appels étaient, selon la zone téléphonique, redirigés vers l’une des
16 centrales. À la fin des années 1980, le numéro d'urgence a été changé au profit du numéro 100. Vers 2005, le numéro 112 fut présenté comme le numéro d’appel d'urgence européen. Au fil des ans, beaucoup d'innovations ont eu lieu. Ce fut le cas, entre autres, des ambulances (composées de deux secouristes-ambulanciers) qui furent complétées par des véhicules SMUR (fonctionnant avec un médecin urgentiste et un infirmier urgentiste). Depuis 2007, existe aussi le projet PIT (ambulances qui sont composées d'un secouristeambulancier et d’un infirmier urgentiste). L'objectif de l’aide médicale urgente est cependant resté le même pendant 50 ans : traiter la victime ou le malade de façon qualitative et le transporter vers l'hôpital adéquat le plus proche.
37
Geïntegreerde politie De lokale en de federale politie defileren samen voor de vierde opeenvolgende keer. Zo beklemtonen beide hun geïntegreerde karakter. De aspiranten van de politiescholen van Luik en Gent hebben de eer om het defilé van de burgerlijke hulpdiensten te openen. Als verwijzing naar de herdenking van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog defileren drie figuranten in het toenmalige rijkswachtuniform te voet of met de fiets. Tijdens het gemotoriseerde gedeelte zal de federale politie een fotogrammetrie voertuig van de Antwerpse wegpolitie voorstellen. Fotogrammetrie is een techniek waarmee de plaats van een ongeval digitaal vastgelegd wordt. Hierdoor kunnen de vaststellingen sneller gemaakt worden en kan het verkeer sneller weer op gang komen. Er zijn ook andere voertuigen van de gespecialiseerde diensten van de federale politie te zien, waaronder
38
twee voertuigen van hondengeleiders en een Camlockinterventievoertuig van de Speciale Eenheden. De voertuigen en personeelsleden van de lokale politie die in 2014 deelnemen aan het defilé, komen allemaal uit politiezones waarvan de korpschefs deel uitmaken van de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP). Dit adviesorgaan is samengesteld uit zestien korpschefs en acht vervangers, die gekozen zijn uit de 195 leidinggevenden van de politiezones. De zones defileren met verschillende interventievoertuigen, zoals een voertuig van de politiezone Beloeil-Leuze dat uitgerust is met oranje schokdempers. De tweewielers zijn eveneens vertegenwoordigd door de fietsbrigade van de politiezone Bergen-Quévy, door een motorrijder van de politiezone AMOW (Asse) en tien scooters van de politiezone La Louvière.
Police intégrée La police locale et la police fédérale défilent ensemble pour la quatrième année consécutive, soulignant à nouveau leur caractère intégré. Les aspirants des écoles de police de Liège et de Gand ont l’honneur d’ouvrir le défilé des services de secours civils. En clin d’œil à la commémoration du centenaire de la première guerre mondiale, trois figurants défilent à pied ou à vélo en tenue de gendarme d’époque. Pour la partie motorisée, la police fédérale présente un véhicule de photogrammétrie de la police de la route d’Anvers. Cette technique permet de numériser le lieu d’un accident de roulage dans son intégralité, afin de gagner du temps pour les constatations, et donc de rétablir la circulation plus rapidement. Divers autres véhicules des services spécialisés de la police fédérale défileront également, tels que deux véhicules de
maîtres-chiens et un véhicule d’intervention « Camlock » des unités spéciales. Les véhicules et membres du personnel de la police locale participant au défilé 2014 proviennent tous de zones de police dont les Chefs de Corps font partie de la Commission permanente de la Police locale (CPPL). Cet organe d’avis est constitué de 16 chefs de corps et de 8 suppléants élus parmi les 195 dirigeants de zones de police. Ces zones défilent avec plusieurs véhicules d’intervention, dont le véhicule de la zone de Beloeil-Leuze, équipé de parechocs orange. Les deux-roues sont également représentés par la brigade cycliste de la zone de police de Mons-Quévy, par un motard de la zone de police AMOW (Asse) et dix scooters de la zone de police de La Louvière.
39
Brandweer en civiele bescherming: eendracht maakt macht Voor het tweede opeenvolgende jaar defileren de civiele bescherming en de brandweer zij aan zij in het centrum van Brussel voor de Nationale Feestdag. Het doel van die gemengde colonne van de civiele veiligheid is om de complementariteit te benadrukken van deze twee hulpdiensten die elke dag samenwerken. De brandweer intervenieert in eerste lijn. Naast brandbestrijding, hulp aan de bevolking en dringende medische hulp, is zij het eerste op het terrein bij ongevallen of rampen zoals overstromingen, gaslekken en verzakkingen. De civiele bescherming komt gespecialiseerde technische versterking bieden op vraag van de brandweer of van de
40
overheden bij zware rampen, zoals chemische of nucleaire ongevallen, ontploffingen en overstromingen. Naar aanleiding van de herdenking van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog nemen de hulpdiensten van de civiele veiligheid aan het defilé deel met enkele oude voertuigen. Ook zijn er enkele unieke recentere voertuigen van de partij. De brandweer van Boom neemt deel met de grootste tankwagen van België, terwijl de brandweer van Eupen haar rupsvoertuig toont, dat ze voornamelijk inzet bij bos- en heidebranden.
Vervolg op blz. 42
Services d’incendie et Protection civile : L’Union fait la Force Pour la deuxième année consécutive, la Protection civile et les services d’incendie défilent côte à côte dans le centre de Bruxelles à l’occasion de la fête nationale 2014. L’objectif de cette colonne mixte de la sécurité civile est de mettre en évidence la complémentarité entre ces deux services de secours travaillant quotidiennement ensemble. Les services d’incendie interviennent en première ligne. Outre la lutte contre les incendies, le secours à la population et l’aide médicale urgente (AMU), ce sont les premiers services de secours sur le terrain en cas d’incident ou de catastrophe (inondation, fuite de gaz, éboulement, etc.). La Protection civile, quant à elle, intervient en renfort technique spécialisé et uniquement à la demande des services d’incendie
ou des autorités lors de calamités graves, tels que des accidents chimiques ou nucléaires, des explosions ou des inondations. À l’occasion de la commémoration du centenaire de la Première Guerre mondiale, les services d’urgence de la sécurité civile font défiler des véhicules anciens, mais également des plus récents qui présentent un caractère unique. Le service d’incendie de Boom est présent avec le plus grand camion-citerne de Belgique, tandis que le service d’incendie d’Eupen participe avec sa chenillette qui est principalement utilisée contre les feux des forêts.
Suite page 43
41
Vervolg van blz. 40 Ook de civiele bescherming neemt deel met enkele speciale voertuigen, zoals de graafmachine van de eenheid van Ghlin en de vacuümtankwagen van de eenheid van Liedekerke. Jeugdbrandweer Jongeren die ervan dromen brandweerman of -vrouw te worden, kunnen vanaf vijftien jaar terecht in een van de vele jeugdbrandweerverenigingen. In de nabije toekomst wordt er een officiële opleiding jeugdbrandweer georganiseerd. Zo kunnen deze jongeren operationeel brandweerman worden zonder dat ze de volledige brevetopleiding moeten volgen. In het defilé stappen dit jaar tachtig meisjes en jongens mee van de jeugdbrandweer uit het hele land.
42
Suite de la page 41 La Protection civile participe également avec certains véhicules spéciaux, tels que l’excavatrice de l’unité de Ghlin et le camion Vacuum de l’unité de Liedekerke. Jeunes sapeurs-pompiers Les jeunes qui rêvent de devenir pompiers peuvent, dès l’âge de 15 ans, intégrer une des nombreuses associations de jeunes sapeurs-pompiers. D’ici peu, une formation officielle « jeunes sapeurs-pompiers » sera organisée afin que ces jeunes aient la possibilité de devenir pompier opérationnel sans devoir suivre l’entièreté du brevet. Cette année, 80 filles et garçons venus de tout le pays défilent à pied.
43
Belgian First Aid and Support Team (B-FAST) B-FAST is de snelle interventie-eenheid van de federale overheid bij rampen in het buitenland. Het Koninklijk Besluit van 28 februari 2003 gaf B-FAST een wettelijke basis.
In 2010 behaalde B-FAST een kwaliteitslabel, toegekend door de VN. De interventiecapaciteiten van de reddingsteams kregen hierdoor internationale erkenning.
B-FAST is een interdepartementale structuur, samengesteld uit diensten van de Eerste Minister, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken, Defensie, Volksgezondheid, Begroting en Ontwikkelingssamenwerking.
B-FAST beschikt over verschillende interventiemodules. Er is een standaardmodule voor generieke ondersteuning en daarnaast zijn er de rampspecifieke modules: Urban Search & Rescue (USAR), Emergency Temporary Shelter (ETS), Field Hospital, Water Purification System (WPS), High Capacity Pumping, CBRN Detection and Sampling, …
De Coördinatieraad is het beslissingsorgaan en wordt voorgezeten door de minister van Buitenlandse Zaken. Het planningscomité geeft praktische ondersteuning en wordt voorgezeten door het permanente secretariaat B-FAST, dat zich bij Buitenlandse Zaken bevindt.
44
Recente operaties: overstromingen in Bosnië-Herzegovina, tyfoon in de Filipijnen. Meer info op www.b-fast.be.
Belgian First Aid and Support Team (B-FAST) B-FAST est l’unité d’intervention rapide des autorités fédérales qui opère en cas de catastrophe survenant à l’étranger. L’arrêté royal du 28 février 2003 constitue la base légale de B-FAST.
En 2010, l’ONU décerne un label de qualité à B-FAST, accordant ainsi une reconnaissance internationale aux capacités d’intervention des équipes de secours.
Il s’agit d’une structure interdépartementale composée des services du Premier ministre, des Affaires étrangères, de l’Intérieur, de la Défense, de la Santé ainsi que de la Coopération au Développement.
B-FAST repose sur une structure modulaire. Un module standard est dédié aux tâches générales tandis que d’autres modules spécifiques sont utilisés pour Urban Search & Rescue (USAR), Emergency Temporary Shelter (ETS), Field Hospital, Water Purification System (WPS), High Capacity Pumping, CBRN…
Le Conseil de coordination, organe de décision, est présidé par le ministre des Affaires étrangères. Le comité de planification fournit un soutien pratique et est présidé par le Secrétariat permanent de B-FAST, qui se trouve aux Affaires étrangères.
Opérations récentes : inondations en Bosnie et Herzégovine, typhon aux Philippines. Plus d’infos sur www.b-fast.be.
45
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid organiseert al vijftig jaar de dringende geneeskundige hulpverlening. De dienst garandeert dat de bevolking op gepaste medische hulp kan rekenen. Dit gebeurt door een oproep via het noodnummer 112. De medewerker van de centrale waarschuwt meteen het meest geschikte team: de ziekenwagen, het Paramedisch Interventieteam (PIT), de Mobiele Urgentiegroep (MUG), een dienst spoedgevallen of de huisarts. De inspanningen van de dringende geneeskundige hulpverlening hebben slechts één doel: hulp bieden!
Le Service public fédéral Santé publique Le SPF Santé publique garantit à la population une prise en charge optimale en ce qui concerne l’aide médicale urgente. Ce service à la population se fait via le numéro d’appel urgent 112. Le préposé de la centrale d’appel de secours mobilise le moyen médical le plus approprié : l’ambulance, le Paramedical Intervention Team (PIT), le Service Mobile d’Urgence et de Réanimation (SMUR), un service d’urgence ou le médecin traitant. Les efforts déployés au sein de l’aide médicale urgente n’ont qu’un seul but : vous aider !
Rode Kruis-Vlaanderen Missie 13.000 vrijwilligers en medewerkers van het Rode Kruis zetten zich in voor kwetsbare mensen, in binnen- en buitenland. Ze zijn actief op het vlak van vorming, preventie, bloedvoorziening, ontwikkelingssamenwerking, noodhulp en zorg. Activiteiten 1. Cursussen eerste hulp Bij de basiscursus eerste hulp, die voor iedereen toegankelijk is, leer je hulp verlenen bij kleine en grotere ongevallen. Daarnaast zijn er ook specifieke cursussen voor bedrijven, leerkrachten, kinderen en jeugdleiders. 2. Preventieve hulpacties op evenementen Organisatoren roepen vaak de hulp in van het Rode Kruis om hulpposten te bemannen. Bij kleine verwondingen of ernstige problemen staan de hulpverleners klaar om te helpen en mensen naar het ziekenhuis te brengen als dat nodig is. Vorig jaar was het Rode Kruis op meer dan 10.000 evenementen aanwezig.
48
3. Belangrijke taak in nationale en internationale rampenbestrijding Bij grote rampen doet de overheid een beroep op het Rode Kruis, dat beschikt over het nodige verzorgingsmateriaal. De psychosociale opvang van niet-gewonden is in handen van speciaal opgeleide Rode Kruisvrijwilligers. Ook bij internationale rampen staat het Rode Kruis paraat. Het stuurt medicijnen, medisch materiaal, voedsel, tenten of personeel. Vaak steunt het noodhulpacties ook financieel. 4. Zorgen voor de zwakkeren in onze maatschappij Een grote waaier aan activiteiten brengt dat beetje geluk voor duizenden mensen die geconfronteerd worden met eenzaamheid, armoede, een handicap of ziekte. Zo helpt het Rode Kruis kinderen met schoolmoeilijkheden, zorgt het voor vakanties op maat voor mensen met een handicap, rijdt het met een speciale bibliotheek rond in ziekenhuizen en vangt het asielzoekers op. 5. Zorgen voor voldoende en veilig bloed Het Rode Kruis bevoorraadt de ziekenhuizen met bloed en menselijke weefsels zoals stamcellen. Bloed geven kan in de donorcentra of tijdens een lokale bloedinzameling in de buurt.
La Croix-Rouge de Belgique Notre mission Composée de 10.600 volontaires et 1.000 salariés, La CroixRouge de Belgique mène un combat de tous les instants pour soulager la souffrance des hommes et prévenir les crises humanitaires. Nos activités 1. La formation aux premiers secours Les formations de BEPS et de Secourisme ont pour objectif de rendre chaque citoyen capable d’être acteur dans la chaîne des secours. Il existe également des formations courtes axées sur des thématiques ou un public plus ciblé, comme les entreprises et les jeunes. 2. Les Actions Préventives de Secours Manifestation sportive, musicale ou culturelle, La Croix-Rouge met en place des dispositifs préventifs de secours. De la prise en charge d’une blessure légère à l’évacuation en ambulance des blessés graves, les secouristes sont formés à faire face à toutes les situations. 3. La réponse urgente en cas de catastrophe Auxiliaire des pouvoirs publics, la Croix-Rouge se mobilise avec les services d’urgence en cas de catastrophe en Belgique. Elle agit depuis l’urgence des premières minutes jusqu’à l’accompagnement psychosocial à long terme des victimes. Au
niveau international, la Croix-Rouge intervient dans l’urgence, mais également dans le cadre des programmes de réhabilitation et de reconstruction. 4. Les actions de solidarité et de proximité Combattre la précarité et l’isolement : boutiques sociales, accompagnement à domicile ou à l’hôpital, lutte contre l’isolement des seniors, aide alimentaire, etc. Le Service de Prêt de Matériel Sanitaire vise à augmenter l’autonomie des moins valides en leur fournissant un matériel adapté. La Croix-Rouge Jeunesse organise des animations autour des premiers soins, de la sensibilisation aux principes humanitaires, des journées jeunesse, etc. 5. Le don de sang Acteur de référence en Belgique pour l’organisation de collectes de sang, de moelle osseuse et de cellules souches, son laboratoire spécialisé recueille, traite et contrôle chaque jour 500 poches de sang avant de les reconditionner et de les distribuer aux hôpitaux.
49
14-18-laan Boulevard-14-18
Paleizenplein Place des Palais
35
Animaties en kinderactiviteiten Animation et spectacles pour enfants
Koninklijk Paleis Palais Royal
Zone Defensie Zone Défense
museum BELvue muséeBELvue
Koningsstraat Rue Royale
Konings-1 plein Place5 Royale 4 2
Europa is een dorp L’Europe est un village
14
BOZAR
28 29
Muziekinstrumentenmuseum Musée des Instruments de Musique
34
31 32 33
3
30
9
13
10 11
12
6 6’
27
7
8
26
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
151617181920212223 25 Re ge 24
Ru
ed
Musées Royaux des Beaux-Arts de Belgique
Kunstberg Mont des Arts
Concerten Concerts
50
19 Brancardparcours - Parcours de brancardage
1 Luchtcomponent Composante Air
20 Schmink - Grimage
2 vzw FONAVIBEL ASBL
21 Vorming eerste zorgen
3 Helikopter A109
Formation premiers soins
Hélicoptère A109
22 vzw Pinocchio ASBL
4 F-16 Fighting Falcon 5 UAV (onbemand vliegtuig - avion sans pilote)
23 Medische Component
Composante Médicale
6 Marinecomponent en boot RHIB
24 Trainingscentrum voor Parachutisten
7 Koninklijke Marine Kadettenkorps
25 Verkoopdienst van Defensie
8 Hulpbetoon Marine - Entraide à la Marine
26 IV-NIOOO: Start van het spel ‘Peacekeeper’
Composante Marine et bateau RHIB Corps Royal des cadets de la Marine
9 Cockpit F-16 Fighting Falcon 10 Vluchtsimulator F-16 Simulateur de vol 11 Camouflage 12 Rekruteringsinformatie - Info recrutement 13 Ontmijning en DOVO - Déminage et SEDEE 14 Kledij en uitrusting - Tenue et équipement 15 Aerotrim - Aérotrim
Centre d’Entraînement Parachutistes Service de vente de la Défense IV-INIG : Départ du jeu ‘Peacekeeper’
27 6 Groep Communicatie- en Informatiesyste-
men - 6 Groupe Systèmes de Communication et d’information
28 Voertuigen Landcomponent
Véhicules Composante Terre
29 Blind Man Pack 30 Nachtkijker - Lunettes de vision de nocturne
16 Nationaal Geografisch Instituut
31 Tanktransport - Transporteur de char
17 Voertuigen Medische Component
33 Klimtoren - Tour d’escalade
Institut Géographique National
32 Takelvoertuig Kerax - Véhicule de dépannage
Véhicules Composante Médicale
34 Trainingscentrum voor Commando’s
18 Dierenarts en hygiëne
Centre d’Entraînement Commandos
Vétérinaire et hygiène
35 Koninklijk Museum van het Leger Musée Royal de l’Armée
20212223
n
Re Ru gents e d cha e la ps Ré straa gen t ce
Hulpdiensten Services de secours B-FAST Grote Zavel rand Sablon
Politiedorp Village policier
Justitiepaleis Palais de Justice
Poelaertplein Place Poelaert
51
