Inter CONNECT Link naar de toekomst n° 36 I Viermaandelijks I Juli 2011
Is het een vogel, is het een vliegtuig? KMO 3WIN maakt pacemaker voor de hersenen Technologie op de bouwwerf
Een ander stel hersenen Zebravisjes hebben duidelijk een ander stel hersenen dan wij. Zo bestaan hun hersenen uit zo’n 10.000 neuronen, terwijl de onze 100 biljoen neuronen tellen. Maar wat de visjes zo fascinerend maakt is dat je op een relatief eenvoudige manier de activiteit van de hersenen kan volgen doorheen het doorschijnende vissenlichaam. In het nieuw geopende NERF-lab (Neuroelectronics Research Flanders, zie p. 10) zijn deze zebravisjes de sterren op de werkvloer. Onderzoekers bestuderen de werking van de hersenen bij het decoderen van smaken en geuren. Al gaat het hier om fundamenteel onderzoek, toch hopen onderzoekers op deze manier ook toepassingen te vinden voor de menselijke geneeskunde. Net op dit laatste vlak is de Vlaamse KMO 3WIN (zie p. 6) geschiedenis aan het schrijven. Rond deze tijd worden hun geavanceerde hersenelektrodes ingeplant bij de eerste patiënten voor de behandeling van Parkinson. Vandaag lopen er wereldwijd zo’n 50.000 Parkinsonpatiënten rond met elektrodes die zorgen voor diepe hersenstimulatie of DBS. De 3WIN-probes zien er hetzelfde uit, maar de werking steunt op een ander principe waardoor de stimulatie fijner is. Dit zorgt voor minder bijwerkingen bij de patiënten.
INHOUDSTAFEL
04 “De Europese industrie kan uitgroeien tot een cleantech grootmarkt.” Bertrand Piccard en André Borschberg Solar Impulse
Reeds decennialang proberen we de hersenen te doorgronden en volgens Emre Yakzi, toponderzoeker in het NERF-lab, zal het nog lang duren vooraleer we complexe zaken als dromen of sociaal gedrag kunnen begrijpen. Toch lijkt het soms al akelig dichtbij te komen dat toestellen onze gedachten kunnen lezen. Neem nu bijvoorbeeld de toepassing die Google en Ford samen aan het ontwikkelen zijn (zie p. 22). Het gaat om een auto die gebruik maakt van Googles voorspellingssoftware. Zo ‘raadt’ hij waar je naartoe gaat en geeft je relevante verkeersinformatie. Of neem de location-based services waar vandaag zoveel om te doen is (zie p. 23). Foursquare bv. is een sociale netwerksite waarop je je locatie doorgeeft. Deze info kan je delen met je vrienden of collega’s, maar bedrijven kunnen er ook munt uit slaan. Een Amerikaanse elektronicaketen zag zijn omzet de hoogte ingaan door speciale acties via Foursquare, en ze verzamelden interessante info over het klantenbezoek. Dichter bij huis ontwikkelde supermarktketen Albert Heijn een location-based app die je digitale boodschappenlijstje ordent volgens de volgorde van de producten in de winkel waar je binnenwandelt. Ook al staan deze location-based services vandaag nog in de kinderschoenen, toch voorspellen marktanalisten een gouden toekomst voor dit soort diensten. Privacy is hierbij zeker een belangrijk aandachtspunt. De jeugd, of beter Generation Y (waarover meer op p. 18), heeft er duidelijk geen problemen mee om aan heel de wereld te laten weten waar ze mee bezig zijn (Facebook), of waar ze zijn (Foursquare), maar zal mijn generatie, de Generation X (geboren tussen 1961 en 1981) ooit zo kunnen en willen denken? Of hebben we daar een ander stel hersenen voor nodig?
Els Parton, Hoofdredacteur InterConnect
Colofon
16 Achter de schermen van het imec technologieforum (ITF) 2011
25
Deze InterConnect werd volledig klimaatneutraal geproduceerd. De CO2-uitstoot van dit drukwerk bedraagt 821 kg CO2 voor de oplage van 2.500 ex. Deze uitstoot wordt gecompenseerd door de aankoop van groene emissierechten voor een windenergieproject in Taiwan.
“We ontwikkelden een oplossing waarmee draadloze apparaten het frequentiespectrum kunnen aftasten.”
Imec is een geregistreerd trademark voor de activiteiten van IMEC International (stichting van openbaar nut volgens Belgisch recht), imec België (IMEC vzw gesteund door de Vlaamse Overheid), imec Nederland (Stichting IMEC Nederland, deel van Holst Centre dat gesteund wordt door de Nederlandse Overheid), imec Taiwan (IMEC Taiwan Co.) en imec China (IMEC Microelectronics (Shangai) Co. Ltd.).
Sofie Pollin imec
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Luc Van den hove, algemeen directeur en CEO imec Disclaimer: www.imec.be/disclaimer | Redactie: Els Parton, Jan Provoost, Mieke Van Bavel, Chris Vanherck en Annouck Vanrompay Concept en vormgeving: Kunstmaan.be | Fotografie: Jan Pollers en Fred Loosen | Voor meer informatie: Els Parton,
[email protected]
Voor gratis abonnement: registreer op www.imec.be/interconnect. Bent u IC-abonnee, en wil u InterConnect liever digitaal ontvangen, laat het ons weten via
[email protected]
033
InterConnect InterConnect34, 36,maand Juli 20112010
06
10
12
“Als kleine start-up in neurostimulatie gingen we op zoek naar een markt die al was opengebroken, maar waar nog veel ruimte voor innovatie was.”
imec-Nieuws
“Ook voor het drogingsproces van chape en pleisterwerk zouden ingebouwde sensoren nuttige informatie kunnen geven.”
Hartmut Spitaels 3WIN
Marc De Landtsheer en TOM Willemen willemen groep
18
20
22
“Bedrijven moeten leren om te gaan met de veranderende mindset in de maatschappij en met het verlies van absolute controle.”
“Onze kleine, extra zuinige, draadloze sensoren kunnen voor KMO’s heel interessant zijn om producten of diensten te innoveren.”
Nieuws uit de wereld
Peter Hinssen Across Group & Across Technology
Margot Nijkamp en Frank Bouwens Holst Centre
28
30
31
Doorgelezen
DoorgelICHT
agenda
“In de sportwereld is coaching helemaal ingeburgerd, in onze dagelijkse werkpraktijk spijtig genoeg nog niet.”
“We moeten technologie ontwikkelen voor zaken waar mensen op zitten te wachten.”
Imec nodigt KMO’s uit voor nocturnes.
Benny Graindourze imec
Carolien Martens imec
InterConnect 36, Juli 2011
© Solar Impulse / Revillard
04
InterConnect 36, Juli 2011
05
Is het een vogel, is het een vliegtuig? Neen dat is het niet. Solar Impulse is het antwoord van Bertrand Piccard en André Borschberg aan de Europese politiek om aan te geven dat er veel mogelijk is met de technologie van vandaag. Met de juiste wettelijke omkadering en politieke initiatieven kan de Europese industrie uitgroeien tot een cleantech grootmacht.
O
p vrijdag de 13de, na een 13-uur durende vlucht kreeg de landingsbaan van Zaventem een heel speciale gast over de vloer. De Solar Impulse is een vliegtuig dat geen druppel brandstof verbruikt, maar zijn energie haalt uit de 200m² zonnecellen op de vleugels.
Een groen en sterk Europa Aan dit vliegtuig werd acht jaar gewerkt door meer dan 80 bedrijven. Met zijn ultralichte 1.600kg (gewicht van een gemiddelde auto) en spanwijdte van 63m is het geen sinecure om ermee te vliegen. “Het was niet onze bedoeling om het vliegtuig van de toekomst te maken,” benadrukt Bertrand Piccard. “Het zijn meestal negatieve berichten en rampscenario’s die het publiek te horen krijgt i.v.m. de klimaatproblematiek. Wij willen de mensen op een positieve manier overtuigen van de mogelijkheden van hernieuwbare energie, als oplossing voor de klimaatproblematiek.” Maar het gaat Piccard en Borschberg duidelijk niet alleen om ‘het redden van de aarde’. “Europa importeert meer dan 80% van haar olie en meer dan 60% van het gas. Daardoor komen we in een zeer afhanke lijke positie terecht,” benadrukt André Borschberg.
“Met hernieuwbare energie is al heel veel mogelijk. Wij maakten een 0-fuel vliegtuig met de technologieën die vandaag beschikbaar zijn op de markt.” Hernieuwbaar = herdenken Het vereiste wel een herdenken van het concept vliegtuig. Zo werd niet met een klassieke vliegtuigbouwer samengewerkt, maar wel met een bouwer van koolstofboten. Piccard: “Het was zeer leerrijk om met verschillende disciplines rond de tafel te zitten en het vliegtuig van nul te ontwerpen, rekening houdend met de beperkingen van de huidige zonnecel- en batterijtechnologie. We kunnen dit principe van crossdisciplinair ‘her’denken zeker ook aanraden aan de auto-industrie.” Rond de wereld André Borschberg: “Met dit eerste vliegtuig zijn we erin geslaagd om een dag en nacht te vliegen op basis van zonne-energie. Met het tweede vliegtuig dat we gaan bouwen, zullen we rond de wereld vliegen. De optimalisaties aan het tweede vliegtuig richten zich vooral op het comfortabeler maken van de cockpit voor zo’n reis. Ook wordt samen met Altran aan een autopilot gewerkt. Het vliegtuig kan al rond de wereld, de piloot nog niet.”
Als alles volgens plan verloopt, vliegt het 2de zonne celvliegtuig in 2014 rond de wereld. Maar daar hoeft Europa niet op te wachten, besluiten Piccard en Borschberg: “De consumenten zijn klaar om te kopen, de industrie is klaar om te produceren, laat de politiek nu de laatste stap zetten om van Europa het centrum van de cleantech industrie te maken.”
Imec bezoekt
Op 13 mei landde de Solar Impulse te Brussel. Doel was om genodigden uit de Europese politieke en bedrijfswereld te overtuigen van het potentieel van hernieuwbare energie. Imec werd uitgenodigd door Altran, technologiepartner in het Solar Impulse project, en door Flanders Smart Hub, een organisatie ter bevordering van innovatie in Vlaams-Brabant. www.imec.be/interconnect › Filmpje landing in Brussel › Tijdslijn Solar Impulse project
06
InterConnect 36, Juli 2011
InterConnect 36, Juli 2011
Pacemaker voor de hersenen 3WIN heeft
een baanbrekend apparaat ontwikkeld voor diepe hersenstimulatie bij Parkinsonpatiënten. Hartmut Spitaels, managing director, legt uit wat die therapie inhoudt, en welk voordeel het nieuwe implantaat van 3WIN zal hebben voor patiënten.
O
nze hersencellen praten voortdurend met elkaar via elektrische en chemische signalen. Maar soms gaat daarbij iets verkeerd. Bij de ziekte van Parkinson bijvoorbeeld zijn bepaalde groepen cellen in de hersenstam te actief. Dat zorgt voor de karakteristieke symptomen zoals de onwillekeurige, soms zeer hevige bewegingen, maar ook voor spierblokkeringen waardoor patiënten soms letterlijk vast komen te zitten. Bij een aantal ernstig getroffen patiënten die bovendien slecht reageren op een behandeling met medicijnen, kan een elektronisch implantaat hulp bieden. Daarbij worden twee gaatjes in de schedel geboord waarlangs een flexibele draad – met de dikte van een breinaald – diep in de hersenen wordt geschoven, tot op de plaats waar de opstandige cellen zich bevinden. Op het uiteinde van die draden zitten 4 elektrodes op een paar millimeter van elkaar. Het andere uiteinde is via een verlengdraad onder de huid verbonden met een stimulator die eveneens onderhuids is ingeplant, bv. op de
borstkas ter hoogte van het sleutelbeen. Die stimulator stuurt elektrische impulsen naar de elektrodes in de hersenstam, waardoor een paar tientallen kubieke millimeter hersenweefsel onder spanning wordt gezet. Bijwerkingen aanpakken Hartmut Spitaels: “Zo’n diepe hersenstimulatie of DBS (deep brain stimulation) neutraliseert de ongewenste elektrische patronen. Dat zorgt ervoor dat de symptomen – onwillekeurige bewegingen, stijfheid, verminderde beweeglijkheid – afnemen en de patiënten weer mobieler worden. De DBS-therapie is in de afgelopen 15 jaar door het Amerikaanse bedrijf Medtronic uitgewerkt samen met neurologen en neurochirurgen. Zij hebben de DBS-markt voor de ziekte van Parkinson ontwikkeld, en ze investeren nog continu in verder onderzoek.” Wereldwijd zijn al zo’n 50.000 patiënten geholpen met DBS-implantaten. Voor sommigen betekent de implantatie de start van een nieuw leven, maar
07
voor anderen is het resultaat minder éénduidig. De huidige DBS-technologie kan immers vervelende bijwerkingen hebben. Bijwerkingen zoals hallucinaties, verlies van remmingen, apathie of compulsief gedrag. Dat komt voornamelijk omdat naast de zenuwcellen die de symptomen veroorzaken ook ander zenuwweefsel wordt gestimuleerd. Hartmut Spitaels: “Met ons nieuwe DBS-implantaat willen we dit verhelpen. Door een meer gerichte stimulatie, met meer mogelijke stimulatiepatronen, hopen we de bijwerkingen terug te dringen of zelfs weg te nemen.” Piano spelen 3WIN is mee opgericht in 2004 door professor Stefaan Peeters, een autoriteit op het vlak van elektronische implantaten voor de verbetering van het gehoor. De oorspronkelijke bedoeling was om een implantaat voor het middenoor te ontwikkelen, een akoestische stimulatie met een gesofisticeerde elektronische aansturing. In dat binnenoor, in het opgekrulde slakkenhuis, zitten 32.000 zenuwvezels – een lange opgerolde piano. De vezels aan het begin van de krul reageren op de hoge tonen; de verder gelegen vezels op de lagere tonen. Hartmut Spitaels: “Als je op die piano wil spelen, en je hebt maar een paar tientallen contacten, dan is het alsof je fijne toetsen bespeelt met dikke handschoenen. Hoe los je dat op? Tussen de contacten leg je, met veldsturing, nieuwe virtuele contacten. Dat doe je door het elektrisch veld van twee contacten zo aan te sturen dat het zwaartepunt van de stimulatie tussen de contacten ligt, precies op de plaats waar je wil.” Maar een implantaat voor het middenoor, zoals 3WIN het wou ontwikkelen, was een volledig nieuw apparaat. Hartmut Spitaels: “Dat plaatste ons als kleine startup voor een aantal grote uitdagingen: je moet eerst iets ontwikkelen dat de natuur nabootst.
08
InterConnect 36, Juli 2011
“Als kleine start-up in neurostimulatie, gingen we op zoek naar een markt die al was opengebroken, maar waar nog veel ruimte voor innovatie was.”
Dan moet je een nieuwe chirurgische procedure ontwikkelen om dat implantaat in het middenoor in te brengen, en je moet die laten goedkeuren. En dan moet je de verzekeraars en oorchirurgen – die uiteraard zeer voorzichtig zijn – overtuigen van de voordelen van die nieuwe procedure en het nieuwe apparaat. Alles samen een zeer lang, complex en duur traject.” Van oren naar hersenen 3WIN’s platform was echter niet alleen geschikt voor hoorimplantaten; het was ook inzetbaar voor alle vormen van neurostimulatie. Vanuit dat idee werd bekeken welke markt gemakkelijker te bespelen was. Een markt waar 3WIN zijn ervaring ten volle kon uitspelen, zonder zich eerst door de hele keten van klinische testen te moeten worstelen. Een markt die al was opengebroken, maar waar nog veel ruimte voor innovatie was. Hartmut Spitaels: “Zo zijn we bij DBS uitgekomen. We hebben de ambitie geformuleerd om de meest gesofisticeerde neurostimulator op de markt te
brengen. De voorbije 7 jaar hebben we zo’n 100 manjaar en 10 miljoen euro geïnvesteerd in ons DBS-implantaat. Ons product – Synapse™ – is nu klaar en wij bereiden op dit moment de eerste klinische toepassing bij patiënten voor.” De juiste lading op de juiste plaats De bestaande DBS-apparaten zijn gebaseerd op pacemaker-technologie. Bij een pacemaker is het vooral van belang om betrouwbare elektrische pulsen te geven aan de hartspieren. Een kleine bliksem die de hartspier laat samentrekken. Het is daarbij niet zo belangrijk om die puls precies te moduleren, en ook niet om die tot op een fractie van een millimeter juist te richten. Hartmut Spitaels: “In een aantal gevallen heb je met zo’n DBS-apparaat in de hersenen niet het gewenste stimulatie-effect. Een reden kan zijn dat de elektroden te ver terecht komen van de cellen die je wil stimuleren. Dan is de enige mogelijkheid om een krachtiger puls te sturen, in de hoop dat je dan wel de juiste cellen stimuleert. Maar daarmee
tref je ook andere cellen, met potentieel vervelende bijwerkingen. Onze implantaten daarentegen brengen precies de juiste elektrische lading op de juiste plaats. Door de veldsturing kunnen wij beter bepalen waar de elektrische lading terecht komt. Dat levert een veel gesofisticeerdere stimulatie op dan wat mogelijk is met de bestaande apparaten. Bovendien heeft onze stimulator ook een chip om signalen op te nemen en te versterken. Dankzij die chip kun je meten wat de reactie is van zenuwcellen op de stimulatie. Daardoor krijgen de artsen een venster op de behandeling, en kunnen ze heel precies bijsturen. Ook dat is een primeur, een bijkomende verbetering die ons product uniek maakt.” Gebruiksgemak 3WIN heeft zijn neurostimulator zo ontworpen dat de patiënt er slechts een minimale hinder van ondervindt. Door een doorgedreven miniaturisatie vormen de sturing en de batterij een klein pakket,
InterConnect 36, Juli 2011
Stefaan Peeters
dat vrijwel onzichtbaar onder de huid kan worden geïmplanteerd. Dat is een verschil met andere apparaten die je, zelfs door de kledij heen, duidelijk kan zien zitten. Een ander voorbeeld zijn de kabeltjes die onder de huid lopen en die de probe in de schedel met de sturing op de borstkas verbinden. Bij de traditionele DBS zijn die draden niet rekbaar. Wanneer de patiënt het hoofd draait, spannen ze op. Dat hindert en je kunt het ook van buitenaf zien. 3WIN gebruikt rekbare kabeltjes. Hartmut Spitaels: “Ook aan de interface met het DBS-apparaat – de afstandsbediening en het apparaat om de batterij inductief op te laden – hebben we veel aandacht besteed. Een patiënt moet immers zijn eigen DBS kunnen bedienen, ook als hij moeilijk en schokkerig beweegt.” Zichzelf verkopen Het implantaat van 3WIN is een verbetering van een bestaand apparaat. Het gedeelte dat in de
09
Hartmut Spitaels
hersenen wordt ingeplant is, van buiten althans, volledig gelijk aan de bestaande apparaten. Hartmut Spitaels: “Het inplanten kan dus met dezelfde chirurgische procedure als bij de andere DBS-apparatuur. Een aantal chirurgen, vooral diegenen die open staan voor vernieuwingen, zullen nu als eerste ons apparaat uitproberen. Hun bevindingen – minder neveneffecten en een verbeterd comfort voor de patiënten – zullen ervoor zorgen dat ook andere chirurgen onze hersenstimulator zullen gebruiken. Nu onze stimulator klaar is, hoeven onze ontwikkelaars niet stil te zitten. We kunnen bijvoorbeeld de bestaande probes nog verbeteren en aanpassen aan de vragen van de dokters. Doordat wij de volledige ontwikkeling en assemblage zelf in handen hebben, kunnen we binnen een aantal maanden een variant maken.”
Imec ontwerpt
De neurostimulator van 3WIN wordt aangestuurd door een toepassingsspecifieke chip (ASIC). De chip is ontworpen in nauwe samenwerking met imec, en geproduceerd bij On Semiconductor, via imec’s Europractice IC-service. Deze stroomsturende ASIC heeft 32 kanalen die complexe patronen van elektrische pulsen kunnen genereren. Dit gebeurt via stroomgestuurde digitaal-analoog convertoren. Een grote uitdaging bij het ontwerp lag in de combinatie van hoge spanningen in het analoge gedeelte en de veel lagere spanning in het digitaal gedeelte, en in de vraag naar een zeer laag energieverbruik. www.imec.be/interconnect › filmpje over 3win-implantaten
10
InterConnect 36, Juli 2011
IMEC-NIEUWS — Extra info over deze berichten op www.imec.be/interconnect. Lees ook op www.imec.be/persberichten over onze technologische doorbraken en nieuwe partnerships.
01
01
Computerfolie Imec, Holst Centre, Polymer Vision en de K.U.Leuven stelden op de ISSCC-conferentie een knap staaltje organische elektronica voor. Het gaat om een 8-bit microprocessor die bestaat uit 4.000 organische transistoren. De microprocessor werd rechtstreeks opgebouwd op een flexibele plastiekfolie door achtereenvolgende deposities van organische lagen en metalen (voor de verbindingen). Organische microprocessoren zullen in de toekomst van belang zijn voor toepassingen die goedkope en beperkte rekenkracht vereisen. Een van die toepassingen is een slimme verpakking, bv. voor voeding of voor geneesmiddelen. Naast de microprocessor bevatten dergelijke slimme verpakkingen ook andere (organische) componenten. Neem bijvoorbeeld een melkbrik met ingebouwde sensoren die meten of de melk zuur is geworden. De microprocessor kan die sensordata verwerken en omzetten naar een signaal voor de gebruiker. Of de microprocessor kan deel uitmaken van de verpakking van je medicatie. De apotheker stuurt de voorschriften van de dokter draadloos naar het doosje / de microprocessor en die geeft op zijn beurt een signaal naar je mobiele telefoon wanneer het tijd is om je medicatie in te nemen. Toch is er nog heel wat onderzoekswerk nodig voor we deze processoren in allerhande producten zullen terugvinden.
04
Hersenen onder een Vlaamse loep Inzicht krijgen in de werking van het menselijk brein is al jaren voer voor wetenschappers. Dit soort onderzoek is broodnodig, willen we nieuwe therapieën ontwikkelen voor hersenaandoeningen zoals Alzheimer. Ook Vlaanderen heeft hersenonderzoek hoog op zijn agenda staan. Op 16 mei werden de nieuwe labo’s van het NERF (Neuro-Electronics Research Flanders) in de gebouwen van imec geopend. NERF is een initiatief van imec, VIB en K.U.Leuven. Het werd in 2009 opgericht om de werking van het brein te ontrafelen door nanoelektronica en neurobiologie te combineren. Op lange termijn moet het onderzoek leiden naar nieuwe therapieën voor hersenziekten en naar nieuwe computeralgoritmen die de werking van onze hersenen nabootsen. › Bekijk de NERF-labs online.
04
InterConnect 36, Juli 2011
02
Gezond op de heftruck Als je ooit een vorkheftruck of een pneumatische hamer hebt bediend, dan kan je er zeker van meespreken: extreme schokken en trillingen teisteren je lichaam. Om de gezondheid van de operatoren te beschermen, legt Europa dan ook quota op voor deze trillingen. Maar dan moeten de trillingen ook gemeten kunnen worden. Samen met het FMTC (het Flanders’ Mechatronics Technology Centre) ontwikkelden imec en Holst Centre een draadloos systeem dat lichaamstrillingen direct op het menselijk lichaam registreert. Het systeem bestaat uit vier energiezuinige sensorknopen die dicht tegen het lichaam worden gedragen en lineaire versnellingen in drie dimensies meten. Een 2.4GHz-radio verzendt de meetwaarden naar een basisstation dat verbonden is met een computer. Daar worden de gemeten waarden vertaald in lichaamstrillingen. Samen met medewerkers van de firma Spicer uit Brugge (onderdeel van Dana) werd het systeem met succes uitgetest op de bestuurder van een vorkheftruck. Het experiment gaf betrouwbare informatie over de trillingen en hun impact op de gezondheid en het comfort van de bestuurder. Op basis daarvan kan de operator of zelfs de boordcomputer de juiste maatregelen nemen. Spicer heeft plannen om het systeem in de toekomst verder te ontwikkelen en te commer cialiseren.
03
Zuinige health watchers Imec en Holst Centre hebben samen met Panasonic een heel zuinige radiochip gemaakt die in een draadloos lichaamsnetwerk (BAN of body area network) kan worden gebruikt. Zo’n netwerk bestaat uit sensoren – in of op het lichaam – die verschillende lichaamsfuncties (zoals hartslag of hersenactiviteit) opvolgen en gegevens uitwisselen met een centraal basisstation. De sensoren worden gevoed met batterijen, en die zijn liefst zo klein mogelijk. Anderzijds moeten de toestelletjes het zo lang mogelijk uithouden. Dat lossen de onderzoekers op door de elektronica energiezuiniger te maken. Grootste energieslokop is de draadloze communicatieradio: met een verbruik van 10 tot 100 milliWatt is hij goed voor 70% van het energiebudget. De nieuwe radio van imec en Holst Centre is minder energiehongerig: de chip verbruikt minder dan 1 milliWatt in zend- of ontvangstmode (2.4GHz). De radiochip heeft zijn werking al bewezen in een draadloos elektrocardiografiesysteem (ECG), dat als een halssnoer om de nek wordt gedragen. Met toepassingen als deze zullen we in de toekomst op een discrete, comfortabele en continue manier over onze gezondheid kunnen waken.
05 05
05
extra onderzoeksbudget De Vlaamse regering zal haar budgetten voor innovatie verhogen om daarmee onderzoek te financieren dat inspeelt op de grote maatschappelijke uitdagingen. Ook wordt 10 miljoen euro voorzien om de vier strategische onderzoekscentra (VIB, imec, IBBT en VITO) te ondersteunen bij de financiering van spin-offs. Ook imec zal extra budget ontvangen om zijn onderzoek naar duurzame energie en nieuwe biomedische technologieën op basis van nanotechnologie voort te zetten. Naast dit extra onderzoeksbudget ontvangt imec een jaarlijks budget van de Vlaamse regering. Hiermee wordt het langetermijnonderzoek verder gezet en nieuwe onderzoeksinitiatieven gefinancierd. In 2010 bedroeg dit budget 42,7 miljoen euro. Samen met de inkomsten die imec haalt uit zijn wereldwijde partnerships kon het onderzoeksinstituut vorig jaar beschikken over een totaalbudget van 285 miljoen euro. In de komende jaren zal imec zijn halfgeleideronderzoek verder uitbouwen. Daarnaast zal het de actieradius van zijn onderzoek en samenwerkingen nog verder uitbreiden in de domeinen energie, gezondheidszorg, ICT en visualisatie systemen.
11
05
12
InterConnect 36, 34, maand Juli 2011 2010
InterConnect 34, maand 2010 InterConnect 36, Juli 2011
13
Technologie op de bouwwerf De bouwwerf heeft niet bepaald een innovatief imago. Het is eerder een werkomgeving waar manuele opmetingen, ambachtelijk verwerken van beton en metselwerk, en mechanische machines zegevieren. Is er in die omgeving een toekomst weggelegd voor micro-elektronica, draadloze technologie, gps of RFID’s? We vroegen het aan Tom Willemen, bestuurder van Willemen Groep, en Marc De Landtsheer, voormalig directeur van Cosimco.
e hebt hightech, je hebt lowtech, je hebt notech en je hebt de bouw. Dit statement heeft jarenlang de aversie vertaald die op een bouwwerf leeft tegenover technologie. Maar als je het Tom Willemen en Marc De Landtsheer vraagt, heeft technologie op de werf heel wat potentieel. Toegegeven, Willemen Groep is niet bepaald het kleine vader-zoon aannemersbedrijfje dat nog zweert bij pen en papier. Het is een cluster van bedrijven die actief zijn in de bouwsector, gaande van toeleveranciers over aannemingsbedrijven (Cosimco, Franki, Willemen en recent ook Aswebo) tot projectontwikkelaars. Alles samen goed voor 1.900 werknemers en een jaarlijkse omzet van 430 miljoen euro. Digitale bouwwerf Tom Willemen: “Heel wat bouwbedrijven hebben de laatste jaren een enorme evolutie doorgemaakt op gebied van automatisering. Offertes, contracten, aankopen, werfplanning: alle administratieve processen zijn vandaag elektronisch beschikbaar voor alle betrokken partijen. Als er een factuur binnenkomt, dan kan die heel snel en
zonder papierwerk worden goedgekeurd, door de projectleider op de werf, door de boekhouding die verschillende kilometers verder zit, enz. En die investering loont: de aannemer op de werf kan zijn berg administratieve taken nu veel eenvoudiger en sneller uitvoeren.” Tablet-pc Maar zo’n systeem laat nog heel wat ruimte voor verbetering. Vandaag gebeurt alle verdere input rond de werfopvolging nog altijd handmatig. Marc De Landtsheer: “Maandelijks moeten we wand na wand, kolom na kolom opmeten en de materiaalstock nakijken zodat we de vorderingsstaat voor de klant kunnen opmaken. Dat gebeurt allemaal manueel. Ook qua planning staan we nog niet ver. We hebben nu wel prachtige instrumenten om een planning op te maken, maar eens die af is, wordt ze uitgeprint en tegen de muur van de werfkeet gehangen. Daarna wordt de planning niet meer in overeenstemming gebracht met de reële stand van het werk.” Tom Willemen: “We hebben meer instrumenten nodig, en liefst zijn die allemaal aan elkaar gelinkt. De werfleider zou de planning elektronisch
moeten kunnen oproepen en met een druk op de knop aanduiden welke werken zijn uitgevoerd. Is er ergens vertraging, dan zou hij automatisch de impact op de rest van de planning moeten kunnen zien. Hij zou toegang moeten hebben tot een databank die gegevens bevat over de materiaalstock. In het ideale geval worden die gegevens dynamisch ingevuld door de voorraad zelf. We hebben tools nodig om snel digitale opmetingen te kunnen doen, om foto’s te nemen waarmee beelden in 3D kunnen worden samengesteld die we meteen naar de architect kunnen doorsturen als er zich een probleem voordoet.” Een tablet-pc of pda kan een ideaal platform zijn om al deze gegevens in te voeren, aan elkaar te linken en te visualiseren. Vragende partij Tom Willemen: “Als die technologische hulpmiddelen praktisch bruikbaar en economisch verantwoord zijn, zijn ze zeker welkom. Door hun toegevoegde waarde – de tijdswinst die het ons oplevert – zullen we de investeringskost snel terugwinnen.” Ook de markt evolueert in die richting: in het kader van een Europees project werd onlangs de
14
InterConnect 36, Juli 2011
“Ook voor het drogingsproces van chape en pleisterwerk zouden ingebouwde sensoren nuttige informatie kunnen geven.”
Mobi3con ontwikkeld, een compacte tablet-pc die toelaat om op de werf 3D-navigatie te combineren met 3D-modellen. De locatie waar de gebruiker zich bevindt, wordt in realtime opgegeven en alle plaatsgebonden informatie voor die locatie wordt beschikbaar gesteld. Nieuw bouwlandschap Marc Delandtsheer: “Nieuwe technologieën voor de bouwwerf moeten in de eerste plaats de taak van de aannemer kunnen verlichten. Daarnaast moeten ze ook kunnen inspelen op de voortdurende evolutie die het concept ‘bouwen’ de laatste jaren heeft ondergaan. Een typisch voorbeeld is de opkomst van DBFM-contracten, dat staat voor design-build-finance-maintain. Hierbij beperkt de bouwopdracht zich niet meer tot een ‘volgzame’ uitvoering volgens een lastenboek, maar wordt ze uitgebreid tot eigen ontwerp, uitvoering, financiering en onderhoud. Het onderhoud wordt daarmee doorgeschoven naar het bouwbedrijf voor een periode van bijvoorbeeld 30 jaar. Dan zijn er ook de almaar strengere EPB (of energie prestatie binnenklimaat)-voorschriften, waarbij het
opgeleverde bouwwerk een bepaald niveau van thermische prestatie (isolatie, luchtdichtheid...) en energieprestatie (verwarming, ventilatie...) moet bereiken. Door de complexiteit van de bouwopdracht wordt het opstellen van het zogenaamde as-built dossier erg belangrijk. Dit houdt in dat alle plannen en technische fiches moeten overeenstemmen met wat werkelijk werd uitgevoerd. Deze evoluties brengen heel wat nieuwe taken met zich mee voor de aannemer, en een geautomatiseerde input van informatie zal hier zeker op inspelen. Maar het veranderende landschap vraagt ook dat de aannemer de kwaliteit van zijn werken nauwkeuriger kan controleren op het moment van de uitvoering. We zijn dus ook gebaat bij nieuwe technologieën die deze controlefuncties kunnen verwezenlijken.” Thermische bril Tom Willemen: “Een mooi voorbeeld daarvan zijn de thermische camera’s die recent op de markt zijn gekomen. Daarmee kunnen we thermische lekken opsporen. Dat is belangrijk om te zien of de vooropgestelde EPB-norm kan worden gehaald. Helaas worden die testen pas uitgevoerd als het gebouw
quasi klaar is. Als er dan een probleem is, kost het enorm veel geld en tijd om de fout recht te zetten. Uit een studie van de Europese Commissie is trouwens gebleken dat de faalkost in de bouwsector tussen de 12 en de 19% ligt. Technologieën waarmee we de kwaliteit van wat we bouwen heel snel kunnen opvolgen, verwelkomen we graag. Een soort thermische bril, bijvoorbeeld, waarmee de werfleider zijn ronde doet en onmiddellijk kan zien waar de lekken zitten.” Meten is weten Een continue controle van bouwprocessen laat ruimte voor heel wat toepassingen. Je kan bijvoorbeeld sensoren verwerken in beton, chape en pleisterwerk en er de uitharding mee meten. Marc De Landtsheer: “Als je vandaag funderingspalen plaatst, dan is er een proefopstelling nodig om te zien of het geheel voldoende draagkrachtig is en er zich geen zettingen hebben voorgedaan. Als er zich na de uitvoering problemen manifesteren, dan verliest men snel tijd én veel geld. Het inbouwen van sensoren zou gerichte informatie kunnen geven, zodat men de bouwwijze tijdig kan aanpassen. Ook voor het drogingsproces van chape en pleister-
InterConnect 36, juli 2011
Marc De Landtsheer
werk zouden ingebouwde sensoren nuttige informatie kunnen geven. Meer nog, je zou de sensordata automatisch kunnen invoeren in je tablet of pda en een link maken met de planning. Als het geheel trager of sneller is uitgehard dan gepland, dan wordt automatisch een aangepaste planning gemaakt en worden de betrokken partijen op de hoogte gebracht.” Vuile handen Tom Willemen: “Hightech brengen naar een lowtechomgeving? Ik ben ervan overtuigd dat het kan. Maar dan moet de technologie ook evolueren. Het is niet omdat die technologieën ergens bij een hightechbedrijf op het schap liggen, dat ze ook in de bouw inzetbaar zijn. Ze moeten gebruikt worden door mensen en in omgevingen die technologie-avers zijn. De hypermoderne instrumenten moeten gebruikt worden door ploegbazen met smerige ruwe handen, in weer en wind. Hij mag er niet extra door belast worden, maar het moet zijn taken verlichten, en de bouwtermijn en de bouwkost verlagen. Maar ik ben er zeker van dat bruikbare technologieën snel ingang zullen vinden in de bouw. Er is heel wat potentieel. En ik ben
ervan overtuigd dat ook de kleinere aannemers op termijn het nut ervan zullen inzien.” Hoge lat Marc De Landtsheer: “De grootste uitdaging voor aannemers zijn de almaar strengere eisen die hen in de toekomst opgelegd zullen worden. De bouw moet breken met de traditie om steeds het ‘wiel’ uit te vinden en men moet trachten de industriële logica een kans te geven. De steeds hogere kwaliteitseisen moeten opgevangen worden door te standaardiseren en prefabminded te ontwerpen. Zo kan de realisatie met een beperkt aantal goed opgeleide bouwvakkers op de bouwplaats gebeuren. Hierbij zullen nieuwe technologieën voor identificatie, positionering en plaatsbepaling van bouwonderdelen een belangrijke toepassing vinden.”
15
Tom Willemen
Imec werkt samen
De Willemen Groep zit via zijn dochteronderneming Cosimco in de gebruikersgroep van het IWT-TIS (of thematische innovatiestimulering) project ‘Intelligent Bouwen’. Met deze TIS willen de projectpartners imec, Sirris (het collectief centrum van de Belgische technologische industrie) en het WTCB (het wetenschappelijk en technisch centrum voor het bouwbedrijf) een brug slaan tussen bouwbedrijven en technologiebedrijven om beide partijen bewust te maken van het potentieel en de opportuniteiten van ‘intelligent bouwen’. De Willemen Groep wordt in het project vertegenwoordigd door Marc De Landtsheer.
www.imec.be/interconnect › meer info over het project ‘Intelligent Bouwen’
16
InterConnect 36, juli 2011
imec technologieforum
— Bekijk de ITF-fotoreportage en de blogteksten op www.imec.be/interconnect
Op het imec technologieforum spraken binnen- en buitenlandse sprekers over belangrijke trends in de wetenschappelijke en industriële wereld. Proef hier van de sfeer en misschien ontmoeten we elkaar volgend jaar (23-24 mei 2012, Square Brussels Meeting Centre).
Het ultieme multi mediasysteem moet onze vijf zintuigen aanspreken, dus niet alleen beeld en geluid, maar ook smaak, geur en tast. Jan Willem Brands Chief Technology Officer Barco
Smartphones zullen aan de basis liggen van sociale veranderingen. Denk aan wat nu al in Egypte of Tunesië gebeurt. Smartphones bieden een platform aan om ervaringen te delen en uit te dragen. Voor veel mensen op deze wereld zal de smartphone trouwens hun eerste contact zijn met een computer en met internet. Jim Clifford Senior vice president QUALCOMM CDMA Technologies
InterConnect InterConnect36, 36,Juli juli2011 2011
Door fotonica op silicium te integreren, kunnen we binnenkort een chip maken die een terabit aan data per seconde kan verwerken. De chip zal niet groter zijn dan een vingernagel. Daarmee kunnen we drie seizoenen van een televisiesoap in 1 seconde downloaden in hoge definitie. Mario J. Paniccia Intel Fellow and Director Photonics Lab Intel
Meer mensen op de wereld hebben mobiele telefoons dan er toegang hebben tot gezondheidszorg. Laten we die mobiele telefoons inzetten om gezondheidszorg te brengen op plaatsen en voor mensen die we nu niet bereiken. David O’Reilly Chief Product Officer Proteus Biomedical
De markt van plastiek zonnecellen is in beweging. Voor een werkelijke doorbraak moeten de levensduur en de kost nog sterk verbeteren. Nu zijn de producten beperkt tot zonnecelrugzakken en -opladers, maar de echte killerapplicatie ligt volgens mij in building-integrated PV (flexibele grote zonnecellen in muren, ramen, gordijnen). Tom Aernouts R&D Team Leader Organic Photovoltaics imec
03 17
18
InterConnect 36, Juli 2011
Nieuwe mindset op kantoor Het pejoratieve ‘De jeugd van tegenwoordig’ heeft vandaag plaats gemaakt voor het hippe ‘Generation Y’. Volgens Peter Hinssen, een van Vlaanderens bekendste visionairen, is het van belang deze open-minded generatie te begrijpen. “Bedrijven moeten leren om te gaan met de veranderende mindset in de maatschappij en met het verlies van absolute controle.”
InterConnect 36, Juli 2011
M
isschien heeft u een exemplaar thuis zitten, of op kantoor, of misschien bent u er zelf wel een. Een GenY-er is geboren na 1980 en gebruikt nooit het woord digitaal. Want digitaal is normaal voor deze generatie. Ze staan helemaal anders in het leven dan hun voorgangers en dat heeft ook zijn weerslag op de bedrijfswereld. Luistervinken bij de klanten Wist u bijvoorbeeld dat jongeren 146 keer per week via sociale media als Facebook en MSN praten over merken? Het gaat dan bijvoorbeeld over cosmetica of mobiele telefoons. Ze gebruiken hun netwerk van vrienden en familie als menselijke filter om de juiste aankopen te doen. Peter Hinssen: “Vandaag is marketing niet meer het pushen van informatie. Marketing is eerder een slimme manier vinden om het praten over je merk te faciliteren. Ook al heb je niet echt meer onder controle wat ze zeggen over je merk, toch kan je deze evolutie in je voordeel gebruiken, als een feedbacksysteem. Je komt dichter bij de klant te staan en je kan je informatieblik verruimen. Het is een prachtige kans voor bedrijven om outside-in te gaan werken en denken. En de sociale netwerken zijn daar nog maar het begin van.” Werknemers vogelvrij Dezelfde tendens van verlies aan controle zien bedrijven ook gebeuren bij hun werknemers. Heeft u bijvoorbeeld nog een gsm van het werk? Het komt steeds vaker voor dat werknemers hiervoor bedanken en zelf een gsm van hun keuze aankopen. Peter Hinssen: “Sommige bedrijven hebben het daar heel moeilijk mee. Anderen spelen er handig op in en stellen een budget ter beschikking of een lijst waaruit de werknemer kan kiezen. De nieuwe generatie werknemers wil zijn toestellen, software en zelfs zijn werkplaats kiezen waarbij hij of zij zich het beste voelt. Opnieuw gaat het hier om een verlies aan controle. Je ziet bedrijven krampachtig vasthouden aan die absolute controle, die sluiten dan bijvoorbeeld Facebook af. Maar dat is zo fout. Je krijgt te maken met een andere mindset binnen je bedrijf en dat kan je niet tegenhouden. Technologie is slechts een enabler voor die open mindset.” Informatie delen en proeven Jongeren gaan ook anders om met informatie. Ze delen graag interessante info met hun netwerk en dat doen ze ook in een bedrijfscontext. Peter Hinssen: “Onze generatie heeft of had meer de neiging om dingen voor zich te houden om zo de positie binnen het bedrijf te versterken. Jongeren gaan daar helemaal
19
anders mee om. Alles draait om het delen van informatie. Zij geloven in de sterkte van het netwerk.” En wat met al die informatie die ons elke dag overspoelt? Hoe gaan jongeren daar mee om? Peter Hinssen: “Als ik ’s avonds niet al mijn e-mails gelezen heb, ga ik onrustig slapen. Mijn dochter van 12 daarentegen bekijkt eens per week haar e-mail, laat er 140 unread staan en voelt zich daar heel comfortabel bij. Ze hebben een heel andere houding tegenover informatie-overload. We moeten leren ook hier de absolute controle te laten varen, eventueel bijgestaan door filtersystemen als Priority Inbox van Gmail. Die software gaat op basis van je e-mailgedrag en de contacten uit bv. Linkedin en Facebook een selectie maken van je belangrijkste e-mails. Ook op het vlak van nieuwsbrieven en twitterfeeds gaat het erom af en toe eens in te dippen in de informatiepool, niet om alles gelezen te hebben.” Geen status, maar inhoud Ook met hiërarchie gaat de nieuwe generatie heel anders om. Peter Hinssen gebruikt het twittergebeuren als vergelijking: “Waarom ga je iemand volgen op Twitter? Niet omwille van zijn status, maar om het feit dat die persoon iets te vertellen heeft. Zo moet een bedrijfsleider vandaag zijn mensen op een dynamische manier kunnen motiveren en hen aantonen dat ze met iets relevants bezig zijn. En zelfs als je dat goed doet, moet je je niet de illusie maken dat deze werknemers lang in je bedrijf zullen blijven werken. Zolang ze een win-win situatie zien, wel, maar er zal veel meer projectmatig gewerkt worden. Je ziet nu al bij 18-jarigen dat ze moeite hebben om zich 4 of 5 jaar op één studierichting te focussen. In hun job zal je die drang naar afwisseling ook zien.” Unusual suspects De grenzen vervagen: de grenzen tussen de klant en het bedrijf, de grenzen binnen het bedrijf en tenslotte ook de grenzen tussen disciplines en sectoren. Peter Hinssen: “Open innovatie is de toekomst. Maar toch zie je dat open innovatie in Vlaanderen blijft steken. Misschien is de juiste mindset er nog niet, of is de sense of urgence er nog niet. Het gaat niet meer enkel om innoveren in de diepte, maar om innoveren in kruisverbanden. Ik ben er trouwens van overtuigd dat het veel gemakkelijker is om crossdisciplinair te innoveren, dan om alleen maar naar je concurrenten te kijken. Je ziet in Vlaanderen wel al briljante crossovers tussen technologie en healthcare – bijvoorbeeld bij imec – en ook in de logistieke sector zie ik heel veel mogelijkheden. Het komt er voor bedrijven op aan om buiten hun circle of usual suspects te kijken, naar de second horizon.”
PETER HINSSEN
Hinssens boekentip Peter Hinssen: “Een van mijn favoriete boeken is ‘Why should anyone be led by you’ van Rob Goffee en Gareth Jones. Het boek gaat over leiderschap en hoe succesvolle bedrijven een shift maken van hiërarchische bedrijfsleiders naar leiders die een groep mensen op een dynamische manier kunnen motiveren.” www.whyshouldanyonebeledbyyou.com
Imec organiseerde
Op 25 en 26 mei organiseerde imec het imec technologieforum, kortweg ITF. Peter Hinssen was een van de gerenommeerde sprekers. Ontvangt u graag een uitnodiging voor ITF2012, laat dit dan weten via
[email protected]. www.imec.be/interconnect › H1 uit het boek ‘The new normal’ van
Peter Hinssen › Enkele hoofdstukken uit boekentip ‘Why should anyone be led by you?’
20
InterConnect 36, Juli 2011
Sensoren zoeken KMO voor innovatieve relatie Holst Centre ontwikkelt samen met de industrie technologieën voor de sensoren van de toekomst, met focus op medische toepassingen. “Bepaalde technologieën zijn vandaag al heel matuur en kunnen ook voor KMO’s actief in andere toepassingsdomeinen heel interessant zijn,” vertellen Margot Nijkamp en Frank Bouwens, respectievelijk directeur en projectmanager KMO relaties bij Holst Centre.
Zes jaar Holst Centre Bijna zes jaar geleden werd Holst Centre opgericht door imec en het Nederlandse TNO. Het onderzoek is onder te verdelen in twee domeinen: draadloze sensortechnologie (bv. meten van hersengolven, hartactiviteit enz. voor toepassingen in de gezondheidszorg) en flexibele elektronica (bv. oprolbare beeldschermen). Margot Nijkamp en Frank Bouwens waren er van bij het begin bij. Sinds een jaar staan ze echter voor een nieuwe uitdaging binnen Holst Centre. Naar analogie met imec’s I&I team – waar ze nauw mee samenwerken – zetten Margot en Frank de Holst Centre-deuren open voor KMO’s, of MKB’s zoals ze
in Nederland zeggen, onder de Holst Centre OpenSME vlag. Margot Nijkamp: “Holst Centre werkt vandaag ook al samen met KMO’s. Van de 34 industriële partners zijn er 9 KMO’s. We zijn er van overtuigd dat we dit kunnen uitbreiden, en dan vooral op basis van de meer mature technologieën voor kleine, extra zuinige, draadloze sensoren. Deze kunnen voor KMO’s heel interessant zijn om producten of diensten te innoveren.” Geen 1.000 ECG-halskettingen Holst Centre haalde meermaals de pers met zijn ECG (electrocardiogram)-halsketting die je hart continu en nauwkeurig in de gaten houdt. Frank Bouwens: “We tonen onze resultaten graag aan de hand van
demonstratoren. De recente ECG-halsketting bevat bijvoorbeeld een vernieuwde radio voor draadloze communicatie die heel energiezuinig is. Vorige demonstratoren bevatten dan weer geavanceerde chips voor de verwerking van de ECG-signalen.” Hoe mooi en tot de verbeelding sprekend ze ook zijn, soms zorgen deze demonstratoren voor misverstanden. Margot Nijkamp: “Dan belt een bedrijf me op met de vraag om 1.000 van die ECG-halskettingen te leveren. Als onderzoekscentrum maken we geen producten. We ontwikkelen technologieën die bedrijven in hun producten kunnen gebruiken. Van demonstrator tot product is nog een heel traject waar we ook weer veel kennis van KMO’s kunnen inzetten.” Wel 1.000 applicaties Ontwikkelingen zoals die van de ECG-halsketting vinden plaats binnen het kader van een groot onderzoeksprogramma waar bedrijven samen met Holst Centre-onderzoekers samenwerken volgens het ‘open innovatie’ concept met gedeelde kosten en risico’s. Margot Nijkamp: “Dit onderzoek is 3 tot 10 jaar vooruit op de markt en daardoor minder aantrek-
InterConnect 36, Juli 2011
Frank Bouwens
kelijk voor KMO’s. Bovendien is voor een aantal KMO’s het eindproduct interessant, maar niet zozeer de onderliggende technologieën. Voor die KMO’s zetten we nu de deuren open om met ons te komen praten over mogelijke andere toepassingsdomeinen waar kleine, zuinige, draadloze sensoren noodzakelijk zijn of waar ze een groot concurrentieel voordeel opleveren. Je kan onze sensortechnologieën op wel 1.000 applicaties mappen.” Een selectie van 3 toepassingen Intern deden Margot en Frank alvast een oefening om domeinen te selecteren waarin zij denken dat de sensortechnologie voor innovatieve resultaten kan zorgen. Zo denken ze aan het gebruik van sensoren voor dieren, het meten van trillingen voor kwaliteitscontrole van industriële machines of windturbines, en het meten van de vloeistof- of gasstromen in leidingen. Frank Bouwens: “Er zijn vandaag al sensorsystemen op de markt voor dergelijke toepassingen. Het voordeel van onze geavanceerde sensortechnologieën is dat ze meer compacte sensoren mogelijk maken, die bv. de dieren of de werking van de machines niet hinderen. Hun draadloze interface zorgt ervoor dat het uitlezen van de data zeer gebruiksvriendelijk is. En tenslotte is er ook de
mogelijkheid om de sensoren meer autonoom te maken door ze zelf voor hun energie te laten instaan. Trillingssensoren kunnen bijvoorbeeld energie ‘oogsten’ uit het warmteverschil met de omgeving waardoor geen batterijen moeten vervangen worden. Dat is heel interessant voor sensoren op moeilijk bereikbare plaatsen zoals windturbines op zee.” Samen innoveren Margot Nijkamp: “Natuurlijk zullen er nog veel andere toepassingsgebieden zijn waar onze sensoren het verschil kunnen maken. Daarom staan we altijd open voor KMO’s die hun idee met ons willen komen bespreken. Samen met de onderzoekers kijken Frank en ik dan of er een goede match is tussen de toepassing en onze technologieën. In een volgende fase wordt in samenwerking met het bedrijf een demonstrator uitgewerkt die we op basis van veldtesten verder optimaliseren voor de specifieke applicatie. De generieke kennis hieruit wordt vanzelfsprekend teruggekoppeld naar ons onderzoek. Op die manier creëren we een win-win situatie voor bedrijf en onderzoeksgroep. Uiteindelijk kan het bedrijf met al deze info een afgewerkt product maken en de markt hiermee veroveren.”
21
Margot Nijkamp
Imec/Holst Centre nodigt uit
Is uw bedrijf actief in een van de drie toepassingsdomeinen (monitoren van dieren, industriële machines of gas/vloeistofstromen) of denkt u aan heel andere toepassingen voor de sensoren van Holst Centre? Margot en Frank praten er graag verder over. Contacteer hen via
[email protected]. www.imec.be/interconnect › Jaarverslag Holst Centre › Overzicht van bedrijven waarmee Holst
Centre samenwerkt
22
InterConnect 36, Juli 2011
NIEUWS UIT DE WERELD – Een greep van nieuwe technologieën en toepassingen die momenteel wereldwijd worden ontwikkeld of al op de markt zijn. Meer info bij deze nieuwsberichten op www.imec.be/interconnect
01
01
Helderziende auto’s Technologie moet onzichtbaar worden in onze omgeving, zo luidt de theorie. In de praktijk is dat nog niet altijd het geval. Neem nu bijvoorbeeld de auto. Wil je dat de technologie je de weg wijst, dan moet je geduldig je bestemming ingeven in je GPS. Maar wat als je auto uit zichzelf zou weten waar je naartoe gaat, gewoon door je enkele maanden te observeren? Het lijkt misschien creepy, maar eigenlijk is het gewoon slimme software van Google – Google Prediction – die op basis van de dag van de week en het tijdstip, en op basis van je eerdere trips een voorspelling maakt van je bestemming. Ford zag er wel wat in en zal een prototypeauto maken die gebruik maakt van deze Google-software. De hybride auto zal op basis van je bestemming informatie geven over de reisweg en zal die zo energie-efficiënt mogelijk afleggen. Kom je bv. op het einde van je reis in een stad terecht, dan zal de auto daar zeker zijn elektrische motor aanspreken.
04
Nieuwe technologie legt oude Egypte bloot Wie het woord satelliet in de mond neemt, heeft het meestal over communicatie, plaatsbepaling of weersvoorspelling. Maar onlangs hebben deze kunstmanen de natte droom van elke archeoloog waargemaakt. Wetenschappers van een Amerikaanse universiteit konden met behulp van satellieten 17 nooit eerder ontdekte piramides, meer dan 1.000 graftombes en 3.000 gebouwen uit het oude Egypte aanduiden. De satellieten waren uitgerust met de meest krachtige camera’s die objecten op aarde, kleiner dan een meter in doorsnede, uiterst precies konden lokaliseren. Met infraroodbeelden konden ze ook structuren onder het aardoppervlak blootleggen. In een volgende fase worden opgravingen gedaan om de ontdekkingen-via-satelliet van onder het stof vandaan te halen. Zo werd reeds een 3.000 jaar oud huis blootgelegd dat perfect overeen kwam met de beelden. Daarmee heeft hightech een nieuwe boost gegeven aan archeologie. › Lees het uitgebreide artikel online
04
InterConnect 36, Juli 2011
02
3D in het klein Neen, we hebben het deze keer niet over 3D waarvoor je een brilletje moet opzetten, of toch? Neem een microscoop-bril waardoor je een computerchip 20 miljoen keer uitvergroot kan zien. Dan zal je merken dat zo’n chip bestaat uit miljoenen tot biljoenen transistoren. Deze hebben een vaste opbouw: een bronzone, geleidingskanaal en afvoerzone in één vlak met bovenop een ‘poort’zone. Als een bepaalde spanning wordt aangelegd op de poort, zal er een stroom vloeien van de bron- naar afvoerzone. Het al dan niet vloeien van een stroom staat in de digitale wereld bekend als een 1 of 0. Onderzoeksinstellingen en bedrijven wereldwijd werken aan een opvolger van deze transistorstructuur. Zo kondigde Intel aan dat ze vanaf nu chips met 3D-transistoren zullen maken. De transistoren hebben een verhoogde bron- en afvoerzone. Ook imec onderzoekt dit soort transistoren en draagt zo bij tot het haalbaar maken van een kostenefficiënt productieproces. Belangrijk voor de consument is dat de transistoren kleiner zijn, minder verbruiken en sneller schakelen, wat zich zal vertalen in meer gebruiksvriendelijke elektronica met meer functies. › Bekijk online een filmpje over de 3D-transistor
05
Waar ben je? 05
Op het voorbije Bruce-seminarie zetten pioniers uit de reclame- en bedrijfswereld enkele belangrijke trends op een rijtje: smartphones, mobiel internet, mobile payment (cfr. recent gelanceerde dienst van Google Wallet), apps en location-based services. Wat dit laatste betreft zou er een enorm potentieel zijn voor bedrijven (winkels, musea, restaurants) om inzicht te krijgen in het gedrag van hun klanten, en om gerichte acties te doen om de verkoop te doen stijgen. Neem nu bijvoorbeeld Foursquare. Via een app op je smartphone geef je aan wanneer je een bepaalde winkel binnen wandelt. Daarmee kan je punten verdienen, op de hoogte gebracht worden van bepaalde acties, tips geven aan andere Foursquare-gebruikers, of gewoon je vrienden laten weten waar je uithangt. Bedrijven die al samenwerken met Foursquare zien een directe link tussen acties die ze doen en stijgende verkoopcijfers. Zo kon een elektronicaketen nieuwe klanten strikken door 20% korting te geven aan Foursquare’ers die voor de eerste maal incheckten, en gaf een restaurantketen zijn avondbezoek een boost door gratis voorgerecht aan te bieden als er meer dan 5 mensen via Foursquare ‘incheckten’ na 21u. Volgens sommigen een zinloos tijdverdrijf, voor anderen een veelbelovende toepassing. Wat zal het worden in België en Nederland? › Bekijk de presentaties van het Bruce-seminarie online
23
03
Door een gekleurde bril kijken De Japanse prijs voor wetenschap en technologie gaat dit jaar naar een bril – de Variantor – waar je kleurenblind van wordt. Lijkt misschien vreemd, maar het zou een belangrijk instrument zijn voor ontwerpers van weginfrastructuur, websites, magazines, enz. om hun producten kleurenblind-proof te maken. Op het vlak van verkeers veiligheid wordt trouwens al rekening gehouden met kleurenblindheid. Zo werd bij Belgische verkeerslichten het rood iets naar het violet verschoven en het groen iets naar het blauw om beter zichtbaar te zijn voor kleurenblinden. Maar met deze bril hoopt de onderzoeker een color universal design meer algemeen te verspreiden. Ongeveer 200 miljoen mensen zouden wereldwijd te kampen hebben met kleurenblindheid. Er zijn verschillende types kleurenblindheid en de bril zou in eerste instantie enkel voor de twee meest voorkomende vormen gecommercialiseerd worden. › Lees meer over de Variantor-bril online
05
24
InterConnect 36, Juli 2011
NIEUWS UIT DE WERELD – vervolg
06 01
06
Bedgeheimen De startup Nyx Devices ontwikkelt een pyjama die nagaat of je goed slaapt. Terwijl gecombineerde metingen van hersensignalen, spieractiviteit, oogbewegingen, hartritme en ademhaling gebruikt worden in slaaptesten, baseert de pyjama zich enkel op de ademhaling. Deze eenvoudige meting is zeker nog niet algemeen aanvaard onder slaapspecialisten, toch zijn de resultaten hoopvol. Bovendien is de meting onmerkbaar voor de gebruiker (de sensor zit naadloos verwerkt in de stof), in tegenstelling tot bijvoorbeeld andere producten waar de gebruiker een hoofdband moet dragen. De ‘slimme’ pyjama zou binnen een jaar op de markt worden gebracht voor minder dan 70 euro. Slechte slapers kunnen een slaapdagboek bijhouden om zo meer inzicht te krijgen in hun slaappatroon en in factoren die hun slaap beïnvloeden (bv. koffie drinken, belangrijke vergadering op het werk). Ook geeft het dokters een objectief meetinstrument om na te gaan of er wel degelijk een slaapprobleem is zodat ze hun patiënt kunnen doorverwijzen naar een gespecialiseerde slaapkliniek. › Meer info over het Sleep Shiirt online
07
08
Het lijkt tegenstrijdig, maar de vervuiling bij een kernramp is veel beter meetbaar dan die bij een olieramp. Ook al gaat het bij kernrampen om ‘onzichtbare’ straling, er is een instrument – de Geigerteller – die snel en efficiënt de straling ter plaatse meet. Bij olielekken ligt dat anders. We kennen allemaal de verschrikkelijke beelden van zee en stranden na de explosie van het BP-platform in 2010. Olie komt in grote oppervlakten bovendrijven. Maar er zijn ook andere vormen van olielekkage waarbij het begint met kleine hoeveelheden die niet zichtbaar zijn, en waarvoor lange chemische analyses nodig zijn om ze vast te stellen.
Bob zet zijn computer aan en begint zijn e-mails te lezen. Enige tijd later verlaat hij het kantoor. Zijn computer logt automatisch uit, zonder Bobs tussenkomst.
Geigerteller voor olie
Onderzoekers van de universiteit van Virginia ontwikkelden een biosensor die kleine sporen olie, en meer bepaald van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in enkele minuten tijd kan opsporen. Ze konden het ook al ‘in het echt’ testen toen de Amerikaanse overheid een stukje met olie verontreinigde zeebodem ging opruimen. Bij dit opruimwerk kwamen kleine hoeveelheden olie in het zeewater terecht. De sensor slaagde met glans. De onderzoekers hopen nu dat bedrijven de sensor zullen kopen om eigen lekkages snel te ontdekken. › Meer info over de olie-biosensor online
Inloggen op de Tast Bob heeft geen computer die gedachten leest. Wel draagt hij een apparaatje dat op een draadloze manier een identificatie tot stand brengt tussen gebruiker en object. Het volstaat om het (eGo-)apparaatje dicht bij de huid te dragen (bijvoorbeeld in je horloge). Door een compatibel object aan te raken (in Bobs geval een computermuis), wordt het object geselecteerd. Nadien worden de nodige gegevens draadloos overgebracht. De eGo-technologie omvat een microcontroller, een laagvermogenzender voor communicatie tussen lichamen (intrabody communication), een ultrabreedbandzender, een batterij en een geheugen. Wanneer Bob buiten het draadloos bereik van het object komt, logt de computer automatisch uit. Het product is nog niet op de markt, maar wordt momenteel ontwikkeld in het kader van het Europese eGo-project. Heel wat toepassingen worden mogelijk: met een eenvoudige aanraking kan je in de toekomst veilig elektronisch betalen, deuren openen of inloggen op je computer. › Meer info over het eGo-project online
InterConnect 36, Juli 2011
25
Voelsprieten voor draadloze apparaten Sofie Pollin, onderzoeker bij imec, praat over spectrum sensing, de techniek waarmee draadloze apparaten kunnen zoeken naar vrije frequenties om te communiceren. Aanleiding is een unieke oplossing die bij imec werd ontwikkeld. Deze kan nu al door bedrijven worden gebruikt om de kwaliteit van hun communicatieoplossingen te verhogen.
26
InterConnect 36, Juli 2011
“Met spectrum sensing kunnen bedrijven hun toepassingen uitbreiden met een module die snelle en intelligente beslissingen neemt over welk kanaal de beste communicatie zal toelaten.”
Mobiele draadloze communicatie, zoals die nu is georganiseerd, dreigt in de toekomst in de problemen te komen. De meest geschikte frequenties zijn die onder de 6GHz. Die zijn verdeeld in banden. Een aantal daarvan zijn vrij te gebruiken, zoals de ISM-banden die onder meer worden gebruikt voor industriële en medische toepassingen en voor draadloze netwerken (Bluetooth, WiFi, ZigBee...). Andere zijn gelicentieerd, bijvoorbeeld aan telecom-operatoren voor gsm-verkeer, maar ook aan hulpdiensten of het leger.
Sofie Pollin: “Je kunt die situatie het best vergelijken met een brede snelweg, waar er op één baanvak voortdurend file is, terwijl de andere baanvakken leeg of bijna leeg zijn. En waarbij de auto’s niet van baanvak mogen veranderen omdat die allemaal gereserveerd zijn, bijvoorbeeld voor bussen of taxi’s. Kunnen we dan geen oplossingen bedenken om een aantal auto’s op die vrije vakken te laten rijden, zolang daar geen verkeer is?”
Lege rijvakken zoeken Sofie Pollin: “Sommige van die banden zitten zo vol dat er nog weinig ruimte is voor groei en de kwaliteit van de communicatie onder druk komt te staan. Denk aan het gsm-verkeer op momenten waarop iedereen wil bellen of sms-en. Als we de groeiende vraag van de gebruikers en van nieuwe toepassingen extrapoleren in de toekomst, dan stellen we vast dat de communicatie in die banden volledig zal vastlopen.”
Spectrum aftasten De huidige generatie draadloze toestellen is zo gemaakt dat ze maar van één band gebruik maken. Binnen die band kunnen ze dan eventueel het best geschikte kanaal kiezen. Die kanalen liggen zo dicht bij elkaar dat de toestellen die kunnen bestrijken zonder te veranderen van hardware en algoritmes. Dit is niet zo wanneer je een andere band wil gebruiken. Daarvoor heb je radio’s (zender-ontvangers) nodig met een uitzonderlijke flexibiliteit om van de ene band naar de andere te springen. De technologie voor zo’n opportunistische radio’s is grotendeels klaar.
Maar als we op een willekeurig moment de toestand van het volledige spectrum bekijken, dan zien we dat gemiddeld 80% van de beschikbare bandbreedte er ongebruikt bijligt. Er is dus nog geen probleem van zendruimte, er is vooral een probleem met de manier waarop we die ruimte gebruiken. En dat opent perspectieven voor oplossingen.
Sofie Pollin: “Maar een bijkomende technische uitdaging is dat je moet te weten komen welke banden er vrij zijn, van welk rijvak je kunt gebruik maken. Dat kan door het spectrum af te tasten om te zien welke frequenties er in gebruik zijn. Ook daarvoor hebben wij recent een oplossing ontwikkeld met een unieke flexibiliteit, snelheid en verbruik.”
Voor een vrijer gebruik van banden moet ook de organisatie en de regelgeving worden aangepast. Dat speelt vooral bij de gelicentieerde banden, waarvoor operatoren veel geld hebben betaald. Er zijn afspraken nodig over wat kan en niet kan. Afspraken ook over hoe dat allemaal financieel geregeld wordt. En natuurlijk willen de primaire gebruikers van een band ook garanties dat zij op elk moment voorrang zullen krijgen; dat hun band niet wordt geblokkeerd door secundaire gebruikers. Energie herkennen Sofie Pollin: “Wat wij hebben ontwikkeld is een volledige oplossing voor het aftasten van het spectrum. Aan de basis ligt een unieke programmeerbare chip die een snelle sweep kan doen van het volledige spectrum beneden 6GHz. Die chip hebben we geïntegreerd in een platform – een functionele sensing module voor een opportunistische radio. We hebben die zo gemaakt dat je die kunt inpluggen in een pc en beginnen te scannen. Met onze sensing module zijn we in staat om op elke frequentie de echte communicatie van de ruis te onderscheiden. Daarvoor vergelijken we de kenmerken van energie die we detecteren met die van een aantal communicatiestandaarden, bijvoorbeeld gsm-verkeer van de vierde generatie. De chip is bovendien programmeerbaar, wat toelaat om bijkomende standaarden toe te voegen.”
InterConnect 36, Juli 2011
27
SOFIE POLLIN
Storingsvrij Sofie Pollin: “Een aantal lokale bedrijven is al geïnteresseerd om met onze chip aan de slag te gaan. Dit zijn vooral bedrijven met toepassingen die gebruik maken van standaard zender-ontvangers in de ISM-band. Communiceren in een ISM-band is dan wel vrij én gratis, maar de uitdaging bestaat erin om te zorgen dat je een goede, storingsvrije communicatie kunt opzetten.” Met spectrum sensing kunnen deze bedrijven hun toepassingen uitbreiden met een module die snelle en intelligente beslissingen neemt over welk kanaal de beste communicatie zal toelaten. Zo kunnen ze de betrouwbaarheid van hun oplossing verhogen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan bewakingscamera’s, draadloze videoconferencing, of netwerken van sensoren. Sofie Pollin: “Verder zal bijvoorbeeld het IBBT (Interdisciplinair Instituut voor Breedband Techno logie) onze module integreren in hun draadloos testbed. Daarmee zullen ze onder meer zien hoe de communicatieprotocollen moeten worden aangepast voor een algemeen gebruik van spectrum sensing.” De toekomst Sofie Pollin: “Nu al zijn WiFi-producten in staat om te kiezen uit meerdere kanalen, en ook een DECTtelefoon kan al zien welke kanalen in de buurt in
gebruik zijn. Dit zijn nog zeer beperkte toepassingen, maar ze tonen toch al hoe je met spectrum sensing de kwaliteit van de communicatie kan verbeteren.” Voor een algemene invoering van deze techniek moet eerst de regelgeving op punt worden gezet. Maar voor het zover is, zijn er al wel tussenoplossingen mogelijk. Bijvoorbeeld het gebruik van een centrale databank waarin de primaire gebruikers aangeven waar en wanneer hun frequentiebanden beschikbaar zijn. Een opportunistische zender kan deze databank via een speciaal radiokanaal consulteren, zodat hij weet welke communicatiekanalen voor hem openstaan. Sofie Pollin: “Verder in de toekomst zien wij ook een mogelijkheid voor gedistribueerd aftasten van het spectrum. Bij gewoon aftasten zal elke radio individueel een beslissing nemen. Bij gedistribueerd aftasten wisselen meerdere radio’s informatie uit, op basis waarvan ze dan een beslissing nemen. Als in de toekomst elke draadloze terminal de technologie heeft om het spectrum af te tasten en van band te veranderen, dan wordt dat mogelijk. Dan kunnen alle gebruikers samenwerken om een betrouwbare databank op te stellen – waarvan ze dan zelf allemaal profiteren om een geschikt kanaal te vinden. De snelste, kortste, goedkoopste Uiteindelijk verwachten we zo dat een draadloze terminal, een smartphone bijvoorbeeld, zelf op
zoek gaat naar de beste verbinding op een bepaald moment. Dat kan de goedkoopste verbinding zijn, of de snelste voor een bepaalde toepassing (bv. om een film in hoge kwaliteit te bekijken). Of bijvoorbeeld ook de verbinding langs de kortste afstand, wat het minste verbruik en straling zal geven.”
Imec onderzoekt
Imec’s onderzoek naar spectrum sensing kadert in het programma voor cognitieve herconfigureerbare radio’s binnen imec’s Green Radio onderzoek. In dat programma werkt imec samen met lokale en internationale partners. Locaal is er het IWT-SBO project ESSENCES en een strategische samenwerking met het IBBT. Imec’s onderzoek gebeurt in samenwerking met de K.U.Leuven, UGent, UAntwerpen en VUB. Ook internationaal werkt imec samen met universiteiten en industrie, o.a. in het kader van de FP7-projecten FARAMIR en CREW. www.ict-faramir.eu www.crew-project.eu
28
InterConnect 36, Juli 2011
DOORGELEZEN
— Een imec-medewerker selecteert een boek, en geeft vanuit zijn expertise aan waarom jij dat boek ook zou moeten lezen. Benny Graindourze, manager van het industrialisatieen innovatieteam bij imec, leest ‘Talent Is Overrated’ van Geoff Colvin (Portfolio - Pinguin (2008), 224 pagina’s).
Talent wordt overschat In zijn functie als manager van het I&I-team bij imec komt Benny Graindourze met veel mensen in contact, zowel binnen als buiten imec. Het interesseert hem bijzonder om te zien hoe mensen leren, waar successen vandaan komen, en hoe hij daar lessen uit kan trekken. Persoonlijke lessen, én lessen voor zijn werkomgeving. Een schat aan inspiratie vond hij in ‘Talent is Overrated’.
InterConnect 36, Juli 2011
B
enny Graindourze: “De centrale boodschap van Geoff Colvin is: talent is belangrijk, maar minder belangrijk dan we doorgaans denken. Wat dan wel? Om te beginnen veel en lang oefenen. Jarenlang je talenten op een bepaald gebied aanscherpen. Maar oefenen alleen is niet genoeg. Je moet oefenen met de expliciete bedoeling om beter te worden in wat je wil doen. Stap voor stap je eigen grenzen verleggen, ook al is dat soms onaangenaam en vervelend. Dat is wat Colvin deliberate practice – doelgerichte oefening – noemt.”
Zoek een mentor Deliberate practice gaat ervan uit dat je jezelf oefeningen oplegt. Oefeningen die je buiten je comfortzone brengen. Als je bijvoorbeeld een goede spreker wil worden, dan helpt het niet om altijd voor hetzelfde soort publiek hetzelfde praatje te brengen. Wat je kunt proberen: spreken voor een groter publiek, of een publiek van specialisten, in een andere taal, of zonder ondersteuning van een visuele presentatie. Daarbij kun je veel steun hebben aan een coach of mentor. Iemand die jou vanuit zijn of haar ervaring aangeeft waar je op moet werken. Benny Graindourze: “In de sportwereld is coaching helemaal ingeburgerd. Zelfs de beste golfers ter wereld willen een coach om hen te tonen waar ze technisch en mentaal nog kunnen verbeteren. Maar in onze dagelijkse werkpraktijk is coaching helemaal niet gebruikelijk. Er wordt van uitgegaan dat iedereen automatisch beter wordt in zijn job. Of erger nog: dat mensen direct goed zijn. Er is meestal geen coaching voorzien om ons opmerkzaam te maken op punten die we kunnen verbeteren. Of om ons suggesties te doen hoe we dat het best zouden doen. Wat ik bij Colvin lees, sterkt mij in de overtuiging van het belang van coaching of mentoring. Van het belang om op zoek te gaan naar een goede mentor. Maar evengoed hoe belangrijk het is om zelf collega’s te coachen en om ook van hen te leren.”
Geen aha-moment Een gangbaar idee is dat innovatie het resultaat is van een aha-moment, meestal van mensen die geen
29
ervaring hebben en daarom ‘onbevangen’ open staan voor nieuwe ideeën. Volgens Colvin klopt dat niet: de meeste innovaties komen tot stand door ideeën van mensen die het domein zeer goed kennen, die er jarenlang hun kennis over hebben bijgescherpt. Een innovatiehefboom krijg je door zo’n experten samen te brengen die elk op een eigen domein een zeer uitgebreide kennis hebben. Benny Graindourze: “Ook belangrijk bij innovatie is het plannen. Zomaar naar innovaties zoeken om eens iets anders te doen, blijkt niet te werken. Je maakt de meeste kans om een innovatieve oplossing te bedenken als je weet wat je wil bereiken, wat je wil verbeteren. En daarmee komen we aan wat voor mij de kern is van het boek van Colvin. Om je talent aan te scherpen, om doelgericht te kunnen oefenen, moet je een goed idee hebben van wat je werkelijk wil bereiken, welke vaardigheden daarvoor cruciaal zijn en hoe je ze kan meten en verbeteren. En dat geldt zowel voor wat je wil bereiken in je werkomgeving als voor je hobby’s.”
Bevrijdend Benny Graindourze: “Dit is een bijzonder positieve kijk op talent. Wat we kunnen bereiken, hoeft niet op voorhand vast te liggen. Met oefenen kun je beter worden. En dat op elk niveau en op elke leeftijd. En ook ’s werelds beste uitblinkers hebben eerst jarenlang hard moeten oefenen – misschien zijn ze er alleen heel wat vroeger aan begonnen dan wij!”
Benny Graindourze
Waarom dit boek lezen? Benny Graindourze: “Ik probeer uit boeken altijd tips te halen die ik in mijn persoonlijk leven en in mijn werkomgeving kan toepassen. Deze vind je hier in overvloed, in een vlot leesbaar boek dat talent én oefening in een verfrissend positief kader plaatst. Een must-read naast ‘Outliers’ van Malcolm Gladwell en ‘The Talent Code’ van Daniel Coyle.”
3 om te onthouden
Wie is auteur Geoff Colvin?
01 Denk zorgvuldig na over waarin je echt goed wil zijn 02 Oefen steeds op de grens van je kunnen en verleg zo je grenzen 03 Geef je collega’s feedback; zoek zelf ook een mentor
Als redacteur en columnist bij Fortune schrijft Geoff Colvin over de trends in economie en zakenleven. Daarnaast is hij een bekroond auteur en veelgevraagd spreker. Zijn onderwerpen zijn leiderschap, globalisatie, groene economie, en informatietechnologie.
30
InterConnect 36, Juli 2011
DOORGELICHT
— In elk nummer van InterConnect laten we iemand van imec aan het woord die op een of andere manier samenwerkt met de Vlaamse industrie. In dit nummer: Carolien Martens / Carolien.Martens @imec.be
Vaak doen we teveel aan ‘technology push’ Carolien Martens werkt in de groep Public R&D Policies and Programs, die bezig is met alle activiteiten rond funded projects, cruciaal voor langetermijnonderzoek. Carolien zorgt ervoor dat imec aanwezig is in strategisch belangrijke onderzoeksprojecten, brengt imecers op de hoogte van bestaande initiatieven en helpt hen bij het opzetten van samenwerking rond energie en smart system design.
Welk bedrijf waar je recent mee in contact kwam, heeft indruk gemaakt? Voor ik op imec begon, werkte ik bij Easics. Ze hebben veel technische ervaring en flexibiliteit in huis waardoor ze als kleine speler toch de financiële crisis hebben kunnen overleven. In het algemeen heb ik veel respect voor Vlaamse KMO’s. Het is niet evident om in deze globaliserende wereld business te kunnen blijven genereren. Deze KMO’s slagen er toch in met hun service en producten vanuit Vlaanderen de wereld te bedienen.
Welk probleem wil jij opgelost zien met de technologie van de toekomst? Vaak doen we teveel aan ‘technology push’. We maken iets en zoeken dan pas uit wat we ermee kunnen doen. We moeten technologie ontwikkelen voor zaken waar mensen op zitten te wachten. Mijn grootmoeder van 85 rijdt nog met de wagen en heeft haar eigen gsm. Ze is echt fier en blij met haar zelfstandigheid. ‘Waardig ouder worden’ dat
vind ik zeer belangrijk. Daar ligt ook nog een hele markt. Omdat mijn grootmoeder om te kunnen bellen het volume van haar gsm altijd op maximum moet zetten, probeerden wij haar Bluetooth te synchroniseren met haar gehoorapparaat maar dat lukte bijvoorbeeld (nog) niet...
Carolien Martens
Goed restaurant? Restaurant Dumon in Haacht: lekker eten (zeker nu het BBQ-seizoen is aangebroken) en een supergezellig terras met zwembad (ambiance gegarandeerd). www.dumon.be
Welk onderzoek op imec vind jij het boeiendst en waarom? Binnen het energiedomein hebben we heel wat expertise. We onderzoeken hoe we het rendement van siliciumzonnecellen kunnen vergroten maar daarnaast ook hoe we goedkope, flexibele zonnecellen kunnen maken met andere (organische) materialen voor nieuwe toepassingen (vb. geïntegreerd in ramen). Ook de cognitieve radio interesseert mij enorm. Je ziet trouwens dat het steeds verbeteren van technologie geen directe drijfveer meer is voor nieuwe ontwikkelingen. Het is de link tussen technologie en allerlei sociale aspecten die zorgt voor nieuwe uitdagingen.
Fakkel doorgeven? In de volgende Doorgelicht laat ik graag Philip Pieters, business development director energie, aan het woord. Er was de laatste tijd nogal veel commotie over zonnepanelen in de media. Ziet hij nog een toekomst voor zonneenergietoepassingen in Vlaanderen?
InterConnect 36, Juli 2011
31
AGENDA
27 augustus - 4 september 2011 imec@jaarbeurs Brabanthal, Leuven www.jaarbeursleuven.be
27 september 2011 Spectroscopische methoden voor de voedingsindustrie Hogeschool West-Vlaanderen, Kortrijk www.flandersfood.com/events
29 september 2011 Visionair seminarie: hyperspectral imaging imec, Leuven www.leuveninc.com/events
DATA TBC Bezoek imec by night Voor meer informatie: lees verder op de backcover.
22 september 2011 DSP Valley / imec Academia-to-Business (A2B) Forum imec, Leuven www.dspvalley.com/upload/event/A2B/
30 september 2011 Electronic Design & Manufacturing Event imec, Leuven www.edmp.be
MTC, het imec trainingscentrum, veranderde onlangs haar naam in
imec academy. Dit kadert in het uitgebreider aanbod van de imec-onderzoeksactiviteiten waardoor de naam micro-elektronicatrainingscentrum de lading niet meer dekt. www.imec-academy.be
Bezoek imec by night Wist u dat er door samenwerking met imec tal van Vlaamse bedrijven mooie innovaties in de markt hebben gezet, ook KMO’s? Hierover en over de verschillende onderzoeksdomeinen, komt u meer te weten tijdens de nocturnes die op regelmatige basis georganiseerd worden. Geïnteresseerd? Laat het weten via
[email protected] en we sturen je een uitnodiging voor de volgende nocturne. Ook voor andere vragen (zoals over innovatieprojecten, inzage in technologische evoluties, dienstverlening op maat) kan u steeds terecht bij imec’s industrialisatie- en innovatieteam. U bereikt ons via
[email protected].
Imec RPR Leuven BTW BE 0425.260.668 Kapeldreef 75 B-3001 Leuven België www.imec.be