Integrale Strategie Milieu (ISM) 2006-2010 Samenvatting
Integrale Strategie Milieu (ISM) 2006-2010 Samenvatting DECEMBER 2006
INLEIDING
Provinciaal milieubeleid is een zaak van alle Brabanders. We staan met z’n allen midden in het milieu: lucht, water, bodem, landschappen, steden, wegen, planten, dieren. Elke dag weer. Je zou zeggen dat we daar voorzichtig mee om zouden springen, maar dat lukt niet altijd. De kwaliteit van ons milieu - en daarmee de kwaliteit van leven - staat onder druk door ons eigen handelen. Daarmee duperen we niet alleen onszelf, maar ook de generaties na ons, die de zaak straks van ons overnemen. En de buren, want vervuilde lucht kent geen grenzen. In een aantal gevallen zullen overheden, burgers en bedrijven moeten veranderen om Brabant leefbaar te houden. De Provincie kan veranderingen van houding en gedrag afdwingen met wet- en regelgeving, maar als die niet wordt gedragen door betrokkenen, haalt dat over het algemeen te weinig uit. Als regisseur hebben we meer kans van slagen. Dat houdt onder meer in: voorwaarden scheppen, partijen bij elkaar brengen en helpen besluiten te nemen. Mensen weten te interesseren en enthousiast te maken voor de wereld om hen heen. Bedreigingen omzetten in kansen. Een dergelijk milieubeleid heeft een beleidskader nodig. Het vraagt om een nadere uitwerking van strategische uitgangspunten en de vaststelling van een duidelijke werkwijze. Daarvoor dient de Integrale Strategie Milieu 2006-2010. Deze milieustrategie staat niet op zich. De ism 2006-2010 werkt door op bestaand beleid. Meer dan in het verleden is de ism resultaatgericht. De Provincie wil de beleidsuitvoering verbeteren en versnellen, aan de hand van concrete vraagstukken.
ALS WE ER MAAR KOMEN
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
1. BEGRIPPENKADER
1. BEGRIPPENKADER
3
Milieubeleid kan niet los gezien worden van de maatschappelijke context: verkeer & vervoer, gebiedsontwikkeling, economie en sociale verhoudingen. Milieubeleid heeft invloed op al die andere terreinen. Omgekeerd hebben gebeurtenissen die de economie, mobiliteit of welk ander gebied dan ook betreffen, invloed op het milieu. Vandaar dat er behoefte is aan beleid waarin alle aspecten meegewogen worden. De Provincie wil hier - in navolging van de Europese Unie (eu) - een aanzet toe geven. Vandaar de aanduiding ‘integraal’ in de titel.
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
De Integrale Strategie Milieu (kortweg: de milieustrategie) geeft de richting aan: waar willen we naar toe met onze samenleving? We hebben gekozen voor duurzame ontwikkeling en een mensgerichte benadering. Die keuze komt niet uit de lucht vallen. In het Bestuursakkoord vormt duurzame ontwikkeling reeds de leidraad voor het bestuurlijke handelen. Het gaat daarbij om de inzet van de drie P’s: people, profit en planet. Daar voegen we een vierde P aan toe: de P van passion. Beleid alleen is niet genoeg. Er zijn gepassioneerde mensen nodig om beleid in praktijk te brengen. Het allermooiste is als mensen uit eigen overtuiging meewerken aan een duurzame ontwikkeling. Daarom wil de Provincie alle Brabanders uitnodigen om mee te doen.
9
6. GERICHTE DIALOOG
10
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
3
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
1. BEGRIPPENKADER
3
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
2A. Duurzame Ontwikkeling
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
6. GERICHTE DIALOOG
10
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
Duurzame ontwikkeling is: een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder dat daarmee de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar worden gebracht (Brundtlandrapport ). Het Centrum voor Duurzaamheidvraagstukken Telos in Tilburg ontwierp de duurzaamheidbalans om uit te rekenen of Brabant zich duurzaam ontwikkelt en in welke mate. De balans onderscheidt drie soorten kapitaal: het ecologisch, het economisch en het sociaal-cultureel kapitaal. Behalve de drie kapitalen is ook de tijd een belangrijke factor. We mogen immers niet afwentelen op volgende generaties en evenmin op andere gebieden. Vandaar dat de integrale milieustrategie stelt dat afwenteling naar één of twee kapitalen gecompenseerd moet worden: ‘alles heeft zijn prijs!’.
2B. Mensgerichte benadering
De mens staat in de centraal. Gezondheid, veiligheid, leefbaarheid en (bio) diversiteit zijn thema’s die mensen raken en die het milieubeleid tastbaar maken. Verbetering of verslechtering hiervan merk je meteen. Deze thema’s vormen de rode draad van de milieustrategie.
4
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G :
1. BEGRIPPENKADER
3
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
In de praktijk zijn de drie kapitalen - economie, ecologie, sociaal-cultureel - verweven. Vanuit de verschillende beleidsterreinen wordt niet fragmentarisch toegewerkt naar een totaalbeleid. Nee, er wordt van meet af aan toegewerkt naar een totaalbeleid, waarin de verschillende deelaspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en in elkaar overlopen. Dit is een nieuwe manier van werken. Vanzelfsprekend heeft dat consequenties voor de hele programmering van het milieubeleid. Op langere termijn fungeert de milieustrategie als een filter voor de vele milieugerelateerde vraagstukken die op de Provincie afkomen. Minder regels, meer kansen en gerichte dialogen. Onder dat motto wil de Provincie de uitvoering van bestaand beleid versterken. Essentieel voor de nieuwe werkwijze zijn de vraagstukken die geformuleerd worden op basis van maatschappelijke ontwikkelingen of problemen.
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
6. GERICHTE DIALOOG
10
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
5
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
1. BEGRIPPENKADER
3
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
A. Europese uitgangspunten
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
6. GERICHTE DIALOOG
10
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
Brabant staat niet alleen. De heeft doelstellingen en uitgangspunten geformuleerd, waarop onze milieustrategie is gebaseerd. Het milieubeleid van de is in de grondverf gezet in artikel . Dit bevat naast doelstellingen ook vijf uitgangspunten. Deze zijn overgenomen in de milieustrategie: - We streven naar een hoog niveau van bescherming. Daarbij houden we rekening met de individuele situaties in de verschillende regio’s, - Voordat een nieuw product op de markt gebracht wordt, of een activiteit start, schatten we de risico’s in voor mens en leefmilieu (voorzorgsbeginsel), - Ons handelen is gericht op het voorkomen van milieuproblemen (beginsel van preventief handelen), - Milieuaantastingen worden, bij voorrang, aan de bron bestreden, - De vervuiler betaalt.
B. Brabantse uitgangspunten
De provincie voegt hier nog drie uitgangspunten aan toe: - Eco-efficiency In introduceerde een groep bedrijven tijdens de conferentie over duurzame ontwikkeling in Rio de Janeiro een nieuw concept: eco-efficiency. In simpel Nederlands: meer produceren met minder grondstoffen, hulpstoffen en energie, ofwel ‘Meer met minder’. Acht jaar later (maart ) gaat de in het akkoord van Lissabon nog een paar stappen verder. Tegen moet de de meeste competitieve en dynamische kenniseconomie ter wereld zijn. Tegelijkertijd wordt het Europese sociale welvaartsmodel in stand gehouden en zo mogelijk verbeterd en wordt er gestreefd naar duurzame groei. Het akkoord rust dus op drie pijlers: een economische, een sociale en een ecologische. Er zijn ook dwarsverbindingen tussen deze pijlers. Europa moet investeren in ‘slimmer, schoner en concurrerend’. Brabant vult dit in door economische groei te stimuleren terwijl de druk op de ruimte en het milieu vermindert. Eco-efficiency komt ook de winst van bedrijven ten goede. Milieu is dan niet langer enkel belemmering van de groei, maar ook een kans.
6
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
- Erfgoed Op is op. Voor olie, gas, zand, grint en een aantal andere bronnen geldt, dat ze maar één keer gebruikt kunnen worden. Andere bronnen kunnen binnen bepaalde grenzen en onder voorwaarden worden aangevuld, zoals grondwater, oppervlaktewater en hout. Achterliggende gedachte bij een duurzame ontwikkeling is, dat elke generatie de zaak zo goed mogelijk achterlaat voor de volgende en geen roofbouw pleegt. Met andere woorden: elke generatie dient zorgvuldig om te gaan met de geërfde voorraden: het erfgoed. Worden niet-hernieuwbare voorraden toch opgemaakt, dan dient elders voor compensatie te worden gezorgd, zodat het saldo op de balans gelijk blijft. Nieuwe technologie kan hier eveneens uitkomst bieden, doordat het alternatieve bronnen (bijvoorbeeld waterstof) aanboort.
1. BEGRIPPENKADER
3
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
6. GERICHTE DIALOOG
10
Voorraden worden in kaart gebracht door de lagenbenadering toe te passen. Er worden drie lagen onderscheiden: een netwerklaag, een occupatielaag en een basislaag.
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
De fysieke basislaag, die wordt gevormd door bodem, water, lucht en ecosystemen (natuur) is in de loop der tijd het meest stabiel. Veranderingen in deze laag vergen vijftig tot meer dan vijfhonderd jaar. Klimaatverandering bijvoorbeeld vindt niet van vandaag op morgen plaats. Het is van belang dat de basislaag een hoge kwaliteit blijft houden, zodat ook de generaties na ons er gebruik van kunnen maken. De laag van de netwerken heeft betrekking op de infrastructuur waartoe behalve wegen, spoorlijnen, ecologische verbindingszones, waterwegen, (lucht)havens en overstappunten ook ‘onzichtbare’ routes en verbindingen behoren, zoals vliegroutes, pijpleidingen en digitale verbindingen. In deze laag duren veranderingen tussen de en de honderd jaar. De occupatielaag heeft betrekking op menselijke activiteiten als wonen, werken en recreëren en de fysieke weerslag daarvan. Belangrijke veranderingen in deze laag voltrekken zich binnen één generatie (- jaar). Door bij de afweging van locaties voor ruimtelijke ontwikkelingen alle drie de lagen nadrukkelijk te betrekken leggen we een solide basis voor duurzame ontwikkeling met minder maatschappelijke kosten. De lagenbenadering maakt bovendien discussies over locatiekeuzes (bijvoorbeeld voor de verstedelijkingsopgave) transparanter en geeft inzicht in de kansen en bedreigingen van de verschillende keuzemogelijkheden. Tot slot maakt de
7
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
1. BEGRIPPENKADER
3
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
2A. DUURZAME ONTWIKKELING
lagenbenadering ook duidelijk dat stad en landelijk gebied één en dezelfde ‘onderlegger’ hebben en dat we deze dus als een samenhangend gebied moeten beschouwen.
2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
6. GERICHTE DIALOOG
10
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
De kwaliteit van ons milieu staat mede onder druk omdat er een steeds grotere claim gelegd wordt op de ruimte, bijvoorbeeld voor bewoning. We verstenen, verrommelen en vervuilen Brabant. Deze processen kunnen we keren als we in staat zijn tot innovatie en ontwikkeling van (creatieve) instrumenten. Bijvoorbeeld: - basislagen als water een grotere rol laten spelen bij het maken van afwegingen; - milieubelangen zoveel mogelijk verbinden met andere, net zo gerechtvaardigde belangen, zoals economische ontwikkeling, armoedebestrijding, veiligheid en gezondheid; - functies koppelen en combinaties stimuleren, zoals water en wonen, water en toerisme, natuur en bedrijventerreinen. - Deregulering Minder regels voor burgers en bedrijven is een streven van overheden. Twee vragen staan centraal: . Kan met minder regels en verplichtingen hetzelfde of zelfs méér worden bereikt? . Kan het klantvriendelijker, minder bureaucratisch en tegen lagere kosten? De Provincie geeft uitvoering aan een aantal regels en verplichtingen op milieugebied die op hoger bestuurlijk niveau zijn bepaald. Inhoudelijke en kaderstellende verplichtingen kunnen niet zomaar worden geschrapt of gewijzigd. De wijze waarop deze verplichtingen georganiseerd zijn (beleidsregels, subsidieverordeningen) staat wel open voor discussie.
8
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
1. BEGRIPPENKADER
3
De milieustrategie maakt deel uit van de jaarlijkse besturingscyclus, die bestaat uit de volgende fasen:
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
. Planning . Uitvoering . Monitoring . Evaluatie en bijsturing We willen met deze Integrale Strategie Milieu () de beleidsuitvoering versterken. Bestaand beleid en -beleid staan in de uitvoering niet ter discussie. Op ‘natuurlijke’ momenten werkt de milieustrategie door in beleid. Van zo’n ‘natuurlijk’ moment is bijvoorbeeld sprake, als voor vrijwel iedereen duidelijk is dat het beleid moet worden geactualiseerd. Maar ook als zich een nieuw dilemma voordoet, wanneer (nieuwe) kansen ontstaan voor oplossingen (bijvoorbeeld door innovatie) en als met beleidswijzigingen een versnelling of versterking van de uitvoering beoogd wordt. De betreffende beleidswijzigingen kunnen het gevolg zijn van monitoring of evaluatie, waarmee de besturingscyclus rond is.
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
6. GERICHTE DIALOOG
10
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
Wanneer sprake is van een dilemma en er zijn meerdere stakeholders met verschillende belangen bij betrokken, dan wordt een vraagstuk geformuleerd. Daarover vindt dan een gerichte dialoog plaats. Voor een evenwichtige besturingscyclus is het belangrijk dat ook de andere stappen in het proces worden versterkt. Dat geldt met name voor de stappen en . Met monitoring wordt bedoeld: het observeren, checken, registreren en continu bijhouden van processen. Niet alleen de resultaten van het milieubeleid worden in kaart gebracht en afgezet tegen voornemens en eerdere resultaten. Ook de mensgerichte thema’s gezondheid, leefbaarheid, veiligheid en (bio)diversiteit zijn onderhevig aan monitoring. Het jaarverslag toont de resultaten op diverse terreinen. Dit kan aanleiding zijn om nieuwe vraagstukken te formuleren of om vraagstukken die in behandeling zijn aan te passen. Zo kunnen we dynamisch besturen en snel inspelen op maatschappelijke thema’s.
9
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
1. BEGRIPPENKADER
3
6. GERICHTE DIALOOG
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
De vraagstukken vormen de inzet van een gerichte dialoog met iedereen die erbij betrokken is. Het doel is om breed gedragen oplossingen te vinden die waarde toevoegen. Dat wil zeggen: oplossingen die goed zijn voor het milieu, de leefbaarheid vergroten én bovendien leiden tot meer economische groei. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als een industrieterrein wordt ingericht met aandacht voor natuur en energiebesparing. Een ander voorbeeld is een optimaal milieutechnologische inrichting van varkenshouderijen in Landbouw Ontwikkelingsgebieden (’s), terwijl de bedrijven daarnaast samenwerken met anderen op het gebied van mestvergisting en energieopwekking.
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
6. GERICHTE DIALOOG
10
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
10
De gerichte dialoog vindt plaats volgens de mutual gains approach (). Deze bevat een aantal stappen. Eerst worden de feiten onderzocht. Heeft iedereen het over hetzelfde? Vervolgens wordt gekeken wie de belanghebbenden (stakeholders) zijn en worden afspraken gemaakt over de inrichting van het proces. Om succes te behalen, is het essentieel dat de juiste partijen aan tafel zitten, zodat alle belangen zo goed mogelijk vertegenwoordigd zijn. Dan begint de zoektocht naar oplossingsrichtingen, onder leiding van een mediator of facilitator. De kunst is om oplossingen te bedenken waarbij de individuele stakeholders zoveel mogelijk winnen én het gemeenschappelijk belang (milieu) gediend wordt. Uiteindelijk leidt dit proces tot besluiten. De uitvoering daarvan wordt nauwgezet gevolgd (monitoring) en geëvalueerd.
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
1. BEGRIPPENKADER
3
Omwille van de duurzaamheid mogen de drie kapitalen (economie, ecologie en sociaal-cultureel) zich niet onevenwichtig ontwikkelen. Doen ze dat toch, dan dient te worden gezorgd voor compensatie. Alles heeft z’n prijs. Bij prijs wordt al snel gedacht aan een compensatie in geld: het beboeten van een normoverschrijving, verhandelen van emissie of het afkopen van natuuraantasting. Een prijs betalen heeft echter meer betekenissen. Naast direct geld op tafel leggen, kan het gaan om een andere werkwijze dan gebruikelijk, extra inspanningen en nieuwe afspraken. Welke prijs uiteindelijk betaald wordt- en in welke combinatie - is afhankelijk van de ingreep, maar ook van de rol die de provincie zich zelf toebedeeld.
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
6. GERICHTE DIALOOG
10
Om de balans tussen de drie kapitalen en eventuele andere voor strategie en beleid belangrijke factoren in beeld te brengen, heeft de Provincie een gebruikswaardentabel ontwikkeld. Aan de hand van deze tabel kan bijvoorbeeld worden bepaald of alle belanghebbenden aan de onderhandelingstafel zitten, of alle relevante aspecten in ogenschouw zijn genomen en of voorgenomen maatregelen op schema liggen. Het instrument structureert de besluitvorming: ‘hebben we daar wel aan gedacht, moeten we die instelling niet bij de beleidsvoorbereiding betrekken, hebben we bepaalde aspecten onbewust niet verwaarloosd?’ Bovendien biedt het de mogelijkheid om de resultaten en de gevolgen van de beleidsuitvoering, zoals compensatie, vast te leggen voor wat betreft de onderscheiden dimensies. Het instrument is flexibel. Het nut ervan moet in de praktijk worden bewezen. Door er gebruik van te maken en het langzaam maar zeker te vervolmaken, kan de gebruikswaardentabel een steeds waardevollere bijdrage gaan leveren aan de besluitvorming. Naar analogie van de in het bedrijfsleven veelvuldig gehanteerde balanced scorecard, die de vooruitgang vastlegt met betrekking tot een viertal bedrijfskundige dimensies: klanten, medewerkers, bedrijfsprocessen en financiën.
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
11
I N T E G R A L E S T R AT E G I E M I L I E U 2 0 0 6 - 2 0 1 0 samenvatting
1. BEGRIPPENKADER
3
8 . S C H E M A VA N D E I S M
2 . P I J L E R S O N D E R D E M I L I E U S T R AT E G I E
4
INTEGRAAL
S T R AT E G I E
MET OMGEVINGSBRIL
- mensgerichte benadering
> gezondheid, veiligheid, leefbaarheid, (bio)diversiteit > balans economie, ecologie en sociaal cultureel > eu: bescherming, voorzorg, preventie, bron, vervuiler betaalt Brabant: eco efficiency, erfgoed, deregulering (anders omgaan met normen) > reconstructie, landschap, gebiedsgericht, etc. Bestuursakkoord > versterkend uitvoering met goede monitoring > gestructureerde eenduidige werkwijze (mutual gain approach) > juridisch en financieel-economisch sluitend
2A. DUURZAME ONTWIKKELING 2B. MENSGERICHTE BENADERING
3 . VA N S T R AT E G I E N A A R U I T V O E R I N G : E E N N I E U W E M A N I E R VA N W E R K E N
5
4. INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
6
integraal & omgevingsgericht
- duurzame ontwikkeling
toetsen aan
- uitgangspunten
A. EUROPESE UITGANGSPUNTEN B. BRABANTSE UITGANGSPUNTEN
5. DYNAMISCHE PROGRAMMERING
9
- bestaand beleid 6. GERICHTE DIALOOG
10
7. ALLES HEEFT ZIJN PRIJS
11
8 . S C H E M A VA N D E I S M
12
ism = pnb-systematiek
- uitvoering centraal - win-win aanpak
- alles heeft zijn prijs
- meerjaren programma
> passend in provinciale besturingscyclus
Het milieubeleid van de provincie Noord-Brabant heeft een integraal strategisch karakter met de bril van een omgevingsplan: Integrale Strategie Milieu () -. Het bestaat uit een aantal producten: - Integrale Strategie Milieu - met subtitel ‘Beleid is niet genoeg’, een document ter inspiratie om uit te nodigen mee te denken en mee te doen, - Integrale Strategie Milieu - met subtitel ‘Versterking van de uitvoering’, dit document slaat een brug tussen inspiratie en de daadwerkelijke uitvoering en is door Provinciale Staten vastgesteld op november , - Deregulering en Europese Milieuwet- en regelgeving, prof. mr. J. Verschuuren (Universiteit van Tilburg), april ; een document over deregulering. Via www.brabant.nl/ism zijn deze documenten op te vragen / te downloaden.
12