BERNARD VAN LEER FOUNDATION
STRATEGIE TEGEN KINDERMISHANDELING NEDERLAND – SAMENVATTING AANGENOMEN IN OKTOBER 2010
Eisenhowerlaan 156 2517 KP Den Haag 070 – 331 22 00 www.bernardvanleer.org Programme Officer Nederland: Jeanet Van De Korput
Inleiding Het terugdringen van geweld in het leven van jonge kinderen is een van de twee speerpunten van het programma van de Bernard van Leer Foundation in Nederland. Het eerste hoofddoel is ‘het verminderen van geweld in gezinnen met kinderen onder de 4 die opgroeien in een ‘sociaaleconomisch achterstandsmilieu’. Voor dit doel worden interventies gepleegd in de eerste 4 levensjaren. Daarmee gaat dit doel hand in hand met het tweede hoofddoel voor Nederland: ‘de leerachterstand van kinderen uit achterstandsgezinnen ten opzichte van andere kinderen in Nederland te verkleinen’. De strategie van de Foundation voor het tweede hoofddoel wordt in een apart document omschreven. De twee hoofddoelen vallen geografisch samen. Hoewel de aanpak voor beide doelen ook elementen met een landelijk bereik bevat, is de inspanning in beide gevallen vooral gericht op de vier grote steden in de Randstad (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht) en twee nog te kiezen gemeenten op het Friese en Groningse platteland. Om het doel van de strategie voor het terugdringen van geweld in het leven van jonge kinderen nader te bepalen, hebben we onderzocht met welke vormen van geweld jonge kinderen te maken krijgen, hoe ernstig dat geweld is, om hoeveel kinderen het gaat, en of er indicaties zijn van behoeften waar niet in wordt voorzien. Deze samenvatting beschrijft in het kort het doel, de belangrijkste beoogde resultaten en strategieën, en de meting van resultaten.
Doel: het verminderen van geweld in gezinnen met kinderen onder de 4 die opgroeien in een sociaal-economisch achterstandsmilieu Huiselijk geweld (zowel geweld dat kinderen zelf ondergaan als waar zij getuige van zijn) is de meest voorkomende vorm van geweld die jonge kinderen in Nederland meemaken. De omvang van het probleem blijkt uit de cijfers voor geweld in persoonlijke relaties: 1 op de 8 mensen in Nederland heeft hier in zijn of haar leven mee te maken gehad; het gebeurt vaker in gezinnen met jonge (in tegenstelling tot oudere) kinderen.i Alleen al in 2008 kwamen er in heel Nederland bijna 64.000 meldingen binnen bij de politie. Naar schatting wordt echter slechts 10-12% van alle gevallen gemeld. In werkelijkheid zou het dus eerder gaan om zo’n 600.000 gevallen.ii De omvang van het probleem blijkt ook uit het landelijk onderzoek naar de omvang van kindermishandeling en -verwaarlozing uit 2005.iii In dit onderzoek werd het jaarlijkse aantal gevallen van kindermishandeling en -verwaarlozing geschat op 107.200, oftewel 30 gevallen per 1000 kinderen in de leeftijd van 0-17 jaar. In een derde van de gevallen (31%, of 33.660 incidenten) gaat het om kinderen jonger dan 4, hoewel deze slechts 22% vormen van alle kinderen. Uit het onderzoek bleek dat de dader in 88% van alle gevallen van kindermishandeling en -verwaarlozing een biologische ouder was. Kindermishandeling en -verwaarlozing hangen onder meer samen met de volgende gezinsfactoren: de ouders hebben een laag opleidingsniveau (7 keer zoveel risico); ouders hebben geen werk (5 keer zoveel risico wanneer beide ouders werkloos zijn); het kind groeit op in een groot gezin (2 keer zoveel risico); het kind groeit op in een eenoudergezin (2 keer zoveel Bernard van Leer Foundation – Strategie Tegen Kindermishandeling Nederland – Aangenomen in oktober 2010
Pagina 1 uit 6
risico); en het kind heeft ouders uit een etnische minderheid die bovendien weinig onderwijs hebben genoten (3,5 keer zoveel risico). In de huidige onzekere economie zal huiselijk geweld vermoedelijk vaker voorkomen naarmate er meer spanning ontstaat in gezinnen. Tegelijkertijd bezuinigt de overheid op sociale voorzieningen, waaronder ook maatregelen om geweld te voorkomen en kinderen te beschermen.
Beoogde resultaten en strategieën In onze analyse en onderzoek hebben we drie fundamentele oorzaken gevonden voor geweld in gezinnen met jonge kinderen: normen en waarden met betrekking tot de opvoeding; geslacht; en een gespannen gezinssituatie. Op grond van dit inzicht hebben we een drieledige aanpak ontwikkeld om deze fundamentele oorzaken stelselmatig aan te pakken. De eerste aanpak bestaat uit een combinatie van strategieën die tot doel hebben om de landelijke overheid en gemeenten aan te sporen om te blijven investeren in maatregelen om huiselijk geweld en kindermishandeling tegen te gaan. De beoogde resultaten worden hieronder beschreven. Politici en overheden blijven consequent aandacht besteden aan huiselijk geweld en kindermishandeling. Burgers vragen de overheid om maatregelen te nemen tegen huiselijk geweld en kindermishandeling. Gemeenten maken voldoende middelen vrij om kinderen te behoeden voor en te beschermen tegen mishandeling. Om deze resultaten te behalen, worden onder meer de volgende strategieën ontplooid: 1. Documenteer gegevens over huiselijk geweld en kindermishandeling, zodat belangenbehartigers deze kunnen inzetten. We financieren in 2011 een speciale editie van Kinderen in Tel over geweld, met onderzoek door het Verwey-Jonker Instituut. De hiermee gegenereerde gegevens kunnen worden gebruikt om belangenbehartigers te helpen bij het beïnvloeden van gemeentelijk beleid, voorbeelden van doeltreffende gemeentelijke initiatieven onder de aandacht te brengen, en kennisuitwisseling te bevorderen. 2. Bepleit continuering van de Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAK) op gemeentelijk niveau. Het kabinet Rutte wil de RAK nog slechts één jaar blijven financieren. Wij steunen initiatieven die tot doel hebben om de financiering door de landelijke overheid voor de komende jaren veilig te stellen en te bereiken dat gemeenten meer gaan investeren in het programma. 3. Ontwikkel samen met andere organisaties tegen kindermishandeling een platform om landelijk aandacht te vragen voor huiselijk geweld en kindermishandeling. 4. Een landelijke campagne tegen huiselijk geweld. Kinderen kunnen worden betrokken bij het publieke debat door hen te vragen naar hun ervaringen en meningen. Via sociale media Bernard van Leer Foundation – Strategie Tegen Kindermishandeling Nederland – Aangenomen in oktober 2010
Pagina 2 uit 6
kan bovendien de bewustwording worden bevorderd. Er kunnen ‘master classes’ of ontbijtbijeenkomsten worden georganiseerd voor pas benoemde (gekozen) functionarissen en ambtenaren om hen voor te lichten over huiselijk geweld. Bekende Nederlanders (in het bijzonder mannen) zullen worden ingezet als ambassadeurs tegen huiselijk geweld. In het kader van deze strategie zal er ook publiciteit komen over bestaand onderzoek naar de consequenties van kindermishandeling in het gezin voor iemands verdere leven alsmede de economische kosten ervan voor de samenleving, een en ander toegespitst op de Nederlandse situatie. 5. Bevorder internationale interactie van lokale overheden. Internationale initiatieven (zoals het ‘Starting Strong’-netwerk van de OESO, het werk van de Raad van Europa op het gebied van geweld tegen kinderen, of de Verklaringen over de rechten van kinderen van de EU) moeten nog op de kaart worden gezet in het landelijke debat in Nederland over geweld waar kinderen aan bloot staan. Een actievere deelname van Nederland aan het debat in de EU en de Raad van Europa kan ertoe bijdragen dat er in het Europese en landelijke beleid en de beleidsverklaringen meer aandacht komt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Een tweede groep van strategieën is gericht op verbetering in specifieke achterstandswijken en heeft tot doel om diep gewortelde sociale normen en waarden omtrent opvoeding, geslacht en geweld te veranderen. Het beoogde resultaat is als volgt geformuleerd: Lokale leiders (ook mannen) werken aan een verandering van maatschappelijke normen en waarden, zodat de mensen in hun gemeenschap huiselijk geweld en geweld tegen kinderen in toenemende mate afwijzen als maatschappelijk onaanvaardbaar. Lokale campagnes en initiatieven om de lokale gemeenschap te organiseren (waarbij zowel mannen als vrouwen en kinderen worden betrokken) teneinde maatschappelijke normen en waarden met betrekking tot opvoeding, geslacht en geweld te veranderen. Bij deze strategie wordt voortgebouwd op bestaande succesvolle ervaringen en worden samen met buurt- en immigrantenverenigingen campagnes in de media en discussiegroepen voor vaders respectievelijk moeders georganiseerd. De derde groep strategieën is bedoeld om te beïnvloeden hoe de overheid zich in de praktijk opstelt (bijvoorbeeld het soort programma’s waarvoor men kiest wanneer er middelen zijn), met een nadruk op de besluitvorming in de gemeenten. De beoogde resultaten zijn als volgt: Meer gemeenten zetten huisbezoek in als instrument en meer sociaal-economische achterstandsgezinnen met kinderen jonger dan 4 worden er mee bereikt. Meer gemeenten koppelen andere diensten aan huisbezoek en het aantal verwijzingen naar deze diensten stijgt. Huiselijk geweld tegen kinderen wordt vaker in een vroeg stadium gesignaleerd en gemeld. Om deze resultaten te behalen, worden onder meer de volgende strategieën ontplooid:
Bernard van Leer Foundation – Strategie Tegen Kindermishandeling Nederland – Aangenomen in oktober 2010
Pagina 3 uit 6
1. Documentatie en evaluatie van programma’s voor huisbezoek gekoppeld aan andere sociale diensten. Door te investeren in wetenschappelijk onderbouwde evaluaties die inzicht geven in de kosten en baten van bestaande programma’s voor huisbezoek gekoppeld aan sociale diensten (zoals arbeidsmarktbemiddeling, gezondheidszorg, kinderopvang) zou een pakket van alternatieven kunnen worden ontwikkeld dat belangenbehartigers kunnen voorleggen aan gemeenten in het hele land. 2. Initiatieven om gemeenten aan te sporen programma’s voor huisbezoek te koppelen aan andere sociale diensten, zoals arbeidsmarktbemiddeling, consultatie bij verslavingsproblematiek, slachtofferhulp, opvoeding, gezondheidszorg, ziektekostenverzekering, geboortebeperking en voorschoolse educatie (kinderopvang en speelgroepen). 3. Ontwikkeling en implementatie van de Regionale Aanpak Kindermishandeling. Wij ondersteunen de ontwikkeling en invoering van een landelijk signalerings- en opsporingssysteem door het Nederlands Jeugdinstituut.
Evaluatie We evalueren voortdurend op drie niveaus: financiering van afzonderlijke projecten; clusters van gefinancierde projecten met onderlinge samenhang; en de strategie als geheel. Hieronder wordt beschreven hoe de voortgang ten opzichte van het overkoepelende doel en de beoogde resultaten wordt gemeten. De nulmeting en verandering in de tijd zijn gebaseerd op drie belangrijke doorlopende onderzoeksstromen. Dat is ten eerste de Nationale Prevalentiestudie Kindermishandeling van de Universiteit Leiden. Dit onderzoek levert gegevens op die een indicatie geven van de mate van kindermishandeling in gezinnen of van huiselijk geweld waar kinderen getuige van zijn. Ook worden met dit onderzoek gegevens gegenereerd over aanverwante variabelen met betrekking tot gespannen gezinssituaties, zoals werk en inkomen, opleidingsniveau van ouders, de gezondheid in het gezin enzovoort. Wij hebben dit onderzoek niet gefinancierd maar zullen wellicht aanvullende analyses financieren om bevindingen omtrent kinderen uit sociaal-economische achterstandsmilieus en specifieke gemeenten verder te ontleden. Ten tweede het onderzoek naar de publieke opinie omtrent huiselijk geweld en kindermishandeling. Wij financieren een representatief steekproefonderzoek waarbij respondenten in korte telefonische interviews vragen wordt voorgelegd over deze onderwerpen. Dit onderzoek kan ten behoeve van de interpretatie van de uitkomsten worden aangevuld met focusgroepen. De informatie die zo wordt verzameld, stelt ons in staat om te meten in hoeverre er een verandering plaatsvindt in de publieke opinie en de normen en waarden in de samenleving omtrent opvoeding, geslacht en geweld.
Bernard van Leer Foundation – Strategie Tegen Kindermishandeling Nederland – Aangenomen in oktober 2010
Pagina 4 uit 6
Het derde onderdeel van het onderzoek is een inventarisatie van systemen en beleid. Hiermee wordt gemeten in hoeverre prioriteiten bij de overheid (landelijk en gemeenten) veranderen, hoeveel geld er beschikbaar wordt gesteld, en welke programma’s en diensten worden aangeboden aan kinderen en gezinnen. Dit onderzoek loopt ten dele al met het doel om meer inzicht te krijgen in de nieuwe prioriteiten van de overheid. Er is echter uitgebreider onderzoek nodig; dit zal onder meer bestaan uit een verkenning van bestaande informatie en gerichte interviews in 2011 met politici en ambtenaren. Evaluatie-indicatoren 1. Politici en overheden tonen blijvende belangstelling in de thema’s huiselijk geweld en kindermishandeling; 2. Normen en waarden in de samenleving omtrent opvoeding, geslacht en geweld veranderen; 3. Gemeenten bieden bij voortduring kwalitatief goede programma’s voor huisbezoek gekoppeld aan andere diensten. i
VAN DIJK, T., FLIGHT, S., OPPENHUIS, E. en DUESMANN, B. (1997), Huiselijk geweld. Aard, omvang en hulpverlening, Den Haag ii Ferwerda, H (2007). Met de deur in huis; Omvang, aard, achtergrondkenmerken en aanpak van huiselijk geweld in 2006 op basis van landelijke politiecijfers. Arnhem/Dordrecht: Advies- en onderzoeksgroep BEKE iii Van IJzendoorn,MH, Prinzie P, Euser EM, Groeneveld MG.ea. (2007), Kindermishandeling in Nederland Anno 2005. De Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen. (NPM-2005) Universiteit Leiden
Bernard van Leer Foundation – Strategie Tegen Kindermishandeling Nederland – Aangenomen in oktober 2010
Pagina 5 uit 6