N H
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost S
Opgesteld in opdracht van de Gemeente Houten en de Gemeente Nieuwegein namens de Enveloppecommissie Linieland. Eindrapportage | H+N+S Landschapsarchitecten | 28 maart 2011
N H
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost S
Opgesteld in opdracht van de Gemeente Houten en de Gemeente Nieuwegein namens de Enveloppecommissie Linieland. Eindrapportage | H+N+S Landschapsarchitecten | 28 maart 2011
4
Laagraven Oost - huidige situatie
7
• Samenvatting
8
1 Introductie in de opgave aanleiding, vraag en werkwijze
14
2 Van analyse naar opgaven samenvatting gebiedsverkenning en beleidsanalyse
20
3 Kwaliteiten beschrijving van de gebiedskwaliteiten
30
4 Scenario’s 3 ruimtelijke ontwikkelingsmodellen, afwegingskader en koers
40
5 Visie beschrijving en inzet landschapsvisie Laagraven Oost
52
6 Tot slot vervolgopgaven en aandachtspunten voor het vervolg
62
• Literatuurlijst en Colofon
75
• Bijlagen
A. Gebiedsverkenning en beleidsanalyse
B. Beschrijving scenario’s
C. Afwegingskader scenario’s - Voorkeursmeting (bbn adviseurs)
5 H+N+S Landschapsarchitecten
• Voorwoord namens de voorzitter van de Enveloppecommissie Linieland
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Inhoudsopgave
6
Het gebied ligt nu ingeklemd tussen (snel)wegen, het Amsterdam-Rijnkanaal en de verstedelijking van Utrecht, Nieuwegein en Houten. De wandel- en fietsverbindingen bij de Plofsluis en Kasteel Heemstede zijn essentieel. Zij verbinden Laagraven met de omgeving en zorgen dat bezoekers het gemakkelijk kunnen bereiken. Zo slagen wij erin de verbindende werking van het landschap en de forten van de Waterlinie te versterken. Het Nationale Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie kan zo in een keer worden beleefd. De beide gemeenten Nieuwegein en Houten hebben met de visie een gezamenlijke ambitie neergelegd voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied. Die samenwerking en het proces om te komen tot de visie, wekt vertrouwen voor de toekomst van Laagraven Oost.
Herman Geerdes Voorzitter Enveloppecommissie Linieland
7 H+N+S Landschapsarchitecten
De Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost is een gezamenlijke ambitie van de Enveloppecommissie Linieland, de gemeente Nieuwegein en de gemeente Houten. De visie stelt behoud en ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie voorop. Het is belangrijk om, tussen de oprukkende verstedelijking, oog te houden voor het landschap en de behoefte aan recreatie dichtbij de stad. Laagraven Oost heeft unieke landschappelijke kwaliteiten, een rijke cultuurhistorie en volop recreatieve potentie. Juist vanwege die kwaliteiten en de ligging aan de stadsrand, kan het worden ontwikkeld tot een divers en aantrekkelijk recreatiegebied met regionale betekenis. Ook is er ruimte voor kleinschalig wonen en werken in het landschap. Laagraven kan zo uitgroeien tot een landschapspark dat onderdeel is van het stedelijk landschap.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Voorwoord
van kwaliteiten en koers... Kwaliteitskaart
Koerskaart
8
Voor een uitgebreide toelichting van de Kwaliteitskaart, zie blz. 37 (H3)
Voor een uitgebreide toelichting van de Koers, zie blz. 51 (H4)
zone wat echter niet past bij de ambitie van een kwaliteits- en betekenisvol
De gemeenten Houten en Nieuwegein hebben namens de Enveloppecom-
groengebied. Het gebied kent bijzondere plekken en kwaliteiten die echter te
missie Linieland aan H+N+S Landschapsarchitecten gevraagd een integrale
weinig bekendheid genieten en in de ontluikende stedelijke dynamiek lang-
landschapsvisie voor het gebied Laagraven-Oost op te stellen. Laagraven-Oost
zaam lijken onder te sneeuwen. Deze plekken vragen om een (nieuwe) krach-
ligt als een groene buffer ingeklemd tussen de A12, de A27, het Amsterdam
tige, onderlinge samenhang.
Rijnkanaal en de Laagravenseweg, tussen Utrecht, Houten en Nieuwegein. Het
Daarbij komt dat het gebied is omgeven door zware infrastructuur en wordt
gebied maakt onderdeel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW).
omringd door bedrijvigheid: het kent een geïsoleerde ligging. Laagraven Oost
Helaas is de NHW in het grootste gedeelte van het gebied nauwelijks ervaar-
ligt vlakbij de stad maar is voor recreanten slecht bereikbaar. Er zijn weinig
baar. De restanten van het Werk aan de Overeindse Weg en het inundatieka-
aantrekkelijke routes voor langzaam verkeer vanuit de omliggende woongebie-
naal zijn geen sterke ruimtelijke dragers van het gebied. Bijzondere aandacht
den naar het gebied. Ook in het gebied zelf moet de recreatieve dooradering
geldt het actief zoeken naar eigentijdse functies voor duurzaam behoud, zowel
worden versterkt. Ontbrekende schakels zijn de brug over het ARK bij de
betrekking hebbend op de forten als het waterlinielandschap. Het duurzaam
Plofsluis, een verbinding onder de A12 bij het Inundatiekanaal alsook een brug
vastleggen van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten (bv. de inun-
over de A27 in de as van Kasteel Heemstede. Zonder deze verbindingen heeft
datievelden) inclusief het behoud van (enige mate van) transparantie geldt als
Laagraven Oost als aantrekkelijk regionaal groen- en recreatiegebied eigenlijk
grote opgave.
geen kans.
Deze integrale landschapsvisie is bedoeld om invulling te geven aan de ambitie
In de regio en nabij de stad Utrecht is sprake van een tekort aan recreatie in
het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in landschappelijk, cultuur-
het groen gericht op ontmoeting, gezelligheid, avontuur en uitdaging. Door
historisch en recreatief opzicht in het plangebied te versterken. Daarnaast zijn
de ligging en de gebiedskwaliteiten heeft Laagraven Oost potentie wel de als
vanuit verschillende overheden en marktpartijen visies en initiatieven voor
recreatief uitloopgebied voor de stedelijke regio. Dit pleit voor toevoeging
het gebied neergelegd. Het gaat om vrij abstracte visies (ambitiedocumenten,
van recreatieve trekkers en leisurefuncties, aanvullend op de behoefte aan
beleidsnota’s), maar ook om concrete initiatieven met name op het gebied van
recreatie op het platteland als wandelen, fietsen, themaroutes, pleisterplaatsen
woningbouw en recreatie. De integrale landschapsvisie Laagraven-Oost moet
en rustpunten.
dus ook voorzien in de behoefte aan een eenduidige visie voor het gebied die als sturingskader richting geeft aan ruimtelijke ontwikkelingen op de mid-
De gebiedskwaliteiten vastgelegd
dellange en de lange termijn. De visie is daarbij een belangrijke kwalitatieve
Op basis van de analyse (onder meer de Provincie Utrecht opgestelde ‘Kwa-
bouwsteen voor het project A12 Centraal, dat weliswaar een groter gebied
liteitsgids Nationale Landschappen – Katern Waterlinies’) is een ruimtelijke
betreft en een langere planhorizon kent, maar voor de toekomst van Laagraven
kwaliteitskaart opgesteld. De ruimtelijke kwaliteitskaart fungeert als toet-
Oost van cruciaal belang is.
singskader voor de ruimtelijke ontwikkelingen. In deze kwaliteitskaart zijn de zogenaamde vaste waarden genoteerd, recht doend aan de bijzondere gebieds-
Behoefte aan meer ruimtelijke samenhang
kwaliteiten op het gebied van landschap en cultuurhistorie. Belangrijke zaken
Met de integrale landschapsvisie wordt een helder beeld gepresenteerd van de
die zijn vastgelegd in de kwaliteitskaart zijn de verdedigingslijn (de hoofdweer-
gewenste ruimtelijke structuur en identiteitsdragers van het gebied. Het gebied
standslijn), grote delen van de inundatievelden, het acces, de Batterij aan de
kent nu een rommelig, onsamenhangend karakter passend bij een stadsrand-
Overeindseweg en een aantal kleinere militaire en waterbouwkundige objecten.
9 H+N+S Landschapsarchitecten
Behoefte aan een sturingskader voor ontwikkeling
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Samenvatting
Visiekaart
...naar stedelijk landschaps park... 10
Voor een uitgebreide toelichting van de Visieonderdelen, zie hoofdstuk 5 (vanaf blz. 55)
schappen. Inzetten op het verbeteren van de recreatieve ontsluiting naar de
(horeca) en culturele voorziening, ontwikkeling langeafstandsroute langs de
omgeving voor langzaam verkeer is essentieel (Plofsluisbrug over Amster-
hoofdweerstandslijn) zijn in de visie geïntegreerd. Maar er zijn meer waarden
dam-Rijnkanaal, verbinding bij Kasteel Heemstede over A27 en verbinding
waar in het doorontwerpen rekening mee dient te worden gehouden. Andere belangrijke kwaliteitsdragers zijn het Amsterdam-Rijnkanaal met begeleidende
bij inundatiekanaal onder de A12 door). > Het gebied krijgt niet 1 (nieuwe) gebiedsidentiteit maar uitgegaan wordt
bomenlanen, kasteel Heemstede, de oude verkavelingsstructuur en de cultuur-
van het huidige landschap met het bestaand complex aan identiteitsdragers
historische linten. Ook is een aantal vrij zichtlijnen vastgelegd.
(NHW, lintjes, kasteel, boomgaarden, enz.). Hoofdopgave is het bestaande
Belangrijk onderdeel van de visie is het zichtbaar maken van de stroomrug
landschap geschikt te maken voor een breder palet aan gebruiksmogelijkhe-
(het acces) en het contrast met de open, natte inundatievelden. Dit verhoudt
den, o.a. recreatief. Het gebied moet toegankelijk/doorgankelijk zijn en er
zich lang niet overal goed met gebouwde ontwikkelingen. Zo worden stedelijke ontwikkelingen direct ten oosten van de HWL binnen een zone van zo’n 250
moet wat te beleven zijn. > Nieuwe functies zijn nodig om het gebied interessanter attractiever te ma-
meter uitgesloten. Verder is aan de oostzijde van de Batterij aan de Over-
ken, duurzaam betekenis te geven maar ook om het proces van gebiedsont-
eindseweg binnen de verboden kring van 300m. ook geen nieuwe bebouwing
wikkeling op gang te krijgen. Investeren in de groene kwaliteiten (om het
toegestaan (enkele kavels in het lint uitgezonderd). Bebouwde ontwikkeling
gebied robuuster te maken) is noodzakelijk. Dit vraagt om externe kosten-
buiten deze zones (aangeduid als deelgebied 2a) is mogelijk mits het land-
dragers. Het ‘wat wil je’ en ‘wat kun je’ moet in balans gebracht worden.
schappelijk karakter wordt versterkt en niet aangetast. In de verboden kring
> Het gebied krijgt heel verschillende themagebieden, waar de vulling met
van 300m. tot 600m. wordt voorgesteld de bebouwing in hout uit te voeren.
bijzondere woon-, werk-, en recreatiemilieus en voorzieningen zich naar
Voor bebouwing in de inundatievelden worden bijzondere vormen voorgeschre-
schikt. Het ontwikkelingsgebied gelegen aan de westelijke, veilige kant van
ven (op eilandjes, op poten, drijvend), zonder structuurvorming in de zin van
het inundatiekanaal, tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de Laagravense-
los verspreid. Voor woonbebouwing geldt een kleine korrel. Grote bebouwings-
weg wordt ook als apart themagebied beschouwd (deelgebied 1). Omwille
clusters/complexen zijn in het waterlinielandschap (deelgebieden 2a/2b)
van de leesbaarheid van het linieconcept, wordt hier ruimtelijke verdichting
uitgesloten.
Laagraven Oost als ‘stedelijk landschapspark’
nagestreefd door middel van bebouwing. Hier kan een vrij compact stedelijk milieu gerealiseerd worden. Verder zijn er drie gebieden die een meer groen en ontspannen karakter krijgen en waar wonen, werken en recreëren
Op basis van een weging van de onderscheiden landschappelijke kwaliteiten
kan worden gemengd. Het gaat om de volgende deelgebieden: 2) het natte
en de opgestelde mogelijke ontwikkelingsmodellen (scenario’s) is de volgende
inundatielandschap van de Waterlinie, 3) het landschap van de stroomrug/
koers voor Laagraven Oost ontwikkeld:
het boomgaardenlandschap, 4) het landschap van kasteel Heemstede en 5)
> Laagraven Oost is een ‘stedelijk landschapspark’: een veranderzone met een hoofdzakelijk groene signatuur, die ten dienste staat van de stedelijke
de linten. > De 5 themagebieden zijn in het visiedeel uitgewerkt en getypeerd naar sfeer,
omgeving, en die plaats biedt aan bijzondere in de zin van onderscheidende
zowel wat betreft landschapsbeeld als het sfeerbeeld en het programma. Het
woon- en werkmilieus en recreatievoorzieningen. Landschap & cultuurhisto-
is belangrijk dat bij de ontwikkeling van deze gebieden deze verschillen in de
rie zijn echter leidend.
gebiedskarakteristieken worden gewaarborgd. Dit neemt niet weg dat bij de
> Laagraven Oost heeft een springplankfunctie als uitloopgebied in de directe
uitwerking binnen elke enveloppe (bewust) nog behoorlijk wat ontwikkelings-
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
nabijheid van Houten, Nieuwegein en Utrecht, richting de omringende land-
wikkeling Batterij aan de Overeindseweg in een combinatie van een recreatieve
11 H+N+S Landschapsarchitecten
Lopende ontwikkelingen ter versterking van de beleving van de NHW (heront-
...op weg naar realisatie!
12
knoppen gedraaid kan worden en bedoeld om in een vervolgtraject gericht de
drager voor de gewenste landschappelijke en recreatieve ontwikkeling. Laag-
discussie aan te kunnen gaan om de kansen op economische uitvoerbaarheid te
raven kan hiermee een bijdrage leveren aan de regionale woningbehoefte. Op
vergroten.
lokale schaal kan Laagraven voorzien in de behoefte aan een landelijk groen
Om het plan haalbaar te maken is het nodig verder te fine-tunen zowel aan de
woonmilieu, een woonmilieu waar met name vanuit de gemeente Nieuwegein
kostenkant (slim zijn in de aankoop van grond), als aan de opbrengstenkant
behoefte aan is. Ingeschat wordt dat het woonmilieu door de kleinschaligheid
(inzet marktpartijen/subsidiemogelijkheden). Voor de vervolgfase wordt aanbe-
en de ligging nabij de stad, een aanvulling is op de woningbouwontwikkelingen
volen diverse marktpartijen, particulieren en/of initiatiefnemers intensief te be-
die in dezelfde periode in ontwikkeling zijn zoals bv. Rijnenburg.Toename van
trekken om het plan tegelijk verder uit te werken als in financieel-economische
programma in het gebied leidt tot toename van autoverkeer. Dit geldt voor
en sociaal-maatschappelijke zin haalbaar te maken. Daarbij kan worden geke-
woningbouw en in mindere mate voor recreatie (omdat deze vooral verkeer
ken naar extra woningbouw of recreatie als kostendrager voor het landschap.
aantrekt buiten de spits). De wegenstructuur rond het gebied moet echter
Toevoegen van bouwprogramma kent wel een omslagpunt in verband met het
sowieso worden aangepast. Ook Liesbosch en Hoograven hebben last van een
maximale laadvermogen van het concept ‘stedelijk landschapspark’. Op een
toenemende verkeersdruk en steeds langer durende spitsperioden op de wegen
gegeven moment komen de inhoudelijke ambities van het plan al te zeer onder
van en naar de A12. Verstandig is om in groter verband (bijvoorbeeld A12
druk te staan. Het hierin vinden van een goed optimum is de opgave voor de
Centraal), te kijken naar structurele oplossingen hiervoor. Voor dergelijke ver-
komende fase.
keersaanpassingen dient externe financiering te worden gevonden.
Op weg naar realisatie
De integrale landschapsvisie behoeft nadere uitwerking tot een integraal ruimtelijk plan, een gebiedsvisie, waarin alle aspecten van de ruimtelijke ordening,
Met het vaststellen van deze visie wordt voor Laagraven-Oost een koerswij-
zoals verkeer programma, duurzaamheid verder zijn uitgewerkt tot een samen-
ziging in het beleid voorgesteld. Deze zal in het vervolg planologisch vertaald
hangend plan. Deze gebiedsvisie zal vervolgens planologisch moeten worden
moeten worden op provinciaal en lokaal niveau. Om deze visie werkelijkheid te
verankerd. De provincie zal ten aanzien van de in deze visie voorgestelde koers
laten worden zijn er verschillende strategieen denkbaar. Zo kan er een be-
in het kader van de nieuwe Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie nog een
oordelingskader voor initiatieven nader worden uitgewerkt, zodat initiatieven
integrale afweging maken. De gemeenten Houten en Nieuwegein zullen in goed
vanuit het gebied kunnen worden getoetst en tot ontwikkeling kunnen komen.
overleg met andere overheden en belanghebbenden een zorgvuldig planproces
Daarnaast kan in het gebied de ontwikkeling actief in gang worden gezet.
voor het vervolg moeten opzetten.
Hiervoor zijn vele partijen aan zet: overheden, grondeigenaren en belanghebbenden. Tijdens het planproces zijn met de belangrijkste stakeholders en grondeigenaren bijeenkomsten georganiseerd. De visie is nog niet met burgers afgestemd en gecommuniceerd. Dit vind in een later stadium plaats. Op basis van de visie is een voorbeelduitwerking gemaakt voor de mogelijke ontwikkeling van het gebied. Deze vormt de basis voor een globale financiële doorrekening. De huidige berekening is nog niet bedoeld om de economische
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
uitvoerbaarheid aan te tonen maar is een instrument om te kijken aan welke
13 H+N+S Landschapsarchitecten
ruimte is gelaten. In de visie voor Laagraven-oost is ruimte voor kleinschalig wonen als kosten-
14
1. Introductie in de opgave
De gemeenten Houten en Nieuwegein hebben in opdracht van de Enveloppecommissie Linieland aan H+N+S Landschapsarchitecten uit Amersfoort gevraagd een integrale landschapsvisie voor het gebied Laagraven Oost op te stellen. Laagraven Oost is het gebied gelegen tussen de A12, de A27, het Amsterdam Rijnkanaal en de Laagravenseweg tussen Utrecht en Nieuwegein. Het gebied ligt als een groene buffer ingeklemd tussen de bebouwingskernen van Houten, Utrecht en Nieuwegein en maakt onderdeel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). In de gebiedsvisie Linieland – één van de zogenaamde enveloppen van de NHW zoals gedefinieerd in het Plan Krayenhoff – is het gebied getypeerd als een schakel tussen de enveloppen Kraag van Utrecht en VechtenRhijnauwen.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Aanleiding, vraag en werkwijze
15 H+N+S Landschapsarchitecten
1 Introductie in de opgave
Behoefte aan afstemming en sturing De integrale landschapsvisie Laagraven Oost is nodig omdat de ambitie bestaat het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in landschappelijk, cultuurhistorisch en recreatief opzicht te versterken. Daarnaast zijn vanuit verschillende overheden en marktpartijen visies en initiatieven voor het betreffende gebied neergelegd. Het gaat om vrij abstracte visies (ambitiedocumenten, beleidsnota’s), het regionale samenwerkingsproject A12 Centraal, maar ook om concrete initiatieven met name op het gebied van woningbouw en recreatie. Bij de betrokken gemeenten is behoefte aan een goede afstemming tussen de diverse initiatieven onderling en afstemming met het overheidsbeleid. De op te stellen integrale landschapsvisie Laagraven Oost moet voorzien in de behoefte aan een eenduidige visie voor het gebied, die richting geeft aan ruimtelijke ontwikkelingen op de middellange en de lange termijn en een goed antwoord geeft 16
Kasteel Heemstede
op openstaande vragen. En welke tevens een kwalitatieve bouwsteen vormt voor het project A12 Centraal. Een visie kortom als afstemmings- en sturingskader voor de periode 2010-2020 met een doorkijk naar 2040. Het eindproduct zal in een vervolgfase in de stap naar uitvoering nader worden uitgewerkt.
Van onsamenhangend naar een krachtige identiteit Maar er is meer aan de hand, de integrale landschapsvisie moet meer zijn dan een afstemmings- en sturingskader alleen. Al tijdens de eerste gesprekken alsook het eerste gebiedsbezoek bleek dat het gebied een heel rommelig, onsamenhangend karakter heeft, passend bij de werkelijkheid als stadsrandzone. Het gebied zelf is gefragmenteerd: de landschapsvisie moet daarin verandering moeten brengen. Daarbij komt nog dat het gebied omgeven is door zware infrastructuur en wordt omringd door bedrijvigheid: het kent daardoor een geïsoleerde ligging. Zowaar geen eenvoudige uitgangssituatie voor een functioneren als waardevol, goed functionerend groengebied. Bijkomende notie is dat het gebied Laagraven Oost weliswaar onderdeel uitConfrontatie recreatief en autoverkeer
maakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW), maar dat deze in het grootste gedeelte van het gebied nauwelijks ervaarbaar is. De grote forten (Fort Vechten, Fort ’t Hemeltje, Fort Jutphaas) en de karakteristieke Plofsluis liggen
allemaal net buiten het gebied. De restanten van het Batterij aan de Overeindseweg en het inundatiekanaal zijn op dit moment geen sterke ruimtelijke Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
noch identiteitsdragers van het gebied. Maar ze liggen er wel, geschikt om een veel krachtiger betekenis in het gebied te krijgen. Dit, gekoppeld aan de vorige notie, maakt dat het ontwikkelen van een duidelijke eigen en krachtige identiteit voor het gebied een grote opgave is. Maar wat is deze identiteit...? Hoe verhoudt het gebied zich tot de andere groengebieden in de regio en tot de stedelijke opgave van de regio. Hoe kan de NHW daar een (nieuwe) rol in spelen? De schaal van de NHW maar ook van de omgevingsfactoren (snelwegen, hoogspanningslijnen, enzovoorts) vraagt om een krachtig, ‘kloek’ antwoord in het landschapsontwerp. Dat is een belangrijke opgave in deze landschapsvisie. De opgave betreft feitelijk het ontwikkelen van nieuwe betekenislagen in het gebied, zodat het definitief een blijvend plekje in het Utrechts palet aan regionale groengebieden verwerft. Het gebied moet zich gaan ontwikkelen naar een
Recreatievoorzieningen rondom de zuidplas
parkgebied dat voor veel mensen, van dichtbij en verder weg echt betekenis
H+N+S Landschapsarchitecten
heeft als recreatief uitloopgebied. Wordt Laagraven Oost een park dat vooral als aaneenschakeling van routes betekenis heeft of wordt het ook echt een verblijfsgebied met ruimte voor intensievere vormen van recreatie en leisure? En zo ja, waarin zit dan de recreatieve attractiewaarde? En krijgt het gebied ook een betekenis voor de ontwikkeling van bijzondere woonmilieus? Het zijn dit soort vragen waar de integrale landschapsvisie een antwoord op moet geven.
Zicht op betaalbaarheid Tegelijk met de aandacht voor een goede inpassing van bestaande landschappelijke en historische kwaliteiten, behoud en versterking, speelt het ontwikkelen van nieuwe betekenislagen en het nadenken over het inpassen van actuele programma’s. Hierbij gaat het om ontwikkeling van aanvullende recreatieve programmering, maar bijvoorbeeld ook om het ontwikkelen van nieuwe natuur (als invulling van provinciaal ecologisch beleid). Maar ook de ontwikkeling van nieuwe woonmilieus is aan de orde zijn. Dit niet zozeer vanuit een kwantitatieve doelstelling, in de zin van grote productie, maar wel vanuit een kwalitatieve
17
Fietsverkeer Utrechtseweg
achtergrond. Het plangebied leent zich op zich prima voor de ontwikkeling van dergelijke ontspannen ‘landschappelijke’ woonmilieus. Woonmilieus waar vanuit de regio, maar met name vanuit de gemeente Nieuwegein behoefte aan is. Dat kan een reden op zich zijn. Wellicht is echter woningbouw ook nodig als medekostendrager voor de voorgestelde landschapsontwikkeling. Zo komt ook de betaalbaarheid van de ambities in beeld. Om deze reden is bij het opstellen van de landschapsvisie door H+N+S Landschapsarchitecten samenwerking gezocht met bbn adviseurs uit Houten. Tijdens het proces van de planontwikkeling heeft een check op hoofdlijnen van de haalbaarheid/betaalbaarheid van de plannen plaatsgevonden, door de inzet van de specialistische kennis van bbn adviseurs. De in de aanloop naar de landschapsvisie opgestelde scenario’s zijn zo niet alleen wat betreft programmering en ruimtelijk beeld maar ook wat betreft financiën en ontwikkelingsstrategie onderscheidend - en zo realistisch mogelijk - gemaakt. Daarnaast geldt dat de uiteindelijk ontwikkelde visie globaal op 18
Boomgaarde in Laagraven Oost
financiële haalbaarheid is getoetst in overleg met planeconomen van de beide gemeenten.
Gedragen product Belangrijk uitgangspunt voor de op te stellen integrale landschapsvisie is dat het één inhoudelijk gedragen ambitie is van de gemeente Houten, de gemeente Nieuwegein en de Enveloppecommissie Linieland. Daarnaast is het belangrijk dat ook de Provincie Utrecht inhoudelijk inbreng heeft geleverd ten behoeve van de landschappelijke en cultuurhistorische waardering van het gebied. De gestelde opgave om tot de Landschapsvisie Laagraven Oost te komen is ook in hoge mate procesmatig van aard. Door een zorgvuldig proces te volgen ligt met het voorliggend document een ambtelijk voorbereid product op tafel dat bestuurlijk breed gedragen is. Daarbij heeft een sondering bij de belangrijkste stake-holders heeft plaatsgevonden. Verder is de visie afgestemd met de Enveloppecommissie Linieland en is het kwaliteitsteam op twee momenten bij de totstandkoming betrokken. De visie is nog niet met burgers afgestemd en Boerderijen aan de Overeindsweg
gecommuniceerd. Dit zal in een later stadium plaats vinden.
Werkwijze en leeswijzer Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Om tot de voorliggende integrale landschapsvisie te komen is een gefaseerd planproces doorlopen. De weerslag daarvan is in dit document zichtbaar. De werkwijze is verlopen langs twee sporen. Het eerste spoor betreft een gedegen analyse. Op basis van een gebieds- en beleidsanalyse zijn ruimtelijke opgaven benoemd in hoofdstuk 2. Tevens is een gedegen analyse van de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten uitgemond in een kwaliteitskaart, waarin met name de kwaliteiten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en van het 17e eeuwse landgoederenlandschap maar ook de overige landschappelijke en cultuurhistorische waarden zijn vastgelegd. Deze Kwaliteitskaart is opgenomen in hoofdstuk 3. De basis voor deze analyse is de Kwaliteitsgids Waterlinie en de Kwaliteitsgids Utrechtse landschappen, opgesteld in opdracht van de Provincie Utrecht. Het tweede spoor betreft de scenario-ontwikkeling en de bepaling van een
19 H+N+S Landschapsarchitecten
kwalitatief programmatische voorkeursrichting op hoofdlijnen, de koers voor Laagraven Oost. Dit is samengevat in hoofdstuk 4. De uitgebreide gebieds- en beleidsanalyse en het scenario-onderzoek zijn terug te vinden in de bijlagen. Confrontatie van deze twee sporen in hoofdstuk 5 leidt tot de integrale landschapsvisie. Verfijning heeft plaats gevonden op de aspecten groen & ecologie, water, recreatie, ontsluiting, bebouwing/functies. In hoofdstuk 6 wordt een doorkijk gegeven naar een eventueel vervolg en worden aandachtspunten gegeven die bij het vervolg aan de orde zijn.
systematische werkwijze De gevolgde plansystematiek is schematisch als leeswijzer weergegeven
2. Samenvatting van de analyse
De koers zoals uitgewerkt in hoofdstuk 4 van deze landschapsvisie is gebaseerd op een tweetal pijlers. Allereerst is het gebied zelf uitgebreid bekeken, in de vorm van divers veldbezoek en kaartenstudies van de huidige en historische situatie. De gebiedskarakteristieken zijn vastgelegd in foto’s en diverse kaartbeelden. Daarnaast zijn diverse beleidsplannen en ambtelijke nota’s bestudeerd en onderzocht op hun uitspraken ten aanzien van het plangebied. Op basis van deze nota’s is een samenvatting gemaakt resulterend in diverse kaartbeelden. Deze samenvatting is integraal opgenomen in bijlage A. De belangrijkste conclusies passeren hieronder de revue. Deze conclusies ofwel opgaven zijn bouwstenen voor de scenario’s in hoofdstuk 3.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Gebiedsverkenning en beleidsanalyse
21 H+N+S Landschapsarchitecten
2Samenvatting van de analyse
1. Zoeken naar samenhang Laagraven Oost is een gebied met twee gezichten. Het gebied is enerzijds versnipperd, rommelig, aangetast, druk, soms troosteloos en mist een sterke identiteit... maar het kent tegelijkertijd prachtige stukken, is rijk aan fantastische verhalen en verstilde groene plekken! Je moet deze bijzondere plekken alleen wel weten te vinden, ze zijn helaas bij te weinigen bekend. Onbekend maakt onbemind; en dat is jammer, want bepaalde bijzondere gebiedskwaliteiten op het gebied van cultuurhistorie en landschap staan daardoor onder druk. Hier ligt een eerste belangrijke opgave voor de landschapsvisie in besloten.
Laagraven Oost kent bijzondere plekken en kwaliteiten die echter te weinig bekendheid genieten en in de dynamiek langzaam lijken onder te sneeuwen. Deze plekken vragen om een (nieuwe) krachtige, onderlinge samenhang. 22
2. Landschap van contrasten Het landschap van Laagraven Oost kent grote contrasten. Historisch en modern, bebouwing en landschap, rustig en druk, natuur en recreatie botsen vaak ruw op elkaar en dat werkt verveemdend. Aan het gebied is nooit vanuit een integrale visie en met liefde ontworpen. Het laat zich verklaren vanuit de positie van het gebied, als een perifier stadsrandzone, ingeklemd tussen infrastructuur. Het is zaak de charme van de uitersten in het gebied te behouden.
De nabijheid van het landschap en de stad en de onderlinge contrasten is een grote kwaliteit. Soms is de ontmoeting tussen infrastructuur en landschapsschoon, tussen historische kwaliteit en moderniteit, wel erg koud en hard en verdient deze in het ontwerp meer aandacht en liefde.
3. Recreatieve routes De stad is dichtbij: de bebouwing van Utrecht, Nieuwegein en Houten is vanuit vrijwel het gehele gebied zichtbaar. Tegelijkertijd is de stad ook ver weg. Vanuit De topografische kaart van Laagraven Oost
Houten, Nieuwegein moet eerst grootschalige infrastructuur gepasseerd worden
In de regio en nabij de stad Utrecht is sprake van een tekort aan recreatie in
Realisatie van voldoende en aantrekkelijke routes voor langzaam verkeer is een
het groen gericht op ontmoeting, gezelligheid, avontuur en uitdaging. Dit pleit
cruciale opgave. Daarnaast toont een inventarisatie in de Kromme Rijnstreek
voor toevoeging van een recreatieve trekkers en/of recreatieterreinen. Dit aan-
aan dat er behoefte is aan lange afstandsroutes voor wandelaars en fietsers
vullend op de behoefte aan recreatie op het platteland als wandelen, fietsen,
Specifiek worden routes in Linielandschap genoemd en met name de verbinding
themaroutes, pleisterplaatsen, rustpunten. Door de ligging en de gebiedskwali-
tussen de forten Honswijk en Vechten.
teiten heeft Laagraven Oost potentie als uitloopgebied voor de stedelijke regio.
Dooradering van het gebied: recreatieve beleving vraagt om een goede dooradering van routes voor langzaam verkeer. Hierin wordt al deels voorzien middels de bestaande linten en de fietsroutes.
Laagraven Oost ligt vlakbij de stad maar is toch voor recreanten slecht bereikbaar: er zijn maar weinig aantrekkelijke routes voor langzaam verkeer vanuit de omliggende woongebieden naar het gebied. Ook in het gebied moet de recreatieve dooradering verder worden versterkt.
Laagraven Oost krijgt meer en meer een functie als recreatief uitloopgebied. Deze ontwikkeling vraagt om een samenhangend ruimtelijk concept voor Laagraven Oost als recreatief groengebied met intensieve en extensieve recreatie. Van belang is daarbij vast te leggen welk recreatief profiel en welke identiteit wordt beoogd (ook ten opzichte van de andere groengebieden in de regio).
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
of een bedrijvenstrook, vaak beide, alvorens het gebied pas bereikt wordt.
23 H+N+S Landschapsarchitecten
4. Recreatief profiel Een analyse van historische kaarten laat zien dat de omgeving van het plangebied in anderhalve eeuw tijd vrijwel volledig is getransformeerd. Het gebied zelf is temidden van die omgevingsdynamiek verrassend gaaf gebleven. Het heeft te maken met de kringenwet die lang nog van kracht was (en waardoor in de schootsvelden van de forten niet gebouwd mocht worden) en daarnaast met de versnipperend werking van de omringende grootschalige infrastructuur. De historische kavelstructuur is in het gebied nog behoorlijk goed zichtbaar en het grondgebruik kent nog overwegend een agrarisch karakter: de verschillen in de landschappelijke ondergrond (met de hogere oeverwalgronden en de lager gelegen, zwaardere komgronden) zijn goed zichtbaar in het grondgebruik, met een afwisseling van boomgaarden, akkers en weidegronden. Maar de stad doet stilaan toch haar intree in Laagraven Oost. Niet door de bouw van nieuwe woningen, alhoewel ontwikkelaars al wel grondposities hebben ingenomen, maar door diverse recreatieve voorzieningen die hun intrede doen, zoals de golfbaan en de recreatieplassen. Tot op heden verschijnen die functies nog vrij willekeurig en verspreid over het gebied.
Hoe gaat Laagraven Oost zich verhouden tot de overige recreatie- en groengebieden in de omgeving?
5. Nieuwe Hollandse Waterlinie Laagraven Oost is onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterinie. De landschappelijke en cultuurhistorische betekenis van de NHW vereist bijzondere aandacht in de ruimtelijke visie. Conform Het Linieperspectief ‘Panorama Krayenhoff’ vereist de linie een bepaalde mate van openheid. In de inundatiegebieden is duurzame grondgebonden landbouw mogelijk in combinatie met natuur, recreatie en water. In de uitwerking van het Panorama Krayenhoff voor de enveloppe Linieland – waar Laagraven onderdeel van uitmaakt - is door Vista voorgesteld om inhoud te geven aan de gewenste museale functie van het ensemble, door in te zetten op herbestemming van de forten, het zichtbaar maken van de historische samenhang en door ontwikkeling van een verbindend en fijnmazig netwerk van paden met een doorgaande ‘linieroute’ (fiets/wandel) en een ‘inundatiepad’ (wandel). Belangrijke ontbrekende schakels zijn de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal bij de Plofsluis en over de A27 in de as van Kasteel 24
Heemstede.
Laagraven Oost is onderdeel van de NHW. Uitgangspunt is het hanteren van het Linieperspectief dat zich richt op een herkenbare hoofdweerstandslijn, geflankeerd door open velden in het oosten (de inundatievelden en de schootsvelden rond de forten) versus landschappelijke of stedelijke verdichting in het westen. Bijzondere aandacht geldt voor het actief zoeken naar eigentijdse functies voor duurzaam behoud, zowel betrekking hebbend op de forten als het inundatielandschap. De opgave is het duurzaam vastleggen van de inundatievelden inclusief het behoud van (enige mate van) transparantie.
Helemaal boven: principe profiel van de NHW en de huidige situatie Boven: het acces over de hoger gelegen gronden wordt verdedigd door de vooruitgeschoven post van fort Jutphaas: de werken aan de Overeindseweg
In de bestaande situatie valt op dat Laagraven Oost een nog overwegend groen
De ambitie van een ecologische verbinding door het plangebied vergt nadere
en open karakter heeft. Redenerend vanuit vigerend overheidsbeleid staat vast
uitwerking. Lokale ontwikkeling ter versterking van ecologische waarden is van
dat het gebied een overwegend groene, en vrij transparante/open inrichting
belang, o.a. gekoppeld aan de Waterlinie. Anno 2010/2011 vindt een landelijke
houdt, onder meer voortkomend vanuit de aanduiding als onderdeel van het
herijking Ecologische Hoofdstructuur (EHS) / Ecologische Verbindingszones
Nationaal Landschap van de NHW. De bedoeling is daarbij wel het gebied meer
(EVZ) plaats, In het vigerend beleid (Streekplan tot 2015) betreft het een
betekenis te geven als recreatief uitloopgebied, enerzijds door het beter aan
natte EVZ die de Heuvelrug, het Kromme Rijn-gebied en het rivierengebied/
de omgeving te verankeren voor langzaam verkeer en anderzijds door meer
Groene Hart aaneenschakelt. Deze is ruimtelijk gekoppeld aan het inundatie-
recreatieve en eventueel leisure functies in het gebied een plek te geven. In
kanaal, en loopt van Lunetten via Laagraven Oost en verder langs het Amster-
veel beleidsplannen wordt het belang van voldoende, goede en aantrekkelijke
dam-Rijnkanaal, westwaarts langs de A12 richting het Groene Hart (de Polder
langzaamverkeersroutes vanuit de stad naar het gebied genoemd. Een aan-
Rijnenburg). Een optie is de extra ecologische verbindingszone van het Krom-
tal gewenste verbindingen keert in meerdere plannen terug: bij de Plofsluis
me Rijngebied via Fort Vechten en Fort ’t Hemeltje naar het inundatiekanaal.
richting Fort Jutphaas en verder Nieuwegein in en bij de oude as van Kasteel
Het verkleinen van de barrièrewerking van de A12 en de A27 door de aanleg
Heemstede richting Houten. Deze projecten liggen weliswaar grotendeels bui-
van faunapassages – in het kader van het ontsnipperingsbeleid van Rijkswater-
ten het plangebied maar leveren een zeer grote bijdrage aan de verbetering
staat – vormt hier een belangrijk onderdeel van. Het inundatiekanaal heeft ze-
van de bereikbaarheid vanuit Nieuwegein en verdient zodoende de volle onder-
ker ecologische kwaliteiten maar als gevolg van het gefragmenteerde karakter
steuning in de landschapsvisie.
(de doorsnijding door infrastructuur en met name de A12) functioneert deze op
Laagraven Oost is een groene schakel – in ecologisch en recreatief opzicht - tussen de omliggende open landschappen; de inrichting dient daarbij aan te sluiten. Daarnaast is het gebied een springplank om vanuit de omliggende stadswijken snel, comfortabel en aantrekkelijk in het buitengebied te komen. Dit vraagt om goede verbindingen en een groene basistoon voor de gebiedsinvulling.
dit moment niet optimaal. Lokale ontwikkeling ter versterking van ecologische waarden is van belang, o.a. gekoppeld aan de Waterlinie. Op provinciaal niveau vindt momenteel een herijking van de EVZ plaats.
Conform de vigerende provinciale structuurvisie, wordt in Laaggraven Oost een natte ecologische verbindingszone nagestreefd in noord-zuid richting, gekoppeld aan het inundatiekanaal. Verder is een mogelijke droge EVZ vanuit Laagraven Oost over de A27 richting ‘t Hemeltje en bos Nieuw Wulven een interessante toevoeging, onder andere voor vleermuizen. Bij de A12 en A27 vragen ontsnipperingsmaatregelen de aandacht om de barrièrewerking van deze snelwegen tegen te gaan. Deze maatregelen moeten genomen worden in het kader van de geplande verbreding/reconstructie van de A12 (Ring Zuid) en de A27 door Rijkswaterstaat.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
7. Ecologie
25 H+N+S Landschapsarchitecten
6. Verbindingen naar omgeving
26
8. Waterkwaliteit en -kwantiteit
9. De rol van de landbouw
Water is een belangrijke drager in de ruimtelijke ordening. Schoon water is van
De landbouw is in de huidige situatie een belangrijke functie in Laagraven Oost
levensbelang, onder meer voor de ecologische kwaliteiten van een gebied en
en verdient ook in de toekomst een plek. Stadslandbouw kan een interessante
heeft belangrijke esthetische en recreatieve waardes. Een goed watersysteem
programmatische toevoeging aan het gebied als recreatief uitloopgebied zijn.
is van belang om droge voeten te houden in natte tijden van zware neerslag
Initiatieven als kamperen bij de boer, zorgboerderijen, pluktuinen, eten bij de
maar ook om in lange droge periodes voldoende schoon zoet water voorhanden
boer, verkoop van ambachtelijke producten, enz. vergroten de attractiviteit van
te hebben bijvoorbeeld voor beregening van het landbouwareaal. Als gevolg
het gebied en vormen een verbreding onder het economisch draagvlak van de
van vergaande verstedelijking en klimaatverandering staat het watersysteem
betrokken ondernemers en vergroten zo de overlevingskansen. Deze gedachte-
in Nederland onder druk, zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht. Om de
lijn is conform de Ruimtelijke Visie Houten. Het platteland moet, aldus de visie,
wateropgave blijvend het hoofd te bieden – kwalitatief en kwantitatief – is het
op zoek naar nieuwe of andere economische activiteiten, met kansen voor: de
nodig meer ruimte in te ruimen voor water. In de Gebiedsvisie Linieland van
grote behoefte aan recreatie, de NHW, natuurontwikkeling, verbreding van de
Vista is sprake van een noodzakelijke zone van 25 ha. voor waterberging en
landbouw (stadslandbouw, landbouwproducten) en landelijk wonen. Maar de
natte natuur, een functie die wordt gekoppeld aan de voormalige inundatie-
landbouw heeft ook een belangrijke rol als hoeder van het landschap. Een uit-
velden. Deze claim is niet nader onderbouwd. In de Gebiedsvisie wordt voor-
gekiende inpassing van boeren kan ook financieel grote voordelen bieden. Als
gesteld het wateroverschot in de winter vast te houden. Via deze weg kan de
gevolg hiervan hoeft minder grond te worden aangekocht, hoeft minder grond
waterkwaliteit verbeterd worden en zal meer schoon water beschikbaar komen
te worden ingericht tot groen-/recreatiegebied en hoeft ook minder grond te
voor de fruit- en boomtelers.
worden beheerd als groen-/recreatiegebied. Dit levert financieel voordeel op;
Voor Laagraven Oost wordt een strategie bepleit waarin meer ruimte wordt geboden aan waterberging en natte natuur. Door de voormalige inundatievelden een functie te geven in het watersysteem, voor waterberging (zowel piekberging als seizoensberging) en zuivering, krijgen ze een nieuwe betekenis. Via deze weg kan de waterkwaliteit verbeterd worden voor natuur, recreatie en voor de fruittelers. De combinatie van natuur en landbouw vereist een slimme strategie van gezoneerd peilbeheer.
niet alleen op korte termijn (in de zin van eenmalige investeringen) maar zeker ook op de lange termijn (in termen van beheer en onderhoud) kan dit financieel zeer interessant zijn. Inpassing van stadslandbouw in Laagraven Oost moet dus om inhoudelijke en financieel-strategische redenen zeker serieus overwogen worden.
De landbouw is een belangrijke speler in Laagraven Oost, maar blijft dit ook zo? Denkbaar is dat de landbouw drager van het landschapsbeeld blijft, als hoeder van het landschap. In dat geval zal de landbouw zich wel moeten gaan vernieuwen richting verbrede landbouw / stadslandbouw. De intensieve landbouw verdwijnt. Een deel van de landbouw zal langzaam plaats maakt voor nieuwe natuur, recreatieve voorzieningen, enzovoorts.
woond. Het gaat veelal om (voormalige) bedrijfswoningen, gekoppeld aan een agrarisch bedrijf. Het groene karakter van het gebied en de ligging dichtbij de kernen Houten en Nieuwegein, onder de rook van Utrecht en toch buiten, maken het in potentie tot een aantrekkelijk woongebied. Een aantal ontwikkelaars heeft niet voor niets al een grondpositie in genomen. Maar een eventuele transformatie tot woongebied moet echt meerwaarde opleveren. In de Structuurvisie van Nieuwegein staat vermeld dat in Laagraven een invulling met woonfuncties wel mogelijk is maar dan ten behoeve van financiering van de investering in het gebied, bijvoorbeeld voor de beoogde landschappelijke ontwikkeling. Daarbij komt dat het plangebied vooral gezien moet worden als toevoeging van een bepaald woonmilieu waar een tekort aan is, als een kwalitatieve toevoeging aan het bestaande woonprogramma in (met name) Nieuwegein. In de Woonvisie Nieuwegein wordt uitgegaan van realisatie van nieuwbouw aan de overzijde van het kanaal in de vorm “van woningen in een landelijk dorps woonmilieu in een groene recreatieve en cultuurhistorische omgeving in het gebied ten oosten van de Laagravenseweg en ten zuiden van de Houtenseweg. De manier waarop wordt nader onderzocht. Hierbij wordt het principe ‘rood voor groen’ toegepast”. De Ontwikkelingsvisie NV Utrecht is door BRU, provincie Utrecht en andere partijen omarmd als ruimtelijk kader voor de periode tot 2030. In de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht is gekozen voor de bouw van maximaal 10.500 woningen op uitleglocaties. Daarbij is uitgegaan van 5.000 woningen in Rijnenburg (waar in totaal 7.000 woningen worden gebouwd) en daarbovenop 5.500 woningen in de Kromme Rijn / Lekzone, waartoe ook Laagraven Oost behoord. De uitleglocaties zijn niet alleen van belang omdat de binnenstedelijke mogelijkheden begrensd zijn. Ook is het gewenst om een deel van de woningen op uitleglocaties te bouwen om in bepaalde woonmilieus te kunnen voorzien, zoals landelijke woonmilieus waaraan ook behoefte is in deze regio. De kwaliteit van het landschap is een belangrijke vestigingsfactor.
11. Strategische ontwikkeling Laagraven Oost kent niet alleen ruimtelijk een versnipperd karakter – ook de eigendomssituatie is heel versnipperd. Een deel van het gebied is in eigendom/ beheer van boeren en particulieren, een deel is in eigendom/beheer van het Recreatieschap, een deel is in eigendom/beheer van de gemeenten, een deel is in eigendom van ontwikkelaars, enzovoorts. Daarbij heeft het gebied te maken met randvoorwaarden op het gebied van milieu en externe veiligheid. Drukke verkeerswegen, het Amsterdam-Rijnkanaal en bedrijvigheid geven beperkingen aan de ontwikkeling van Laagraven Oost. Voor woningbouw en recreatie gelden milieucontouren waar rekening mee gehouden moet worden. Randvoorwaarden als de bestaande eigendomssituatie en milieubelemmeringen moeten niet 1 op 1 als sturend gezien worden voor de visievorming: zonder grensoverschrijdende visie komen geen grootse plannen tot stand, inhoudelijke motieven moeten leidend zijn. De belemmeringen vanuit milieu en de huidige eigendomsverdeling maken het wel belangrijk om hier zo veel mogelijk slim mee om te gaan. Het maakt dat de visie strategisch van aard zal moeten zijn, gericht op stapsgewijze ontwikkeling (doorgroei) in de tijd en gericht op samenwerking tussen private en publieke partners. Alleen dan kan een ambitieuze toekomstvisie ook richting uitvoering gebracht worden.
Milieubelemmeringen en de bestaande eigendomsituatie maken een strategische visie nodig, gericht op een uitgekiende stapsgewijze ontwikkeling en samenwerking tussen private en publieke partners. Alleen door de complexiteit slim te verkleinen komt realisatie binnen bereik.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
In de huidige situatie wordt in Laagraven Oost slechts op beperkte schaal ge-
Woningbouw in Laagraven Oost kan door de ontwikkeling van ‘landschappelijke woonmilieus’ een kwalitatieve toevoeging zijn aan het bestaande aanbod aan woonmilieus in de regio. Voorwaarde is dat woningbouw mede-kostendrager is voor de realisatie van de ambities op het gebied van landschap, cultuurhistorie, natuur en recreatie.
27 H+N+S Landschapsarchitecten
10. Woonprogramma
28
Het Verstedelijkingsperspectief A12 Centraal: een doorkijk naar 2040 (uit Concept Verstedelijkingsperspectief A12 centraal, februari 2011)
Tot slot: de op te stellen landschapsvisie betreft de periode 2010-2020, ofwel
recreatie voor alle inwoners van het stedelijk gebied. De Nieuwe Hollandse Wa-
de middellange termijn. Maar natuurlijk moet ingespeeld worden op ontwik-
terlinie geldt als een van de belangrijkste identiteit dragers in de A12 zone en
kelingen voor de lange termijn. Enerzijds geld dit als kans: ambities die niet
krijgt via de parkontwikkeling een bijzondere impuls. In het park zijn bovendien
op de korte en middellange termijn gerealiseerd kunnen worden, komen met
aantrekkelijke woonmilieus ontstaan voor huishoudens die graag wonen in het
een langere planhorizon (wellicht) wel in beeld. Anderzijds geldt dat in de visie
groen maar tegelijkertijd gebruik willen maken van al wat de sterke stad hen te
ontwikkelingen op ander terrein (zoals bijvoorbeeld de aanleg van de spoorlijn
bieden heeft.
Utrecht-Breda of de ontwikkeling in het kader van ‘Verstedelijkingsperspectief A12 Centraal´.
Samenvattend wordt in het verstedelijkingsperspectief van de A12 zone voor
Investeringen die nu gedaan worden in het gebied moeten het liefst niet over
het plangebied Laagraven Oost voor de ontwikkeling op de lange termijn een
enkele jaren weer achterhaald zijn of op het verkeerde deelgebied te zijn ge-
ontwikkeling geschetst als stedelijk landschapspark; een plek om te recreëren,
land: ingezet moet worden op een slimme combinatie van zogenaamde ‘quick-
te ontspannen en te ontmoeten en waar in lagere dichtheden en in verschil-
wins’ (laaghangend fruit) en ‘no-regrets’ (altijd doen).
lende groene woonmilieus wordt gewoond. Met de ontwikkeling van Laagraven
De lange termijn ambitie om tot transformatie van de A12-zone te komen heeft
Oost op de korte termijn moet de transformatie van de A12-zone op de lange
veel te maken met de keus voor Laagraven Oost. In 2009 lieten onder meer de
termijn niet onmogelijk worden gemaakt. Vooruitlopend op de realisatie van
provincie, BRU en de gemeenten Utrecht, Nieuwegein en Houten een ruimte-
deze visie op de lange termijn in voor de periode tot 2025 een fase van actief
lijke verkenning uitvoeren naar de verstedelijkingsopgaven van de A12-zone
rentmeesterschap voorgesteld. Een fase om de huidige dynamiek in het gebied
tussen knooppunt Oudenrijn en Lunetten. Deze eerste fase heeft een wervend
richting de toekomstige ambitie te kunnen sturen. Ontwikkeling van Laagra-
ontwikkelingsperspectief opgeleverd onder de naam A12 Centraal, ambitie voor
ven Oost past in de fase van actief rentmeesterschap tot 2025. Woningbouw in
een duurzame stedelijke ontwikkeling in de A12 zone. In 2010 heeft een ver-
Laagraven Oost is in overeenstemming met de A12, maar moet nader onder-
breding en verdieping van het onderzoek uit de eerste fase plaatsgevonden. Dit
zocht worden. Discussie over kwantiteiten (aantallen woningen e.d.) wordt
heeft geleid tot het ´Verstedelijkingsperspectief A12 Centraal´.
gevoerd als daar urgentie voor ontstaat.
In de visie van het `Verstedelijkingsperspectief A12 Centraal zal de A12-zone (ter weerszijden van de snelweg A12 tussen knooppunt Oudenrijn en Lunetten) zal zich in de periode van 2025 tot 2040 van een mono functionele, extensief gebruikte, stedelijke rafelrand ontwikkelen tot een multifunctioneel dynamisch woonwerkgebied in het hart van een aaneengesloten metropolitane regio. Een gebied dat niet meer alleen met de auto goed bereikbaar is, maar ook met tram en fiets. Er kunnen 2.500 tot 7.500 extra arbeidsplaatsen worden gecreëerd en er is plaats voor 10.000 tot 20.000 woningen, een aantal regionale voorzieningen, en een HBO/MBO campus. Integraal onderdeel van het metropolitaan gebied wordt het stedelijk landschapspark Nieuwe Hollandse Waterlinie dat rondom de unieke kernelementen van die linie tussen Nieuwegein en
Het is van belang goede afstemming te houden tussen de plantrajecten voor de lange termijn (A12 Centraal) en korte, middellange termijn. Deze integrale landschapsvisie Laagraven Oost is een kwalitatieve bouwsteen voor de A12 zone.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Houten zal ontstaan. Het park biedt ruimte voor ontmoeting, sport, spel en
29 H+N+S Landschapsarchitecten
12. Relatie overig beleid
30
3. Kwaliteiten
Op basis van de analyse zijn in dit hoofdstuk een tweetal kwaliteitskaarten opgesteld; één voor de algemene gebiedskwaliteiten en één specifiek voor de landschappelijke kwaliteiten die de Nieuwe Hollandse Waterlinie biedt. Deze kaarten zijn samengevoegd in één kwaliteitskaart die als toetsingskader fungeert voor ruimtelijke ontwikkelingen. In deze kwaliteitskaart zijn de zogenaamde vaste waarden genoteerd, recht doend aan de bijzondere gebiedskwaliteiten op het gebied van landschap en cultuurhistorie.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Beschrijving van de gebiedskwaliteiten
31 H+N+S Landschapsarchitecten
3Kwaliteiten
Kwaliteitsgids Waterlinies
Uitsnede uit de Dynamiekaart met Laagraven Oost.
32
Dynamiekkaart uit de Kwaliteitsgids Waterlinies (OKRA Landschapsarchitecten, concept 2010)
Het systeem van werken en landschap van de NHW.
Ten behoeve van de verdere ontwikkelingen van Laagraven Oost en de toekom-
begrepen worden in combinatie met het onderliggende landschap. De verschil-
stige toetsing van initiatieven is een ruimtelijke kwaliteitskaart opgesteld. In
lende landschapstypen worden op wisselende wijze door de NHW doorkruist.
de kwaliteitskaart zijn de zogenaamde vaste waarden genoteerd, recht doend
Op basis hiervan zijn in de Kwaliteitsgids deelgebieden onderscheiden. De NHW
aan de bijzondere gebiedskwaliteiten op het gebied van landschap en cultuur-
in Laagraven Oost maakt onderdeel uit van het stroomruggebied ten oosten
historie. Deze kwaliteitskaart is gebaseerd op de verrichtte analyse en leunt
van Utrecht. De hoofdweerstandslijn is hier een gegraven watergang, dwars
daarnaast sterk op de door OKRA landschapsarchitecten in opdracht van de
op de stroomruggen. Daarvoor ligt een aantal inundatievelden, relatief klein
Provincie Utrecht opgestelde ‘Kwaliteitsgids Nationale Landschappen – Katern
en smal. De inundatievelden hebben geen scherpe begrenzing, behalve aan de
Waterlinies’ (concept, augustus 2010). In deze Kwaliteitsgids zijn de kernkwali-
zijde van de hoofdweerstandslijn. De inundatievelden worden afgewisseld door
teiten per landschap concreet benoemd, zodat duidelijk is waar de betreffende
accessen. In Laagraven Oost ligt een grote oost-west gerichte acces vanaf de
kwaliteit – van in dit geval van het Utrechtse deel van de Nieuwe Hollandse Wa-
Plofsluis richting kasteel Heemstede/Houten. Deze acces werd verdedigd door
terlinie (NHW) – exact betrekking op heeft en over welke elementen het gaat.
Fort Jutphaas en later het Werk aan de Overeindse Weg aan de ene zijde en
Een tweede doel van de Kwaliteitsgids is het benoemen van de wijze waarop
ook Fort ’t Hemeltje bestreek een deel, aan de oostkant. Fort ’t Hemeltje had
met toekomstige ontwikkelingen om moet worden gegaan, om te kernkwa-
een dubbelfunctie richting het oostelijk gelegen stroomrugacces waar ook Fort
liteiten te kunnen waarborgen of zelfs beter beleefbaar te maken. Beide zijn
Vechten deel van uitmaakt.
hieronder kort samengevat, gezien het grote belang voor Laagraven Oost.
Karakteristiek voor dit deel van de NHW zijn de vele, vaak grote forten, ter bescherming van de accessen. In Laagraven Oost zelf zijn geen forten gelegen,
Bouwstenen NHW en relatie met het landschap
wel vlakbij (forten Jutphaas, ’t Hemeltje, Vechten). De forten liggen in een
De NHW bestaat – als waterlinie - in essentie uit een verdedigingslijn (de
kring op steeds zo’n 1 a 1,5 km van elkaar. De verdediging van slecht te inun-
hoofdweerstandslijn), met aan de ‘voorkant’ gebieden die onder water gezet
deren gebieden is verder versterkt met kazematten en dergelijke.
kunnen worden, de inundatievelden. Een laag ondiep water (40 tot 60 cm)
Karakteristiek voor de forten was een beplanting met doornstruiken op het
maakte het terrein ontoegankelijk voor de vijand. Een ingenieus systeem van
talud en – in vredestijd – bomen om de omwalling. Het beplant fort ligt geca-
dijken, dammen, watergangen en sluizen zorgde ervoor dat de velden vol
moufleerd tussen erven en beplantingen langs de hoofdweerstandslijn. Vanuit
liepen en vol bleven, wanneer gewenst. Gebieden die niet geïnundeerd konden
het fort zelf was vrij zicht over het acces nodig. De schootvelden dienden vrij
worden en goed begaanbare infra door de inundatievelden, waren zwakke pun-
te zijn van obstakels, in zones van 300m., 600m. en 1000m. het regime in de
ten in de verdediging. Deze zogenaamde ‘accessen’ werden beveiligd met extra
300m. zone was het strengst. Deze zones golden ook voor de Batterij aan de
verdedigingswerken, veelal speciaal gebouwde forten. Deze werken zijn in de
Overeindseweg. Binnen de binnenste schootvelden mochten enkel houten hui-
loop der tijd voortdurend aangepast en aangevuld. De werken zijn in de loop
zen worden opgericht, die bij nadering van de vijand in brand gestoken konden
der tijd steeds kleiner geworden (van grote forten tot betonnen kazematten).
worden. (zie hieronder). Dergelijke houten bouwsels zijn in Laagraven Oost niet
Het voorgaande leidt tot 5 typen objecten die ook in Laagraven Oost herkend
meer aanwezig.
kunnen worden en behouden en herkenbaar dienen te blijven: 1. hoofdweerstandslijn (HWL), 2. inundatieveld, 3. acces, 4. fort/werk, 5. diverse objecten (breed scala aan kleinere militaire en waterbouwkundige objecten).
Kringenwet 1853 Jarenlang is Laagraven Oost onderhevig geweest aan een streng militair
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
De Nieuwe Hollandse Waterlinie kan net als de andere verdedigingslinies alleen
33 H+N+S Landschapsarchitecten
Kwaliteitskaarten
Kwaliteitskaart Nieuwe Hollandse Waterlinie
Ontwerpprincipes NHW
34
Ontwerpprincipes en kwaliteiten op basis van de Nieuwe Hollandse Waterlinie
ting en inpassing van woningen. Zone 1 en 2 liggen heel dicht bij elkaar qua
bepaald. Tussen de buitengrenzen van vestingwerken en de lijnen, in deze wet
beperkingen (slechts kleine verschillen), zone 3 is echt anders, manifesteert
verboden kringen genoemd, was het niet geoorloofd te bouwen, houtgewassen
zich ruimtelijk eigenlijk niet. Uitgaand van een vrij schootsveld in de eerste
te planten of enig (bouw)werk te maken, dan voor zover bij deze wet is toege-
300meter (cf de provinciale Kwaliteitsgids) ligt het dan ook voor de hand ook
staan. Om elk vestingwerk liggen drie verboden kringen:
de tweede zone van 300 meter (tussen de 300 en 600m.) grotendeels vrij te
een op de afstand van 300m., genaamd de kleine kring;
laten, waarbij bebouwing alleen is toegestaan mits vervaardigd van hout en
een op de afstand van 600m., genaamd de middelbare kring;
niet strijdig met de algemene beeld van uitzicht en openheid. In de 3e zone
een op de afstand van 1000m., genaamd de grote kring.
zou wel meer bebouwing een plek kunnen krijgen, zonder al te veel specifieke belemmeringen, mits passend binnen de algemene principes van het leesbaar
Binnen de kleine kring was het volgende geoorloofd, met toestemming van de
houden van de accessen, de inundatievelden, enzovoorts en rekening houdend
Minister van Oorlog:
met andere gebiedskwaliteiten. Hier ook hout voorschrijven zou raar zijn, ge-
- Alle houtgewassen te planten;
zien de oude Kringenwet.
- Afsluitingen (hekwerken) te plaatsen, zelfs met stenen voet, maar dit laatste niet hoger dan 50 cm.; - Bouwwerken te plaatsen (getimmerten), maar volledig van brandbare stoffen gemaakt, en geen groter oppervlak beslaand dan 40m2. - Tussen de kleine en middelbare kring was het volgende geoorloofd: - Alle houtgewassen te planten; - Afsluitingen (hekwerken) te plaatsen, zelfs met stenen voet, maar dit laatste niet hoger dan 50 cm.; - Bouwwerken te plaatsen (getimmerten), zelfs met stenen voet, maar dit laatste niet hoger dan 50 cm. en voorzien van een gemetselde stookplaats/ schoorstenen, mits verder van brandbare stoffen gemaakt. Tussen de middelbare kring en de grote kring was het geoorloofd, zonder voorafgaande toestemming, alle gebouwen, getimmerten en afsluitingen te plaatsen en alle houtgewassen te planten. Alle gebouwen of getimmerten, alle afsluitingen, alle houtgewassen en alle hopen en stapels, binnen alledrie de kringen, konden in staat van oorlog of beleg op last van de militaire commandant direct weggeruimd worden. Op basis van de voorgaande wettekst is het logisch om ruimtelijk alleen de 1e (kleine) en 2e (middelbare) kring te hanteren als basis/inspiratiekader voor de
Dynamiek De NHW bevindt zich - zeker in het geval van Laagraven Oost – in een grote dynamiek. De NHW heeft in de 21 eeuw te maken met een veelheid aan e
ontwikkelingen. De ontwikkelingen in de landbouw, recreatieve wensen, toenemende verstedelijksdruk vanuit de stad, gewenste natuurontwikkeling (als onderdeel van een ecologische verbindingszone), enzovoorts, hebben allemaal hun invloed op het gebied. Laagraven Oost wordt gezien als bijzonder aandachtsgebied in de Kwaliteitsgids, omdat het in de stedelijke druk ligt maar ook omdat het een belangrijke rol kan spelen als onderdeel van het grote geheel. Laagraven Oost heeft een bijzondere positie omdat het gebied een rol zou kunnen vervullen in het verknopen van de recreatieve gebieden aan de oostzijde van de stad: Noorderpark, Amelisweerd e.o. en Laagraven. De hoofdweerstandslijn dient dan ontwikkeld te worden als langeafstandsroute. Fort Vechten wordt ontwikkeld tot Nationaal bezoekerscentrum voor de NHW.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
ontwikkeling van Laagraven Oost, met beperkingen ten aanzien van de inrich-
getrokken. Het heeft de ruimtelijke ontwikkeling van Laagraven Oost jarenlang
35 H+N+S Landschapsarchitecten
regime. Pas in 1963 is de zogenaamde Kringenwet waarin dit was verankerd in-
Kwaliteitskaart landschap (algemeen)
§ Bijzondere landschaps
kwaliteiten: cultuurhistorische linten, zichtlijnen en doorkijken, landgoederenstructuur, archeologische waarden
36
Bijzondere landschapskwaliteiten en daaruit voortkomende ontwerpprincipes
lijke ontwikkelingen ten oosten van de NHW. Tot op 300m. aan de oostzijde
werpprincipes gedefinieerd, waarmee in de planontwikkeling rekening dient te
van de gehele NHW en/of de Batterij aan de Overeindseweg geheel bebou-
worden gehouden. Hierbij gaat het niet enkel om zaken die samenhangen met
wingsvrij laten – dat wil zeggen hier geen nieuwe bebouwing introduceren.
de NHW - andere belangrijke kwaliteitsdragers zijn onder meer het Amsterdam-
Beperkte ontwikkelingen buiten de verboden kring van 300m. is mogelijk,
Rijnkanaal met de begeleidende bomenlanen en het kasteel Heemstede - maar
mits het landschappelijk karakter versterkend, niet aantastend. Bebouwing
wel met name.
tussen de 300 en 600 meter in hout uitvoeren. Bebouwing in de inundatie-
Belangrijk basisuitgangspunt is het maken van herkenbare accessen en zicht-
velden op eilandjes, op poten of drijvend uitvoeren, zonder structuurvorming
bare werken. Bij de ambitie over het samenhangend stelsel wordt in de Kwa-
in de zin van los verspreid. Voor woonbebouwing geldt een kleine korrel,
liteitsgids ingezet op het beleefbaar en herkenbaar maken van het systeem,
geen complexvorming.
door het beleefbaar maken van de (functionele) relaties tussen de afzonder-
- Inzetten op herontwikkeling van de Batterij aan de Overeindseweg, in een
lijke elementen/objecten. Tot op heden wordt vooral ingezet op de zichtbare
combinatie van een recreatieve (horeca) en culturele voorziening. Voor de
militaire objecten (forten, werken, kazematten) enerzijds en anderzijds het
ontwikkeling van dergelijke recreatie voorzieningen binnen het fort geldt dat
beleefbaar maken van de totale lengte van de linie, de uitgestrektheid. De sa-
uitbreidingen aan de achterzijde (de zijde van de hoofdweerstandslijn) een
menhang tussen de forten, accessen en de NHW en hun relatie met de overige
plek dienen te krijgen, net als ook de ontsluiting en het plus parkeren alleen
elementen is nog onderbelicht, aldus de Kwaliteitsgids. Juist op deze schakel
aan de achterzijde dient plaats te vinden.
dient dus te worden ingezet volgens de provincie. De accessen worden daar-
- In het schootsveld van de Batterij aan de Overeindseweg dienen geen bo-
bij gezien als uitgangspunt voor de samenhang. Wat verdedigen die forten nu
men te worden geplaatst (met uitzondering van het acces, waar ruimtelijke
eigenlijk? De accessen! Daar moet de focus op ligging, als bijzonder accentveld.
verdichting langs wordt nagestreefd. Aan de voorzijde van het fort (halve cirkel) ligt de nadruk op uitzicht en openheid, omwille van vrij zicht van en
De volgende ontwerpprincipes gebaseerd op de Kwaliteitsgids zijn van belang
naar het fort/werk. De schootvelden richten zich naar de voorzijde. Haag om
voor de integrale landschapsvisie. Deze zijn (grotendeels) ook genoteerd op de
verderop gelegen fruitboomgaard laag houden in verband met zichtlijn vanaf
kwaliteitskaart: - Stroomrug leesbaar maken als acces door middel van boomsoorten (eik/es)
Overeindse Werk. - De Batterij aan de Overeindseweg zelf dient als fort beplant te zijn, kiezen
en verdichte zone; verdichten op acceszone, wel ook zicht op inundatieveld
voor mei- of sleedoorn aan de buitenzijde, op het talud. Wel de vrije zichtlij-
waarborgen. Bescheiden opgaande beplanting en bebouwing is mogelijk,
nen waarborgen.
rekening houdend met de schootsvelden. Dit speelt concreet bij de Over-
- Zware infra maakt ruimte om de (recreatieve) continuïteit van de NHW en
eindse weg. Hier is ruimte voor verdichting echter tegelijk wordt hier beoogd
het inundatiekanaal te garanderen. Dit speelt bij de kruising met de A12.
op in ieder geval 1 plek vrij zicht naar de inundatievelden aan weerszijden te
Hier wordt ingezet op een onderdoorgang gekoppeld aan het inundatieka-
vrijwaren. Realiseren van een geleidelijke overgang van droog stroomrugac-
naal.
ces naar lager gelegen inundatieveld. - Inzetten op natte natuur in de inundatievelden, inundatievelden transparant
- Kasteel Heemstede vormt een bijzondere plek in het gebied. Voorgestaan wordt een deel van de tuinen terug te brengen in oude luister en ook de la-
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
houden. Bouwregels voor de verboden kringen hanteren. Geen grote stede-
Op basis van de Kwaliteitsgids is voor Laagraven Oost een set concrete ont-
37 H+N+S Landschapsarchitecten
,
Ontwerpprincipes voor de integrale landschapsvisie
Kwaliteitskaart (totaalbeeld)
De belangrijkste kwaliteiten Laagraven Oost
38
De Kwaliteitskaart met de belangrijkste kwaliteiten en principes van Laagraven Oost: een totaalbeeld
nenopzet terug te brengen. In de uitwerking bekijken of de tuin en de lanen zich lenen voor herstel of dat (ook) herontwerp aan de orde is, binnen de Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
mogelijkheden die de Monumentenwet biedt. - Gekoppeld aan het inundatiekanaal wordt een natte ecologische verbindingszone gerealiseerd. Zowel de continuïteit van deze EVZ is van belang als het realiseren van zogenaamde ecologische ‘stepping stones’. - Waterlinienetwerk: gebruik accessen, inundatiekanaal en NHW (ook het oude deel) als recreatief netwerk. De Hoofdweerstandslijn inzetten als doorgaande recreatieve verbinding voor fiets, wandel en kano. De HWL ligt ‘verscholen’ in het landschap; het is niet de drukke weg, maar juist het rustige pad. Om het systeem beleefbaar te maken is enige accentuering mogelijk daar waar acces aansluit op de NHW. - Nieuwe wegen en paden in de inundatievelden liggen op maaiveldhoogte. Lokale nieuwe wegen door de inundatieveld niet direct op de NHW laten aansluiten maar op acces (Overeindseweg) of op de Heemsteedseweg. aanvulling op de bestaande, en daarnaast wordt een aantal nieuwe verbindingen naar de omgeving voorgestaan. Het gaat om de volgende interne routes: het waterliniepad (een doorgaand fiets-/wandelpad langs de NHW aan de westzijde), het inundatiepad (een laarzenpad/vlonderpad door/langs de inundatievelden, aan de oostzijde). De volgende verbindingen naar buiten toe zijn relevant: fietsbrug bij de Plofsluis, onder-/overdoorgang bij de A27 (in het verlengde van de Slotlaan), en een tunnel onder de A12 door ter plaatsen van het oude inundatiekanaal voor langzaam verkeer (fiets/voet) in combinatie met een vaarduiker. - In het plangebied zijn op de stroomruggen gebieden met een hoge archeologische verwachting en archeologische AMK terreinen gesitueerd.
Principe, huidige situatie, concept en visieinvulling van het innundatiekanaal, in profiel. In de visieinvulling (het onderste profiel) is v.l.n.r. het waterliniepad, het innundatiekanaal en de natte voet met innundatiepad zichtbaar.
H+N+S Landschapsarchitecten
39
- Het gebied krijgt een aantal langzaam verkeersroutes door het gebied, in
40
4. Scenario’s
Bijzonder aan het gebied Laagraven Oost is dat het temidden van de dynamiek in de regio Utrecht lange tijd – als gevolg van de ligging omsloten door grote infrastructuur en slechts met enkele routes aan de omgeving aangetakt –relatief rustig en groen is gebleven. Met de toenemende druk ontstaat nu echter de noodzaak na te denken over een nieuwe toekomst, met meer betekenis in recreatief opzicht voor de omgeving. De komende jaren zijn bepalend voor de ontwikkeling van Laagraven Oost: wat wordt het recreatief profiel, naar welke identiteit wordt gestreefd? Er kan nu nog gekozen worden; het is een bijzondere omstandigheid dat – heel realistisch - over heel verschillende toekomsten van Laagraven Oost kan worden nagedacht.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Drie ruimtelijke ontwikkelingsmodellen, afwegingskader en koers
41 H+N+S Landschapsarchitecten
4Scenario’s
42
Wat wordt het...? Keuzes maken!
opgaven hangen samen en niet elke opgave is even belangrijk, hierin kan een bepaalde weging worden aangebracht. Daarbij zijn enkele opgaven heel helder, kunnen vrij digitaal in een voorstel worden vertaald als iets dat hoe dan ook in de landschapsvisie zou moeten landen (zogenaamde vaste waarden), terwijl bij andere opgaven heel verschillende keuzes nog open liggen. Met name die laatste categorie opgaven is interessant, zij vertegenwoordigen dilemma’s. Vanuit de voorgaande analyse kunnen diverse dilemma’s worden opgevoerd. Zo zijn onder meer duidelijke keuzes nodig ten aanzien van het te realiseren watersysteem, de in te passen ecologische verbindingszone, de exacte inpassing/uitwerking van het Linie-perspectief, de wenselijkheid van het toevoegen van woonprogramma in het gebied en het gewenst recreatief profiel ofwel de beoogde gebiedsidentiteit. Wat voor parkgebied wordt Laagraven Oost? Wat wordt de sfeer/uitstraling, welke doelgroepen bedient, hoe verhoudt het zich tot andere, nabijgelegen groengebieden als Amelisweerd en Nieuw Wulven, de Utrechtse stadsparken en de buitengebieden?
Denkkader: naar 3 scenario’s Met deze dilemma’s kan gespeeld worden. Ze vertonen onderling ook een sterke samenhang. Tezamen vormt dit een set aan bouwstenen waar modellen mee gebouwd kunnen worden. Daarnaast zijn er zoals gezegd ook bepaalde vaste waarden uit de analyse te distilleren: zaken die sowieso goed zijn, dingen die altijd gedaan zouden moeten worden (zoals de langzaamverkeersroute over de A27 in de as van Kasteel Heemstede) of absoluut doorgang zouden moeten vinden (zoals de historische route vanuit Nieuwegein via Jutphaas en de Plofsluis). Deze vaste waarden horen sowieso thuis in de landschapsvisie en zijn dus niet onderscheidend voor de modellen. Het voorgaande leidt tot een denkkader dat gebruikt is voor het opstellen van 3 heel verschillende ruimtelijke modellen in combinatie met een bijpassende ontwikkelingsstrategie: de scenario’s. Deze worden hier in beeld getoond en kort beschreven (qua hoofdinzet). In bijlage B is een uitgebreider beschrijving van de scenario’s opgenomen.
keuzes maken!
43 H+N+S Landschapsarchitecten
deze integrale landschapsvisie uitspraken moeten gedaan worden. Sommigen
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Vanuit de analyse is in hoofdstuk 2 een aantal opgaven geschetst waarover in
0+ Scenario - ‘autonome ontwikkelingen’ Dit scenario laat zien dat niks doen ook verandering betekent. In dit geval zullen autonoom en verspreid door het gebied allerlei ontwikkelingen zich voordoen die de versnippering van het gebied verder versterken. De ruimtelijke samenhang zal steeds minder zichtbaar zijn. Niets doen is geen optie.
autonome ontwikkeling 44
waarbij het oude cultuurlandschap de beelddrager vormt. De hoofdtint van het landschap is agrarisch van karakter aangevuld met sporen van diverse historische tijdslagen zoals de NHW en Kasteel Heemstede. Qua karakter – niet qua landschapsbeeld - is het vergelijkbaar met de Amsterdamse Amstelwig of Waterland, beide ook een verstild stukje landschap dat wordt gekoesterd temidden van de stadse dynamiek. Deze hoofdkoers vraagt om een streng planologisch regime – vergelijkbaar met de oude Kringenwet - maar ook om het ruimtelijk duidelijk begrenzen. Daarom wordt in dit model ook ingezet op het maken van duidelijke, zichtbare randen tussen ‘stad’ en ‘land’. Dit model borduurt verder op het bestaande landschap dat in de loop van eeuwen is ontstaan en zet niet in op grootschalige transformatie. Het bestaand grondgebruik (met o.a. de karakteristieke boomgaarden) is uitgangspunt in dit model en wordt gekoesterd. Er is plaats voor een paar grootschalige boeren (2 à 3) en verder verbrede vormen van landbouw (ten behoeve van een bredere economische basis). Dit model vraagt om veel overheidsbemoeienis in de zin van strak sturen met regels (planologisch beschermen) en daarnaast het stimuleren met subsidies (voor bijvoorbeeld boerennatuur) om met name de agrarische sector tot eigen initiatieven uit te nodigen. Deels zal ook geinvesteerd moeten worden in aankoop en inrichting.
koester het oude cultuurlandschap
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
De hoofdinzet van dit model is het koesteren van het bestaande landschap,
45 H+N+S Landschapsarchitecten
Scenario 1 – ‘Stad vs Land: gekoesterd en opgepoetst buitengebied’
Scenario 2 – ‘Groen Wonen’: hoogwaardig groen woonen werklandschap’ De hoofdinzet van dit model is gericht op transformatie van het landschap, geleidelijk maakt het bestaande landschap plaats voor een nieuw landschap, waarbij het accent ligt op wonen, recreatie en leisure. De korrel is vrij klein (in vergelijking met scenario 3) met een divers ontwikkelingslandschap (mozaïek) als resultaat. De ontwikkeling van nieuw programma gaat gepaard met de ontwikkeling van nieuwe natuur, waterberging, het opnieuw tot leven brengen van de NHW, enz. Qua karakter – niet qua landschapsbeeld - is het vergelijkbaar met ’t Gooi: een afwisselend landschap met woongebieden, buitens, natuurgebieden, infrastructuur, recreatiegebieden, enzovoorts. In dit model is geen sprake van een heel harde grens tussen stad en land, in ruimtelijk en functioneel opzicht, maar een meer diffuse. In dit model is nieuwe woningbouw mogelijk: landschappelijk wonen, vormt onderdeel 46
van het nieuwe landschapsbeeld. De woningbouw past bij het landschap, bijvoorbeeld in de vorm van houten huizen in het moerasachtige linielandschap, of als boomgaard-wonen richting Wulven. Naast wonen is ook plaats voor kleinschalige bedrijvigheid (kantoorachtige functies en leisure). Deze nieuwe programma’s dragen ook zorg voor het landschapsbeheer. In dit model verdwijnt de landbouw langzaam grotendeels. In dit model niet zo veel overheidsbemoeienis; de overheid stuurt op hoofdlijnen (met regels) en stimuleert de diverse private ontwikkelingen met subsidies en door gericht mee te doen (als een soort kick starts).
groen woon- en werklandschap
in dit geval niet vrij geleidelijk, en met een kleine korrel, maar grootschaliger van aard. Het gebied krijgt een nieuwe identiteit als grootschalig leisurelandschap, met een drietal kerngebieden. Elke kerngebied hecht zich direct aan de omgeving (Houten, Nieuwgein, Utrecht-Lunetten), en vormt tegelijkertijd een poort van het gebied vanuit de grootschalige infrastructuur. De korrel van dit model is relatief groot. Qua karakter – niet qua landschapsbeeld - is het vergelijkbaar met het Amsterdamse Bos of Spaarnwoude: een geheel gemaakt recreatielandschap met in- en outdoor vertier. Een soort nieuw Amelisweerd, maar dan groter en met meer recreatieve functies, deels waterrijk, deels parkachtig en deels bosrijk. In dit model krijgt het gebied een heel duidelijke identiteit ten opzichte van haar omgeving, met aantrekkingskracht voor de hele regio Utrecht. Het gebied presenteert zich uitdrukkelijk aan de snelwegomgeving. De landbouw verdwijnt in dit model ten koste van nieuwe functies (recreatie, leisure en parkaanleg). Dit model kan met relatief weinig overheidsbemoeienis uit. Wel zal de overheid het landschappelijke bedje waarop de private ontwikkelingen zich moeten gaan nestelen realiseren. De overheid stuurt daarna vooral op inhoudelijke doelstellingen en op bereikbaarheidsvoorwaarden (NS-station?). De invulling ligt grotendeels in private handen. Bij dit model van enkele grote eenheden en grote gebaren, passen enkele grote spelers als investeerders en beheerders (exploitanten): de golfbaan, Down Under, enzovoorts.
metropolitaan landschapspark
47 H+N+S Landschapsarchitecten
De hoofdinzet van dit model is net als model 2 gericht op transformatie, echter
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Scenario 3 – ‘Landschapspark - een metropolitaan park voor de regio Utrecht’
wat wil je? wat kun je?
48
De drie scenario’s in hun denkkader. De grafieken laten schematisch het verloop van investeren en opbrengsten zien.
Conclusiesschema van de weging scenario’s, A is scenario 1, enzovoort. Scenario 2 eindigt dicht bij 1, die de hoogste ambitie en haalbaarheid wordt toegedicht. Scenario 3 wordt minder haalbaar en ambitieus ingeschat. (bron: bbn adviseurs)
Op basis van de uitkomsten van deze weging zijn de volgende conclusies
gemaakt, ze vertegenwoordigen verschillende ‘hoeken van de kamer’. Het
getrokken:
zijn geen ontwerpen maar modellen: enige nuance is op z’n plaats. Door de
-
Voor de visie uitgaan van een slimme combinatie van bepaalde
modellen te toetsen ontstaat zicht op welke aspecten uit een bepaald model te
aspecten uit model 1 (bestaand landschap als basis voor
waar zijn om op door te werken. Door verschillende aspecten te combineren
landschappelijke identiteit), model 2 (woningbouw op beperkte schaal
kan een integraal model worden vervaardigd.
als mede-economsiche drager) gecombineerd met model 3 (met name
Toetsing van de modellen/scenario’s heeft breed plaatsgevonden. De modellen
de recreatie & leisure-laag).
zijn bestuurlijk besproken (in de Enveloppecommissie Linieland en in de
-
In het spanningsveld tussen ‘wat wil je’ en ‘wat kun je’ (confrontatie
colleges van B&W van de gemeenten Houten en Nieuwegein) en zijn besproken
tussen ambities en haalbaarheid) proberen met de visie zoveel op
met het kwaliteitsteam NHW. Het kwaliteitsteam heeft een uitdrukkelijke
te schuiven richting een haalbaar plan, met medeneming van zoveel
voorkeur voor model 1 geuit. Daarnaast zijn de modellen ambtelijk
mogelijk planinhoudelijke ambities.
getoetst. Vanuit diverse disciplines (ontwerp, ruimtelijke ordening, verkeer, planeconomie, enz.) zijn de modellen inhoudelijk beoordeeld. Voor deze
Koers
beoordeling is door H+N+S in samenwerking met bbn adviseurs een tweetal
De volgende keuze leidt tot de volgende koers voor Laagraven Oost die de
scoretabellen opgesteld. De eerste tabel (formulier ambities) gaat nader in
basis vormt voor de integrale landschapsvisie (zie hoofdstuk 4), op te bouwen
op de mate waarin de 3 modellen voldoen aan de planambities (voortkomend
uit de volgende bouwstenen:
uit de analysefase). Op 7 inhoudelijke aspecten zijn de modellen gescoord.
•
We zien Laagraven Oost als een stedelijk landschapspark: een veran-
Een tweede tabel (formulier haalbaarheid) behandeld de planeconomische
derzone met een hoofdzakelijk groene signatuur, die ten dienste staat
haalbaarheid van de drie modellen. Voor de specialisten is een uitbereid
van de stedelijke omgeving, en die plaats biedt aan bijzondere in de
schema ontwikkeld met 7 haalbaarheidsaspecten – door de generalisten is een
zin van onderscheidende woon- en werkmilieus en recreatievoorzie-
ietwat vereenvoudigd schema ingevuld.
ningen. Het landschap – groen, cultuurhistorie, ecologie - is echter
Door deze werkwijze is beoogd ‘het willen’ (planinhoudelijke ambitie) en ‘het kunnen’ (haalbaarheid) ten opzicht van elkaar in beeld te brengen. Het
leidend. •
Laagraven Oost heeft een springplankfunctie als uitloopgebied in de
is belangrijke munitie voor de vervolgslag i.e. de vertaling in een integrale
directe nabijheid van Houten, Nieuwegein en Utrecht, richting de
landschapsvisie. De uitkomsten van deze weging zijn opgenomen in de bijlage
omringende landschappen. Het verbeteren van de recreatieve ontslui-
(bijlage C - Voorkeursmeting).
ting naar de omgeving voor langzaam verkeer is essentieel: brug bij
In de weging blijkt dat model 1 zowel qua haalbaarheid als qua planinhoud het
Plofsluis/Amsterdam-Rijnkanaal, verbinding bij Kasteel Heemstede/
beste scoort, op de voet gevolgd door model 2. In model 3 wordt met name het aanbod aan recreatie & leisure gewaardeerd. De haalbaarheid van dit model
A27, tunnel bij inundatiekanaal/A12). •
We kiezen ervoor niet het gebied 1 (nieuwe) gebiedsidentiteit te
wordt niet groot geacht, zeker niet in deze tijd, waar de haalbaarheidskansen
geven (zoals in model 3: dat van een stedelijks landschapspark, met
van model 1 (slim investeren) en model 2 (rood voor groen) hoger wordt
parkbossen rond een plas) maar uit te gaan van het huidige land-
aangeslagen.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Van weging naar koers
De hierboven beschreven scenario’s zijn bewust zo verschillend mogelijk
49 H+N+S Landschapsarchitecten
Weging scenario’s
Koerskaart
50
5 themagebieden zijn in de koerskaart op hoofdlijnen getypeerd naar sfeer en programma.
schap met het bestaande complex van identiteitsdragers (NHW, lintjes, kasteel, boomgaarden, enz.). Hoofdopgave is het bestaande Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
landschap geschikt te maken voor een breder palet aan gebruiksmogelijkheden, o.a. recreatief. Het moet toegankelijk/doorgankelijk zijn en er moet wat te beleven zijn. Het gebied krijgt heel verschillende themagebieden, waar de vulling met bijzondere woon-, werk-, en recreatiemilieus en voorzieningen zich naar schikt. Het ontwikkelingsgebied gelegen aan de westelijke, veilige kant van het inundatiekanaal, tussen het Amstetrdam-Rijnkanaal en de Laagravenseweg wordt ook als apart themagebied beschouwd (enveloppe 1). Omwille van de leesbaarheid van het linieconcept, wordt hier ruimtelijke verdichting nagestreefd door middel van bebouwing (zoals ook in het plan van Vista was opgenomen). Hier kan een vrij compact stedelijk milieu gerealiseerd worden. Verder zijn er drie gebieden die een meer groen en ontspannen karakter krijgen
51
en waar wonen, werken en recreëren kan worden gemengd: enveloppe 2: het natte inundatielandschap van de Waterlinie, enveloppe 3: het landschap van de oude stroomrug/het boomgaardenlandschap, enveloppe 4: het landschap van kasteel Heemstede en enveloppe 5: de linten. •
Nieuwe functies zijn nodig om het gebied interessanter attractiever te maken, duurzaam betekenis te geven maar ook om het proces van gebiedsontwikkeling op gang te krijgen. Investeren in de groene kwaliteiten, om het gebied robuuster te maken, is noodzakelijk. Dit vraagt om externe kostendragers. Het ‘wat wil je’ en ‘wat kun je’ moet in balans gebracht worden.
•
De 5 themagebieden zijn in de koerskaart getypeerd naar sfeer en programma. Het is belangrijk dat bij de ontwikkeling van deze gebieden de beoogde verschillen in de gebiedskarakteristieken worden gewaarborgd. Dit neemt niet weg dat bij de uitwerking binnen elke enveloppe (bewust) nog behoorlijk wat ontwikkelingsruimte is gelaten.
5 themagbieden in één koerskaart
H+N+S Landschapsarchitecten
•
52
5. Visie
De kaart van de landschapsvisie geldt als sturingskader voor de ontwikkeling van Laagraven Oost. Deze visiekaart is een verdere uitwerking van de hiervoor in hoofdstuk 4 getoonde koerskaart: de deelgebieden zijn exacter begrensd op basis van een confrontatie tussen koerskaart, kwaliteitskaart en de topografie. Voor elke deelgebied is hierna beschreven welke gebiedssfeer wordt nagestreefd en per subgebied is benoemd welke mogelijkheden worden voorgestaan. Hierbij wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met de beperkingen van de hiervoor geïntroduceerde kwaliteitskaart. De visiekaart is getoetst in een voorbeelduitwerking, waarin heel nauwkeurig en concreet het laadvermogen voor het gebied is onderzocht.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Beschrijving en inzet landschapsvisie Laagraven Oost
53 H+N+S Landschapsarchitecten
5Visie
Visiekaart
visie als verdere uitwerking van de koers 54
De visiekaart is een verdere uitwerking van de koerskaart: deelgebieden zijn exacter begrensd op basis van een confrontatie tussen koerskaart, kwaliteitskaart en topografie.
In de oksel van het Amsterdam-Rijnkanaal (ARK), de Laagravenseweg en het
en bossages aan te leggen. De fietsbrug takt zowel aan op het fietspad langs
inundatiekanaal ligt een driehoekig gebied dat weliswaar niet eenvoudig te
het Amsterdam-Rijnkanaal als op de Overeindseweg. In de tweede lijn – ver-
ontwikkelen is (gezien een bestaande milieucontour van een bedrijf aan de
der gelegen vanaf de HWL op zo’n 200 m. en binnen de 300-600m. van het
andere kant van de Laagravenseweg en het geluid van de Laagravenseweg zelf
schootveld – is wel ruimte voor ontwikkeling, gelijkopgaand met de genoemde
en daarnaast is de locatie lastig te ontsluiten) maar zich er tegelijkertijd wel
landschapsontwikkeling. In dit deelgebied (2b) is wel ruimte voor de ontwikke-
voor leent. Vanuit het Waterlinieperspectief en het vergroten van de leesbaar-
ling van bijzondere woon-, woonwerk-, en recreatiemilieus en voorzieningen.
heid ervan past het introduceren van bebouwing hier wel: de ‘veilige’ stad die
Het gaat daarbij om een onderscheidend woonmilieu: landschappelijk wonen
verdedigt moest worden. Het gebied ligt dicht bij Nieuwegein en tegelijkertijd
in een lage dichtheid waar niet de bebouwing maar het landschappelijk ka-
ook vlakbij het groengebied Laagraven. Op deze plek wordt een nieuw, com-
rakter de boventoon heeft. Het water en de bijbehorende natte natuur vormt
pact woonmilieu voorgesteld waarin stedelijkheid en landelijkheid op bijzondere
de drager van het landschapsbeeld. Het woonprogramma is grondgebonden/
wijze kunnen worden gecombineerd. De stedelijkheid uit zich in het maken
vrijstaand, met groene erven en groene overs. Om een gelaagde opbouw te
van een front richting de drie randen, die daarom vragen, met name de twee
krijgen wordt in deelgebied 2b een verdere zonering voorgesteld: de dichtleid
randen die landschappelijk van aard zijn (het ARK en het inundatiekanaal)
en de korrelgrootte loopt subtiel op richting het lint van de Heemsteedse Weg.
en een bijzondere woonkwaliteit vertegenwoordigen. In de luwere binnenwe-
De bebouwing in deelgebied 2b is geïnspireerd op de NHW, met houten huizen
reld is ruimte voor een menging van woonbebouwing in een groene setting.
en bij voorkeur op eilandjes, op poten, drijvend op het water. De bebouwing
Het woonprogramma betreft een menging van grondgebonden en gestapelde
voegt zich in de kavelstructuur. De ontsluiting vindt plaats vanaf het te vernieu-
woningen. De bestaande boerderijen en erven dienen ingepast te worden in de
wen lint van de Heemsteedseweg. Door het gebied loopt een aantal openbaar
verkaveling en kunnen als bijzondere plekken worden uitgewerkt. Voor lang-
toegankelijke routes (inclusief vaar/kanoroutes).
zaam verkeer is de locatie goed ontsloten, via routes over de nieuwe Plofsluisbrug richting Nieuwegein, langs het ARK en over de Hoofdweerstandslijn langs het inundatiekanaal.
Deelgebied 3 - het boomgaardenlandschap Deelgebied 3 betreft het landschap van de boomgaarden en (oude) boerderijen. Het loopt door tot op het acces richting Fort Jutphaas/de Batterij aan
Deelgebied 2 - het innundatielandschap
de Overeindseweg. In het gebied is ruimte voor woningbouw. Temidden van
Deelgebied 2 betreft het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW).
de boomgaarden kunnen – clustergewijs - bijzondere woon-, woonwerk-, en
Dit deelgebied valt uiteen in twee zones In het meest westelijke deelgebied
recreatiemilieus en voorzieningen worden gerealiseerd. Ook hier geldt dat het
(2a) – waar ook het 300meter schootsveld van de Batterij aan de Overeindse-
gaat om onderscheidende woonmilieu’s die uniek zijn en dus een aanvulling
weg onderdeel van uitmaakt - wordt landschapsontwikkeling voorgestaan. De
vormen op het bestaande aanbod in Utrecht, Houten en Nieuwegein. Het gaat
ambitie is om het voormalig inundatieveld tegen het kanaal aan te ontwik-
om landschappelijke woonmilieus in een lage dichtheid waar het landschap-
kelen tot een ‘natte voet’ met ruimte voor natuur, waterberging en extensieve
pelijk karakter de boventoon heeft. Het woonprogramma bestaat uit grond-
recreatie. Hier is geen plaats voor bebouwing en landschappelijke verdichting.
gebonden woningen. Denkbaar is de boomgaardcultuur hier te bestendigen,
Uitzondering vormt de in te passen aanlanding van de fietsbrug bij de Plofsluis
daarvoor is een financiële basis benodigd bijvoorbeeld door activiteiten op het
en eventuele plaatselijke verdichting van het lint met een enkel erf (buiten de
gebeid van verbreedde landbouw, educatie, recreatie (bed-en breakfast, land-
open te houden zichtlijnen!) – zie 5. Geadviseerd wordt het grondlichaam van
winkel, pluktuin, zorgboerderij enz…) en kleinschalige woningbouw. Een mooi
de aanlanding zo te situeren dat deze zo min mogelijk het open inundatieveld
voorbeeld hiervan is Landgoed De Olmenhorst in de Haarlemmermeerpolder,
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
en de belangrijke zichtlijnen verstoort door deze tegen de bestaande kavels
55 H+N+S Landschapsarchitecten
Deelgebied 1 - de driehoek
Routenetwerkkaart
recreatieve verbindingen 56
De koers uiteengelegd in de hoofdstructuren.
Deze kaart geeft een overzicht van de diverse routes langs de verschillende onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ook de belangrijke recreatieve route langs het Amsterdam-Rijnkanaal staat aangegeven. Verder een aantal indicatieve langzaamverkeersroutes die de diverse deelgebieden met elkaar verbinden (oranje).
een trouw- en vergaderlocatie, maar biedt ook plaats aan een landgoedwinkel,
de stroomruggen bebouwing en beplanting kan worden toegevoegd. Zichtbaar
een architectenbureau, mensen kunnen er een fruitboom adopteren, zelf fruit
maken van de archeologische restanten kan bijdragen aan de recreatieve en
plukken, enzovoorts. Door het gebied loopt een aantal openbaar toegankelijke
landschappelijke beleving.
langzaam verkeersroutes (fiets/wandel/route). De archeologische waarde kan mede bepalen in hoeverre en op welke manier op de stroomruggen bebouwing
Deelgebied 5 - de linten
en beplanting kan worden toegevoegd. Zichtbaar maken van de archeologische
Op diverse plaatsen wordt de overgang van het ene naar het andere deelge-
restanten kan bijdragen aan de recreatieve en landschappelijke beleving.
bied gevormd door een bestaand lint. Deze linten (Waijensedijk, Overeindseweg, Heemsteedseweg) worden als dragende structuren verder uitgebouwd.
Deelgebied 4 - het landgoed Heemstede
De linten kunnen plaatselijk verder worden verdicht, met woon-, woonwerk-,
Deelgebied 4 is het gebied van Kasteel Heemstede. De bedoeling is dat de
en recreatiemilieus en voorzieningen in een lage dichtheid mits goed ingepast
landgoedsfeer een veel groter gebied karakter gaat geven dan nu het geval is.
en in combinatie met groene erven. De mate waarin is locatieafhankelijk en
Het gaat daarbij om de bestaande golfbaan, de uitbreiding van de golfbaan, de
maatwerk (bijvoorbeeld in relatie tot de ontsluiting). Op sommige plaatsen is in
landerijen ten noorden van het kasteel en de beoogde leisure-ontwikkeling die
de kwaliteitskaart een vrij te houden zichtlijn aangeduid waar verdichting van
vanuit DLG en het Recreatieschap Midden-Nederland momenteel op de markt
het lint ongewenst is. Verder is het goed af en toe sowieso wat ‘lucht’ in het
wordt gezet (recreatieve ontwikkeling Heemstede Noord). De landgoedsfeer uit
lint te houden, dit is nader uit te werken. De verdichting van de Waijensedijk
zicht in een raamwerk van lanen en bossages, in combinatie met landerijen/
en de Overeindseweg zal beperkt blijven tot de ontwikkeling van enkele erven
velden. Beoogd wordt de landgoederenstructuur te versterken. Hiertoe is een
per lint. Voor het lint van de Heemsteedseweg geldt dat hier wat meer ruimte
financiele basis nodig bijvoorbeeld door activiteiten op het gebied van ver-
is voor verdichting. Daarbij is het idee dit lint op te pakken als ontsluitings-
breedde landbouw, educatie, recreatie (bed-en breakfast, landwinkel, pluktuin,
structuur voor het gebied. Om het karakter van het lint te behouden, wordt
zorgboerderij enz…) en kleinschalige woningbouw. Een idee is dat de boeren
voorgesteld niet de weg te verbreden, maar een tweede parallelle ontsluiting
kunnen participeren in de uitbreiding van de golfbaan, volgens het zogenaamde
toe te voegen in combinatie met een eenrichtingsregime. Het principe van de
Singelgolf-concept (ontwikkeld door de Stichting Natuurwinst in opdracht van
bestaande knip in de Heemsteedse weg zal gehandhaafd moeten worden om
het Innovatienetwerk). Natuur- en landschapsontwikkeling en uitbreiding van
te voorkomen dat deze route gebruikt gaat worden als sluiproute tussen A12
de golfbaan, plus agrarische activiteiten zijn in dit concept geïntegreerd. Het
en A27. De archeologische waarde kan mede bepalen in hoeverre en op welke
terrein is ook voor derden deels toegankelijk (routes). In het gebied is ook
manier op de stroomruggen bebouwing en beplanting kan worden toegevoegd.
ruimte voor woningbouw. Het programma bestaat uit een menging van grond-
Zichtbaar maken van de archeologische restanten kan bijdragen aan de recrea-
gebonden en gestapelde woningen, waarbij gedacht wordt aan een cluster-
tieve en landschappelijke beleving.
achtige opzet met wat grotere complexen die passend bij de schaal van een landgoed. Hier wordt geen kleine bebouwingskorrel beoogd waardoor versnippering optreedt. De clusters liggen vrij in het landschap, op afstand van het lint van de Heemsteedse Weg. De ontsluiting vindt in principe plaats met inprikkers vanuit de Heemsteedseweg naar achteren toe. Door het gebied loopt een aantal openbaar toegankelijke langzaam verkeersroutes (fiets/wandel/route). De
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
archeologische waarde kan mede bepalen in hoeverre en op welke manier op
57 H+N+S Landschapsarchitecten
waar diverse activiteiten zijn geclusterd en elkaar versterken. De Olmenhorst is
Referentiebeelden Deelgebied 1 - de driehoek
Referentiebeelden Deelgebied 2a het innundatielandschap
combineneren landelijk en stedelijk wonen ook ruimte voor watersporten...
58
natte voet
Amsterdam-Rijnkanaal met bomenrij
innundatiekanaal
... en extensievere vormen
wonen aan de ‘veilige’ kant
grondgebonden en gestapelde woningen
avontuurlijke langzaamverkeerroutes
nat natuurlandschap
bijzonder recreatiemilieu: volkstuinen
kanoroutes
bijzondere (recreatieve) woonmilieus
intensieve waterrecreatie
natte natuur is de drager
H+N+S Landschapsarchitecten
59
landschapelijk wonen aan het water
natuurontwikkeling, waterberging en extensieve recreatie
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Referentiebeelden Deelgebied 2b - het innundatielandschap
Referentiebeelden Deelgebied 3 - het boomgaardenlandschap
Referentiebeelden Deelgebied 4
woonclusters temidden van de boomgaarden
Clusteracthige opzet van woningen
statige lanen en wandelpaden
60
ruimte voor vele vormen leisure
verbreding van activiteiten van de boer
kamperen bij de boer
boomgaarden en oude boerderijen
singelgolf: golfen temdden van natuur- en landschapssontwikkeling
landgoed Heemstede
Bijzondere vergaderlocaties
Referentiebeelden Deelgebied 5 - de linten
de linten als dragende structuur in een groene omgeving
woon- en werkmilieus met groen erven
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
H+N+S Landschapsarchitecten
61
ruimte voor langzaam verkeer en plekjes bij bijv. de boer om bij te komen
wonen in landgoedsferen
actieve leisure-mogelijkheden
De linten kunnen plaatselijk worden verdicht
‘lucht’ in het lint om doorkijken mogelijk te maken
62
6. Tot slot
Met de beschreven visie en met het vastleggen van de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten is in deze integrale landschapsvisie een stevig kader neergelegd voor de gewenste ontwikkelingsrichting voor het gebied Laagraven Oost. De visie is op hoofdlijnen getoetst op financiële en maatschappelijke haalbaarheid. Daarnaast zijn de thema’s verkeer, recreatie en woningbouw nader onderzocht. In dit hoofdstuk worden de conclusies hiervan weergegeven. Met het vaststellen van deze visie wordt voor Laagraven Oost een koerswijziging in het beleid voorgesteld. Deze zal in het vervolg planologisch vertaald moeten worden op provinciaal en lokaal niveau. Om deze visie ook werkelijkheid te laten worden zijn er verschillende mogelijkheden/strategieën denkbaar. Zo kan er een beoordelingskader voor initiatieven nader worden uitgewerkt, zodat initiatieven vanuit het gebied kunnen worden getoetst en tot ontwikkeling kunnen komen. Daarnaast kan in het gebied de ontwikkeling actief in gang worden gezet. Hiervoor zijn alle partijen aan zet: de overheden, de grondeigenaren en de belanghebbenden. De belangrijkste aandachtspunten en aanbevelingen voor dit vervolg zijn in dit hoofdstuk opgenomen.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Onderbouwing en aandachtspunten voor het vervolg
63 H+N+S Landschapsarchitecten
6Tot slot
van analyse naar doorrekening
64
De gevolgde plansystematiek ingevuld met de bijbehorende producten
Tijdens het gevolgde planproces zijn met de belangrijkste stakeholders en
contant te maken. Het saldo van de aldus verkregen resultaten is vooralsnog
grondeigenaren twee bijeenkomsten georganiseerd. Aanwezig waren onder
negatief.
andere enkele ontwikkelaars (met grondposities in het gebied), het Recreatie-
Bij de berekening is een zogenaamde gevoeligheidsanalyse opgenomen waarin
schap, PNO Liesbosch, Groenraven-Oost, Kasteel Heemstede en de Nieuwe-
in tabelvorm is aangegeven wat de effecten zijn van wijziging van een bepaalde
geinse Golfclub. Tot de stakeholders behoren ook overige overheden zoals de
parameter in de berekening. Op een aantal van de parameters hebben de par-
gemeente Utrecht, BRU, Projectgroep A12 Centraal, RWS, de toenmalige minis-
tijen geen invloed, bijvoorbeeld de inflatie en rente. Andere parameters als het
terie van LNV en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Tijdens de eerste
(bouw-)programma en de investeringen zijn natuurlijk wel te beïnvloeden.
bijeenkomst stond de analyse en opbouw van scenarios centraal. Tijdens de
De huidige berekening is nog niet bedoeld om de economische uitvoerbaarheid
tweede sessie de voorgestelde koers en aanzet tot de visie. Vanuit de stakehol-
aan te tonen maar is samen met de gevoeligheidsanalyse een instrument om
ders zijn verschillende belangen onder de aandacht gebracht, die niet altijd met
te kijken aan welke knoppen gedraaid kan worden en om in een vervolgtra-
elkaar in overeenstemming zijn. En soms zelfs lijnrecht tegenover elkaar staan.
ject gericht de discussie aan te kunnen gaan om de kansen op economische
De belangen van cultuurhistorie en ecologie bijvoorbeeld zijn niet altijd te ver-
uitvoerbaarheid te vergroten. Doel is te komen tot een minimaal sluitende
enigen met de belangen van de ontwikkelaars in het gebied. Belangen vanuit
grondexploitatie.
de grote behoefte aan woningbouw op de lange termijn staan op gespannen voet met landschappelijke en archeologische waarden.
Aandachtspunten voor het vervolg - algemeen Om tot realisatie van de visie over te kunnen gaan zal nog een lange weg moe-
Op weg naar realisatie
ten worden afgelegd. De integrale landschapsvisie behoeft nadere uitwerking
Er zijn verschillende mogelijkheden/strategieen denkbaar. Zo kan er een be-
tot een integraal ruimtelijk plan: een gebiedsvisie. Hierin zijn alle aspecten van
oordelingskader voor initiatieven nader worden uitgewerkt, zodat initiatieven
de ruimtelijke ordening, zoals verkeer programma, duurzaamheid verder uit-
vanuit het gebied kunnen worden getoetst en tot ontwikkeling kunnen komen.
gewerkt tot een samenhangend plan. Deze gebiedsvisie zal vervolgens plano-
Daarnaast kan in het gebied de ontwikkeling actief in gang worden gezet.
logisch moeten worden verankerd. De provincie zal ten aanzien van de in deze visie voorgestelde koers in het kader van de nieuwe Provinciale Ruimtelijke
Financiële haalbaarheid
Structuurvisie nog een integrale afweging maken. De gemeenten Houten en
Op basis van de visie is door H+N+S Landschapsarchitecten in samenwerking
Nieuwegein zullen in goed overleg met andere overheden en belanghebbenden
met de gemeente Houten en de gemeente Nieuwegein een voorbeelduitwerking
een zorgvuldig planproces voor het vervolg moeten opzetten.
gemaakt voor de mogelijke ontwikkeling van het gebied. Deze vormt de basis
Het is van belang goede afstemming te houden tussen de plantrajecten vanuit
voor een globale financiële doorrekening.
de hogere overheden, de trajecten voor de lange termijn (PRS, NV Utrecht en
Er is een aantal bijeenkomsten geweest tussen de planeconomen van de beide
het project A12 Centraal) en de gewenste ontwikkeling van Laagraven Oost
gemeentes en bbn adviseurs. bbn heeft de voorbeelduitwerking doorgerekend,
op de korte en middellange termijn. Deze integrale landschapsvisie Laagraven
nadat de uitgangspunten voor de berekening in onderling overleg zijn vastge-
Oost is een kwalitatieve bouwsteen voor het project A12 Centraal, en daarmee
steld. Het doorgerekende scenario bestaat uit diverse deelgebieden en gaat
indirect een bouwsteen voor de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Vooruit-
uit van de realisatie van programma in de vorm van landschapsontwikkeling,
lopend op de realisatie van het verstedelijkingsperspectief A12 Centraal op de
recreatie en woningen, en de aanleg van nieuwe recreatieve verbindingen. Het
lange termijn is voor de periode tot 2025 met de betrokken besturen een fase
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
resultaat is berekend door alle kosten en opbrengsten in de tijd te zetten en
65 H+N+S Landschapsarchitecten
Maatschappelijke haalbaarheid
willen en kunnen in balans?
66
In de landschapsvisie voor Laagraven Oost is er ruimte voor kleinschalig wonen
Laagraven Oost past in de fase van actief rentmeesterschap tot 2025. Woning-
als kostendrager voor de gewenste landschappelijke en recreatieve ontwik-
bouw in Laagraven Oost is in overeenstemming met de ambities van de A12
keling. Laagraven Oost kan hiermee een bijdrage leveren aan de regionale
Centraal, maar moet nader onderzocht worden.
woningbehoefte. Op lokale schaal zal Laagraven Oost kunnen voorzien in de behoefte aan een landelijk groen woonmilieu. Een woonmilieu waar met name
aandachtspunt ontsluiting
vanuit de gemeente Nieuwegein behoefte aan is. Ingeschat wordt, door de be-
Het gebied kent een slechte ontsluiting per openbaar vervoer, en deze ontslui-
leidsadviseurs wonen van beide gemeenten, dat het woonmilieu door de klein-
ting zal niet structureel verbeterd kunnen worden. Voor bezoekers en gebrui-
schaligheid en de ligging nabij de stad, een aanvulling is op de woningbouwont-
kers van recreatieve voorzieningen heeft het openbaar vervoer geen betekenis.
wikkeling die in dezelfde periode in ontwikkeling zal zijn, te weten Rijnenburg.
Voor te realiseren woonmilieus legt de slechte ov-ontsluiting beperkingen op aan de te huisvesten doelgroepen (zelfredzaam).
Aandachtspunt recreatie
De ontsluiting voor langzaam verkeer is redelijk tot goed. De snelwegen en het
Door de ligging en de gebiedskwaliteiten heeft Laagraven Oost potentie als
Amsterdam-Rijnkanaal zijn echter flinke barrières die de aansluiting van dit
uitloopgebied in de stedelijke regio. Het stedelijk landschapspark kan voorzien
gebied op de omgeving, naar de omliggende wijken en de werken en kanalen
in een deel van de regionale recreatiebehoefte. Een divers recreatief aanbod
van de Nieuwe Hollandse Waterlinie belemmeren. Om het gebied aantrekkelij-
vergroot de recreatieve aantrekkingskracht. Er is ruimte voor extensieve recre-
ker en toegankelijker te maken voor recreatie is een aantal nieuwe bruggen/
atie: wandelen, fietsen, themaroutes, pleisterplaatsen, rustpunten. Daarnaast
tunnels om de barrières te slechten gewenst. Deze maken onderdeel uit van de
is er een aanvullende behoefte aan intensieve recreatie. Dit betreft dag – en
beschreven visie.
verblijfsrecreatie gericht op ontmoeting, gezelligheid, avontuur en uitdaging.
Ten aanzien van autoverkeer zitten de wegen en met name de kruispunten in
Dit pleit voor toevoeging van een grote recreatieve trekpleister en/of recreatie-
het gebied aan hun capaciteit. Toename van programma in het gebied leidt
terrein.
direct tot toename van autoverkeer. Dit geldt met name voor woningbouw en
De recreatieve bereikbaarheid en toegankelijkheid is uiteraard inherent aan de
in mindere mate voor recreatie omdat deze vooral verkeer aantrekt buiten de
recreatieve ontwikkeling. Dit betreft het verbeteren van de routestructuren met
spits. De wegenstructuur rond het gebied moet echter sowieso worden aan-
de omgeving - middels verbindingen en lange afstandsroutes - en een goede
gepast. Deze problemen gaan namelijk verder dan alleen het gebied Laagra-
dooradering door het gebied.
ven Oost. Liesbosch en Hoograven hebben ook last van hetzelfde probleem:
De ontwikkeling van recreatie heeft direct effect op de haalbaarheid. In een
toenemende verkeersdruk en steeds langer durende spitsperioden op de wegen
vervolgfase moet nader worden bekeken in welke mate naast woning bouw ook
van en naar de A12. Het is verstandig om in groter verband, bijvoorbeeld het
recreatie een financiële drager kan zijn voor delen van het landschap. Daar-
project A12 Centraal, op zoek te gaan naar structurele oplossingen die verder
naast moet de recreatieve ontwikkeling worden meegenomen in de ontwikkel-
reiken dan alleen het gebied van Laagraven. De kosten van de verkeersaanpas-
en grondstrategie.
singen zijn niet in de berekening opgenomen en kunnen ook niet uit de ontwikkeling van het gebied worden opgebracht. Hiervoor dient externe financiering
Aandachtspunt archeologie
te worden gevonden.
In het plangebied zijn op de stroomruggen gebieden met een hoge archeologische verwachting en archeologische AMK terreinen gesitueerd. Dit betekent dat
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
aandachtspunt wonen
het gebied richting de toekomstige ambitie te kunnen sturen. Ontwikkeling van
67 H+N+S Landschapsarchitecten
van actief rentmeesterschap voorgesteld. Een fase om de huidige dynamiek in
68
kent wel een omslagpunt in verband met het maximale laadvermogen van het
voor maatregelen dienen te worden getroffen. Dit is afhankelijk van de aard en
concept ‘stedelijk landschapspark’. Op een gegeven moment komen de inhou-
schaal van de werkzaamheden. Maatregelen kunnen bestaan uit in-situ behoud
delijke ambities van het plan al te zeer onder druk te staan.
door aanpassing van plannen of door inkaderende maatregelen (bv ophoging,
Ook binnen het gebied moeten enkele aanpassingen plaatsvinden waarvan de
alternatief heien), of ex-situ behoud (opgraven). De archeologische waarde kan
kosten niet of niet geheel op de exploitatie van het gebied kunnen drukken,
mede bepalen in hoeverre en op welke manier op de stroomruggen bebouwing
zoals de ontwikkeling van de Batterij aan de Overeindseweg. Hiervoor zal een
en beplanting kan worden toegevoegd. Vanuit recreatief opzicht en om draag-
aparte oplossing gevonden moeten worden.
vlak te verbreden kan het interessant zijn om archeologie zichtbaar en beleef-
Een ander onderdeel van de planoptimalisatie is de grondstrategie: het resul-
baar te maken op maaiveldniveau. Dit is een aanvulling op de nog zichtbare
taat wordt bepaald door de som van alle planonderdelen. Omdat het ernaar
overblijfselen uit een recenter verleden, en vertelt een completer historisch
uitziet dat de gemeente niet de gronden verwerft voor de ontwikkeling moet
verhaal.
nog worden gekeken naar andere verdienmodellen en mogelijkheden tot kostenverhaal. Uitgezocht wordt of de kosten zoals ze nu zijn opgenomen in de
Aandachtspunt planoptimalisatie
berekening in het kader van het kostenverhaal volgens de nieuwe WRO voor
De discussie over kwantiteiten (aantallen woningen) in relatie tot het laadver-
verhaal in aanmerking komen.
mogen van het gebied zal plaats vinden in het vervolgtraject. Dit zal in afstem-
Tenslotte zal er een zeer afgewogen ontwikkelingsstrategie moeten worden
ming plaats vinden met de opgave van de NV Utrecht en van het project A12
ontwikkeld. Hierbij moet ondermeer de fasering worden onderzocht.
Centraal.
De 5 themagebieden kunnen bijvoorbeeld als gebiedsenveloppen integraal
Voor de oplossing van het knelpunt in de auto-ontsluiting zal in breder verband
ontwikkeld worden. Het hele gebied in 1 klap ontwikkelen, in samenhang (zoals
een mobiliteitsstudie moeten worden uitgevoerd, die voorziet in een oplossing
in model 3) is in de huidige tijd niet realistisch. Per perceel initiatieven beoor-
voor de knelpunten in Laagraven Oost en de andere knelpunten (bijvoorbeeld
delen en doorgang verlenen is mogelijk kwetsbaar met het oog op de gewenste
de Liesbosch) in de omgeving. In het kader van de A12 Centraal zal een mobi-
samenhang. Ambities en middelen worden op elkaar afgestemd door de diverse
liteitsstudie worden uitgevoerd, waarvan Laagraven Oost onderdeel zal uitma-
spelers ‘op elkaar te binden’, zo kan de gewenste integraliteit worden gewaar-
ken.
borgd (en toch voldoende ruimte voor initiatief en flexibiliteit worden inge-
De integrale landschapsvisie heeft nog een slag nodig richting haalbaarheid.
bouwd).
Om het plan haalbaar te maken is het nodig verder te fine-tunen zowel aan de kostenkant (slim zijn in de ambities), als aan de opbrengstenkant (inzet marktpartijen, subsidiemogelijkheden). Voor de vervolgfase wordt aanbevolen diverse marktpartijen, particulieren en/of initiatiefnemers intensief te betrekken om het plan tegelijk verder uit te werken als in financieel-economische als sociaal-maatschappelijke zin haalbaar te maken. Daarbij kan als gezegd worden gekeken naar recreatiefuncties en woningbouw
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
als kostendrager voor het landschap. Het toevoegen van bouwprogramma
worden uitgevoerd, en dat indien er iets van waarde wordt aangetroffen, hier-
69 H+N+S Landschapsarchitecten
bij werkzaamheden in de bodem (bij ontwikkeling) mogelijk onderzoek dient te
70
Tot slot: afstemming met lopende initiatieven
lopende ontwikkelinitiatieven. De twee belangrijkste lopende initiatieven op dit moment zijn het traject rondom de recreatieve ontwikkeling van Heemstede Noord en de brug bij de Plofsluis. Vanuit DLG en het Recreatieschap vindt een aanbesteding plaats van een recreatieve ontwikkeling ten noorden van kasteel Heemstede. De recreatieve ontwikkeling past prima in de visie; de wijze en vormgeving waarop deze plaats vindt is echter cruciaal, als bijdrage aan de gewenste ontwikkeling van het landschap. Hier ligt een grote kans. Met de aanleg van brug bij de Plofsluis wordt het gebied Laagraven Oost beter toegankelijk gemaakt voor fietsverkeer, en wordt een belangrijke schakel in de recreatieve fietsroutes van de Nieuwe Hollandse Waterlinie hersteld. De brug en de aanlanding biedt ook kansen voor de vergroting van de beleefbaarheid van de Plofsluis – als onderdeel van de NHW – en het inundatieveld. Een aandachtspunt vormt de inpassing van de aanlanding van de fietsbrug. Het belang van de inpassingsopgave van de aanlanding is ondertussen onderkend en wordt in een separaat traject momenteel uitgewerkt.
71 H+N+S Landschapsarchitecten
den gehanteerd. Daarnaast is het van belang dat afstemming plaats vindt met
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
De integrale landschapsvisie zal als beoordelingskader voor initiatieven wor-
Literatuurlijst & Colofon
H+N+S Landschapsarchitecten
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Literatuurlijst & Colofon
73
74
•
Ruimtelijke Visie Houten 2015
•
Waterplan Houten 2006-2009
•
Visie Recreatie en Toerisme Houten 2009
•
Visie Recreatiegebied Rondo Houten 2004
•
LOP Kromme Rijn 2009
•
Ontwerpstructuurvisie 2030 Nieuwegein 2009
•
Woonvisie Nieuwegein 2005
•
Collegeprogramma Nieuwegein 2010
•
Watervisie Nieuwegein 2004
•
Plan Geinrecht 2008
•
A12 Centraal ontwikkelingsperspectief 2009
•
Projectplan Herontwikkeling Overeindseweg 2010 (concept)
•
Projectplan herstel Historische Oost-Westverbinding 2008 (concept)
•
Gebiedsvisie Linieland Vista 2009
•
Landinrichtingsplan Groenraven Oost DLG 1995
•
Beleidsplan Natuur en Landschap Provincie Utrecht 1992
•
Werkdocument Ecologische Verbindingszones Provincie Utrecht 1993
•
Project Inrichtingsbeelden voor ecologische verbindingszones en deelgebieden in het Kromme Rijngebied 2010 (concept)
•
Kwaliteitsgids Waterlinies OKRA 2010 (concept)
•
Tekst Kringenwet 1853
•
Ontwikkelvisie Laagraven, buro Lubbers 2007
•
Atlas Nieuwe Hollandse Waterlinie, C. Steenbergen, et al. 2009
•
Concept Verstedelijkingsperspectief A12 Centraal, februari 2011
75 H+N+S Landschapsarchitecten
Voor het opstellen van de Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Literatuurlijst
76
De studie ‘Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost’ is opgesteld in opdracht van de Gemeente Houten en de Gemeente Nieuwegein, namens de Enveloppencommissie Linieland, en is uitgevoerd door H+N+S Landschapsarchitecten. Contactpersoon vanuit de opdrachtgever: Anja Poot, Gemeente Nieuwegein Sanneke Lisman, Gemeente Houten Ontwerpteam H+N+S Landschapsarchitecten, Amersfoort: Hank van Tilborg (projectleider, landschapsarchitect) Adam Hofland (landschapsarchitect) Roeland Meek en Dirk Oudes (stagiairs)
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Colofon
In samenwerking met bbn adviseurs, Houten: Maarten Pullen Paul Jorna Vormgeving en lay-out H+N+S Landschapsarchitecten Projectnummer 1666
Amersfoort, maart 2011 © H+N+S (2011) Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt mits de bron wordt vermeld.
H+N+S Landschapsarchitecten
77
Amersfoort, maart 2011
Bijlagen
A. Gebiedsverkenning en beleidsanalyse B. Beschrijving scenario’s C. Afwegingskader scenario’s - Voorkeursmeting (bbn adviseurs)
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Algemeen
Bijlage
Bijlagen Overzicht van bijlagen
A. Gebiedsverkenning en beleidsanalyse
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
De totstandkoming van de kwaliteitskaarten, de koers en de visie – zie hoofdstuk 3 tot en met 5 - is gebaseerd op een tweetal pijlers. Allereerst is het gebied zelf uitgebreid bekeken, in de vorm van een uitgebreid veldbezoek en kaartenstudies van zowel de huidige als de historische situatie. De gebiedskarakteristieken zijn vastgelegd in foto’s en diverse kaartbeelden. Daarnaast zijn diverse beleidsplannen en ambtelijke nota’s bestudeerd en onderzocht op hun uitspraken ten aanzien van het plangebied. Op basis van deze nota’s is een samenvatting gemaakt resulterend in diverse kaartbeelden. De belangrijkste resultaten en conclusies voor het vervolg passeren hieronder de revue.
Bijlage
AGebiedsverkenning en beleidsanalyse
De topografische kaart van Laagraven Oost
gebied is enerzijds versnipperd, rommelig, aangetast, druk, soms troosteloos en mist een sterke identiteit... maar het kent tegelijkertijd prachtige stukken, is rijk aan fantastische verhalen en verstilde groene plekken! Het gebied kent mooie wandelpaden, idyllisch landschapsschoon, historische boerenerven, prachtige boomgaarden, lange zichtlijnen, een winkel met heerlijke streekproducten. Het inundatiekanaal is een drager van bijzondere verhalen en plekken met grote natuurwaarde. Je moet deze bijzondere plekken alleen wel weten te vinden. In veel gevallen lijken deze prachtige plekken goed bewaarde geheimen, die helaas bij te weinigen bekend zijn. Onbekend maakt onbemind; en dat is jammer, want bepaalde bijzondere gebiedskwaliteiten op het gebied van cultuurhistorie en landschap staan daardoor onder druk. Hier ligt een eerste belangrijke opgave voor de landschapsvisie in besloten.
Laagraven Oost kent bijzondere plekken en kwaliteiten die echter te weinig bekendheid genieten en in de dynamiek langzaam lijken onder te sneeuwen. Deze plekken vragen om een (nieuwe) krachtige, onderlinge samenhang.
Op zoek naar samenhang
Bijlage
Laagraven Oost is een bijzonder gebied dat eigenlijk twee gezichten heeft. Het
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Gebiedsimpressie
De centrale ligging van Laagraven Oost, tussen de verschillende landschapseenheden
Het landschap van Laagraven Oost is een boeiend landschap van uitersten, van
Het is overigens iets dat het gebied ook een bepaalde charme geeft: de stad is nooit ver weg. Het laat zich verklaren vanuit de positie van het gebied, als een stadsrandzone, perifeer gelegen, ingeklemd tussen infrastructuur. Aan het gebied is nooit vanuit een integrale visie en met liefde ontworpen. Een tweede opgave is de charme van de uitersten in het gebied te behouden, maar waar de ontmoeting wel heel ruw is – zoals bij kasteel Heemstede en de snelweg, de omgeving van de plassen en bij de Plofsluis – is het raadzaam dit plaatselijk wat te verzachten.
De nabijheid van het landschap en de stad en de onderlinge contrasten is een grote kwaliteit. Soms is de ontmoeting tussen infrastructuur en landschapsschoon, tussen historische kwaliteit en moderniteit, wel erg koud en hard en verdient deze in het ontwerp meer aandacht en liefde.
Confrontatie stad en landschap
Bijlage
druk, natuur en recreatie: het botst vaak ruw op elkaar en werkt verveemdend.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
grote contrasten. Historisch en modern, bebouwing en landschap, rustig en
De recreatieve fietsroutes van de VVV-routeplanner rondom het gebied
Toegangen tot het gebied met de fiets zijn bijna allemaal via bedrijventerrein. Alleen de noordelijke entree gaat via de woonwijk Lunetten.
De stad is dichtbij. De bebouwing van Utrecht, Nieuwegein en Houten is vanuit
verkeer door het gebied. Maar de stad is tegelijkertijd ook ver weg. Los van de enkele woningen in het gebied, veelal bedrijfswoningen, geldt dat de eerste woning ver weg ligt. Vanuit het gebied gezien moet eerst grootschalige infrastructuur gepasseerd worden of een bedrijvenstrook, vaak beide, alvorens de eerste woning bereikt wordt. Andersom geldt dit natuurlijk evenzeer. Het belang van voldoende, aantrekkelijke en veilige routes vanuit Houten, Nieuwegein en Utrecht voor het lv is groot. Een bezoek aan het gebied toont dat het aantal routes beperkt is en recreatief bezien ook nog eens van beperkte kwaliteit is. Realisatie van voldoende en aantrekkelijke lv-routes naar het gebied is een cruciale opgave, plus het maken van goede randen.
Laagraven Oost ligt vlakbij de stad maar is toch voor recreanten slecht bereikbaar: er zijn maar weinig aantrekkelijke routes voor langzaam verkeer vanuit de omliggende woongebieden naar het gebied. Ook in het gebied moet de recreatieve dooradering worden versterkt.
Potentiele verbindingen over de plofsluis en de landgoedlaan?
Bijlage
(of hoorbaar) door de grootschalige infrastructuur aan de randen of het (sluip)
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
vrijwel het gehele gebied zichtbaar. En anders is de stedelijkheid wel voelbaar
1850
Ontwikkeling van Laagraven Oost door de tijd
1900
1950
2000
Historische analyse De historische kaart van Laagraven en omgeving van halverwege de 19 eeuw
die hun intrede doen, zoals de golfbaan en de recreatieplassen. Tot op heden
werkt heel vervreemdend. Er is zo ontzettend veel veranderd in de directe
verschijnen die functies nog vrij willekeurig, verspreid over het gebied. Dit
omgeving dat het lastig is de exacte locatie snel terug te vinden op de his-
roept de vraag op of het geen tijd is een samenhangend ruimtelijk concept voor
torische kaart. Pas in later tijden, met de aanleg van achtereenvolgens de
Laagraven Oost als recreatief uitloopgebied op te stellen en daarbij vast te leg-
Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW), het Amsterdam Rijnkanaal (ARK) en de
gen welk recreatief profiel wordt nagestreefd en welke identiteit uitgangspunt
rijkswegen A12 en A27, hebben de huidige contouren van het plangebied hun
is – dit is opgave 4.
intrede gedaan. De dynamiek in de directe omgeving van het plangebied is werkelijk enorm geweest. De historische kaarten van omstreeks 1850, 1900, 1950 en 2000 laten zien dat de gebieden ten noorden (Utrecht-Lunetten), ten westen (Nieuwegein) en ten oosten (Houten) in anderhalve eeuw tijd vrijwel volledig zijn getransformeerd; veel van de oude routes zijn doorsneden. Het Amsterdam-Rijnkanaal is in dit opzicht van groot belang. Samen met de drukke verbindingsweg tussen Nieuwegein en Utrecht zorgt deze voor een strakke scheiding tussen Nieuwegein en Laagraven Oost. Ook met de aanleg van de
Laagraven Oost krijgt meer en meer een functie als recreatief uitloopgebied. Deze ontwikkeling vraagt om een samenhangend ruimtelijk concept voor Laagraven Oost als recreatief groengebied met intensieve en extensieve recreatie, Van belang is daarbij vast te leggen welk recreatief profiel en welke identiteit wordt beoogd (ook ten opzichte van de andere groengebieden in de regio).
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
woningen of kantoren, maar vooral door diverse recreatieve voorzieningen e
kasteel Heemstede en het inundatiekanaal waarmee dit deel van de Waterlinie onder water gezet kon worden. Met de geplande realisatie van het bedrijventerrein Het Klooster is over enige tijd ook de zuidzijde grotendeels van kleur verschoten. Het gebied zelf is temidden van die omgevingsdynamiek verassend gaaf gebleven. Het heeft te maken met de kringenwet die lang nog van kracht was (- en waardoor in de schootsvelden van de forten niet gebouwd mocht worden -) en daarnaast met de versnipperend werking van de grootschalige infrastructuur. Hierdoor is het als het ware uitgeprepareerd ten opzichte van haar omgeving. De historische kavelstructuur is in het gebied nog behoorlijk goed zichtbaar en het grondgebruik kent nog overwegend een agrarisch karakter. De verschillen in de landschappelijke ondergrond (met de hogere oeverwalgronden en de lagergelegen, zwaardere komgronden) zijn goed zichtbaar in het grondgebruik, met een afwisseling van boomgaarden, akkers en weidegronden. Maar de stad doet stilaan toch haar intree in Laagraven Oost. In het gebied is de druk van de stad zicht- en voelbaar. Niet zozeer door de bouw van nieuwe
Bijzondere aandacht dient in de ontwikkeling van de ruimtelijke visie weggelegd te zijn voor de cultuurhistorische betekenis van de NHW. Laagraven Oost is onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterinie. Conform Het Linieperspectief ‘Panorama Krayenhoff’ vereist de linie een bepaalde mate van openheid. In de innundatiegebieden is duurzame grondgebonden landbouw mogelijk in combinatie met natuur, recreatie en water. Passende functies voor de forten worden noodzakelijk geacht als economische dragers van het behoud en herstel van de verschillende onderdelen. Hier wordt momenteel hard aan gewerkt. De NHW is verdeeld in projectenveloppen: Laagraven valt in de enveloppe Linieland. Het nabijgelegen Fort Vechten wordt getransformeerd tot nationaal bezoekerscentrum. Fort ’t Hemeltje krijgt een functie voor kantoren op het gebied van duurzaamheidinnovatie. Het restant van het in het gebied gelegen Overeindse Werk – gehalveerd tijdens de aanleg van het ARK – is onlangs aangekocht door de Provincie Utrecht. Samen met de Enveloppencommissie Linieland zal een passende herbestemming gezocht worden, bijvoorbeeld in de sfeer van horeca. Het Linieperspectief richt zich op een herkenbare hoofdweerstandslijn, geflan-
Bijlage
A12 en de A27 zijn diverse oude structuurlijnen doorsneden, zoals de laan naar
Helemaal boven: principe profiel van de NHW en de huidige situatie Boven: het acces over de hoger gelegen gronden wordt verdedigd door de vooruitgeschoven post van fort Jutphaas: de werken aan de Overeindseweg Links: de onderdelen van de NHW in Laagraven Oost
horeca, cultuur, verblijfsaccommodatie), 2. zichtbaar maken historische samen-
Voor Laagraven is in Panorama Krayenhoff een algemene koers bepaald. Ge-
hang en 3. recreatieve ontsluiting van het geheel regelen (cf panorama Krayen-
streefd wordt naar goede recreatieve routestructuren tussen Houten, Utrecht
hoff inzetten op een verbindend netwerk van wandel- en fietspaden). Inzetten
en Bunnik, recreatieve verbindingen tussen de forten onderling en een meer
op fijnmazig netwerk van paden: doorgaande ‘linieroute’ (fiets/wandel) en
zichtbare waterlinie. Verder wordt vernatting beoogd: dit verhoogt de ecolo-
nieuw ‘inundatiepad’ (wandel). Belangrijke ontbrekende schakels zijn de brug
gische waarden van Bos Nieuw Wulven naast de recreatieve betekenis. Ten
over het ARK bij de Plofsluis en over de A27 in de as van Kasteel Heemstede.
slotte wordt vergroting van het waterbergend vermogen beoogd door heront-
Uitgangspunt van Vista is de voormalige inundatievelden zoveel mogelijk
wikkeling van oude waterlopen. De betekenis van de NHW voor de huidige
open te houden en duurzaam inrichten. Hierbij wordt een waterbergingsvraag
maatschappij is conform het Linieperspectief drieledig. De NHW is allereerst be-
ingepast, gecombineerd met een EVZ langs het inundatiekanaal voor soorten
langrijk als deel van het nationaal geheugen en de regionale identiteit. Voorts
van overjarig rietland en nat soortenrijk grasland (totaal ca. 25 ha). De extra
is de NHW van belang als een soort groene megasingel voor de Deltametro-
ruimte voor natte natuur kan ook gebruikt worden voor realisatie van een aan-
pool, een rustige tegenhanger van de stedelijke omgeving. Tot slot is de NHW
eengesloten kanonetwerk.
interessant als een potentieel waterbergingsgebied, als onderdeel van WB21
Als basis van de planvisie worden 3 ontwerpuitgangspunten genoemd: 1. Linie-
(vasthouden water in de winter).
land als duurzame groene long, 2. leidend principe is het linieconcept van een
In opdracht van de Enveloppencommissie Linieland is door Vista een uitwerking
weerstandslijn met open velden ervoor en verdichting erachter (schootsvelden
opgesteld: de Gebiedsvisie Linieland (2008). Als overkoepelend doel geeft de
rond de forten met prioriteit veiligstellen), 3. nieuwe eigentijdse functies voor
visie aan ‘het uitbouwen van de NHW tot een samenhangend Nationaal Land-
duurzaam behoud. Belangrijke conclusie is dat het linieconcept (van weer-
schap’, dat bescherming geniet op basis van de Nota Ruimte. Als algemene
standslijn met open velden ervoor en verdichting erachter) toepasbaar is.
doelstelling van de projectenveloppe Linieland wordt een actieve versterking
Tegelijkertijd constateert Vista echter voor dat de stedelijke context vraagt om
van de museale functie van het hele ensemble voorgestaan. Linieland wordt
een specifieke, stedelijke invulling: Laagraven Oost krijgt in de visie een meer
door Vista als bijzonder aangemerkt: binnen Nederland onderscheidt Linieland
parkachtige inrichting met een bosrijk karakter (‘stedelijk park Laagraven’). De
zich op twee punten. Ten eerste wordt gesteld dat alle elementen hier in bijzon-
bosrand wordt in de visie van Vista ingezet als markering van het inundatieveld
dere gave vorm aanwezig zijn, met name in het Schalkwijkse deel. Ten tweede
en ook omdat het tal van functies in zich kan opnemen als leisure en bosvilla’s.
wordt gesteld dat de gebruiksdruk hier relatief groot is - als gevolg van de
Hier wordt dus afgeweken van het Linieconcept, en wel omdat ‘dit principe
ligging temidden van het stedelijk gebied van Utrecht, Houten en Nieuwegein.
minder sterk is omdat beide kanten van de voormalige hoofdweerstandslijn
Vista ziet de kans Linieland als ‘groene wig’ in te zetten voor de regio, en deze
grotendeels bebouwd zijn.’ Dit laatste is echter niet correct. En gezien de grote
uit te bouwen tot een ‘regionaal landschapspark’ van allure.
waarde van Laagraven als onderdeel van NHW, zoals aangeduid door Vista zelf en juist op een van de smalste plekken van de Linie, is het de vraag of het Li-
De opgave voor Linieland als onderdeel van de NHW is volgens Vista om inhoud
nieconcept niet toch als hard uitgangspunt gehanteerd moet worden en in ieder
te geven aan de museale functie van het ensemble, door in te zetten op 1.
geval de schootsvelden rond de forten met prioriteit moeten worden veiligge-
herstelmaatregelen aan de forten in combinatie met herbestemming als opgave
steld (ook planologisch).
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
- de forten zijn de ‘hot-spots’ van de NHW (nieuwe functies in de sfeer van
of stedelijke verdichting in het westen.
Bijlage
keerd door open velden in het oosten (de inundatievelden) en landschappelijke
De diverse onderdelen van de NHW
Beleidsanalyse Kijkend naar het kaartbeeld van de bestaande situatie valt op dat Laagraven Oost nog een overwegend groen en open karakter heeft. Het is een bijzon-
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Laagraven Oost is onderdeel van de NHW. Uitgangspunt is het hanteren van het Linieperspectief dat zich richt op een herkenbare hoofdweerstandslijn, geflankeerd door open velden in het oosten (de inundatievelden en de schootsvelden rond de forten) versus landschappelijke of stedelijke verdichting in het westen. Bijzondere aandacht geldt het actief zoeken naar eigentijdse functies voor duurzaam behoud, zowel betrekking hebbend op de forten als het inundatielandschap. De opgave is het duurzaam vastleggen van de inundatievelden inclusief het behoud van (enige mate van) transparantie.
– waardoor nog over heel verschillende ‘toekomsten’ van Laagraven Oost kan worden nagedacht. De hoofdkoers van de ontwikkeling van het gebied is echter wel helder. Vanuit diverse beleidsdocumenten staat vast dat het gebied een overwegend groene, en vrij transparante/open inrichting blijft houden, onder meer voortkomend vanuit de aanduiding als onderdeel van het Nationaal Landschap van de NHW. De bedoeling is daarbij het gebied meer betekenis te geven als recreatief uitloopgebied, enerzijds door het beter aan de omgeving te verankeren voor langzaam verkeer en anderzijds door meer recreatieve en eventueel leisure functies in het gebied een plek te geven. De groene basistoon van het gebied is in meerdere opzichten van belang. Het gebied vormt onderdeel van een landschappelijke verbinding (recreatief en ecologisch) tussen de grote landschappen in de omgeving: het Groene Hart in het westen, de Utrechtse Heuvelrug en het Kromme Rijngebied in het oosten, en het Rivierengebied in het zuiden. Laagraven Oost is te zien als een belangrijke groene schakel in deze reeks van landschappen. Laagraven Oost heeft het echter tegelijkertijd in zich als draaideur of spring-
Bijlage
dere omstandigheid – zeker gezien de ligging in de dynamische regio Utrecht
Ecologie en recreatie in regionaal verband
plank te fungeren, van de omliggende stadswijken – via het gebied – naar de
Kwaliteitsgids Waterlinies OKRA 2010 (concept).
van groot belang. Voor Lunetten en Nieuwegein – zeker na de realisatie van
In deze beleidsplannen zijn veel dezelfde ambities geformuleerd of onder-
Rijnenburg – geldt dat Laagraven Oost dichtbij nog contact met het landschap
streept. In vrijwel elke nota wordt bijvoorbeeld het belang van voldoende,
biedt. Voorkomen moet worden dat het gebied Nieuwegein-Utrecht-Houten het
goede en aantrekkelijke lv-routes vanuit de stad naar het gebied genoemd en
‘Rotterdam’ van de regio Utrecht wordt (met veel verstedelijking en een tekort
verder naar het buitengebied – zie opgave 3. Een aantal gewenste verbindin-
aan landschappelijke kwaliteit en goede routes naar het buitengebied). In dat
gen keert in meerdere plannen terug: bij de Plofsluis richting Fort Jutphaas en
perspectief is het open en groen houden van Laagraven Oost van cruciaal
verder Nieuwegein in bijvoorbeeld, of bij de oude as van Kasteel Heemstede
belang.
richting Houten. Voor de historische verbinding richting Nieuwegein via Fort Jutphaas, is zelfs reeds een projectvoorstel in voorbereiding, waarin bij de Plofsluis een brug over het kanaal is voorzien en – verderop in het stedelijk gebied – een tunnel onder de drukke Plettenburgerbaan. Dit project is weliswaar
Bijlage
Laagraven Oost is een groene schakel – in ecologisch en recreatief - opzicht tussen de omliggende open landschappen - de inrichting dient daarbij aan te sluiten. Daarnaast is het gebied een springplank om vanuit de omliggende stadswijken snel, comfortabel en aantrekkelijk in het buitengebied te komen. Dit vraagt om goede verbindingen en een groene basistoon voor de gebiedsinvulling. In het kader van de analyse zijn diverse beleidsplannen bestudeerd. Bekeken is welke uitgangspunten voor de ontwikkeling van Laagraven Oost relevant zijn. De volgende beleids- en plandocumenten zijn meegenomen (zie ook literatuurlijst): Ruimtelijke Visie Houten 2015, Waterplan Houten 2006-2009, Visie Recreatie en Toerisme Houten 2009, Visie recreatiegebied Rondo Houten 2004, LOP Kromme Rijn 2009, Ontwerpstructuurvisie 2030 Nieuwegein 2009, Woonvisie Nieuwegein 2005, Collegeprogramma Nieuwegein 2010, Watervisie Nieuwegein 2004, Plan Geinrecht 2008, A12 Centraal ontwikkelingsperspectief 2009, Projectplan Herontwikkeling Overeindseweg 2010 (concept), Projectplan herstel Historische Oost-Westverbinding 2008 (concept), Gebiedsvisie Linieland Vista 2009, Landinrichtingsplan Groenraven Oost DLG 1995, Beleidsplan Natuur en Landschap Provincie Utrecht 1992, Werkdocument Ecologische Verbindingszones Provincie Utrecht 1993, Project Inrichtingsbeelden voor ecologische verbindingszones en deelgebieden in het Kromme Rijngebied 2010 (concept),
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
omliggende landschappen. Ook in dat verband is een groene gebiedsinvulling
De landschapsvisie uit het LOP Kromme Rijn van Brons Partners, in opdracht van diverse gemeenten (2009)
Natuurbeleid provincie Utrecht
Ecologische verbindingen en passages in Laagraven Oost
doende de volle ondersteuning in de landschapsvisie. Er zijn meerdere ambities die in diverse plannen en nota’s terug keren en eveneens incorporatie in de Landschapsvisie vragen/verdienen. Zo is het gegeven van een groene slinger of ecologische en recreatieve verbinding door het plangebied in veel nota’s opgenomen. Deze groene slinger - of in het geval van het LOP Kromme Rijngebied de ‘slang‘ geheten - beoogt onderlinge verbinding van de diverse grotere groengebieden (Heuvelrug, Kromme Rijn-gebied, rivierengebied/Groene Hart). Formeel ligt in het gebied ook een officiële ecologische verbindingszone (EVZ) vanuit het Streekplan. Deze natte EVZ is ruimtelijk gekoppeld aan het inundatiekanaal, en loopt van Lunetten via Laagraven Oost en verder langs het ARK, westwaarts langs de A12 richting het Groene Hart (de Polder Rijnenburg). Als optie is een eventuele extra ecologische verbindingszone geprojecteerd die loopt van het Kromme Rijngebied via Fort Vechten en ’t Hemeltje naar het
Water is een belangrijke drager in de ruimtelijke ordening. Schoon water is
inundatiekanaal. Het verkleinen van de barrièrewerking van de A12 en de A27
letterlijk van levensbelang. Water is van cruciaal belang voor de ecologische
door de aanleg van faunapassages – in het kader van het ontsnipperingsbeleid
kwaliteiten van een gebied en heeft belangrijke esthetische en recreatieve
van Rijkswaterstaat – vormt hier een belangrijk onderdeel van. Het inunda-
waardes. Een goed watersysteem is van belang om droge voeten te houden in
tiekanaal heeft zeker ecologische kwaliteiten maar als gevolg van het gefrag-
natte tijden van zware neerslag maar ook om in lange droge periodes voldo-
menteerde karakter (de doorsnijding door infrastructuur en met name de A12)
ende schoon zoet water voorhanden te hebben bijvoorbeeld voor beregening
functioneert deze niet optimaal. De bermen en bossages langs de snelwegen
van het landbouwaeaal. Als gevolg van vergaande verstedelijking en klimaat-
worden ecologisch beheerd en hebben ook een ecologische betekenis, onder
verandering staat het watersysteem in Nederland onder druk, zowel in kwalita-
andere voor vleermuizen. De bermen van de snelweg hebben echter geen for-
tief als kwantitatief opzicht.
mele status als EVZ.
Als onderdeel van WB21 hebben de verschillende gebiedspartijen zich voorbe-
Niet in alle recente stukken wordt de EVZ in Laagraven Oost langs het inunda-
reid op een toekomst waarin waterbeheer en ruimtelijk beleid zijn afgestemd.
tiekanaal en door langs het ARK richting Rijnenburg, cf het streekplan, uitdruk-
Zowel de Gemeente Houten als de Gemeente Nieuwegein heeft in samenwer-
kelijk ondersteund en worden de juiste consequenties er aan gekoppeld. Het
king met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden een Waterplan opgesteld.
is daarom van groot belang de noodzaak van de EVZ in de landschapsvisie
Beide waterplannen gaan uit van basale principes als water vasthouden, schoon
Laagraven Oost nog eens te onderstrepen. Maar waar moet die EVZ nu precies
water schoon houden, water als uitgangspunt nemen in ruimtelijke plannen,
komen, en wat betekent deze nu precies qua inrichtingsprincipe en omvang? En
meervoudig ruimtegebruik met water, vergroten van de belevingswaarde van
hoe verhouden de ecologische wensen zich tot de cultuurhistorische kwaliteiten
het water (ook in relatie tot de ‘Hollandse Waterlinie’), bevordering van recre-
van het inundatiekanaal en omgeving?
atie langs en op het water, enz.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
aan de verbetering van de bereikbaarheid vanuit Nieuwegein en verdient zo-
Lokale ontwikkeling ter versterking van ecologische waarden is van belang, o.a. gekoppeld aan de Waterlinie. Op provinciaal niveau vindt een anno 2010/2011 een herijking EVZ plaats,. Conform de vigerende provinciale structuurvisie – wordt in Laagraven Oost een natte ecologische verbindingszone nagestreefd in noord-zuid richting, gekoppeld aan het inundatiekanaal. Verder is een mogelijke droge EVZ vanuit Laagraven Oost over de A27 richting ‘t Hemeltje en bos Nieuw Wulven een interessante toevoeging, onder andere voor vleermuizen. Bij de A12 en A27 vragen ontsnipperingsmaatregelen de aandacht om de barrièrewerking van deze snelwegen tegen te gaan. Deze maatregelen moeten genomen worden in het kader van de geplande verbreding/reconstructie van de A12 (Ring Zuid) en de A27 door RWS.
Bijlage
grotendeels buiten het plangebied gelegen maar levert een zeer grote bijdrage
Waterhuishouding
met het watersysteem te gaan ‘spelen’. De wijze waarop in de toekomst met
lijke oevers en onderhoud en het zoveel mogelijk realiseren van natte ecolo-
het water wordt omgegaan is echter in hoge mate afhankelijk van het grond-
gische verbindingszones. Onderzoek naar de realisatie van waterberging in de
gebruik. De toekomst van de landbouw is in hoge mate bepalend voor het peil-
gemeenten en het instellen van flexibel peilbeheer is te onderzoeken. Met extra
beheer. Als de landbouw een belangrijke drager van het landschap blijft, qua
ruimte voor waterberging kunnen grote piekbuien opgevangen worden en kan
beeld en beheer, zal het watersysteem grotendeels gelijk dienen te blijven. Het
water gebufferd worden. Voordeel van een flexibel peilbeheer is ook dat extra
huidige peilbeheer is immers afgestemd op het landbouwkundig gebruik.
water in het gebied kan worden vastgehouden, waardoor minder of zelfs geen
De landbouw is in de huidige situatie een belangrijke functie in Laagraven
water van slechtere kwaliteit vanuit de omgeving (bijvoorbeeld het ARK) hoeft
Oost en verdient mogelijk ook in de toekomst een plek. Het is aan te beve-
te worden ingelaten. Dit komt de ecologische gebiedskwaliteit ten goede.
len te onderzoeken in hoeverre de landbouw (deels) kan worden behouden/
In de Gebiedsvisie Linieland van Vista is sprake van een zone van 25 ha. voor
ingepast, dit om inhoudelijke en financieel-strategische redenen. De landbouw
waterberging en natte natuur, een functie die wordt gekoppeld aan de voorma-
kan – onder voorwaarden en in verbrede vorm - een interessante programma-
lige inundatievelden. Deze claim is niet nader onderbouwd. In de Gebiedsvisie
tische toevoeging aan het gebied als parkgebied zijn: initiatieven als maneges,
worden verschillende opties genoemd voor een nieuwe wijze van omgaan met
kamperen bij de boer, zorgboerderijen, pluktuinen, eten bij de boer, verkoop
water. Zo wordt de optie genoemd om in de winter (als de waterkwaliteit het
van ambachtelijke producten, enz. elders in het land laten dit zien. Ze kunnen
best is) actief water in te laten in de inundatievelden, en dit water zo lang mo-
een kwalitatieve toevoeging aan het gebied vormen (als attracties) en vormen
gelijk vast te houden. In plaats van actieve inundatie kan ook gekozen worden
tegelijkertijd een verbreding onder het economisch draagvlak van de betrok-
voor het vasthouden van het wateroverschot in de winter. Dit is minder specta-
ken ondernemers en vergroten zo de overlevingskansen. Een goed voorbeeld
culair maar zal ook tot vernatting leiden. Ook kan via deze weg de waterkwali-
hiervan is de bestaande fruitteler V/d Grift in het gebied met een landwinkel
teit verbeterd worden en meer schoon water beschikbaar komen voor de fruit-
waar eigen gemaakt fruitsap, huisgestoofde peertjes en andere ‘ambachtelijk
en boomtelers. Dit wordt voor Laagraven Oost bepleit.
gemaakte‘ streekproducten worden verkocht. Deze gedachtelijn wordt in de Ruimtelijke Visie Houten uitdrukkelijk onder-
Voor Laagraven Oost wordt een strategie bepleit waarin meer ruimte wordt geboden aan waterberging en natte natuur. Door de voormalige inundatievelden een functie te geven in het watersysteem, voor waterberging (zowel piekberging als seizoensberging) en zuivering, krijgen ze een nieuwe betekenis. Via deze weg kan de waterkwaliteit verbeterd worden voor natuur, recreatie en voor de fruittelers. De combinatie van natuur en landbouw vereist een slimme strategie van gezoneerd peilbeheer.
steund. Het platteland moet aldus de visie, op zoek naar nieuwe of andere economische activiteiten, met kansen voor: de grote behoefte aan recreatie, de NHW, natuurontwikkeling, verbreding van de landbouw (stadslandbouw, landbouwproducten) en landelijk wonen. Dit ten bate van economische vitaliteit en landschapsontwikkeling in het buitengebied.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Het feit dat Laagraven Oost vrij geïsoleerd ligt, maakt het relatief eenvoudig
afgekoppeld oppervlak stedelijk gebied, en het realiseren van natuurvriende-
Bijlage
Concrete uitgangspunten voor ruimtelijk beleid is het vergroten van het areaal
Recreatieve functies en ontwikkelingen
Een eventuele transformatie tot woongebied moet echt meerwaarde opleve-
het landschap. Een uitgekiende inpassing van boeren kan ook financieel grote
ren. In de Ontwerp-Structuurvisie Nieuwegein staat bijvoorbeeld vermeld dat
voordelen bieden. Als gevolg hiervan hoeft minder grond te worden aangekocht
in Laagraven eventueel een invulling met woonfuncties wel mogelijk maar dan
als groen-/recreatiegebied, hoeft minder grond te worden ingericht tot groen-/
ten behoeve van financiering van de investering in het gebied, bijvoorbeeld
recreatiegebied en hoeft ook minder grond te worden beheerd als
voor de beoogde landschappelijke ontwikkeling. Daarbij komt dat het plan-
groen-/recreatiegebied. Dit levert dus 3 keer een financieel voordeel op; niet
gebied vooral gezien moet worden als toevoeging van een bepaald woonmilieu
alleen op korte termijn (in de zin van eenmalige investeringen) maar zeker ook
waar een tekort aan is, als een kwalitatieve toevoeging aan het bestaande
op de lange termijn (in termen van beheer en onderhoud) kan dit financieel
woonprogramma in (met name) Nieuwegein.
zeer interessant zijn. Inpassing van stadslandbouw in Laagraven Oost moet
In de Woonvisie Nieuwegein wordt uitgegaan van realisatie van nieuwbouw aan
dus om inhoudelijke en financieel-strategische redenen zeker serieus overwo-
de overzijde van het kanaal in de vorm ‘van woningen in een landelijk dorps woonmilieu in een groene recreatieve en cultuurhistorische omgeving in het gebied ten oosten van de Laagravenseweg en ten zuiden van de Houtenseweg. De
De landbouw is een belangrijke speler in Laagraven, maar blijft dit ook zo? Denkbaar is dat de landbouw drager van het landschapsbeeld blijft, als hoeder van het landschap. In dat geval zal de landbouw zich wel moeten gaan vernieuwen richting verbrede landbouw / stadslandbouw. De intensieve landbouw verdwijnt. Een deel van de landbouw zal langzaam plaats maakt voor nieuwe natuur, recreatieve voorzieningen, enzovoorts. In de huidige situatie is Laagraven Oost geen woongebied. Toch wordt in het gebied wel - op beperkte schaal - gewoond. Voor het overgrote deel betreft dit bedrijfswoningen, gekoppeld aan een agrarisch bedrijf. Op enkele plekken is sprake van losse woonbebouwing, vaak oude boerderijen die zijn getransformeerd tot woonhuis. Laagraven Oost leent zich goed voor woningbouw, door de ligging dichtbij de kernen Houten en Nieuwegein, onder de rook van Utrecht en toch buiten, in het groen. Het groene karakter van het gebied en de centrale ligging maken het in potentie tot een aantrekkelijk woongebied. Het gebied begint de aandacht te trekken als woongebied: een aantal ontwikkelaars heeft een grondpositie in genomen en de eerste plannen voor transformatie hebben het daglicht gezien. Het zegt iets over de aantrekkingskracht van Laagraven Oost.
manier waarop wordt nader onderzocht. Hierbij wordt het principe “rood voor groen” toegepast´. De visie richt zich primair op nieuwbouw voor senioren en jonge gezinnen/ starters. Groen en water worden als kans gezien om de woonbeleving van de stad te verbeteren en zo Nieuwegein als woonstad aantrekkelijker te maken. Ook de centrale ligging in de NWH wordt als kwaliteit benoemd. De wens in Laagraven Oost woonprogramma toe te voegen is ook in het onlangs opgestelde Collegeprogramma van Nieuwegein opgenomen: ‘inmiddels zijn er plannen om het gebied Heemstede te ontwikkelen tot een extensieve woningbouwlocatie. Hoewel dit gebied buiten de rode contour ligt, willen wij samen met Houten, het BRU en de provincie dit gebied tot ontwikkeling brengen voor specifieke woonvormen.’
Woningbouw in Laagraven Oost kan door de ontwikkeling van ‘landschappelijke woonmilieus’ een kwalitatieve toevoeging zijn aan het bestaande aanbod aan woonmilieus in de regio. Voorwaarde is dat woningbouw mede-kostendrager is voor de realisatie van de ambities op het gebied van landschap, cultuurhistorie, natuur en recreatie.
Bijlage
gen worden.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Maar er is meer. De landbouw heeft ook een belangrijke rol als hoeder van
Infrastructuur
ontwikkelingen op ander terrein (zoals bijvoorbeeld de aanleg van de spoorlijn
uit diverse eigendommen, groot en klein en met een heel diverse achtergrond.
Utrecht-Breda of de ontwikkeling in het kader van ‘Verstedelijkingsperspectief
Een deel van het gebied is in eigendom/beheer van boeren en particulieren,
A12 Centraal´.
een deel is in eigendom/beheer van het Recreatieschap, een deel is in eigen-
Investeringen die nu gedaan worden in het gebied moeten het liefst niet over
dom/beheer van de gemeenten, een deel is in eigendom van ontwikkelaars,
enkele jaren weer achterhaald zijn of op het verkeerde deelgebied te zijn ge-
enzovoorts. Een ander belangrijk aspect heeft te maken met randvoorwaarden
land: ingezet moet worden op een slimme combinatie van zogenaamde ‘quick-
op het gebied van milieu en externe veiligheid. De drukke verkeerswegen, het
wins’ en ‘no-regrets’ (altijd doen).
ARK en de nieuwe haven bij het Klooster, geven beperkingen aan de ontwikke-
De lange termijn ambitie om tot transformatie van de A12-zone te komen heeft
ling van Laagraven Oost. Voor woningbouw en recreatie gelden milieucontouren
veel te maken met de keus voor Laagraven-Oost. In 2009 lieten onder meer de
waar rekening mee gehouden moet worden.
provincie, BRU en de gemeenten Utrecht, Nieuwegein en Houten een ruimteli-
Randvoorwaarden als de bestaande eigendomssituatie en milieubelemmerin-
jke verkenning uitvoeren naar de verstedelijkingsopgaven van de A12 zone
gen moeten niet 1 op 1 volledig sturend te zijn voor de visievorming: zonder
tussen knooppunt Oudenrijn en Lunetten. Deze eerste fase heeft een wervend
grensoverschrijdende visie komen nooit grootse plannen tot stand. Inhoudelijke
ontwikkelingsperspectief opgeleverd onder de naam A12 Centraal, ambitie voor
motieven moeten in principe leidend zijn. De belemmeringen vanuit milieu en
een duurzame stedelijke ontwikkeling in de A12 zone.
de huidige eigendomsverdeling maken het echter wel belangrijk om hier zo veel
In 2010 heeft een verbreding en verdieping van het onderzoek uit de eerste
mogelijk slim mee om te gaan. Het maakt dat de visie strategisch van aard zal
fase plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot het ´Verstedelijkingsperspectief A12
moeten zijn, gericht op stapsgewijze ontwikkeling (doorgroei) in de tijd en ge-
Centraal´. Dit kan op termijn leiden tot een MIRT verkenning in samenwerking
richt op samenwerking tussen private en publieke partners. Alleen dan kan een
met alle betrokkenen binnen en buiten het gebied ten behoeve van een inte-
ambitieuze toekomstvisie ook richting uitvoering gebracht worden.
grale gebiedsontwikkeling.
Milieubelemmeringen en de bestaande eigendomsituatie maken een strategische visie nodig, gericht op een uitgekiende stapsgewijze ontwikkeling en samenwerking tussen private en publieke partners. Alleen door de complexiteit slim te verkleinen komt realisatie binnen bereik.
In de visie van het `Verstedelijkingsperspectief A12 Centraal zal de A12-zone (ter weerszijden van de snelweg A12 tussen knooppunt Oudenrijn en Lunetten) zal zich in de periode van 2025 tot 2040 van een mono functionele, extensief gebruikte, stedelijke rafelrand ontwikkelen tot een multifunctioneel dynamisch woonwerkgebied in het hart van een aaneengesloten metropolitane regio. Een gebied dat niet meer alleen met de auto goed bereikbaar is, maar ook met tram en fiets. Er kunnen 2.500 tot 7.500 extra arbeidsplaatsen worden
Tot slot: de op te stellen landschapsvisie betreft de periode 2010-2020, ofwel
gecreëerd en er is plaats voor 10.000 tot 20.000 woningen, een aantal regio-
de middellange termijn. Maar natuurlijk moet ingespeeld worden op ontwik-
nale voorzieningen, en een HBO/MBO campus. Integraal onderdeel van het
kelingen voor de lange termijn. Enerzijds geld dit als kans: ambities die niet
metropolitaan gebied wordt het stedelijk landschapspark Hollandse Waterli-
op de korte en middellange termijn gerealiseerd kunnen worden, komen met
nie dat rondom de unieke kernelementen van die linie tussen Nieuwegein en
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
een langere planhorizon (wellicht) wel in beeld. Anderzijds geldt dat in de visie
gave 2 en 4. Ook de eigendomssituatie is heel versnipperd. Het gebied bestaat
Bijlage
Laagraven Oost kent niet alleen ruimtelijk een versnipperd karakter – zie op-
Milieuzonering
Verdeling van eigendommen
Houten zal ontstaan. Het park biedt ruimte voor ontmoeting, sport, spel en geldt als een van de belangrijkste identiteit dragers in de A12 zone en krijgt via de parkontwikkeling een bijzondere impuls. In het park zijn bovendien aantrekkelijke woonmilieus ontstaan voor huishoudens die graag wonen in het groen maar tegelijkertijd gebruik willen maken van al wat de sterke stad hen te bieden heeft. Samenvattend wordt in het verstedlijkingsperspectief van de A12 zone voor het plangebied Laagraven-Oost voor de ontwikkeling op de lange termijn een ontwikkeling geschetst als stedelijk landschapspark; een plek om te recreëren, te ontspannen en te ontmoeten en waar in lagere dichtheden en in verschillende groene woonmilieus wordt gewoond. Met de ontwikkeling van LaagravenOost moeten op de korte termijn geen dingen gedaan worden die de transformatie van de A12-zone op de lange termijn in de weg zitten. Vooruitlopend
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
recreatie voor alle inwoners van het stedelijk gebied. De Hollandse Waterlinie
een fase van actief rentmeesterschap voorgesteld. Een fase om de huidige dynamiek in het gebied richting de toekomstige ambitie te kunnen sturen. Ontwikkeling van Laagraven-Oost past in de fase van actief rentmeesterschap tot 2025. Woningbouw in Laagraven is in overeenstemming met de A12, maar moet nader onderzocht worden. Discussie over kwantiteiten (aantallen woningen) worden gevoerd als daar urgentie voor ontstaat.
Het is van belang goede afstemming te houden tussen de plantrajecten voor de lange termijn (A12 Centraal) en korte, middellange termijn. Deze integrale landschapsvisie Laagraven is een kwalitatieve bouwsteen voor de A12 zone.
Bijlage
op de realisatie van deze visie op de lange termijn in voor de periode tot 2025
B. Beschrijving scenario’s
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
BBeschrijving scenario’s
Hoofdinzet - De hoofdinzet van dit model is het koesteren en oppoetsen van
Ecologie - De ecologie voegt zich in dit model in hoge mate in het bestaand
het bestaande landschap, waarbij het oude cultuurlandschap de beelddrager
netwerk van watergangen met rijke oevers, bomenlanen, houtwallen en erven
vormt. De hoofdtint van het landschap is agrarisch van karakter aangevuld met
met daaraan gekoppeld groen (’boerennatuur’). Daarnaast wordt ingezet op
sporen van andere historische tijdslagen zoals de NHW en Kasteel Heemstede.
een ‘natte voet’ aan de inundatiezijde van de Waterlinie, ten behoeve van wa-
Qua karakter – niet qua landschapsbeeld - is het vergelijkbaar met de Amstel-
terberging en natuurontwikkeling.
wig bij Amsterdam of Waterland, ook beide een verstild stukje landschap dat wordt gekoesterd temidden van de stadse dynamiek.
Wonen & leisure – In dit model wordt niet ingezet op nieuw woonprogramma
Deze hoofdkoers vraagt om een streng planologisch regime – vergelijkbaar met
(m.u.v. de driehoek bij de Overeindse Weg). Nieuw recreatief programma in
de oude Kringenwet - maar ook om het ruimtelijk duidelijk begrenzen. Daarom
het gebied zelf is wel denkbaar, maar dan passend bij het gebiedskarakter (qua
wordt in dit model ook ingezet op het maken van duidelijke, zichtbare randen
schaal en karakter). Gestreefd wordt naar kleinschalige initiatieven als: eten bij de boer, kamperen bij de boer, slapen bij de boer, winkelen bij de boer (landwinkel), kanoën bij de boer, vergaderen bij de boer, golfen bij de boer (singel-
Landbouw - Dit model borduurt verder op het bestaande landschap dat in de
golf/boerengolf), enz.
loop van eeuwen is ontstaan en zet niet in op grootschalige transformatie. Het bestaand grondgebruik (met o.a. de karakteristieke boomgaarden) is uitgangs-
Strategie – Dit model vraagt om veel overheidsbemoeienis in de zin van strak
punt in dit model en wordt gekoesterd. Er is plaats voor een paar grootschalige
sturen met regels (planologisch beschermen) en daarnaast het stimuleren met
boeren (2 a 3) en verder verbrede vormen van landbouw (ten behoeve van een
subsidies (voor bijvoorbeeld boerennatuur) om de markt (de boeren m.n.) tot
bredere economische basis).
eigen initiatieven uit te nodigen.
Ontsluiting – Ook de bestaande ontsluiting is uitgangspunt in dit model. Er wordt her en der wel wat toegevoegd aan het netwerk, maar dat betreft missing links in het lv-netwerk. De bestaande auto-ontsluiting wordt gehandhaafd, de druk op het net zal niet verder toenemen. Sluipverkeer door het gebied wordt wel verder tegengegaan. Water - Het handhaven van het landbouwkundig gebruik als belangrijk programma maakt dat het waterbeheer zich hierop aan moet passen: dit sluit flexibel peilbeheer uit. Het peilbeheer blijft afgestemd op de landbouw, zoals in de bestaande situatie. Wel wordt gekeken of het water meer in dienst kan staan van natuur en (extensieve) recreatie.
Bijlage
tussen ‘stad’ en ‘land’.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Scenario 1 – ‘Stad vs Land: gekoesterd en opgepoetst buitengebied’
Hoofdinzet - De hoofdinzet van dit model is gericht op transformatie van het
Ecologie - De ecologie in dit model is voornamelijk gekoppeld aan de Water-
landschap, geleidelijk maakt het bestaande landschap plaats voor een nieuw
linie: ingezet wordt op een brede natte zone aan de inundatiezijde van de
landschap, waarbij het accent ligt op wonen, recreatie en leisure. De korrel is
Waterlinie, ten behoeve van waterberging en natuurontwikkeling, welke tevens
vrij klein (in vergelijking met scenario 3) met een divers ontwikkelingsland-
plaats biedt aan de functies wonen en recreatie. De EVZ is ingepast – gekop-
schap (mozaïek) als resultaat. De ontwikkeling van nieuw programma gaat
peld aan het inundatiekanaal - geflankeerd door een reeks van stepping stones
gepaard met de ontwikkeling van nieuwe natuur, waterberging, het opnieuw tot
(’natte parels’), passend bij de NHW.
leven brengen van de NHW, enz. Qua karakter – niet qua landschapsbeeld - is het vergelijkbaar met ’t Gooi: een
Wonen & leisure – In dit model is nieuwe woningbouw mogelijk: landschap-
afwisselend landschap met woongebieden, buitens, natuurgebieden, infrastruc-
pelijk wonen, vormt onderdeel van het nieuwe landschapsbeeld. De woning-
tuur, recreatiegebieden, enzovoorts. In dit model is geen sprake van een heel
bouw past bij het landschap, bijvoorbeeld in de vorm van houten huizen in het
harde grens tussen stad en land, in ruimtelijk en functioneel opzicht, maar een
moerasachtige linielandschap, of als boomgaard-wonen richting Wulven. Naast
meer diffuse.
wonen is ook plaats voor kleinschalige bedrijvigheid (kantoorachtige functies
Landbouw – In dit model verdwijnt de landbouw langzaam grotendeels. De
heer.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Scenario 2 – ‘Groen Wonen’: hoogwaardig groen woonen werklandschap’
landbouw kan een plek houden, op kleine schaal, maar dan meer voor hobbyboeren, niet grootschalig. Het bestaand grondgebruik (met o.a. de karakteris-
Strategie – In dit model niet zo veel overheidsbemoeienis; de overheid stuurt
tieke boomgaarden) transformeert geleidelijk.
op hoofdlijnen (met regels) en stimuleert de diverse private ontwikkelingen met subsidies en door gericht mee te doen (als een soort kick starts).
Ontsluiting – De bestaande ontsluiting is uitgangspunt in dit model, maar zal in de loop der tijd gestaag worden uitgebreid. Als gevolg van ontwikkeling van woonfuncties, recreatie en leisure zal de druk op het netwerk - voor auto’s en langzaam verkeer - verder toenemen. Water - Het waterbeheer kan zich met de ontwikkelingen steeds aanpassen aan de toekomst. Met oog op klimaatbestendigheid wordt meer ruimte ingericht voor waterberging (zowel piek- als seizoensberging) en waterzuivering. Het extra water staat ook in dienst van natuur, NHW en recreatie. Een meer flexibel peilbeheer kan plaatselijk ingesteld worden.
Bijlage
en leisure). Deze nieuwe programma’s dragen ook zorg voor het landschapsbe-
Hoofdinzet - De hoofdinzet van dit model is net als het tweede model gericht
inundatiekanaal krijgt betekenis als onderdeel van veel groter waternetwerk,
op transformatie van het bestaande in een nieuw landschap, echter in dit geval
als kanonetwerk, aangevuld met horeca (Overeindse Werk/Down Under), een
niet vrij geleidelijk, en met een kleine korrel, maar grootschaliger van aard.
Waterliniepad, enzovoorts.
Het gebied krijgt een nieuw identiteit als grootschalig leisure-landschap, met een drietal kerngebieden. Elke kerngebied hecht zich direct aan de omgeving
Ecologie - De ecologische verbinding is gekoppeld aan het inundatiekaanal
(Houten, Nieuwgein, Utrecht-Lunetten), en vormt tegelijkertijd een poort van
en een natte zone daaraan gekoppeld. Het inundatiekanaal en de natte zone
het gebeid vanuit de grootschalige infrastructuur. De korrel van dit model is
vormen het hart van de natte evz (cf provinciale EVZ), maar zijn tevens een
relatief groot.
drager van recreatie- en leisure voorzieningen.
Qua karakter – niet qua landschapsbeeld - is het vergelijkbaar met het Amsterdamse Bos of Spaarnwoude: een geheel gemaakt recreatielandschap met
Wonen & leisure – Dit model kent een omvangrijk recreatief en leisure pro-
in- en outdoor vertier. Een soort nieuw Amelisweerd, maar dan groter en met
gramma, met een grootstedelijke aantrekkingskracht (zowel in- als outdoor).
meer recreatieve functies, deels waterrijk, deels parkachtig en deels bosrijk. In
Woningbouw is in dit model veel minder logisch.
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Scenario 3 – ‘Stedelijk Landschapspark - een metropolitaan park voor de regio Utrecht’
omgeving, met aantrekkingskracht voor de hele regio Utrecht. Het gebied pre-
Strategie – Dit model kan met relatief weinig overheidsbemoeienis uit. Wel zal
senteert zich uitdrukkelijk aan de snelwegomgeving.
de overheid het landschappelijke bedje waarop de private ontwikkelingen zich moeten gaan nestelen realiseren. De overheid stuurt daarna vooral op inhoude-
Landbouw – De landbouw verdwijnt in dit model ten koste van nieuwe functies
lijke doelstellingen en op bereikbaarheidsvoorwaarden (NS-station?). De invul-
(recreatie, leisure en parkaanleg).
ling ligt grotendeels in private handen. Bij dit model van enkele grote eenheden en grote gebaren, passen enkele grote spelers als investeerders en beheerders
Ontsluiting – Dit model vraagt om nieuwe gebiedsontsluiting, zowel voor langzaam verkeer als auto en OV. De nieuwe ontsluiting is gekoppeld aan de drie kerngebieden (Heemstede, Overeind en Down Under). Water - Het waterbeheer kan zich met de ontwikkeling in een klap aanpassen aan de toekomst. Met oog op klimaatbestendigheid wordt veel ruimte ingericht voor waterberging (zowel piek- als seizoensberging) en waterzuivering. Een meer flexibel peilbeheer kan ingesteld worden. Het extra water staat in dienst van natuur, NHW (inundatiepolders als echo van verleden) plus natuurlijk recreatie & leisure: het nieuwe water heeft altijd belevings- en gebruikswaarde! Het
(exploitanten): de golfbaan, Down Under, enzovoorts.
Bijlage
dit model krijgt het gebied een heel duidelijke identiteit ten opzichte van haar
C. Afwegingskader - voorkeursmeting
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
voorkeursmeting (bbn adviseurs)
Bijlage
CAfwegingskader scenario’s -
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Bijlage
Integrale Landschapsvisie Laagraven Oost
Amersfoort, maart 2011