Installatiehandleiding E.ON EnergieAssistent U de regie, wij de energie
1
INHOUD
Inleiding
Instellingen hardware
1. Gateway 2. A. Slimme meter
E.ON EnergieAssistent
10 13
3. Slimme stekkers
25
4. Slimme thermostaat
29
5. Zonnepanelen module
32
2
B. Traditionele meter
5
Instellingen software
6. EnergieAssistent app
35
7. Netwerk
40
8. Verbruik
43
9. Tarieven
46
10. Berichten
49
11. Persoonlijke instellingen
53
12. Problemen oplossen
56
3
Inleiding Volg deze installatiehandleiding stap voor stap. U heeft dan binnen 30-60 minuten inzicht in uw energieverbruik! Komt u er niet helemaal uit? Kijk dan op www.eon.nl/assistent. Hier vindt u het antwoord op veelgestelde vragen en een aantal instructievideo’s.
Gateway De gateway hangt u na de installatie in de meterkast. Slimme stekker De slimme stekkers komen tussen het stopcontact en de te meten apparaten. Slimme thermostaat De slimme thermostaat hangt u na de installatie in de woonkamer. Antenne thermostaat De antenne van de thermostaat hangt u na de installatie in de meterkast.
1 Gateway 1.1 Wat heeft u nodig? Om de gateway te installeren, heeft u nodig: ➔ gateway (meegeleverd) ➔ internetmodem of -router met tijdelijke vrije poort ➔ internetkabel (meegeleverd) ➔ stroomkabel (meegeleverd) ➔ computer met internetverbinding ➔ pen ➔ schroevendraaier ➔ schroeven (meegeleverd) ➔ vrij stopcontact in de meterkast
1.2 De gateway aansluiten TIP: Noteer alvast het serienummer en het MAC-adres van uw gateway. U heeft deze nodig wanneer u zich als gebruiker registreert.
____________________
____________________
Power converter Optioneel; de power converter installeert u bij uw cv-ketel. 1. Open het klepje aan de onderkant van uw gateway. Zonnepanelen module Optioneel; de zonnepanelen module wordt in uw meterkast geïnstalleerd.
4
E.ON EnergieAssistent Inleiding
5
2. Gebruik de internetkabel om uw gateway met uw internetmodem of -router te verbinden. U kunt de gateway later aansluiten via WiFi.
5. Klik op Wi-Fi configuratie.
3. Sluit het netsnoer aan op uw gateway.
OPMERKING: Als er geen draadloze netwerken in de lijst verschijnen, klik dan op het vergrootglas om opnieuw te zoeken naar beschikbare netwerken. Vernieuw indien nodig de webpagina. 6. Selecteer in de lijst het draadloze netwerk waarmee u wilt verbinden. 7. Voer uw WiFi wachtwoord in. 8. Zodra de status verandert naar klaar, bent u verbonden met het draadloos netwerk. 9. Trek de internetkabel uit uw gateway en internetmodem of -router. Zodra het led-lampje op uw gateway groen brandt, is uw gateway met uw draadloos netwerk verbonden.
4. Open de internetbrowser op uw computer en typ het volgende adres in om uw gateway contact te laten maken met uw internetmodem of -router: Besturingssysteem
Adres
Windows
http://FP[MAC-adres van uw gateway] Voorbeeld: http://FP00112A211DAD Wanneer dit adres niet zou werken, probeer dan om er .local achter te zetten. Voorbeeld: http://FP00112A211DAD.local
Mac OS
Het led-lampje op de gateway begint groen te knipperen. De gateway is aan het opstarten. Zodra het led-lampje stopt met knipperen en groen blijft branden, bent u verbonden met het internet en werkt uw gateway naar behoren. Indien het lampje oranje wordt, controleer dan uw internetverbinding. TIP: Beweeg met uw hand over de gateway om te horen in welke status het toestel zich bevindt.
http://FP[MAC-adres van uw gateway].local
BELANGRIJK: Voer alleen de cijfers en letters van uw MAC-adres in, zonder dubbele punten.
6
E.ON EnergieAssistent Gateway
7
1.3 Nieuwe gebruiker registreren 1. Ga naar www.eon.nl/mijneon, meld u aan en kies dan voor het tabblad EnergieAssistent.
4 Klik op Registreren. 5. Lees en accepteer de voorwaarden. Er verschijnt een bevestigingsscherm. 6. Controleer uw e-mail (eventueel ook de ongewenste e-mail folder). U ontvangt een e-mail van Fifthplay EnergySmart met daarin een activatielink. Klik op deze link om uw account te activeren. 7. Log nu in op de website als bestaande gebruiker. 8. Klik op de knop . U bent nu geregistreerd als gebruiker en aangemeld op de website.
1.4 Gateway activeren
2. Klik op Registreren in het venster Nieuwe gebruiker. 3. Vul de volgende gegevens in: ➔ Persoonlijke gegevens ➔ Login gegevens ➔ Gateway details
8
E.ON EnergieAssistent Gateway
1. Kies instellingen > Mijn instellingen en klik op de knop 2. Klik op Voeg een nieuwe voucher toe. 3. Lees en accepteer de voorwaarden. 4. Voer uw activatiecode in. 5. Klik op Registreren.
.
De gateway is nu geactiveerd. U kunt nu uw meters gaan koppelen. Heeft u een slimme meter, volg dan de stappen in hoofdstuk 2A. Voor het installeren van de gateway op een traditionele meter volgt u de stappen in hoofdstuk 2B.
9
Dit hoofstuk is alleen van toepassing als u een slimme meter heeft. Voor het installeren van de gateway op een traditionele meter volgt u de stappen in hoofdstuk 2B.
2A Slimme meter 2.1 Wat heeft u nodig? ➔ ➔ ➔ ➔
slimme meter geïnstalleerde gateway RJ11-kabel (telefoonkabel) van maximaal 3 meter lang (meegeleverd) computer met internetverbinding
2.2 De slimme meter toevoegen aan het systeem 1. Gebruik de RJ11-kabel om uw slimme meter met uw gateway te verbinden. De zogenaamde P1- aansluiting kan op verschillende plaatsen op de meter zitten. Er kan ook een klepje op zitten. Dit is per merk en type anders. Indien u de P1-poort niet ziet, kunt u contact opnemen met uw netbeheerder.
2. Ga naar www.eon.nl/mijneon, meld u aan en kies dan voor het tabblad EnergieAssistent. 3. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Netwerkoverzicht. 4. Klik op Start automatische scan. Na enkele minuten krijgt u de status van de slimme meter te zien: ➔ A ctieve slimme meters: De slimme meter die verbonden is met de gateway en waar informatie over wordt ontvangen. ➔ I nactieve slimme meters: Dit aantal moet op 0/2 of 0/1 staan, afhankelijk van het totale aantal slimme meters dat aanwezig is. Wanneer hier een slimme meter als inactief wordt weergegeven, dan kan het zijn dat uw slimme meter wel met de gateway verbonden is, maar niet werkt zoals het hoort, bijvoorbeeld door een slechte verbinding.
10
E.ON EnergieAssistent Slimme meter
OPMERKING: Ook al heeft u maar één slimme meter bij u thuis hangen, toch kunnen er meerdere meterstanden in de portal verschijnen: ➔ vier meters voor elektriciteit: één meter voor ieder telwerk. Dit kan zijn: - een telwerk voor verbruik aan hoog tarief - een telwerk voor verbruik aan laag tarief - een telwerk voor teruglevering aan hoog tarief (wanneer u zonnepanelen heeft) - een telwerk voor teruglevering aan laag tarief (wanneer u zonnepanelen heeft) ➔ een slimme meter voor gas
2.3 De slimme meter instellen 1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Groepen > Alle toestellen. 2. Klik op Bewerken in de rechterkolom, naast het telwerk van de slimme meter die u wenst in te stellen. 3 Vul per tabblad de volgende velden in: ➔ Naam: Naam van de meter of het telwerk (Bijvoorbeeld: Piek). ➔ Kamer: Kamer waartoe de meter behoort. TIP: Gezien het hier om een slimme meter gaat, is het voldoende om in dit veld een naam voor uw woning in te geven. ➔ I s een submeter: Sectie
Betekenis
Niet aangevinkt
De meter is een centrale meter.
Aangevinkt
De meter is een subsegmentmeter. OPMERKING: U hoeft dit alleen maar aan te vinken wanneer u meerdere slimme meters in huis heeft en deze meter niet uw hoofdmeter is. Let op, het gaat hierbij om het aantal fysiek aanwezige slimme meters, niet om het aantal telwerken.
11
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing als u een traditionele meter heeft. Voor het aansluiten van de gateway op een slimme meter volgt u de stappen in hoofdstuk 2A.
OPMERKING: De velden Metertype, Basis meterstand, Basis tijdstempel en Is een producent worden automatisch ingevuld. U kunt er geen veranderingen in aanbrengen.
2B Traditionele meter 2.1 Wat heeft u nodig?
2.4 Uw verbruik bekijken 1. Ga naar het tabblad Grafieken en kies Meters > [De meter of het telwerk waarvan u uw verbruik wilt bekijken]. 2. Selecteer boven de weergegeven grafiek de volgende opties: ➔ de periode ➔ de energiebron ➔ de meeteenheid De grafiek wordt automatisch vernieuwd. Na de eerste installatie kan het een paar minuten duren voordat de grafiek wordt weergegeven. 3. Beweeg met uw cursor over de grafiek om de exacte waarden per kwartier te zien. TIP: Sleep met uw cursor over een deel van de grafiek om dat deel in meer detail te zien. Om terug te keren naar de volledige grafiek, klik op Reset zoom rechtsboven in de grafiek.
Om de traditionele meter te installeren, heeft u nodig: ➔ traditionele gasmeter en/of elektriciteitsmeter ➔ geïnstalleerde gateway ➔ computer met internetverbinding ➔ pen ➔ vochtige schoonmaakdoek ➔ eventueel een schaar, om de flapjes van de sensor te knippen ➔ voor een gas- of elektriciteitsmeter met draaischijf: - sensor met sensorkabel (meegeleverd). OPMERKING: U zult merken dat er twee identieke sensors met sensorkabel in uw pakket zitten. Deze kunnen zowel voor de gasmeter als voor de elektriciteitsmeter worden gebruikt. - template stickers: een voor de gasmeter en een voor de elektriciteitsmeter. ➔ Voor een elektriciteitsmeter met led (digitale meter): - sensor met sensorkabel (meegeleverd). OPMERKING: U kunt deze herkennen aan het label en het witte plaatje in het midden van de kabel. - template sticker OPMERKING: Voor elk soort meter zit er ook een reservesticker in de doos om op de meter te plakken, of om de sensor vlak te maken als de meter niet vlak is.
12
E.ON EnergieAssistent Slimme meter
13
2.2 Over traditionele meters
2.3 De sensor op de traditionele elektriciteitsmeter bevestigen
Voordat u de sensor op de traditionele meter bevestigt, is het belangrijk om te weten welk type meter u heeft, en hoe die precies werkt.
1. Veeg de meter schoon met een vochtige doek. TIP: Noteer alvast de meterstand en de rotatiefactor of impulsfactor zoals die op uw meter genoteerd staan. U heeft deze nodig wanneer u de traditionele meter registreert. ➔ R otatiefactor: het aantal omwentelingen per kilowattuur bij een mechanische meter. TIP: Zoek op uw meter naar notaties als r/kWh en omw/kWh. Zie afbeelding:
Elektriciteitsmeters Er bestaan verschillende types elektriciteitsmeters: ➔ Mechanische meters: Deze meters werken met een draaischijf. Op die schijf staat een zwart of rood streepje. U bevestigt de sensor over de draaischijf, en telkens als het streepje de sensor passeert, telt de sensor een omwenteling. ➔ Elektronische meters: Deze meters werken met een ledlicht of een infraroodlicht. U bevestigt de sensor over het licht, en telkens als het licht knippert, telt de sensor een impuls. Gasmeters Een gasmeter werkt op dezelfde manier als een mechanische elektriciteitsmeter. Op de draaischijf van het laatste cijfer na de komma - het cijfer dat zich uiterst rechts bevindt - zit een reflecterend spiegelvlakje. U bevestigt de sensor over dit laatste cijfer, en telkens als het streepje de sensor passeert, telt de sensor een omwenteling.
➔ I mpulsfactor: het aantal impulsen per kilowattuur bij een elektronische meter. TIP: Zoek op uw meter naar notaties als imp/kWh of Wh/imp. Bijvoorbeeld:
TIP: Controleer eerst of uw gasmeter over een reflecterend spiegelvlakje beschikt voordat u de sensor bevestigt. Zet de verwarming aan of hoger om de meter te laten draaien.
14
E.ON EnergieAssistent Traditionele meter
15
2. Pak de template sticker bij het tabje met nummer 1 vast, en trek deze voorzichtig van het papiertje los.
Type traditionele meter
Plakwijze
Elektronisch
Met het middelpunt van de horizontale lijn en de verticale lijn precies in het midden van het led- of infraroodlicht
uitsluitend voor elektriciteitsmeter
BELANGRIJK: Wees nauwkeurig! 3. Plak de template sticker als volgt op de meter: Type traditionele meter
Plakwijze
Mechanisch
➔ Met de horizontale lijn precies op de draaischijf ➔ Met de linkse verticale lijn over de verticale markeringen die zich op de meter boven en onder de draaischijf bevinden
OPMERKING: Als uw meter over meerdere leds beschikt, plak de template sticker dan over de led die af en toe oplicht. TIP: Zorg ervoor dat het telwerk zich op ooghoogte bevindt. Alleen zo kunt u er zeker van zijn dat de template sticker op de juiste plaats zit. 4. Pak de template sticker bij het tabje met nummer 2 vast, en trek het middelste gedeelte voorzichtig los.
Aan de hand van de resterende stukken van de template sticker kunt u bepalen waar u de sensor moet plakken. 5. Plaats de sensor op de meter tussen de resterende gedeeltes van de template sticker. Zorg ervoor dat de verticale lijnen op de sensor overeenkomen met de verticale lijnen op de template sticker.
16
E.ON EnergieAssistent Traditionele meter
17
3. Plak de template sticker als volgt op de gasmeter:
TIP: Bij een mechanische traditionele meter met draaischijf kunt u als extra controlepunt ook de horizontale inkeping op de sensor gebruiken. Die moet centraal over de draaischijf vallen. OPMERKING: Als u de sensor dicht tegen de rand van de meter moet plakken, dan kan het voorkomen dat de sensor niet past, omdat deze te groot is. Breek in dit geval een gedeelte van de sensor af op de daarvoor voorziene breuklijn, zodanig dat de sensor wel past.
TIP: Zorg ervoor dat het telwerk zich op ooghoogte bevindt. Alleen zo kunt u er zeker van zijn dat de template sticker op de juiste plaats zit. BELANGRIJK: Wees nauwkeurig!
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u de sensor parallel en vlak op het glas van de meter plakt. Als de sensor niet vlak op het glas plakt, dan zal hij niet werken. Als dit niet lukt, bijvoorbeeld omdat het glas van de meter bol is, dan kunt u de bijgeleverde vierkante, rode sticker (3M) gebruiken om de sensor te vlak te krijgen.
4. Pak de template sticker bij het tabje met nummer 2 vast, en trek het middelste gedeelte voorzichtig los.
2.4 De sensor op de traditionele gasmeter bevestigen 2 1 1 6 5 5 4 4
BELANGRIJK: Noteer de meterstand die nu op de meter staat. 1. Veeg de meter schoon met een vochtige doek. 2. Pak de template sticker bij het tabje met nummer 1 vast, en trek deze voorzichtig van het papiertje los. Aan de hand van de resterende stukken van de template sticker kunt u bepalen waar u de sensor moet plakken. 5. Plaats de sensor op de meter tussen de resterende gedeeltes van de template sticker. Zorg ervoor dat de verticale lijnen op de sensor overeenkomen met de verticale lijnen op de template sticker.
18
E.ON EnergieAssistent Traditionele meter
19
OPMERKING: Als u de sensor dicht tegen de rand van de meter moet plakken, dan kan het voorkomen dat de sensor niet past, omdat deze te groot is. Breek in dit geval een gedeelte van de sensor af op de daarvoor voorziene breuklijn, zodanig dat de sensor wel past. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u de sensor parallel en vlak op het glas van de meter plakt. Als de sensor niet vlak op het glas plakt, dan zal hij niet werken. Als dit niet lukt, bijvoorbeeld omdat het glas van de meter bol is, dan kunt u: ➔ de flapjes van de sensor naar binnen plooien om de kromming van de bolle wand van de meter te volgen ➔ de bijgeleverde vierkante, rode sticker (3M) gebruiken om de sensor te vlak te krijgen
2.5 De sensor met de gateway verbinden 1. Steek de plug van de sensor als volgt in uw gateway: Als u de sensor gebruikt voor uw
steek de plug van de sensor dan
elektriciteitsmeter
rechts
gasmeter
links
2. Steek de stekker van de gateway in het stopcontact en hang de gateway, indien gewenst, aan de muur. 3. Zorg ervoor dat de gateway met het internet verbonden is. Zie pagina 6. 4. Ga naar www.eon.nl/mijneon, meld u aan en kies dan voor het tabblad EnergieAssistent. 5. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Netwerkoverzicht. 6. Klik op Start automatische scan. Na enkele minuten krijgt u de status van de sensor te zien: ➔ Actieve sensors: De sensors die verbonden zijn met de gateway, waar de gateway informatie over ontvangt en die al ingesteld zijn. ➔ Inactieve sensors: De sensors die wel met de gateway verbonden zijn, maar die niet werken zoals het hoort, bijvoorbeeld door een slechte verbinding. ➔ Ongeconfigureerde sensors: De sensors die verbonden zijn met de gateway, maar die nog ingesteld moeten worden.
OPMERKING: De middelste plug wordt niet gebruikt. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat de gateway niet meer dan 5 meter van de meter verwijderd is.
20
E.ON EnergieAssistent Traditionele meter
21
2.6 De sensor instellen 1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Groepen > Alle toestellen. 2. Zoek de sensor in de lijst en klik op . OPMERKING: De sensor voor aardgas herkent u aan het vlammetje, de sensor voor elektriciteit aan de bliksemschicht. 3. Klik op het tabblad Installatiehulp om de installatiewizard te starten, of klik op het tabblad Algemene instellingen en vul de volgende gegevens in: ➔ Naam: De naam die u aan uw sensor wilt geven. ➔ Serienummer: Automatisch ingevuld. ➔ Aansluiting: Automatisch ingevuld. ➔ Kamer: De kamer waarin de sensor wordt gebruikt. ➔ Wis de eerder verzamelde gegevens: Vink deze checkbox alleen aan als u alle eerder opgemeten gegevens van de sensor wilt wissen. ➔ Metertype: Automatisch ingevuld: Elektriciteit of gas. ➔ Omwentelingen/m³: Alleen voor traditionele gasmeters. Dit getal is altijd gelijk aan 100. ➔ Omwentelingen/kWh: Alleen voor traditionele mechanische elektriciteitsmeters met draaischijf. Vul hier de rotatiefactor van uw meter in, zoals u deze heeft afgelezen van uw meter. ➔ Impulsen/kWh: Alleen voor traditionele elektronische elektriciteitsmeters met een led of infraroodlicht. Vul hier de impulsfactor van uw meter in, zoals u deze heeft afgelezen van uw meter. ➔ Is een submeter: Status
Betekenis
Niet aangevinkt De meter is een centrale meter. Aangevinkt
De meter is een subsegmentmeter. OPMERKING: U hoeft dit alleen maar aan te vinken wanneer u meerdere traditionele meters in huis heeft en deze meter niet uw hoofdmeter is. Let op, het gaat hierbij om het aantal fysiek aanwezige traditionele meters, niet om het aantal telwerken.
➔ Basis meterstand: Vul hier u huidige meterstand in. Heeft u een dubbele
22
E.ON EnergieAssistent Traditionele meter
meter, vul dan 1 van de standen in. De sensor neem het verbruik van beide meters waar, u kunt dit echter niet terugzien op het dashboard. U kunt wel uw hoog en laag tarief invullen (zie hoofdstuk 9). De piek/dal verhouding wordt dan wel zichtbaar in de EnergieAssistent app. ➔ Sensor interface: Selecteer hier welk soort traditionele meter u heeft: Soort meter
Sensor interface
Traditionele gasmeter
➔ Spiegel: voor een gasmeter met een spiegelvlakje op het cijfer 0, 6 of 9 ➔ Magnetisch: voor een sensor met magneet en een gasmeter die deze optie ondersteunt
Traditionele ➔ Draaischijf: voor een meter met een metalen elektriciteitsmeter draaischijf ➔ Elektronisch: voor een meter met een gekleurd ledlampje 4. Klik op Bewaren. 5. Klik opnieuw op . 6. Indien u een gasmeter of een elektriciteitsmeter met draaischijf aan het instellen bent, klik dan op Start kalibratie. BELANGRIJK: Om uw sensor correct in te stellen, moet u hem eerst kalibreren. Om dit te doen, moet er energie verbruikt worden. Zorg er dus voor dat u de sensor kalibreert op een moment dat er veel toestellen aan staan. Bijvoorbeeld: wanneer de wasmachine draait voor de elektriciteitssensor, en de verwarming aanstaat of er iemand een douche neemt voor de gassensor. OPMERKING: U kunt de voortgang van de kalibratie volgen in de statusbalk. Het kalibreren kan tot 2 minuten duren. Zodra de kalibratie voltooid is, hoort u af en toe een piepje. Dit piepje geeft aan dat er verbruik geregistreerd wordt en dat de installatie gelukt is. Na 5 minuten zal het geluidssignaal automatisch uitgeschakeld worden. 7. Klik op Sluiten.
23
2.7 Uw verbruik bekijken OPMERKING: Volg onderstaande stappen om uw verbruik in het dashboard te bekijken. We raden u echter aan om hiervoor de EnergieAssistent app te gebruiken. Zie hiervoor hoofdstuk 6. 1. Ga naar het tabblad Grafieken en kies Meters > [De sensor waarvan u het verbruik wilt raadplegen]. Standaard krijgt u het verbruik van die dag te zien. 2. Selecteer boven de weergegeven grafiek de volgende opties: ➔ de periode ➔ de energiebron ➔ de meeteenheid De grafiek wordt automatisch vernieuwd. 3. Beweeg met uw cursor over de grafiek om de exacte waarden per kwartier te zien. TIP: Sleep met uw cursor over een deel van de grafiek om dat deel in meer detail te zien. Om terug te keren naar de volledige grafiek, klik op Reset zoom rechtsboven in de grafiek.
3 Slimme stekkers 3.1 Wat heeft u nodig? Om de slimme stekkers te installeren, heeft u nodig: ➔ slimme stekkers (meegeleverd) ➔ geïnstalleerde gateway ➔ computer met internetverbinding ➔ pen
3.2 Slimme stekkers toevoegen aan het systeem 1. Noteer de cijfers en letters die op de achterkant van de slimme stekkers staan.
____________________
____________________
2. Steek de slimme stekkers in het stopcontact. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat er ten minste 1,6 meter afstand is tussen de gateway en de slimme stekkers.
MINIMALE AFSTAND 1.6 METER
Er gaat een rood lichtje branden. Dit gaat weer uit zodra de slimme stekkers met de gateway verbonden zijn.
24
E.ON EnergieAssistent Traditionele meter
25
3. Steek de stekkers van de toestellen die u wilt beheren in de slimme stekkers.
➔ ➔ ➔ ➔
Is een producent: Aangevinkt: Alleen voor toestellen die zelf elektriciteit opwekken, bijvoorbeeld zonnepanelen. Type: Het type toestel waarvoor de slimme stekker wordt gebruikt. Kamer: De kamer waarin de slimme stekker wordt gebruikt. Schakelbaar: Aangevinkt: U kunt de slimme stekker in- en uitschakelen.
OPMERKING: Als u deze check box niet aanvinkt, dan kunt u met de slimme stekker enkel het verbruik van een toestel opmeten.
4. Ga naar www.eon.nl/mijneon, meld u aan en kies dan voor het tabblad EnergieAssistent. 5. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Voeg een plug toe. 6. Voer de acht cijfers en letters van de slimme stekker in. 7. Klik op Toevoegen. De slimme stekker verschijnt tijdelijk in de lijst Aansluitbare plugs. OPMERKING: Zo lang de slimme stekkers nog in de lijst Aansluitbare plugs staan, kunt u ze nog verwijderen door op te klikken. Zodra de slimme stekkers met de gateway verbonden zijn, kunt u ze niet meer verwijderen. 8. Herhaal stap 5 tot en met 7 tot u al uw slimme stekkers heeft toegevoegd. 9. Klik op om het venster te sluiten. 10. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Netwerkoverzicht. U ziet hier welke slimme stekkers al verbonden zijn met de gateway. 11. Klik op Start automatische scan. De slimme stekker verschijnen nu bij de Actieve plugs.
➔ Wis de eerder verzamelde gegevens: Aangevinkt: Alle eerder opgemeten gegevens van deze slimme stekker worden gewist. TIP: Vink deze checkbox aan als u de slimme stekker voor een ander toestel wilt gebruiken en opnieuw wilt beginnen te meten. De eerder verzamelde gegevens worden gewist en u ziet alleen het verbruik van het toestel dat nu op deze slimme stekker is aangesloten. 4. Klik op Bewaren. 5. Klik op Sluiten om het dialoogvenster te sluiten.
3.4 De slimme stekkers aan een groep toevoegen U kunt slimme stekkers aan een groep toevoegen om ze zo gemakkelijker te beheren. Zo kunt u bijvoorbeeld een groep Verlichting aanmaken en daar al uw lampen in onderbrengen. U moet al een groep aangemaakt hebben. Om een groep aan te maken, zie “Een nieuwe groep toevoegen” op pagina 41.
3.3 De slimme stekkers instellen 1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Groepen > Alle toestellen. 2. Klik op in de rechterkolom, naast de slimme stekkers die u wilt instellen. 3. Vul in het dialoogvenster Beheer toestel de Algemene instellingen in: ➔ Naam: De naam die u aan uw slimme stekker wilt geven. ➔ Serienummer: Automatisch ingevuld.
26
E.ON EnergieAssistent Slimme stekkers
1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Groepen > Alle toestellen. Hier vindt u alle slimme stekkers die verbonden zijn met de gateway.
27
2. Klik op in de rechterkolom naast de slimme stekkers die u aan een groep wilt toevoegen. 3. Klik in het dialoogvenster Beheer toestel op het tabblad Beheer groepen. 4. Selecteer in de lijst Beschikbare groepen de groep waaraan u de slimme stekkers wilt toekennen en klik op om de groep toe te voegen aan de lijst Toegekende groepen. OPMERKING: U kunt een slimme stekker aan meerdere groepen toevoegen.
4 Slimme thermostaat OPMERKING: Indien er voor uw cv-ketel een power converter nodig is (dit heeft u na de aanvraag van de EnergieAssistent gecontroleerd), dan is deze aan uw pakket toegevoegd. Sluit eerst de power converter aan en daarna de slimme thermostaat. De installatiehandleiding voor de power converter vindt u in het witte doosje samen met de power converter.
5. Klik op Sluiten.
4.1 Wat heeft u nodig? 3.5 De geschiedenis van uw slimme stekkers wissen Wanneer u uw slimme stekkers voor een ander toestel wilt gaan gebruiken, dan kunt u het best eerst de eerder verzamelde gegevens wissen. 1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Groepen > Alle toestellen. 2. Klik op Bewerken naast de slimme stekker waarvan u de verzamelde gegevens wilt wissen. 3. Vink de checkbox Wis de eerder verzamelde gegevens aan. 4. Klik op Bewaren. 5. Klik op Sluiten. TIP: U kunt de slimme stekkers bedienen via de app van de EnergieAssistent. Zie hiervoor hoofdstuk 6. U kunt de stekkers: ➔ Aan- en uitschakelen ➔ Een programma aanmaken ➔ Een programma aan een stekker toewijzen ➔ Een programma aanpassen ➔ Een programma verwijderen
28
E.ON EnergieAssistent Slimme stekkers
Om de slimme thermostaat te installeren, heeft u nodig: ➔ geïnstalleerde gateway ➔ slimme thermostaat (meegeleverd) ➔ antenne (meegeleverd) ➔ computer met internetverbinding ➔ pen ➔ schroevendraaier ➔ schroeven (meegeleverd) ➔ power converter (optioneel meegeleverd) 1. Plaats de antenne (pyramide vorm met USB stekker) zo hoog mogelijk boven de gateway en monteer tegen een wand (niet liggend) buiten een straal van 50cm ten opzichte van andere apparaten met draadloze signalen. 2. Steek de usb-kabel van de bijgeleverde externe antenne in een vrije usbpoort van de gateway.
29
4.2 De slimme thermostaat toevoegen aan het systeem 1. Maak de slimme thermostaat open zoals beschreven in de meegeleverde thermostaathandleiding. Volg alleen de stappen op pagina 8 t/m 14. Daarna volgt u onderstaande stappen. TIP: Noteer het serienummer dat bestaat uit vier tekens (of vraag dit aan de installateur). U vindt dit nummer aan de binnenzijde van de thermostaat.
7. Klik op om het venster te sluiten. De applicatie bevindt zich nu in het tabblad Netwerk in het scherm Algemeen > Netwerkoverzicht. De slimme thermostaat verschijnt nu bij de Actieve thermostaten. U kunt de slimme thermostaat instellen via de app van de EnergieAssistent. Zie hiervoor hoofdstuk 6. Instellingen die via de portal worden gedaan, zijn niet zichtbaar in de app. U kunt in de app ook: ➔ De thermostaat bedienen ➔ De huidige tempratuur raadplegen ➔ Het programma aanpassen ➔ Het tempratuurverloop bekijken
2. Ga naar www.eon.nl/mijneon, meld u aan en kies dan voor het tabblad EnergieAssistent. 3. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Voeg een thermostaat toe. 4. Voer het serienummer van de slimme thermostaat in. 5. Klik op Toevoegen. De slimme thermostaat verschijnt in de lijst met aansluitbare thermostaten. OPMERKING: Zo lang de slimme thermostaat nog in de lijst Aansluitbare thermostaten staat, kunt u hem nog verwijderen door op te klikken. Zodra de slimme thermostaat toegevoegd is aan het systeem, kunt u hem niet meer verwijderen. 6. Als u de slimme thermostaat heeft toegevoegd, klik dan op Start nieuwe scan.
30
E.ON EnergieAssistent Slimme thermostaat
31
U volgt de stappen in dit hoofdstuk uitsluitend als u zonnepanelen heeft. U vindt dan een zonnepanelen module in uw EnergieAssistent pakket. De installatie van de zonnepanelen module in de meterkast moet door een installateur worden uitgevoerd.
5 Zonnepanelen module 5.1 Wat heeft u nodig? Om de zonnepanelen module te installeren, heeft u nodig: ➔ zonnepanelen module (optioneel meegeleverd) ➔ geïnstalleerde gateway ➔ zonnepanelen ➔ computer met internetverbinding ➔ installateur ➔ pen
5.2 De zonnepanelen module toevoegen aan hetsysteem 1. Noteer het achtcijferige serienummer dat zich op de achterkant van de zonnepanelen module bevindt.
____________________
____________________
2. Laat de installateur de zonnepanelen module installeren. 3. Ga naar www.eon.nl/mijneon, meld u aan en kies dan voor het tabblad EnergieAssistent. 4. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Voeg een plug toe. 5. Voer het achtcijferige serienummer van de zonnepanelen module in.
32
E.ON EnergieAssistent Zonnepanelen module
6. Klik op Toevoegen. De zonnepanelen module verschijnt tijdelijk in de lijst Aansluitbare plugs. OPMERKING: Zo lang de zonnepanelen module nog in de lijst Aansluitbare plugs staan, kunt u hem nog verwijderen door op te klikken. Zodra de zonnepanelen module met de gateway verbonden is, kunt u hem niet meer verwijderen. 7. Klik op om het venster te sluiten. 8. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Netwerkoverzicht. 9. Klik op Start automatische scan. De zonnepanelen module verschijnt nu bij de Actieve slimme stekkers.
5.3 De zonnepanelen module instellen 1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Groepen > Alle toestellen. 2. Klik op Bewerken in de rechterkolom, naast de zonnepanelen module die u wilt instellen. 3. Stel in het dialoogvenster Beheer toestel de Algemene instellingen in: ➔ Naam: Vul de naam in die u aan uw zonnepanelen module wilt geven. ➔ Serienummer: Automatisch ingevuld. ➔ Is een producent: Vink deze checkbox aan. ➔ Type: Selecteer het type toestel: zonnepanelen. ➔ Kamer: Selecteer de kamer waartoe de zonnepanelen module behoort. TIP: Gezien het hier om zonnepanelen gaat, is het voldoende om in dit veld een naam voor uw woning in te geven. ➔ Schakelbaar: Zorg ervoor dat deze checkbox niet aangevinkt is, zodat u de zonnepanelen module niet per ongeluk uitschakelt. ➔ Wis de eerder verzamelde gegevens: Als u deze checkbox aanvinkt, dan worden alle eerder opgemeten gegevens van deze zonnepanelen module module gewist.
33
4. Klik op Bewaren. 5. Klik op Sluiten om het dialoogvenster te sluiten.
5.4 De energieproductie van de zonnepanelen module bekijken U kunt de zonnepanelen module gebruiken om de opbrengst van uw zonnepanelen op te volgen. Dit is ook zichtbaar via de app. Zie hoofdstuk 6. 1. Ga naar het tabblad Grafieken en kies in het linkermenu Plugs > [uw zonnepanelen]. 2. Selecteer boven de weergegeven grafiek de volgende opties: ➔ de periode ➔ de meeteenheid De grafiek wordt automatisch vernieuwd. 3. Beweeg met uw cursor over de grafiek om de exacte waarden per kwartier te zien. TIP: Sleep met uw cursor over een deel van de grafiek om dat deel in meer detail te zien. Om terug te keren naar de volledige grafiek, klik op Reset zoom rechtsboven in de grafiek.
34
E.ON EnergieAssistent Zonnepanelen module
6 EnergieAssistent app De EnergieAssistent heeft naast een online dashboard ook een app. Deze kunt u downloaden voor Android en iOs (Apple). U vindt de app onder de naam ‘EnergieAssistent’. ONTDEK HET OP
In de app kunt u een korte rondleiding volgen die u alle mogelijkheden van de app laat zien. Deze informatie vindt u ook in het in het menu van de app bij de veelgestelde vragen.
6.1 Instellingen Bepaal zelf hoe uw dashboard eruit ziet. U kunt de iconen verplaatsen, verwijderen of nieuwe toevoegen.
35
6.2 Thuisadres instellen
6.4 Thermostaat
Stel eenmalig uw thuisadres in via de zoekfunctie of klik rechtsonder op het gps-icoontje om meteen naar uw huidige locatie te gaan. In het menu bij instellingen kunt u het adres altijd aanpassen.
Verander eenvoudig de tempratuur van uw thermostaat. Via het icoontje rechts bovenaan het scherm, kunt u de tempratuur voor de comfort- en spaarstand instellen.
6.3 Inzicht
Via de knop programma’s kunt u per dag aangeven op welke tijdstippen uw thermostaat op de comfortstand moet staan.
Bekijk uw verbruik of kosten per dag, week, maand of jaar door onderaan het scherm een periode te kiezen.
36
E.ON EnergieAssistent EnergieAssistent App
37
Koppel uw locatie aan het in- of uitschakelen van uw thermostaat of een apparaat als u thuis vertrekt of juist op weg bent naar huis. Ook kiest u of er eerst om een bevestiging wordt gevraagd.
6.6 Berichten Maak eenvoudig waarschuwingsberichten aan, zodat u weet wanneer een apparaat meer of minder verbruikt dan verwacht.
6.5 Slimme stekkers Geef aan wanneer de slimme stekker aan of uit moet staan. U kunt er ook voor kiezen om het apparaat alleen uit te schakelen als deze op standby staat.
38
E.ON EnergieAssistent EnergieAssistent App
39
7 Netwerk 7.1 Algemeen Het netwerk personaliseren Indien u dat wilt, kunt u uw netwerk een naam geven. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u meerdere gateways gebruikt en uw netwerken gemakkelijk wilt herkennen. 1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Netwerkinstellingen. 2. Voer in het veld Netwerk naam de naam in die u aan uw netwerk wilt geven. 3. Klik op Bewaren. Een overzicht van alle toestellen in uw netwerk raadplegen 1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Algemeen > Netwerkoverzicht. Een overzicht van alle toestellen en hun huidige status verschijnt. 2. Klik op de toestellen als u meer details wilt.
7.2 Kamers Een nieuwe kamer toevoegen 1. Ga naar het tabblad Netwerk en klik in het linkermenu op naast Kamers . 2. Voer in het dialoogvenster Kamerdetails de naam voor de nieuwe kamer in. VOORBEELD: Woonkamer. 3. Klik op Bewaren. De naam van een kamer bewerken 1. Ga naar het tabblad Netwerk en klik op Kamers. 2. Klik op naast de kamer waarvan u de naam wilt bewerken. 3. Pas in het dialoogvenster Kamerdetails de naam van de kamer aan. 4. Klik op Bewaren.
40
E.ON EnergieAssistent Netwerk
Een programma aan een kamer toewijzen U moet al een programma aangemaakt hebben. Om een programma aan te maken via het dashboard kiest u in het tabblad programmeren voor ‘plugs programeren’. Klik op Maak een nieuw programma aan. U kunt ook een programma aanmaken via de app. Zie hoofdstuk 6. 1. Ga naar het tabblad Programmeren en kies Algemeen > Pas een programmering toe. 2. Selecteer een programma in de lijst. 3. Selecteer het keuzerondje Kamer. 4. Selecteer de kamer waaraan u het programma wilt toewijzen in de vervolgkeuzelijst. OPMERKING: U kunt alleen maar kamers selecteren waaraan u al slimme stekkers heeft toegevoegd. Om slimme stekkers aan een kamer toe te voegen, kiest u in het dashboard voor het tabblad Netwerk. Klik op Kamers en vervolgens op Voeg een kamer toe. 5. Klik op Programmeer.
7.3 Groepen Een nieuwe groep toevoegen 1. Ga naar het tabblad Netwerk en klik in het linkermenu op naast Groepen. 2. Voer in het tabblad Groepdetails de naam voor de nieuwe groep in. VOORBEELD: Lampen. 3. Als u het verbruik van de groep in zijn geheel wilt kunnen raadplegen, vink dan de checkbox Zichtbaar op dashboard aan. 4. Vink in het tabblad Toestellen de toestellen aan u die u aan de groep wilt toevoegen. OPMERKING: U kunt later ook nog toestellen toevoegen aan de groep. 5. Klik op Bewaren. Toestellen toevoegen aan een groep 1. Ga naar het tabblad Netwerk en klik op Groepen. 2. Klik op naast de groep waar u toestellen aan wilt toevoegen. 3. Vink in het tabblad Toestellen de toestellen aan die u wilt toevoegen aan deze groep. 4. Klik op Bewaren.
41
Een groep bewerken 1. Ga naar het tabblad Netwerk en klik op Groepen. 2. Klik op naast de groep die u wilt bewerken. 3. Maak in het tabblad Groepdetails de nodige aanpassingen. 4. Klik op Bewaren. Een programma aan een groep toewijzen U moet al een programma aangemaakt hebben. Om een programma aan te maken via het dashboard kiest u in het tabblad programmeren voor Plugs programeren. Klik op Maak een nieuw programma aan. U kunt ook een programma aanmaken via de app. Zie hoofdstuk 6. 1. Ga naar het tabblad Programmeren en kies Algemeen > Pas een programmering toe. 2. Selecteer een programma in de lijst. 3. Selecteer het keuzerondje Groep. 4. Selecteer de groep waaraan u het programma wilt toewijzen in de vervolgkeuzelijst. 5. Klik op Programmeer. Een groep verwijderen 1. Ga naar het tabblad Netwerk en klik op Groepen. 2. Klik op naast de groep die u wilt verwijderen.
8 Verbruik 8.1 Het actueel verbruik van een toestel raadplegen Om te weten hoeveel elektriciteit een toestel op een bepaald moment verbruikt, kunt u het actueel verbruik bekijken. 1. Ga naar het tabblad Netwerk en kies Groepen > Alle toestellen. 2. Klik in de kolom Ogenblikkelijk vermogen op Vernieuwen naast het toestel waarvan u het actueel verbruik wilt raadplegen. TIP: Klik op Alles vernieuwen naast Alle toestellen om het actueel verbruik van alle toestellen te zien. OPMERKING: Het kan tot 15 minuten duren voor het actueel verbruik zichtbaar wordt. 3. Om een grafische voorstelling van het actueel verbruik te zien, klik op Grafiek OPMERKING: De grafiek wordt om de 5 seconden automatisch bijgewerkt.
8.2 Het verbruik van een toestel bekijken 1. Ga naar het tabblad Grafieken en kies in het linkermenu Plugs > [het toestel waarvan u het verbruik wilt zien]. 2 Selecteer in de lijsten boven de weergegeven grafiek de volgende zaken: ➔ de periode ➔ de energiebron ➔ de meeteenheid De grafiek wordt automatisch vernieuwd. OPMERKING: Als het de eerste keer is dat u uw verbruik wilt bekijken, dan kan het enige tijd duren voor uw verbruik zichtbaar wordt in de grafiek. 3. Klik in de legenda onderaan het scherm om te bepalen welke gegevens u in de grafiek wilt zien: ➔ verbruik: het werkelijk opgemeten verbruik in de geselecteerde periode. ➔ gemiddeld verbruik: het gemiddelde verbruik, berekend op basis van het opgemeten verbruik tijdens vergelijkbare periodes in verleden.
42
E.ON EnergieAssistent Netwerk
43
OPMERKING: Bijvoorbeeld: Wanneer u de stekker al vijf maanden gebruikt, en u selecteert in stap 2 als periode Laatste maand, dan krijgt u het gemiddeld verbruik berekend op basis van die vijf maanden te zien. 4. Beweeg met uw cursor over de grafiek om de exacte waarden per kwartier te zien. TIP: Sleep met uw cursor over een deel van de grafiek om dat deel in meer detail te zien. Om terug te keren naar de volledige grafiek, klik op Reset zoom rechtsboven in de grafiek.
8.4 Het verbruik van uw toestellen exporteren 1. Ga naar het tabblad Grafieken en kies Algemeen > Start nieuwe export. 2. Selecteer in het veld Datum de periode waarvoor u een export wilt maken. 3. Vink aan voor welk netwerk u de export wilt maken. 4. Klik op Exporteer. 5. Ga naar het tabblad Berichten en download het bestand.
8.5 Uw resultaten automatisch exporteren 8.3 Het verbruik van uw toestellen vergelijken 1. Ga naar het tabblad Grafieken en kies Vergelijking. 2. Vink de check box aan naast de toestellen die u wilt vergelijken. OPMERKING: Vergelijk alleen gelijkaardige toestellen met elkaar. Het is bijvoorbeeld niet logisch om het verbruik van uw televisie met dat van uw thermostaat te vergelijken. 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijsten bovenaan de volgende zaken: ➔ de periode ➔ de energiebron ➔ de meeteenheid ➔ het type grafiek De grafiek wordt automatisch vernieuwd.
1. Ga naar het tabblad Grafieken en kies Algemeen > Configureer auto-export. 2. Vink de check box Actief aan om de geautomatiseerde export in te schakelen. 3. Selecteer hoe vaak u de automatische export wilt uitvoeren: ➔ Dagelijks ➔ Wekelijks ➔ Maandelijks 4. Selecteer het netwerk waarvoor u een export wilt uitvoeren. 5. Vink aan naar welke personen u de export wilt sturen. OPMERKING: Wanneer er zich nog geen contacten in de lijst bevinden of wanneer u een nieuw contact wilt toevoegen, klik dan op Open Adresboek en vervolgens op Toevoegen om een contact toe te voegen. 6. Klik op Bewaren.
4. Beweeg met uw cursor over de grafiek om de exacte waarden per kwartier te zien. TIP: Sleep met uw cursor over een deel van de grafiek om dat deel in meer detail te zien. Om terug te keren naar de volledige grafiek, klik op Reset zoom rechtsboven in de grafiek.
44
E.ON EnergieAssistent Verbruik
45
9 Tarieven
➔ Van: 07:00 ➔ Tot: 23:00 ➔ Prijs: 0,2264 €/kWh 8. Klik op Bewaren .
9.1 Over tarieven toevoegen U kunt berekenen hoeveel u bespaart door het gebruik van de EnergieAssistent. U vult de prijs per kWh en M3 gas in. De kosten voor het vastrecht kunt u niet invullen. De tarieven komen dus niet exact overeen met de daadwerkelijke kosten. Uw tarieven kunt u vinden in uw contractbevestiging.
9.2 Het standaardtarief aanpassen 1. Ga naar het tabblad Tarieven en kies Tarieven > Standard electricity. 2. Vul de volgende velden in: ➔ Metertype: Om welk type gaat het: elektriciteit, gas? ➔ Naam: Geef eventueel een andere naam aan uw standaardtarief. ➔ Prijs €/kWh: De energieprijs per kilowattuur. Bijvoorbeeld: 0,2061 €/kWh. ➔ CO2 kg/kWh: De CO2 uitstoot uitgedrukt in kilogram per kilowattuur. Bijvoorbeeld: 0,3766 kg/kWh. 3. Vul eventueel de volgende velden in: ➔ Van: De periode vanaf wanneer u dit tarief gebruikt. OPMERKING: De startdatum mag niet in het verleden liggen. ➔ Tot: De periode tot wanneer u dit tarief gebruikt. 4. Vink Actief aan om aan te geven dat dit tarief nu van toepassing is. 5. Klik op Bewaren. Er verschijnt een tabel met een weekoverzicht dat het hele tarief bevat. 6. Als u gebruik maakt van hoog en laag tarief, klik dan op Voeg een nieuwe periode toe. OPMERKING: Standaard wordt hoog tarief van maandag tot en met vrijdag tussen 7 uur ‘s ochtends en 11 uur ‘s avonds berekend. 7. Voer de nodige waarden in de kolommen in. VOORBEELD: U heeft uw laagtariefplan al toegevoegd, maar u moet het duurdere hoogtariefplan nog toevoegen. Voer dan de volgende waarden in: ➔ Naam: Hoog tarief ➔ Periode: Weekdagen
46
E.ON EnergieAssistent Tarieven
9.3 Een nieuw tarief toevoegen 1. Ga naar het tabblad Tarieven en klik op naast Tarieven. 2. Vul de volgende velden in: ➔ Metertype: Elektriciteit of gas? ➔ Naam: De naam die u aan uw tarief wilt geven. ➔ Prijs €/kWh: De energieprijs per kilowattuur. Bijvoorbeeld: 0,2061 €/kWh. ➔ CO2 kg/kWh: De CO2 uitstoot uitgedrukt in kilogram per kilowattuur. Bijvoorbeeld: 0,3766 kg/kWh. 3. Vul eventueel de volgende velden in: ➔ Van: De periode vanaf wanneer u dit tarief gebruikt. OPMERKING: De startdatum mag niet in het verleden liggen. ➔ Tot: De periode tot wanneer u dit tarief gebruikt. 4. Vink Actief aan om aan te geven dat dit tarief nu van toepassing is. 5. Klik op Bewaren. Er verschijnt een tabel met een weekoverzicht dat het hele tarief bevat. 6. Als u gebruik maakt van hoog en laag tarief, klik dan op Voeg een nieuwe periode toe. OPMERKING: Standaard wordt hoog tarief van maandag tot en met vrijdag tussen 7 uur ‘s ochtends en 11 uur ‘s avonds berekend. 7. Voer de nodige waarden in de kolommen in. VOORBEELD: U heeft uw laagtariefplan al toegevoegd, maar u moet het duurdere hoogtariefplan nog toevoegen. Voer dan de volgende waarden in: ➔ Naam: Hoog tarief ➔ Periode: Weekdagen ➔ Van: 07:00 ➔ Tot: 23:00 ➔ Prijs: 0,2264 €/kWh 8. Klik op Bewaren .
47
9.4 Een tarief verwijderen 1. Ga naar het tabblad Tarieven en kies Tarieven > [Het tarief dat u wilt verwijderen]. 2. Klik op Verwijderen. 3. Klik op Ja om te bevestigen dat u dit tarief wilt verwijderen.
9.5 Uw kostenbesparing simuleren Om een kostenbesparing te kunnen stimuleren moet u: ➔ een tarief hebben toegevoegd, zie “Een nieuw tarief toevoegen” op pagina 47. ➔ een programma aangemaakt hebben. Om een programma aan te maken via het dashboard kiest u in het tabblad programmeren voor Plugs programeren. Klik op Maak een nieuw programma aan. U kunt ook een programma aanmaken via de app. Zie hoofdstuk 6. Op basis van deze gegevens berekent de EnergieAssistent hoeveel u kunt besparen door het gekozen programma consistent te gebruiken. 1. Ga naar het tabblad Programmeren en kies Algemeen > Simuleer kostenbesparing. 2. Selecteer het volgende: ➔ Programmering ➔ Tarief ➔ Een plug, groep of kamer 3. Klik op Berekenen. Onderaan het scherm ziet u wat u wekelijks en jaarlijks kunt besparen door het gekozen programma toe te passen.
48
E.ON EnergieAssistent Tarieven
10 Berichten 10.1 Berichten lezen Wanneer u berichten krijgt, verschijnt het aantal berichten in de tab van het tabblad Berichten. 1. Ga naar het tabblad Berichten. U krijgt een overzicht van al uw berichten. De meest recente berichten staan bovenaan. 2. Indien het bericht een export bevat, klik dan op de link in het bericht om de geëxporteerde data te downloaden. Om data te exporteren, zie ➔ “Het verbruik van uw toestellen exporteren” op pagina 45 ➔ “Uw resultaten automatisch exporteren” op pagina 45 Berichten blijven altijd zichtbaar in het tabblad Berichten. Als u ze niet meer wilt zien, dan moet u uw berichten verwijderen, zie “Berichten verwijderen” op pagina 48. U kunt berichten niet archiveren.
10.2 Berichten verwijderen 1. Ga naar het tabblad Berichten. 2. Kies een van de volgende mogelijkheden: Om
kies
alle berichten te verwijderen,
Berichten > Alle berichten verwijderen.
specifieke berichten te verwijderen,
Berichten > Lees uw berichten, en klik op het bericht dat u wilt verwijderen.
naast
49
10.3 Berichten instellen voor onverwacht verbruik Als u dat wilt, kunt u ervan op de hoogte worden gesteld wanneer een slimme stekker, een kamer of een groep gedurende een bepaalde periode meer of minder verbruikt dan normaal, of zelfs helemaal niets meer verbruikt. Voorbeeld: Een diepvriezer die niet goed gesloten is zal meer energie verbruiken dan wanneer hij wel goed gesloten is. OPMERKING: Indien u de app gebruikt adviseren wij om dit in de app in te stellen. 1. Ga naar het tabblad Berichten en klik op naast Onverwacht gebruik. 2. Selecteer een bestaand of een nieuw sjabloon in de lijst, en klik op Volgende. 3. Vul de nodige velden in, en klik op Volgende. 4. Selecteer waarvoor u een profiel wilt aanmaken, en klik op Volgende. 5. Klik en sleep met uw muis over de tabel om een kader te trekken over de dag(en) en tijdstip( pen) wanneer u een bericht voor onverwacht gebruik wilt krijgen. 6. Duid in het dialoogvenster dat verschijnt aan in welk geval u een bericht wilt ontvangen: ➔ Inactief ➔ Notificaties voor een waarde >=X ➔ Notificaties voor een waarde <=X OPMERKING: Geef voor de laatste twee opties ook aan wat de drempelwaarde is en hoe lang deze moet voorkomen voor u er een bericht over krijgt. 7. Klik op Bewaren. 8. Klik op Volgende. 9. Vink aan welke ontvanger welke berichten ontvangt en klik op Bewaren.
Bijvoorbeeld: Met uw slimme stekkers heeft u opgemeten dat uw televisietoestel per week 100 kilowattuur verbruikt. U wilt dit verbruik laten dalen, en stelt uw wekelijkse doelverbruik in op 90 kilowattuur. Zodra u meer dan 90 kilowattuur gebruikt, krijgt u daar een bericht van. OPMERKING: Indien u de app gebruikt adviseren wij om dit in de app in te stellen. naast Doelverbruik. 1. Ga naar het tabblad Berichten en klik op 2. Selecteer een bestaand of een nieuw sjabloon in de lijst, en klik op Volgende. 3. Vul de nodige velden in, en klik op Volgende. 4. Selecteer waarvoor u een profiel wilt aanmaken, en klik op Volgende. 5. Kies het tijdsvenster en bepaal de doelwaarde. VOORBEELD: U wilt per maand niet meer dan 150 euro verbruiken. Kies hiervoor als tijdsvenster Maand en als doelwaarde Een vaste waarde. Vul als vaste waarde 150 in en selecteer euro in de lijst. OPMERKING: Als u minder wilt verbruiken, kunt u als doelwaarde ook Een percentage van het gemiddelde kiezen. Bijvoorbeeld: 90 procent. U krijgt dan een bericht wanneer u 90 procent van uw huidige gemiddelde verbruik verbruikt heeft. 6. Vink de check box Proactief aan om al een waarschuwing te krijgen nog voor u uw doelverbruik overschrijdt. Dit tijdstip wordt berekend op basis van eerdere metingen. 7. Vink aan welke ontvanger welke berichten ontvangt, en klik op Bewaren.
10.5 Ontvangers toevoegen 10.4 Berichten instellen voor overschrijden doelverbruik Per dag, week of maand kunt u een doelverbruik instellen. Dit houdt in dat u bepaalt dat u niet meer wilt verbruiken dan een door u bepaald aantal kilowattuur.
50
E.ON EnergieAssistent Berichten
1. Ga naar het tabblad Berichten en kies Adresboek > Bewerken. 2 Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Toevoegen. 3. Vul de gevraagde gegevens in. 4. Klik op Bewaren. De toegevoegde ontvanger verschijnt in de tabel met ontvangers. om het dialoogvenster te sluiten. 5. Klik op Sluiten
51
10.6 Ontvangers bewerken 1. Ga naar het tabblad Berichten en kies Adresboek > Bewerken. 2. Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Bewerken naast het contact dat u wilt bewerken. 3. Maak de nodige aanpassingen. 4. Klik op Bewaren . om het dialoogvenster te sluiten. 5. Klik op Sluiten
10.7 Ontvangers verwijderen 1. Ga naar het tabblad Berichten en kies Adresboek > Bewerken. 2. Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Verwijderen naast het contact dat u wilt verwijderen. 3. Klik op OK om te bevestigen. 4. Klik op Sluiten om het dialoogvenster te sluiten.
11 Persoonlijke instellingen 11.1 De taal veranderen 1. Klik bovenaan rechts op mijn gegevens. 2. Klik in het tabblad Persoonlijke gegevens op Bewerken. 3. Selecteer in het veld Taal de taal die u wilt gebruiken. 4. Klik op Bewaren.
11.2 Uw e-mailadres veranderen 1. Klik bovenaan rechts op mijn gegevens. 2. Klik in het tabblad Persoonlijke gegevens op Bewerken. 3. Vul in het veld E-mailadres het e-mailadres in waarop u vanaf nu meldingen wilt ontvangen. OPMERKING: Als u dat wilt, kunt u ook een tweede e-mailadres ingeven. Vul daarvoor het veld Alternatief e-mailadres in. 4. Klik op Bewaren.
11.3 Uw adres veranderen 1. Klik bovenaan rechts op mijn gegevens. 2. Klik in het tabblad Adres op Bewerken. 3. Vul uw adresgegevens in. 4. Klik op Bewaren.
52
E.ON EnergieAssistent Berichten
53
11.4 Uw meldingsvoorkeuren aanpassen
11.7 Uw tijdzone instellen
1. Klik bovenaan rechts op mijn gegevens. 2. Klik in het tabblad Meldingen op Bewerken. 3. Selecteer hoe u uw meldingen wilt ontvangen: ➔ SMS ➔ E-mail OPMERKING: Als u dat wilt kunt u ook beide check boxen aanvinken.
1. Klik bovenaan rechts op instellingen. 2. Klik op de knop . 3. Klik op Wijzig gegevens. 4. Selecteer uw tijdzone in de vervolgkeuzelijst Tijdzone. 5. Klik op Bewaren.
4. Klik op Bewaren.
11.8 Uw voucher verlengen
11.5 De naam van uw gateway veranderen Wanneer u uw gateway registreert, dan kriigt deze automatisch de naam FP[MAC-adres van de gateway]. Deze naam wordt bijvoorbeeld gebruikt in de SMS die u krijgt wanneer de gateway offline is en u hiervoor SMS-notificatie heeft ingesteld. Als u dat wilt, kunt u deze naam veranderen. 1. Klik bovenaan rechts op instellingen. 2. Klik op de knop . 3. Klik op Wijzig gegevens. 4. Voer een nieuwe naam in in het veld Gateway naam. OPMERKING: Dit veld mag niet leeg zijn. 5. Klik op Bewaren.
11.6 Een waarschuwing krijgen wanneer de gateway offline is 1. Klik bovenaan rechts op instellingen. 2. Klik op de knop . 3. Klik op Wijzig gegevens. 4. Vink de check box Verwittig mij indien de gateway offline is aan. 5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst hoe lang de gateway offline moet zijn voor u een waarschuwing krijgt. 6. Klik op Bewaren.
54
E.ON EnergieAssistent Persoonlijke instellingen
1. Klik bovenaan rechts op instellingen. . 2. Klik op 3. Klik in de rechterkolom op Verleng. 4. Lees en accepteer de algemene voorwaarden. 5. Voer uw vouchercode in. 6. Klik op Registreer.
11.9 Uw wachtwoord veranderen 1. Klik bovenaan rechts op wijzig wachtwoord. 2. Selecteer het keuzerondje Enkel wachtwoord wijzigen. 3. Voer in het veld Oud wachtwoord uw huidig wachtwoord in. 4. Voer in het veld Nieuw wachtwoord uw nieuw wachtwoord in. 5. Voer in het veld Bevestig nieuw wachtwoord nogmaals uw nieuw wachtwoord in. 6. Klik op Bewaren.
11.10 Uw gebruikersnaam veranderen 1. Klik bovenaan rechts op wijzig wachtwoord. 2. Selecteer het keuzerondje Enkel gebruikersnaam veranderen. 3. Voer in het veld Nieuwe login uw nieuwe gebruikersnaam in. BELANGRIJK: Uw login moet altijd een bestaand e-mailadres zijn. 4. Klik op Bewaren.
55
12 Problemen oplossen
12.2 Draadloos internet Indicatie
12.1 Gateway Indicatie
Probleem
Oplossing
Rood knipperend led-lampje op de gateway.
Er is een probleem met Trek de stekker uit het stopconde configuratie. tact en wacht enkele minuten. Probeer dan opnieuw.
Probleem
U kunt geen Uw internet werkt niet. Controleer uw verbinding maken. internetverbinding. De url klopt niet.
• Check of de url http:// bevat en voeg toe indien nodig. • Check of de url www bevat en verwijder indien nodig. • Check of er .local achteraan in de url staat. Indien nee, voeg toe, en probeer nog eens. Indien ja, verwijder en probeer nog eens.
Uw internetbrowser herkent de url niet.
Probeer een andere internetbrowser.
De verbinding met uw modem of router werkt niet.
1. S chakel het draadloze internet op uw computer uit. 2. V erbind uw gateway via de internetkabel met uw computer. 3. S teek de stekker van uw gateway in het stopcontact. 4. O pen uw internetbrowser en vervolledig deze taak zoals u dat zou doen wanneer u via uw modem of router met het draadloze internet zou verbinden, zie pagina 6.
Neem contact op met onze Technische Helpdesk als het daarna niet werkt. Zie pagina 62. De gateway is defect.
56
Neem contact op met onze Technische Helpdesk. Zie pagina 62.
Geel knipperend led-lampje op de gateway.
De gateway heeft geen • Check of de gateway goed verbinding met het is aangesloten op uw modem internet. of router. •C heck of uw internet nog werkt.
Geel led-lampje op de gateway.
De gateway heeft geen Check of de gateway goed is aangesloten op uw modem of verbinding met het router. webplatform.
E.ON EnergieAssistent Problemen oplossen
Oplossing
57
12.3 Slimme stekkers Indicatie
Probleem
Oplossing
Rood led-lampje op de slimme stekker.
De slimme stekkers zijn ingeschakeld en zoeken verbinding met de gateway.
U hoeft niets te doen.
Rood knipperend led-lampje op de slimme stekker.
De slimme stekkers kunnen geen verbinding maken met de gateway.
De slimme stekkers bevinden zich te dicht bij of te ver van de gateway, zie “Slimme stekkers toevoegen aan het systeem” op pagina 25.
U heeft geprobeerd om een programma toe te voegen aan een slimme stekker die al deel uitmaakt van een programma. U kunt slechts één programma aan een slimme stekker toevoegen.
Kies een van de volgende mogelijkheden: 1. D oe een van de volgende: •A ls u het reeds toegewezen programma wilt behouden, laat in de kolom Overschrijven dan het Niet overschrijven- icoontje staan. • Als u het reeds toegewezen programma wilt vervangen door het huidige programma, klik in de kolom Overschrijven dan op het Niet overschrijven- icoontje zodat het Overschrijvenicoontje verschijnt. 2. K lik op Verdergaan.
Programma conflict in de EnergieAssistent.
58
E.ON EnergieAssistent Problemen oplossen
Indicatie
Probleem
Oplossing
De status in EnergieAssistent is inactief.
Er is een slechte verbinding tussen uw slimme stekker en uw gateway.
• Beweeg met uw hand over de gateway om de status te controleren • Stel uw slimme stekker opnieuw in, zie “De slimme stekkers instellen” op pagina 26
Uw slimme stekker zit Steek de slimme stekker in het niet in het stopcontact. stopcontact. Uw slimme stekker is defect.
Wanneer bovenstaande oplossingen niet helpen, is uw slimme stekker hoogst waarschijnlijk defect. Neem contact op met onze Technisch Helpdesk. Zie pagina 62.
12.4 Slimme thermostaat Indicatie
Probleem
Oplossing
De status in is inactief.
De batterij van de slimme thermostaat is leeg.
Vervang de batterij.
59
Indicatie
Oplossing
De slimme thermostaat bevindt zich te ver van uw gateway
Plaats uw thermostaat dichter bij uw gateway. OPMERKING: De maximale afstand tussen de gateway en de thermostaat bedraagt 30 meter met daartussen maximaal: • één volle muur • drie holle wanden • twee bakstenen muren.
De slimme thermostaat is niet (meer) actief.
Zie: Problemen oplossen > Slimme thermostaat > De status in EnergieAssistent is inactief.
De optie Voeg een De slimme thermosthermostaat toe taat is niet correct verschijnt niet in geïnstalleerd. het menu
1. V ernieuw de webpagina. 2. I ndien de optie na het vernieuwen nog niet zichtbaar is, controleer dan of de antenne goed geïnstalleerd is. Zie pagina 29. 3. I ndien de optie nog steeds niet zichtbaar is, reset dan de gateway. Trek hiervoor de stekker uit, en wacht 30 seconden voor u de stekker weer insteekt. Zodra de gateway volledig is opgestart, zal de optie Voeg een thermostaat toe wel verschijnen
U kunt de Huidige gewenste waarde niet instellen in het tabblad Algemene instellingen
60
Probleem
E.ON EnergieAssistent Problemen oplossen
12.5 Traditionele meter Indicatie
Probleem
Oplossing
De sensor past niet op uw meter.
De plaats waar u de sensor moet plakken, bevindt zich te dicht tegen de rand van de meter.
Breek het bovenstukje van de sensor af op de breeklijn en probeer opnieuw.
Het glas van uw meter • Gebruik de vierkante, rode is te bol, waardoor u de sticker(3M) om de sensor sensor niet parallel op vlak te maken. het glas kunt plakken. • Bij een mechanische meter kunt u ook proberen om de sensor op de zijkant van de meter te kleven. Hiervoor moet de draaischijf aan de zijkant zichtbaar zijn, en plaatst u de sensor zo dat de inkeping zich bovenop de draaischijf bevindt. De sensor registreert geen omwentelingen of impulsen
De sensor is niet correct geïnstalleerd.
De status is inactief.
Er is een slechte verbin- Verbind uw sensor opnieuw met ding tussen uw sensor uw gateway. en uw gateway.
Installeer de sensor opnieuw.
Uw mechanische meter Neem contact op met onze Technische Helpdesk. heeft geen spiegeltje op de draaischijf. Zie pagina 62.
Uw sensor is defect.
Neem contact op met onze Technische Helpdesk. Zie pagina 62.
61
12.6 Berichten Indicatie
Probleem
Oplossing
Doelverbruik - Internal server error.
U heeft het keuzerondje “Een percentage van het gemiddelde” geselecteerd, maar u heeft geen procentuele waarde ingevuld.
Vul een procentuele waarde in.
Onverwacht verbruik - Er moet minstens een notificatieplan ingesteld zijn.
U heeft geen periode of waarde ingesteld wanneer u een bericht wilt krijgen.
1. K lik op om het dialoogvenster met de foutmelding te sluiten. 2. K lik op Vorige. 3. S electeer een periode in de tabel en vul de velden in. 4. G a verder met het instellen van uw berichtenprofiel.
12.7 Support Geen oplossing gevonden voor uw probleem? Kijk dan op www.eon.nl/assistent. Hier vindt u het antwoord op veelgestelde vragen en een aantal instructievideo’s. U kunt ook contact opnemen met onze Technische Helpdesk via 040 257 7977 (lokaal tarief). Bereikbaar op werkdagen van 09.00 - 21.00 uur.
62
E.ON EnergieAssistent Problemen oplossen
64
E.ON EnergieAssistent