Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk, Katwoude Inspraakperiode 24 september – 5 november 2010 In dit inspraakverslag worden de ingebrachte inspraakreacties kort beschreven en voorzien van een gemeentelijke reactie. Ook bijgevoegd zijn een kort verslag van de inspraakavond over dit plan en de tijdens de inspraakavond gebruikte presentatie. Naast de reactie op de individuele zienswijzen, geven wij graag nog een korte toelichting op een paar terugkerende hoofdthema’s, te weten het woningbouwprogramma, de bodemsanering en de gevolgen voor de sociale structuur inKatwoude. Algemene toelichting Woningbouwprogramma In Waterland zijn woningen nog steeds hard nodig, bijvoorbeeld om jongeren en ouderen geschikte woonruimte te kunnen bieden. Niet alleen Katwoude groeit. In 2006 heeft de gemeenteraad het Woningbouwprogramma vastgesteld. Het gaat om ruim 1200 woningen op 36 locaties verspreid over de kernen, voor de periode 2006 - 2020. Het woningbouwprogramma vloeit voort uit de afspraken die zijn gemaakt tussen provincie en regio Waterland. Tot 2020 moeten 6.000 woningen gebouwd worden, liefst binnen de rode contouren c.q. bestaand bebouwd gebied. Purmerend en Edam-Volendam nemen daarvan veruit het grootste deel voor hun rekening. Maar onze gemeente heeft ook een ondersteunende functie. De geplande woningbouwlocaties liggen in bijna alle kernen van de gemeente en met name in kleine kernen zorgt dat uiteraard voor een relatief grote groei van het aantal woningen en aantal bewoners. Voor de kern Katwoude hebben we het dan over 25 woningen. Ter vergelijking: op het programma/in plannen staan onder meer Monnickendam met 564 woningen, Broek in Waterland met 251 woningen, Marken met 165 woningen, Watergang met 78 woningen en Ilpendam met 143 woningen. Het is natuurlijk niet altijd leuk als de woningen in de directe leefomgeving worden gebouwd maar ze zijn wel hard nodig. Uiteraard begrijpen wij de zorgen van inwoners over het behoud van de identiteit en het landelijke karakter van het dorp. Dat is juist de reden dat voor alle woningbouwlocaties een stedenbouwkundige visie wordt opgesteld. Stedenbouwkundige-, landschappelijke- en beeldkwaliteit hebben een hoge prioriteit. Via een dergelijke visie wordt bekeken op welke wijze de woningbouw het beste kan worden ingepast in de bestaande bebouwing, verkaveling, beeldkwaliteit, omgeving etc.. Door aan te sluiten bij de bestaande bebouwingsstructuur en het patroon van doorzichten naar het achterliggende landelijke gebied wordt het landelijke karakter van de kern zoveel mogelijk behouden en voortgezet. Verder moet niet vergeten worden dat ook kernen met een landelijk karakter altijd hun eigen dynamiek en groei hebben gekend. Ook vroeger werden natuurlijk nieuwe woningen en andere gebouwen gebouwd. In de gemeente Waterland heeft echter de autonome groei van de verschillende kernen 20 a 25 jaar op slot gezeten omdat er niet of nauwelijks woningbouw mocht plaatsvinden als gevolg van Rijks- en Provinciaal beleid. Het plan Lagedijk is tevens oin het programma opgenomen vanwege de aanzienlijke ruimtelijke verbetering als gevolg van de sanering van het carvanbedirjf. Waterberging en bodemsanering In een brief van 15 april 2008 (registratienummer 08.10908) aan J. Tol van Aart BV, heeft het Hoogheemraadschap reactie gegeven op het nieuwbouwplan voor het Van Vlierdenterrein te Katwoude. In deze brief wordt aangegeven dat op basis van twee vooraf gestelde randvoorwaarden het Hoogheemraadschap kan instemmen met de ontwikkeling van dit bouwplan. Deze randvoorwaarden zijn: - de bergingscapaciteit van de Schermerboezem mag niet verkleinen; - het profiel van het waterstaatwerk (de Lage Dijk) dient vrij te blijven van ontwikkelingen. Op beide randvoorwaarden heeft Grontmij gedegen onderzoek verricht en berekeningen uitgevoerd die voldoen aan de vooraf gestelde randvoorwaarden van het Hoogheemraadschap. Geconcludeerd wordt dat de bergingscapaciteit niet wordt verkleind en het profiel van het waterstaatswerk vrij blijft van ontwikkelingen. Net als de huidige èn de toekomstige bewoners hechten de gemeente en ontwikkelaar zeer veel waarde aan een goede sanering van de grond. Het is veel effectiever voorafgaand aan de bouw goede maatregelen te treffen dan lapmiddelen achteraf. Dit is ook goed geborgd in de wetgeving. Er kan door de gemeente geen omgevingsvergunning worden afgegeven als de grond niet geschikt is voor de beoogde bestemming, in dit geval woningbouw. Pas wanneer er een goedgekeurd saneringsplan is, kan er een omgevingsvergunning worden aangegeven. De provincie is het bevoegd gezag voor de bodemsanering en zij zal dan ook een beschikking afgeven op het saneringsplan als aan alle voorwaarden hiervoor wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn: • Het beoogde gebruik van de locatie moet zo duurzaam mogelijk zijn met de beoogde bestemming (woningen met tuin);
Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk Katwoude
• Er mag geen verspreiding van verontreiniging optreden, naar lucht, water of verder naar de bodem; • Er mag geen sprake zijn van ontoelaatbare ecologische risico’s. Wanneer niet aan deze voorwaarden wordt voldaan geeft de provincie geen beschikking af. Er zal dus altijd sprake zijn van een veilige situatie voor bewoners en omgeving. Wanneer de provincie voornemens is in te stemmen met het saneringsplan wordt dit 6 weken ter inzage gelegd bij de provincie en de gemeente. Dit wordt gepubliceerd in regionale bladen. Uiteraard zullen wij de polderraad daar actief en rechtstreeks over informeren. Alle onderliggende onderzoekrapporten worden hierbij gevoegd. Belanghebbenden kunnen dan zienswijzen indienen die door de provincie worden meegenomen bij het opstellen van de definitieve beschikking. Er is dus sprake van een transparant proces. Het is onjuist te stellen dat de gemeentelijke politiek verantwoordelijk is voor de sanering. Het bevoegd gezag is de provincie, die beoordeelt de plannen conform wet en regelgeving en gaat na of de veiligheid voor mens en milieu is gewaarborgd. De provincie zal niet instemmen met een “goedkope”sanering die niet aan alle eisen voldoet. Dat de huidige eigenaar niet wordt aangesproken op de verontreiniging heeft te maken met de wetgeving die dit niet toestaat. Volgens onze wetgeving wordt de ontwikkelaar gezien als degenen die de sanering dient uit te voeren. De sanering wordt volledig volgens de wetteen en regels uitgevoerd en is daarmee een volledige sanering. Gevolgen voor sociale structuur RIGO Research en Advies heeft in opdracht van de initiatiefnemer in kaart gebracht wat de verwachte effecten zijn van een bouwplan met 25 woningen op de sociale structuur van het dorp Katwoude. In de rapportage worden argumenten voor en tegen gespiegeld aan wat in de literatuur ‘urbaan-rurale migratie’ wordt genoemd. Daarbij komen de volgende effecten aan de orde: demografisch, levendigheid, leefbaarheid en verschillen in leefstijl. In hoofdlijnen worden de volgende conclusies geformuleerd. Het demografisch effect – selectieve migratie van bepaalde groepen huishoudens naar het landelijk gebied – wordt door de geïnterviewden over het algemeen negatief geduid. Men verwacht dat er, zeker gezien de prijs van de woningen, vooral huishoudens met hogere inkomens uit de regio zich zullen vestigen in Katwoude. Het Ruimtelijk Planbureau (RPB) merkt op dat door te bouwen in goedkope segmenten dit effect beperkt kan worden. Ook de effecten op de levendigheid in Katwoude worden genoemd: een toename van het aantal bewoners kan leuk zijn voor de kinderen, is goed voor het lokale verenigingsleven en helpt het effect van de vergrijzing in Katwoude tegen te gaan. Over het algemeen zijn bewoners op dit vlak dus positief. Tegelijkertijd is men sceptisch over de mate waarin nieuwe bewoners inderdaad een bijdrage zullen leveren aan bijvoorbeeld het lokale verenigingsleven. Veel bewoners verwachten dat nieuwkomers in hun eigen netwerk actief zullen blijven en zich niet in het Katwouder dorpsleven zullen voegen. Dat is een verwachting die wel enigszins wordt bevestigd door de literatuur, hoewel daarin ook genoemd wordt dat in sommige gevallen de nieuwkomers juist tot de meest actieve leden van de lokale gemeenschap gaan behoren. Daarnaast zien enkele geïnterviewden ook nadelen aan de toenemende levendigheid, omdat deze de rust van het huidige Katwoude – vooral voor mensen die dichtbij het plan wonen – zal verstoren. Het effect op voorzieningen en leefbaarheid wordt weinig genoemd. Een enkele geïnterviewde noemt een positief effect voor de lokale horeca, maar anderen bestrijden dat en verwachten dat nieuwe bewoners daar geen gebruik van zullen maken. Het belangrijkste argument van de bewoners tegen de bouw van het plan is wat het RPB noemt het ontstaan van spanningen door leefstijlverschillen. Veel geïnterviewden verwachten dat de nieuwe bewoners met onrealistische verwachtingen naar Katwoude zullen komen. Vooral verwacht men dat nieuwe bewoners overlast zullen ervaren van de actieve boerenbedrijven in de gemeente, daar steeds vaker over zullen klagen en dat dat uiteindelijk wellicht kan leiden tot gedwongen bedrijfsbeëindiging. Op de achtergrond speelt hierin mee dat men – ook vanwege de prijs van de woningen – verwacht dat er vooral huishoudens met hoge inkomens uit Amsterdam een woning zullen kopen. Deze huishoudens worden aangetrokken door de rust en het groen van het landelijk gebied, maar zijn zich niet bewust van de omgevingseffecten van de actieve boerenbedrijven. Hoewel het RPB en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in rapportages enerzijds stellen dat een dergelijke botsing van leefstijlen zich inderdaad vaker voordoet, geven zij anderzijds aan dat dit in veel gevallen te herleiden is tot onbekendheid van de nieuwe bewoners met de lokale leefstijlen en niet tot onwil. De algehele eindconclusie luidt dat al met al het beeld van de te verwachten effecten van het bouwplan op de sociale structuur in Katwoude gemengd is. Als positief punt geldt dat nieuwe bewoners een impuls kunnen geven aan de levendigheid van het dorp en een actieve bijdrage kunnen leveren aan het dorpsleven, zoals dat de laatste jaren ook al is gebeurd. Aan de andere kant geeft de literatuur aan dat in dergelijke gevallen er sprake kan zijn van segregatie tussen bestaande bewoners en nieuwkomers en van spanningen door leefstijlverschillen. De volledige rapportage wordt als bijlage bij dit inspraakverslag gevoegd.
Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk Katwoude
Indiener
Inspraakreactie
Gemeentelijke reactie
1. In10.02754
a.
Positieve reactie op woningbouwplan, beëindiging bedrijf en bodemsanering.
Blij met de bevestiging dat de door de gemeente genoemde hoofdredenen voor het plan worden onderschreven: - realiseren woningbouw; - beëindiging bedrijf; - bodemsanering.
2. In.10.02819
a.
Verzoek de bestemming van het perceel Lagedijk 1, Bedrijfsdoeleinden, caravanstalling en –handel, te wijzigen in een woonbestemming.
De reactie heeft geen betrekking op het SPVE. De opmerking betrekken bij de bestemmingsplanwijziging en de bestemming wijzigen. De bestaande situatie is daarbij uitgangspunt.
3. In.10.02973
a.
Plan laat een impuls voor de lokale woningmarkt zien en komt de uitstraling van Waterland ten goede.
Blij met positieve reactie.
4. In.10.02983
a.
Verzoek de bestemming van het perceel Lagedijk 1, Bedrijfsdoeleinden, caravanstalling en –handel, te wijzigen in een woonbestemming.
De reactie heeft geen betrekking op het SPVE. De opmerking betrekken bij de bestemmingsplanwijziging en de bestemming wijzigen. De bestaande situatie is daarbij uitgangspunt.
5. In10.03031
a.
Blij met positieve reactie.
6. In.1003069
a.
Positieve reactie dat caravans worden vervangen door woningen. Verzoek erfgrens juist aan te geven.
b.
Verzoek VRI te verplaatsen.
Definitieve situering VRI moet nog worden bepaald. Daarbij wordt naast een goede en veilige verkeersafwikkeling rekening gehouden met andere belangen zoals aanwezige uitritten.
a.
Onvoldoende onderzoek naar invloed op weidevogels.
De onderzoeken benodigd voor Flora en Fauna t.b.v. het bestemmingsplan worden uitgevoerd in de bestemmingsplanfase. Op voorhand heeft de ontwikkelaar een quick scan uitgevoerd naar de mogelijke aanwezigheid van beschermde planten en dieren in het plangebied. Op grond van de bevindingen in de quick scan is vervolgonderzoek naar beschermde soorten niet nodig. Werkzaamheden waarbij nesten vernield of verstoord kunnen worden, moeten buiten het broedseizoen (maart-juli) plaats hebben. Het gehele rapport is vrij beschikbaar via de gemeentelijke website.
b.
Bouw zal overlast veroorzaken.
Bouwen brengt overlast met zich mee. Geluid, bouwverkeer etc. Dat is echter van tijdelijke aard. Uiteraard zal de gemeente afspraken met de bouwer en bewoners maken om de overlast zo veel mogelijk te beperken en de bewoners actief informeren over bouwactivteiten.
c.
Hoe de sanering van het bestaande te rijmen met de realisatie van bedrijfserf Katwoude?
De reactie heeft geen betrekking op het SPVE. Het plan Lagedijk is een particulier initiatief dat past binnen het gemeentelijk en provinciaal beleid. De locatie is gelegen binnen de rode contour en leent zich naar de mening van de gemeente niet voor bedrijfsdoeleinden. Het bedrijfserf Katwoude is een kleinschalige, in overleg met de provincie tot stand gebrachte, locatie om bedrijven van Galgeriet en de binnenstad van Monnickendam een vestigingsplaats te bieden.
d.
Hoe verplaatsing van het bedrijf naar een andere locatie in Katwoude te voorkomen?
Vestiging van een bedrijf is gekoppeld aan regelgeving. Die regelgeving bepaalt wat wel en niet mag en waar een bedrijf zich derhalve mag vestigen.
e.
Toename verkeersonveiligheid met name voor fietsverkeer.
Het kruispunt van de Jaagweg (N247) met de Lagedijk en de Hoogedijk is geregeld met behulp van een verkeersregelinstallatie. Bij gebruik zoals in de Wegenverkeerswet (1994) staat beschreven, waar elke verkeersdeelnemer zich aan dient te houden, is de vormgeving van het kruispunt relatief verkeersveilig. Het is voor te stellen dat fietsverkeer rijdend parallel aan de Jaagweg (N247) het rode verkeerslicht negeert, omdat kruisend verkeer zeer beperkt is. Op basis van landelijk geldende kengetallen is de totale verkeersintensiteit van alle woningen berekend. In totaal bedraagt de intensiteit van de woningen circa 220 motorvoertuigen per etmaal. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende typen woningen en bijbehorend gebruik hiervan. De intensiteit is dermate beperkt dat dit nauwelijks tot niet bijdraagt aan een verslechtering van de verkeersveiligheid op het betreffende kruispunt. De kans op roodlichtnegatie door fietsverkeer blijft ook in de toekomst een aandachtspunt.
f.
Welke garanties krijgen bewoners dat bodemsanering voldoende is?
De sanering wordt uitgevoerd conform wet en regelgeving. Die weten regelgeving en de toepassing er van is de waarborg voor dat een sanering voldoende is. Zie ook de algemene tekst.
g.
Hoe gaat gemeente waarborgen
De gemeente houdt zich aan de afspraken die zij in regionaal verband
7. In.10.03075
Uiteraard wordt de juiste kadastrale onderlegger gebruikt bij de verdere uitwerking van de plannen.
Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk Katwoude
Vervolg 7
8. I10.03076
dat alleen inwoners van Waterland komen wonen?
in het Convenant woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam heeft gemaakt. Binnen die afspraken streeft de gemeente er naar de maximale mogelijkheden te benutten voor toewijzing van woningen aan inwoners van Waterland. Hiervoor zijn ook afspraken met de ontwikkelaar in de samenwerkingsovereenkomst vastgelegd waaronder afspraken dat ook woningen in de vrije sector eerst gedurende drie maanden exclusief worden aangeboden aan personen met een binding aan de gemeente Waterland alvorens aan overige belangstellenden. Overigens worden in een recent voorbeeld (Veenderijvaart, Broek in Waterland) het overgrote deel van de woningen (>90% na loting op 2/11/2010) verkocht aan Waterlandse inwoners.
h.
Wordt de verplichte groene haag tussen Lagedijk en plangebied gehandhaafd?
Behoud van (waardevolle) bomen en groen is een belangrijk uitgangspunt. Ook het SPVE laat zien dat de bestaande groene haag in stand wordt gehouden. Waar bomen als gevolg van de realisatie van het plan moeten worden vervangen, gebeurt dat door kwalitatief gelijkwaardige bomen terug te planten.
i.
Bouwen op veengrond is niet gemakkelijk. Vanwege mogelijke (plan)schade moeten er van tevoren heldere afspraken worden gemaakt.
In heel west Nederland wordt gebouwd op slappe gronden. De eigen ervaring met bouwen op slappe gronden wordt door de ontwikkelaars dan ook gecombineerd met het betrekken van deskundigheid bij ervaringsdeskundigen op dit gebied en het inzetten van deskundige onderaannemers. In de verdere planuitwerking wordt aandacht besteed aan de wijze van ophoging ter voorkoming van schade aan de omgeving en wegpersen van de mogelijke verontreiniging. Op basis van geotechnisch grondonderzoek worden de zettingen berekend en wordt bepaald in hoeveel lagen er moet worden opgehoogd. Er wordt gesaneerd conform wet en regelgeving. Aanspraken op schadevergoeding kunnen pas als er schade optreedt worden behandeld. Als de schade aantoonbaar is veroorzaakt door de bodemsanering dan wel de woningbouw dan is de ontwikkelaar c.q. bouwer daarvoor wettelijk aansprakelijk. De ontwikkelaar c.q. bouwer is daarvoor tevens verzekerd (CARverzekering). Voor eventuele planschade kent de Wet op de Ruimtelijke Ordening een regeling. De gemeente(raad) is bevoegd die regeling toe te passen. In projecten zoals plan Lagedijk eist de gemeente dat voorafgaand aan de planologische procedure een planschaderisicoinventarisatie wordt opgesteld.
j.
Waarom mocht een afvaardiging van omwonenden niet deelnemen aan ontwerpteam?
Vanaf de eerste tot en met de laatste vergadering van het ontwerpteam dat betrokken was bij de totstandkoming van het SPVE was de polderraad met twee vertegenwoordigers vertegenwoordigd. Daarmee was de inbreng van de inwoners van Katwoude goed geregeld. Met leden van het actiecomité tegen de plannen is enkele malen afzonderlijk overleg gevoerd.
k.
Hoe onafhankelijk is het SPVE?
Het SPVE is gegeven de wensen en doelstellingen objectief en in een transparant proces tot stand gebracht. De finale politiek-bestuurlijke afweging over het plan heeft in de gemeenteraad plaats.
l.
Waarom niet sport- en tennisvelden naar het buitengebied verplaatst waardoor daar (social) woningbouw kan plaatsvinden?
De reactie heeft geen betrekking op het SPVE. Overigens is een sportaccommodatie een functie die wordt beschouwd als onderdeel van bebouwd gebied en daardoor gekoppeld aan de rode contour waardoor verplaatsing naar het buitengebied niet is toegestaan.
m.
Hoe begeleidt de gemeente de integratie van niet-agrarisch gebonden mensen?
Integratie komt van twee kanten. Dat houdt in dat zowel nieuwkomers als huidige bewoners zich moeten inspannen voor een goede integratie. Zie ook de rapportage van RIGO. De gemeente kent hiervoor geen (actief) integratiebeleid. Hier ligt een rol voor buren, de polderraad en/of het Dorpshuis en uiteraard de nieuwe bewoners zelf.
n.
Waarom saneert de gemeente het perceel Kloosterdijk 2 niet?
De reactie heeft geen betrekking op het SPVE.
o.
In het SPVE mist duurzaamheid als aandachtspunt.
De gemeente en ontwikkelaar hebben in hun samenwerkingsovereenkomst een afspraak opgenomen over uitvoering aan duurzaamheidaspecten en elementen van klimaatbeleid die, aan de hand van het instrument GPR-gebouw, verder gaan dan de wettelijke eisen van dit moment.
a.
Er is nog geen landschapsvisie voor Katwoude.
Vanwege de bijzondere ligging, aan het water, omringd door het karakteristieke Waterlandse open polderlandschap, dienen ruimtelijke keuzes weloverwogen gemaakt te worden. Voor een goede ruimtelijke regie zijn heldere ruimtelijke randvoorwaarden voor de herontwikkeling noodzakelijk, zowel landschappelijk als stedenbouwkundig. Het SPVE is een studie naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de locatie, resulterend in 3 ruimtelijke beelden. De ruimtelijke beelden zijn geïnspireerd op het nieuwe, gewenste, landschappelijke beeld (visie op het landschap).
b.
Vanwege behoud cultuur en identiteit zijn openheid en lintbebouwing erg belangrijk.
In het SPVE wordt die afweging over de transparante opzet van het plangebied en de zichtlijnen op het open polderlandschap en het water gemaakt. V.w.b. behoud van cultuur en identiteit wordt verwezen naar het algemene deel over de sociale structuur.
c.
Grote moeite met aantal
Volgens het CBS bedraagt de gemiddelde woningbezetting in
Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk Katwoude
Vervolg 8
woningen waardoor een verdrievoudiging van het aantal inwoners aan de Lagedijk (van 30 naar 100) en een bevolkingsgroei voor geheel Katwoude van 50%.
Nederland in 2010 2,24. Het inwonertal in Katwoude bedroeg per 23/9/2010 217. Met 85 woningen betekent dat een gemiddelde woningbezetting van 2,6. Aan de Lagedijk wonen 35 mensen wat bij 13 woningen leidt tot een gemiddelde woningbezetting van 2,7. (Bron: GBA). Uitgaande van 25 woningen en een gemiddelde woningbezetting van 2,7 betekent dat een toename van de bevolking met 68 mensen. Zie overigens het algemene deel over de sociale structuur.
d.
Plan vraagt een gedegen onderzoek naar verkeersinvloeden.
Hoewel verkeer in het gemeentelijke planproces niet bij de fase SPVE, maar in een latere, planologische fase aan de orde komt, heeft de ontwikkelaar al een onderzoek laten doen door Goudappel-Coffeng met als conclusie dat er geen problemen worden verwacht. Goudappel Coffeng heeft in haar onderzoek de totale verkeersbelasting van de te realiseren woningen berekend met behulp van landelijk geldende kentallen (CROWpublicatie 256).Hierbij is tevens onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen woningen, zoals weergegeven in het schetsplan (figuur 2.1 pagina 3; rapport Goudappel Coffeng), en het bijbehorende gebruik. De totale intensiteit van de woningen bedraagt circa 220 motorvoertuigen per etmaal. Deze worden ontsloten via de Lagedijk die aansluit op de Jaagweg (N247). Dit kruispunt is geregeld door middel van een verkeersregelinstallatie (VRI). Bij het wettelijke gebruik van een verkeersregelinstallatie, zoals beschreven in de Wegenverkeerswet (1994), waaraan alle verkeersdeelnemers zich dienen te houden, zal een dermate beperkte intensiteit van 220 motorvoertuigen per etmaal nauwelijks tot niet bijdragen aan een verslechtering van de verkeersveiligheid op het betreffende kruispunt.
e.
Vraag om uitwerking van alternatieven die passen binnen bebouwingstrend Katwoude.
De gemeenteraad heeft bij zijn besluit over de modelkeuze besloten tot het toevoegen dat het uitgangspunt is maximaal 25 woningen te realiseren uitgaande van 30% sociale woningbouw. De ontwikkelaar heeft aangegeven niet minder dan 25 woningen te willen ontwikkelen in verband met de financiële haalbaarheid. In het voorliggende SPVE onderbouwt HzA dat 25 woningen landschappelijk en stedenbouwkundig verantwoord zijn.
f.
Pleidooi voor beperking maximum hoogte (eenlaags) en een maximale goothoogte van 3,50 meter.
Als de randvoorwaarde een nokhoogte van 9 m is en een goothoogte van 3,5 m, dan is dat een zeer harde beperking. Bij de bouwaanvraag wordt daar op getoetst. De bouwstijl wordt bepaald door de ontwikkelaar aan de hand van de stedenbouwkundige visie van HzA en deze wordt getoetst door de welstand. Een goothoogte van 3,5 m en een nokhoogte van 9 m zijn gebruikelijke hoogten voor de Waterlandse bouwstijl. Een goothoogte van 3,5 m en een lagere nokhoogte geeft een flauwere dakhelling wat niet representatief is voor de Waterlandse bouwstijl.
g.
Pleidooi voor beperking aantal bijgebouwen.
In het SPVE zijn wel degelijk beperkingen opgenomen voor bijgebouwen, aangegeven met stippellijnen rondom de basis bouwvlakken. Deze beperking is bewust opgenomen om een aaneengesloten gevelwand te voorkomen.
h.
Pleidooi deel van het plangebied als boezemland terug te laten keren.
De watercompensatie wordt geregeld conform wet en regelgeving (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier). De ontwikkelaar heeft gekozen voor watercompensatie langs de randen van het terrein met het oog op de saneringskosten. De gemeente prefereert openbaar/recreatief groen omdat hiermee een duidelijk meerwaarde voor zowel de kopers als ook de omgeving wordt behaald en het beter is te beheren.
i.
De functie van boezemland wordt onderschat en een gedegen onderzoek mist in het verhaal.
De functie van het Boezemland wordt zeker niet onderschat en is zeker niet vluchtig vanachter een bureau opgeheven. Deze stelling wordt niet door feiten onderbouwd. Van 2004 t/m 2008 is er veel overleg geweest met Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier. Er zijn daarbij diverse rapporten met berekeningen gemaakt door de Grontmij en overgelegd aan HHNK.
j.
De huidige bewoners hechten zeer veel waarde aan de grondige sanering van de vervuilde grond.
Voorop gesteld moet worden dat de grond wel vervuild is maar niet zo ernstig dat er acuut gesaneerd moet worden. Voor de huidige bedrijfsbestemming is er geen saneringsurgentie. Er is wet en regelgeving over bodemsanering in Nederland. Aan de hand van Nederlandse wet- en regelgeving is een saneringsvoorstel opgesteld door de Grontmij. Dit voorstel gaat uit van sanering door middel van het aanbrengen van een leeflaag en kost € 1 – 1,5 miljoen. Er is zeker geen sprake “winst opstrijken” en “rotzooi laten zitten”. Zie overigens ook het algemene deel van dit verslag.
k.
Herontwikkeling afzetten tegen nut en noodzaak.
Zie ook de toelichting onder woningbouwprogramma en de reactie onder 7g. De ontwikkelaar heeft alvorens tot herontwikkeling over te gaan onderzoek gedaan naar woningbehoefte. Ook voor plan Lagedijk is al veel interesse zonder dat er geadverteerd is. De ontwikkelaar heeft op dit moment 52 aanmeldingen waarvan ca. 50% uit de gemeente Waterland komt.
l.
Een gedegen verkeersonderzoek
Een verkeersonderzoek van Goudappel Coffeng kwalificeren als “een
Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk Katwoude
Vervolg 8
mist en is nodig voor het nemen van een juiste beslissing.
aanfluiting” en “wetenschappelijk onaanvaardbaar” zijn een diskwalificatie van een gerespecteerd bureau die de gemeente niet deelt. Er zijn voor de gemeente geen redenen te twijfelen aan de deskundigheid van het bureau. Van woensdag 30 juni 2010 tot en met zondag 11 juli 2010 is met behulp van een mechanische telling de intensiteit op de Lagedijk geteld. Bij een mechanische telling wordt het verkeer automatisch geteld door middel van telslangen die zijn verbonden aan een telmachine. Als de telslangen van de rijbaan worden verwijderd, of losgekoppeld van het telapparaat, vindt er vanaf dat moment geen registratie van de voertuigen plaats. In de perioden vanaf maandag 5 juli 2010 (circa 14.00 uur) tot en met dinsdag 6 juli 2010 (circa 13.00 uur) en vrijdag 9 juli 2010 (circa 17.00 uur) tot het eind van de telling heeft er geen registratie plaatsgevonden. Beide keren zijn de telslangen onklaar gemaakt. Om te bepalen hoeveel verkeer een relatie heeft met de caravanstalling is ten oosten en ten westen van de caravanstalling de intensiteit geteld. Het verschil tussen beide telpunten heeft een relatie met de caravanstalling. De periode van de tellingen kan als representatief worden beschouwd, omdat deze in het hoogseizoen zit, betreffende de verkeersaantrekkende werking van de caravanstalling en verkoop. Buiten het hoogseizoen zal de intensiteit op de Lagedijk beperkt zijn, waardoor de toename als gevolg van de woningbouw op dat moment groter is, ten opzichte van het hoogseizoen. De conclusie is echter gebaseerd op de nieuwe situatie, Pagina 3 waarbij de verkeersgeneratie van de nieuwe woningen is opgeteld bij de intensiteit uit de huidige situatie. Op basis van landelijk geldende kengetallen is de totale verkeersintensiteit van alle woningen berekend. In totaal bedraagt de intensiteit van de woningen circa 220 motorvoertuigen per etmaal. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende typen woningen en bijbehorend gebruik hiervan. De maatgevende momenten bedragen de ochtenden avondspits. De spitsuurintensiteit is bepaald met behulp van een percentage (tevens afkomstig uit de CROW-richtlijnen) van de tmaalintensiteit. Voor het ochtendspitsuur is een intensiteit van 18 motorvoertuigen berekend (8% van de etmaalwaarde) en voor het avondspitsuur 20 motorvoertuigen (9% van de etmaalwaarde). Gemiddeld komt dit neer op 1 voertuig per 3 minuten. Om het effect van het bouwverkeer ten tijde van de bouw van de woningen te bepalen is gebruik gemaakt van een Australisch onderzoek, omdat in Nederland hierover slechts beperkt gegevens beschikbaar zijn.
m.
Verwachting dat er een voorkeursrecht voor het toewijzen van woningen komt voor Katwoudenaren en daarna voor Waterlanders.
Zie reactie onder 7g.
n.
Zorg over aantasting van identiteit en een gedegen onderzoek naar de gevolgen van het plan op het dorp als geheel is noodzakelijk.
Zie voor de toename van het aantal inwoners de reactie onder 8c en overigens de rapportage van RIGO.
o.
Zorg over aantasting cultuur en noodzaak onderzoek.
De verwachting is gerechtvaardigd dat tenminste 50% van de nieuwe inwoners uit de gemeente Waterland zal komen en dus wel degelijk lokaal gebonden zal zijn. De nieuwe bewoners zullen worden gewezen op de voordelen maar ook op de nadelen (agrarisch gebied, geluid, geur, etc). Deze toezegging van de ontwikkelaar zal schriftelijk worden vastgelegd. Verder wordt verwezen naar het onderzoek van RIGO.
p.
De gemeente moet waarborgen dat De locatie van Van Vlierden is nu een bedrijfsterrein met 3 Katwoude geen vrijplaats wordt bedrijfshallen en 500 caravans, gelegen in bestaand bebouwd gebied. voor projectontwikkelaars. Het is niet aan de orde dat locaties gelegen buiten bestaand bebouwd gebied voor woningbouw in aanmerking komen.
q.
De gemeente is medeverantwoordelijk voor de gevolgen van het plan zoals eventuele planschade en dus medeaansprakelijk.
Zie de reactie onder 7i.
Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk Katwoude
Inspraakavond stedenbouwkundige visie plan Lagedijk, Katwoude Datum: 6 oktober 2010 Tijdstip: 20.00 – 22.00 uur Locatie: Dorpshuis Hart van Katwoude Aanwezigen: Vertegenwoordigers van de dorpsraad + circa 40 belangstellenden Namens de gemeente Waterland: Anita Wijnholds van HzA Stedebouw en Landschap (stedenbouwkundig adviseur), Patrick Kools (portefeuillehouder RO) en Bert Enderink (gemeentelijk projectleider). Voorts in de zaal aanwezig: Jeroen Kalf (milieudienst Waterland), Namens de eigenaar/ontwikkelaar: Aad van Meel (Eigen Haard) , Andre Boon (Tol van Aart), Arjan Groot en Marco Hollander (Grontmij). Welkom en toelichting De duovoorzitter van de polderraad, de heer Hintzen, geeft een introductie van de avond. Hij spreekt van ene goede communicatie tussen gemeente en polderraad in het totstandkomingsproces. De polderraad ziet echter geen plannoodzaak en maakt zich zorgen over de hoogte van de woningen. Ook de bebouwingsdichtheid is te hoog en hoger dan elders in Katwoude. Tenslotte vindt de polderraad dat er geen goede oplossingen in de plannen zijn opgenomen voor boezemwater en verkeersgevolgen. De gemeentelijke projectleider licht de agenda van de avond toe en stelt de aanwezigen van de gemeente en de ontwikkelaar voor. Hij geeft vervolgens een korte terugblik op de voorgeschiedenis van het plan waarin hij het verloop van de omvang van het plan schetst en de bestuurlijke besluitvorming in de gemeenteraad in februari waarbij de raad uitdrukkelijk aan de keuze voor het nu uitgewerkte model heeft toegevoegd het uitgangspunt van een maximaal aantal woningen van 25, uitgaande van 30% sociale woningbouw. Voor de gemeente zijn er drie redenen voor het plan: woningbouw om in behoefte te voorzien en om gemaakte afspraken met de provincie na te komen, beëindiging van bedrijfsactiviteiten op de locatie en sanering van de vervuilde bodem. Vervolgens geeft hij achtereenvolgens het woord aan Anita Wijnholds van HzA, stedenbouwkundig adviseur van de gemeente en opsteller van de visie, Andre Boon, initiatiefnemer, en Marco Hollander, Grontmij. Presentatie stedenbouwkundige visie. De stedenbouwkundige geeft met behulp van een powerpointpresentatie het proces van totstandkoming en de stedenbouwkundige visie weer. De presentatie is aan dit verslag gehecht. Toelichting initiatiefnemer De initiatiefnemer geeft aan dat het eerste plan dateert uit 2003 en dat er voor dit plan enkele jaren geleden een samenwerking is gestart tussen Eigen Haard en Tol van Aart. Hij verwijst naar de Flora en faunascan van Van der Goes en Groot en het verkeerskundig onderzoek van Goudappel Coffeng. De conclusies van deze onderzoeken (beschikbaar via de gemeentelijke website) laten een beeld zien dat er geen bijzonderheden voor deze onderdelen zijn. Toelichting Grontmij Marco Hollander, Grontmij, geeft aan dat het verhaal van de bodem minder mooi is: er is sprake van vervuiling omdat de grond in het verleden is opgehoogd met puin en sloopafval. Bij het saneren, dat is het geschikt maken voor beoogd gebruik, staat het creeren van een veilige omgeving voorop. Volledig afgraven brengt erg hoge kosten met zich mee en is niet nodig. Een alternatieve oplossing is het opbrengen van grond. De provincie is bevoegd gezag en ziet er op toe dat de sanering goed gebeurt. Tijdens het vergunningenproces is alle informatie over de vervuiling en de wijze van sanering beschikbaar en kan iedereen daar op reageren alvorens de provincie daar een besluit over neemt. V.w.b. de waterberging blijven de regels van het waterschap gelden. Vragen/reacties aanwezigen. 1. 2. 3. 4.
Wat gebeurt er met de sloot aan de zuidzijde? Wat gebeurt er met het groen/bomen? Waarom is de situering van de woningen in het spve gewijzigd t.o.v. het model? Het verkeersrapport is volstrekt onvoldoende.
Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk Katwoude
5. 6. 7. 8.
Wat is de huidige bestemming en welk deel van het perceel betreft dat? De behoefte aan woningbouw is niet aangetoond. Waarom een stolp en Zaanse schans woningen? De gevolgen van het plan voor de identiteit van Katwoude zijn negatief.
Reactie op de gestelde vragen en gegeven reacties. Ad 1:
De sloot aan de zuidzijde van het plangebied wordt gehandhaafd.
Ad 2:
Groen en bomen worden zoveel mogelijk gehandhaafd. De aanwezige bomen worden in beeld gebracht en waar bomen moeten verdwijnen, komen daar bomen van vergelijkbare kwaliteit voor terug.
Ad 3:
In de modelfase waren de woningen dicht bij het water gesitueerd. Om verkooptechnische redenen in dit later aangepast en zijn de bootwoningen vervangen door een meer gevarieerd woningaanbod.
Ad 4:
Er is door een erkend bureau een onderzoek naar de verkeerseffecten van de plannen gedaan. Indien blijkt bij het opstellen van het bestemmingsplan dat het nu uitgevoerde onderzoek niet afdoende is om als onderbouwing te dienen, zal het aangevuld (moeten) worden. De opmerkingen over inhoud, opzet en tijdstip van het onderzoek worden daar bij betrokken.
Ad 5:
De huidige bestemming bedrijfsdoeleinden caravanstalling en –handel en boezemland langs de oeverlijn als Natuur en water. De bedrijfsbestemming geldt voor het gehele perceel.
Ad 6:
Katwoude is een onderdeel van Waterland dat als onderdeel van de regio Amsterdam een deel van de provincie Noord-Holland is. Over de woningbehoefte zijn enkele jaren geleden afspraken gemaakt tussen de gemeente en de provincie over de bijdrage van Waterland in het oplossen van het tekort op de woningmarkt. De locatie aan de Lagedijk is een van de locaties die de gemeente daarvoor heeft geïnventariseerd.
Ad 7:
Essentie is dat er woningen in Waterlandse stijl komen. Het gaat er om een aanduiding te geven van soort en typologie. De woningen aan het water zullen anders zijn dan de woningen langs de Lagedijk.
Ad 8:
De ontwikkelaar is van plan de gevolgen van het plan te (laten) onderzoeken door een daarvoor deskundig bureau. De uitkomsten worden bij de verdere planvorming betrokken.
Vervolgproces De projectleider geeft een toelichting op het vervolgproces aan de hand van de laatste sheet van de presentatie. Afsluiting De wethouder besluit de avond. Hij constateert dat er onderzoek komt naar de gevolgen avnb het plan voor Katwoude. De resultaten van het onderzoek zijn elementen die college en gemeenteraad kunnen betrekken bij besluitvorming. Hij zegt goed te hebben geluisterd en constateert dat het plan beter is geworden en dat daar het proces ook voor bedoeld is. Voor een deel zitten afwegingen in gemaakte keuzes. De raad neemt het uiteindelijke besluit en zal dan bepalen of de bouw van 25 woningen acceptabel is.
Inspraakverslag concept-stedenbouwkundig programma van eisen plan Lagedijk Katwoude