Inspraakreacties Wmo verordening en voorstel met motivering om deze al dan niet over te nemen (verordening aan te passen). Ingekomen: 5 reacties Reactie Wmo Platform (samenvatting), ingekomen 18-07-2006. Het platform heeft ook de wijzigingen in het definitief model ten opzichte van het VNG concept beoordeeld en hierover een advies gegeven Opmerking Compensatie is verplichting voor gemeente en geen opdracht Keuzevrijheid wordt beperkt door primaat toe te kennen aan algemene voorzieningen
Aanpassing? Motivering Ja Concept VNG model was basis en daar stond opdracht in vermeld. Definitief model spreekt van verplichting, dus overnemen Nee De algemene voorziening is een voorziening die gemakkelijk toegankelijk is en waarvoor in principe geen aanvraag hoeft te worden ingediend (een voorbeeld is een klussendienst). Pas wanneer er maatwerk moet komen omdat het probleem niet op te lossen is met een algemene voorziening, is er sprake van een aanvraag waarbij de klant wel degelijk keuzevrijheid heeft tussen een voorziening in natura en een PGB, bijvoorbeeld bij inschakeling van hulp bij het huishouden. Primaat algemene voorziening Nee Algemene voorziening weerspiegelt juist de geest van de wet, omdat weerspiegelt niet geest van de wet. inwoners zelf (bijvoorbeeld vrijwilligers) een oplossing voor ondervonden problemen kunnen creëren, voordat men een beroep moet doen op de verordening. Een voorbeeld: als inwoners zelf een klussendienst voor ouderen organiseren waar men een beroep op kan doen voor kleine klusjes in huis (bijvoorbeeld een schilderijtje ophangen, een drempel weghalen), dan voorziet een dergelijke oplossing in een behoefte en is er geen aanvraag voor woningaanpassing nodig. Dus eerst zelf een oplossing vinden in e samenleving. Is er geen klussendienst en is er geen familielid dat kan helpen of is het probleem ernstiger, dan wordt een beroep gedaan op een individuele woonvoorziening. Verordening gaat uit van Nee Er wordt in de verordening rekening gehouden met de pers oonlijke standaardoplossingen, niet van maatwerk omstandigheden (samenstelling huishouden, leeftijd, vervoersbehoefte, beperkingen, financiële situatie) op basis waarvan besluitvorming plaatsvindt. Wel wordt uitgegaan van de goedkoopst adequate oplossing. Dit betekent dat de oplossing adequaat m oet zijn (dus voor de klant geschikt moet zijn). Met de kosten van de voorziening moet rekening worden gehouden om de Wmo betaalbaar te houden. Een voorbeeld: wanneer iemand gebruik kan maken van de deeltaxi en dit een adequate oplossing is voor het vervoersprobleem, wordt geen vergoeding verleend voor een bruikleenauto. Echter, het is ook mogelijk om een vergoeding voor kilometerkosten te verlenen als dit in de situatie van een persoon die bijvoorbeeld al een eigen auto heeft en daarmee kan voorzien in de vervoersbehoefte, een adequatere oplossing biedt. Compensatie voor mantelzorgers en Nee Voor mantelzorgers en vrijwilligers wordt apart beleid ontwikkeld. Dit vrijwilligers komt in de verordening valt niet binnen een verordening te regelen waarbij het gaat om een nauwelijks aan de orde aanvrager met beperkingen. Deze aanvrager kan weliswaar een mantelzorger hebben, die extra ondersteuning nodig heeft (bijvoorbeeld respijtzorg), maar de ondersteuning van mantelzorgers hoef je niet in de sfeer van voorzieningen op te lossen. Dit kan met andere middelen zoals inschakeling van het steunpunt mantelzorg. Hierover wordt apart beleid ontwikkeld. De positie van mantelzorgers krijgt middels beleid aandacht. . Uitstel van de verordening i.a.v. visie Nee Volgens ministerie (brief van 24 juli 2006) is het mogelijk om de aanbesteding voor huishoudelijke zorg later in te laten gaan, maar dan moet je wel de Europese regels in acht nemen (kort gezegd: je kon op grond van bijzondere omstandigheden niet anders dan later beginnen met het traject). In Drimmelen is het traject al in gang gezet, de aanbesteding loopt. Terugdraaien kan claims van organisaties tot gevolg hebben. De verordening is een weerslag van de aanbodkant: aanbieders starten per 1 januari 2007, voor vragers geldt dit dan ook. Het niet in werking laten treden van deze verordening, kan ertoe leiden dat we het AWBZ regime uit moeten voeren, waarmee geen invloed bestaat op de eigen invulling en het beschikbaar budget. Ook zijn ten aanzien van onze inwoners verwachtingen gewekt nu er al een conceptverordening voor
Voorkeur voor optie 2 van artikel 27
Nee
Artikel 1 p. definitief model VNG Nee (besparingsbijdrage), vrees voor willekeur toerekening eigen bijdragen
verwachtingen gewekt nu er al een conceptverordening voor inspraak is vrijgegeven. Optie 1 biedt de mogelijkheid van een algemene voorziening, in dit geval bijvoorbeeld een rolstoelpool voor mensen die incidenteel een rolstoel nodig hebben en deze snel kunnen afhalen in het geval van een pool. Bij optie 2 wordt deze mogelijkheid niet meer geboden en dwing je mensen om altijd een aanvraag in te dienen, ook al hoeft men niet altijd een rolstoel te gebruiken en is het alleen maar om een dagje over een rolstoel te kunnen beschikken. Bij dagelijks gebruik is sowieso een aanvraag nodig om maatwerk te kunnen leveren gelet op frequentie van het gebruik. Rolstoelpool is dan geen oplossing. Besparingsbijdrage is een mogelijkheid voor de gemeente om een bedrag te vragen voor aanschaf van bijv. een scootermobiel of driewielfiets, omdat men een vervangend vervoermiddel krijgt. Fiets is algemeen gebruikelijk. Alleen de meer kosten worde vergoed. Is nu ook geregeld in de Wvg. Mochten mensen financieel deze bijdrage niet kunnen opbrengen, dan treedt het regiem van de bijzondere bijstand in werking (is nu ook al). Hiermee is zeker geen sprake van willekeur maar van algemene regels die voor iedereen gelden. Als je de besparingsbijdrage niet in de verordening opneemt, verruim je het bestaand Wvg beleid, omdat je mensen niet meer bij laat dragen in de kosten.
Voorgestelde tekstuele wijzigingen Artikel 1 b Opdracht wijzigingen in verplichting Ja Doelgroep compensatieplicht aanduiden, Nee ook mantelzorgers en vrijwilligers
Zo staat het ook in VNG model definitieve versie Verordening richt zich op personen met beperkingen die een individuele voorziening nodig hebben. (Dit zijn overigens niet alleen lichamelijke beperkingen). De overige taken die de gemeente heeft in het kader van ondersteuning bepaalde doelgroepen, komen tot uiting in andere acties voortvloeiend uit het Wmo beleidsplan.
Artikel 1 d Aantoonbaar weglaten bij de zinsnede aantoonbare beperkingen
Nee
Het moet voor een gemeente te controleren zijn of iemand beperkingen heeft (dus aantoonbaar zijn) voordat je iets kunt toekennen. Als iemand aangeeft een rolstoel nodig te hebben omdat deze niet ver meer kan lopen, dan zal het niet ver meer kunnen lopen aangetoond moeten worden middels indicatiestelling.
Artikel 1 h Algemene voorzieningen horen niet thuis in verordening individuele voorzieningen
Nee
Titel van de verordening is “verordening voorzieningen..”en niet individuele voorzieningen. Het begrip algemeen slaat niet op het feit dat een individu een standaardvoorziening krijgt, maar op een mogelijkheid voor een individu om gebruik te maken van een algemeen toegankelijke voorziening, bijvoorbeeld een klussendienst. Het niet opnemen van de algemene voorzieningen in deze verordening daagt de gemeente niet uit om een algemene voorziening te creëren en dan zou deze verordening niet meer zijn dan een Wvg verordening met een clausule huishoudelijke zorg
Artikel 1 p Omschrijving geldt ook voor studentenhuis Nee etc.
Artikel 2.1 en 2.2 Langdurig noodzakelijk. Goedkoopst adequaat, in overwegende mate op het individu gericht, gebruikte materialen weglaten
“hoger uitrustingsniveau dan sociale woningbouw” weglaten
Een student die toevallig op kamers woont bij een student met beperkingen voert geen gemeenschappelijke huishouding met een andere student en kan niet als huisgenoot worden aangemerkt. Een student die een kamer huurt bij een hospita kan niet door de gemeente worden verplicht voor de hospita te zorgen. Er is sprake van een commerciële relatie.
Nee
Begrippen zijn afkomstig uit Wvg en ontstaan na jarenlange jurisprudentie. Het weglaten hiervan is de deur openzetten voor bijvoorbeeld incidentele woningaanpassingen, een traplift aanschaffen voor iemand die een gebroken been heeft en de lift na 8 weken niet meer nodig heeft, een grote verbouwing uitvoeren terwijl verhuizen naar een geschiktere woning de goedkoopst adequate oplossing is, om een voorziening toe te kennen moet je je verdiepen in het individu om de voorziening adequaat toe te kunnen kennen.
Nee
Een woning waarin materialen zijn verwerkt die gezondheidsklachten veroorzaken, zal weliswaar moeten worden aangepast, maar de kosten hiervan moeten worden verhaald op de bouwer/eigenaar/verhuurder en dan is het niet de bedoeling dat dit uit de Wmo vergoed wordt. Echter, wanneer de oorzaak van ondervonden problemen ligt in een aandoening (astma, allergie), dan is er sprake van belemmeringen op grond van de gezondheidssituatie. In dat geval is het wel mogelijk een vergoeding te krijgen, rekening houdend met afschrijvingstermijn van bijvoorbeeld stoffering etc. of wanneer de aanpassing op zichzelf een algemeen gebruikelijk karakter heeft. Het is niet de bedoeling om Wmo gelden aan te wenden om woningverbetering te realiseren ten opzichte van een acceptabel niveau (namelijk het uitrustingsniveau sociale woningbouw). Een verhoogd toilet kan diverse uitvoeringen kennen. Daarbij speelt dat de persoon die deze voorziening nodig heeft, het toilet adequaat moet kunnen gebruiken en dan voldoet een standaard verhoogde toiletpot en dit hoeft dan geen design toilet te zijn.
Artikel 3 “kan” vermindert de gemeentelijke verplichting om een keuze aan te bieden, daarom vervangen in het Wmo artikel 6.
Nee
Artikel is juist gebaseerd op artikel 6 Wmo. De kan bepaling slaat op de keuzemogelijkheid. De gemeente mag volgens de wet de keuzemogelijkheid beperken als tegen kiezen overwegende
bezwaren bestaan. Dit is ook vertaald in artikel 3, waarbij de gemeente wel moet beschrijven in welke gevallen en waarom men deze keuzemogelijkheid niet biedt, dus wel met nader motivering, hetgeen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning moet worden vastgelegd.
Artikel 6, lid 1 sub b Goedkoopst adequaat weglaten
Artikel 8 “kan” bepaling en de verwijzing naar “algemene voorziening” weglaten
Artikel 9 Primaat algemene voorziening weglaten
Artikel 9, lid 1 en 2 “kan”bepaling is strijdig met compensatieplicht
“huishoudelijke taken”is inperking voor huishoudelijke ondersteuning graag aansluiting met ICF classificatie
Nee
Goedkoopst adequaat geeft aan dat in de individuele situatie bekeken wordt wat de goedkoopst adequate voorziening is en het pgb is de financiële tegenwaarde daarvan. Het kan niet zo zijn dat er een ruimer pgb wordt verstrekt dan men met de voorziening in natura zou krijgen. Waarde van de voorziening moet hetzelfde zijn, uitgaande van de goedkoopst adequate oplossing. Verlaat je het begrip goedkoopst adequaat, dan compenseer je belemmeringen met voorzieningen die duurder zijn dan noodzakelijk is om de belemmeringen op te heffen
Nee
Wanneer een algemeen voorziening voldoet, hoeft geen individuele voorziening te worden toegekend. Als de algemene voorziening voor de persoon in kwestie niet adequaat is, dan komt men in aanmerking voor een voorziening in natura of pgb.
Nee
Een algemene voorziening kan voor de klant de goedkoopst adequate voorziening bieden. Als er een algemene voorziening is, dan zal je die eerst aan moeten spreken. Wanneer een klussendienst op eenvoudige wijze een belemmering op kan heffen, dan is het niet nodig om een woningaanpassingprocedure te doorlopen met indicatie, het opvragen van verschillende offertes etc.
Nee
In artikel 1 staat al dat de gemeente de plicht heeft te compenseren. De ‘kan bepaling”geeft alleen de mogelijkheden van de compensatievormen aan (algemeen, natura, pgb).
Nee
Bij de indicatiestelling wordt ICF betrokken. Op basis van de functies (zoals de mate waarin men nog zelfstandig boodschappen kan doen, kan koken etc.), wordt een uitspraak gedaan over de mate van de belemmeringen te scharen onder “huishoudelijke taken”.
Artikel 13 Zie bezwaren artikel 8 Nee Artikel 14 Zie artikel 9 en de verordening sluit Nee mantelzorgers uit van woonvoorzieningen
Kan bepaling weglaten, evenals algemene Nee woonvoorziening en snel en adequaat Artikel 15 Opsomming soorten voorzieningen sluit andere mogelijkheden uit. Daarom uitbreiden met ICF-begrippen Artikel 16 en 17 Primaat bij verhuizing en losse woonunit schrappen
Zie artikel 8 Zie artikel 9. De mantelzorger die belemmeringen in de eigen woning ervaart ten gevolge van een aantoonbare beperking, kan natuurlijk ook een woningaanpassing aanvragen. Dit is dan de aanvrager. Algemene woonvoorziening kan de goedkoopst adequate oplossing zijn, maar als die er niet is of het te lang duurt, komt de voorziening in natura en het pgb in beeld.
Nee
ICF classificatie is bedoeld ten behoeve van een indicatie (beoordelingskader) en niet als omschrijving van soorten voorzieningen. Bezoekbaar maken van een woning is bouwkundige woonvoorziening.
Nee
Als een geschikte woning beschikbaar is en verhuizing de goedkoopst adequate oplossing is, dan heeft dit de voorkeur. Als er een losse woonunit geplaatst kan worden dan heeft dit de voorkeur boven een duurdere aanpassing.
Artikel 19 Bezoekbaar maken uitbreiden met douche Nee en badruimte
Artikel 20 Gevolg van verhuizing weghalen, want Nee mensen met een handicap kunnen dan nooit meer verhuizen. Vooraf toestemming vragen werkt willekeur in de hand. Niet aanpassen gemeenschappelijke ruimten beperkt het ontmoeten van medemensen. Onverwacht optredende noodzaak weghalen. Mensen met een progressieve en daarmee voorspelbare aandoening
Het gaat om bezoeken, niet om logeren. Deze mogelijkheid is nu ook niet in de Wvg opgenomen. Gehandicapte die familie elders bezoekt, heeft zelf al een adequate woonvoorziening (AWBZinstelling). Indien personen met belemmeringen willen verhuizen naar een andere woning, dan kan dit, bijvoorbeeld omdat men ander werk krijgt in een andere gemeente, maar het artikel is met name bedoeld om mensen te stimuleren vooraf na te gaan waar ze het best kunnen gaan wonen: bijvoorbeeld in een al aangepaste woning. Om te voorkomen dat men de gemeente voor een voldongen feit plaatst, is het logisch om vooraf verhuisplannen kenbaar te maken als je zelf weet dat je aanpassingen nodig hebt en er verder geen geschikte woning te vinden is. Dit schept duidelijkheid voor de klant en voor de
komen hierm ee in ernstige problemen. Daarom deze uitsluitingsgronden weglaten.
Artikel 23 en24 Algemene voorziening en primaat collectief vervoer weglaten
gemeente en voorkomt teleurstellingen. De weigering van betaling van aanpassing in gemeenschappelijke ruimten is geschrapt, omdat de verhuurder, eigenaar van de woning een plicht heeft om deze ruimte toegankelijk te maken voor mensen met een belemmering (bijvoorbeeld door bij de bouw al rekening te houden met deurdrangers, automatische deuropeners etc.). Een onverwacht optredende noodzaak is in dit artikel opgenomen om onderscheid te maken tussen voorzienbaarheid en onvoorzienbaarheid. Hiermee wordt bedoeld dat je er vanuit kunt gaan dat je moeite krijgt met traplopen als je ouder wordt. Je kunt dan, mits er in de gemeente voldoende van deze woningen zijn, tijdig een aangepaste woning vinden voordat de problemen ontstaan. Een progressieve ziekte is een ander verhaal. Ook dan kan een situatie ineens verergeren, waardoor extra aanpassingen nodig zijn. Een voorbeeld: iemand heeft al een gelijkvloerse woning in verband met een progressieve aandoening en heeft al rekening gehouden met de belemmeringen. Vervolgens blijkt een tillift nodig in verband met toename van de klachten. Dan kan de klant een beroep doen op de verordening. Nee
Hiermee biedt je niet de goedkoopst adequate oplossing (zie eerdere reacties). Met name collectief vervoer is een goedkopere adequate voorziening dan een vervoersvoorziening zoals aanpassing van de auto. ` Goedkoopst adequaat is nodig i.v.m. kostenbeheersing.
Begrippen “uitsluitend” en “dreigende vereenzaming te voorkomen “weglaten
Nee
Gebied in kilometers weglaten
Nee
Door deze begrippen in het artikel op te nemen, geef je de reikwijdte van de compensatieplicht aan: de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag” om maatschappelijk te kunnen participeren. Het gaat dan niet om incidentele vervoersbehoeften, zoals bijvoorbeeld bij een vakantie. De enige uitzondering is als in individuele situaties blijkt dat iemand bovenregionaal anderen wenst te bezoeken, bijvoorbeeld een familielid, als er onvoldoende sociale contacten in de eigen omgeving zijn en het familielid niet naar de persoon met belemmeringen kan. Er is voor gekozen, op grond van jarenlange jurisprudentie, om dit begrip net zoals bji de Wvg gold in de verordening op te nemen om aan te geven dat het om regionaal vervoer gaat. Mensen met een beperking moeten kunnen participeren maar er zitten ook grenzen aan.
Artikel 26
Artikel 27 Beperkt het verplaatsen in en om de woning tot een rolstoel Daarom uitbreiden met ICF classificatie
Artikel 28 Primaat van de algemene rolstoelvoorziening weglaten Voorkeur voor optie 2 Artikel 32 Lid 5 (motiveringsplicht beschikking) toevoegen
Nee
De classificatie behelst een omschrijving van lichaamsfuncties: kan iemand lopen, kan iemand transfers maken etc. Deze zijn nodig om een indicatie te stellen. Wanneer iemand niet of in beperkte mate in staat is tot lopen in de directe woonomgeving (in en om de woning), dan is deze persoon aangewezen op een rolstoel, tenminste dit is de voorziening die de Wmo kent. Een trippelstoel, krukken of een rollator kunnen ook een uitkomst bieden, maar deze kunnen worden aangevraagd bij bijvoorbeeld de ziektekostenverzekeraar of de thuiszorg.
Nee
Rolstoelpool als algemene voorziening voor incidenteel gebruik is dan niet meer aan de orde. Voorkeur optie 1
Ja
Wordt overgenomen op grond van nieuwe modelverordening. Geeft handen en voeten aan de motiveringsplicht, wat helderheid schept.
WWZ-Drimmelen, heeft eenzelfde reactie ingestuurd (ingekomen op 19-07-2006) evenals SDOB (ingekomen 04-08-2006) en de W-groep Made (ingekomen op 01-08-2006) De artikelsgewijze zienswijze is identiek. Wat deze drie groepen nog benadrukken is dat men geen ruimte in de verordening ziet voor de positie van vrijwilligers en mantelzorgers. Ze krijgen te weinig aandacht. Men wil graag eerst een visie, dan beleid en dan een uitwerking in de verordening. In algemene zin kan hierover worden opgemerkt dat het te doen gebruikelijk is om eerst een visie, dan beleid en dan een uitwerking in een verordening te realiseren. Echter, de wet gaat in op 1 januari aanstaande. Een visieontwikkeling en beleidsontwikkeling, zeker als het om de Wmo gaat waar diverse terreinen onder vallen, zijn zaken die tijd vergen.Gelet op het feit dat die tijd ontbreekt en er een verordening moet liggen om op 1 januari 2007 de wet uit te kunnen voeren, is het traject omgedraaid. Natuurlijk komt er een visie en beleid. Daar wordt dit jaar en volgend jaar hard aan gewerkt. Het is een verplichting per 1 januari 2008. De mantelzorger en vrijwilliger krijgen apart aandacht in het Wmo beleid. In dit beleid is ruimte voor de visie op mantelzorg- en vrijwilligersondersteuning en de wijze waarop dat in Drimmelen geregeld gaat worden. Reactie van SWO Drimmelen SWO heeft op 05-08-06 gereageerd. Men is blij met de voortvarendheid van de gemeente om nu reeds met de verordening bezig te zijn. Men wijst op het voorzieningenniveau dat niet al te ruim is en hoopt dat er in de toekomst meer middelen beschikbaar komen om hier iets aan te doen. Preventietaken komen niet terug in de verordening, maar zijn wel belangrijk (als voorliggend instrument om het welzijn van ouderen te bevorderen). Men wijst op de positie van mantelzorgers en vrijwilligers en geeft aan dat hier aandacht voor moet zijn. In de verordening is men daar weinig over tegengekomen en men verwacht dat er bij de visie- en beleidsontwikkeling aandacht voor is. De ouderenadviseurs zullen zeker te maken krijgen met deze Wmo verordening als zij ouderen gaan adviseren. Een evaluatie van de verordening is belangrijk.