Inspectierapport Peuterspeelzaal De Utwykies (PSZ) 't Kort-Morn 2 9072 AK Nij Altoenae
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Fryslân Het Bildt 17-02-2015 Incidenteel onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 13 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 14
2 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd incidenteel onderzoek. Op verzoek van de gemeente Het Bildt heeft GGD Fryslân op 17 februari 2015 een aangekondigd incidenteel onderzoek uitgevoerd in verband met de aanstaande verhuizing van de reeds bestaande locatie van PSZ de Utwykies te Nij Altoenae. De werkzaamheden van de toezichthouder bestonden in dit onderzoek uit: • een bureauonderzoek van verkregen zakelijke gegevens en bescheiden betreffende het kindercentrum; • een locatiebezoek. Daarnaast heeft de toezichthouder overleg gevoerd met de houder van de vestiging en de gemeente. Hierbij zijn alle relevante feiten betrokken, waaronder het niveau van naleving van de bij of krachtens de artikel 1.45 tot en met 1.59 van de wet gestelde regels bij andere vestigingen die de houder met zijn onderneming exploiteert. Beschouwing Algemene informatie Peuterspeelzaal De Utwykies is onderdeel van Stichting Welzijn Middelsee. De Stichting biedt dagopvang en peuterspeelzaalwerk aan. De houder heeft een aanvraag gedaan van 8 kindplaatsen voor het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen voor kinderen van 2 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het basisonderwijs begint. De peuterspeelzaalgroep zal bestaan uit maximaal 8 kinderen voor voorlopig één dagdeel per week (woensdagochtend) en zal als groepsruimte gebruik maken van het klaslokaal van de kleuters van de Christelijke basisschool 'de Noordster'. Het wordt een combinatiegroep met de kleuters; er zullen steeds zowel een beroepskracht als een leerkracht werkzaam zijn, eventueel bijgestaan door een vrijwilliger. Er is een omheinde buitenspeelruimte die gedeeld wordt met de kinderen van de basisschool, hiervan wordt nog een gedeelte afgescheiden ten behoeve van de peuters en kleuters. De houder was aanvankelijk voornemens om per 02-03-2015 van start te gaan. Op 04-03-2015 heeft de houder per mail laten weten dat in overleg met de gemeente de startdatum is verschoven naar 01-04-2015. Inspectiebevindingen Uit het onderzoek is gebleken dat peuterspeelzaal De Utwykies niet aan alle inspectie-items voldoet, die in dit onderzoek getoetst zijn: er is geen sprake van peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet. Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs: bij peuterspeelzaal De Utwykies zal sprake zijn van een combinatiegroep van peuters en kleuters.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om het verzoek tot wijziging van gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) af te wijzen. Zie de beschouwing en de nadere toelichting van de overtreding(en) bij de betreffende inspectieitem(s).
3 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen In dit onderdeel van de inspectie wordt het wettelijk kader beschreven voor toezicht en handhaving bij kindercentra. Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een kindercentrum.
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Er wordt op de peuterspeelzaal verzorging en opvoeding geboden door een beroepskracht en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. Dit is echter niet uitsluitend bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van 2 jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Er is sprake van een gecombineerde groep van kleuters en peuters in het kleuterlokaal: • Een deel van de groep valt niet onder de definitie van dagopvang, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal. De opvang voor kinderen van 4 t/m 6 jaar kan namelijk niet onder schooltijd plaatsvinden. Een deel van de groep valt niet onder de definitie peuterspeelzaal. Een registratie als combinatiegroep is niet mogelijk. • Een deel van de groep dat valt onder de peuterspeelzaal, heeft recht op een afzonderlijke groepsruimte (Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012, artikel 18). Voor peuterspeelzaal De Utwykies is er geen sprake van een afzonderlijke ruimte, de groepsruimte wordt gedeeld met de kleuters van de basisschool.
Conclusie: Uit bovenstaande constatering blijkt dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan:
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving Bij een aanvraag voor een nieuwe locatie wordt getoetst of deze locatie redelijkerwijs aan de wettelijke eisen zal voldoen. In dat kader wordt onder andere getoetst of de ondernemer naar verwachting verantwoord peuterspeelzaalwerk zal aanbieden die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Er loopt geen handhaving vanuit de gemeente in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen deze vestiging.
Gebruikte bronnen: • Interview met de kwaliteitsmedewerkster • Aanvraagformulier exploitatie peuterspeelzaal De Utwykies via gemeente Het Bildt (datum aanvraag 02-02-2015) • www.welzijnmiddelsee.nl .
4 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Pedagogisch klimaat In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Pedagogisch klimaat’ belicht. In een onderzoek voor registratie gaat het alleen om de beoordeling van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan op basis van de wettelijke criteria.
Pedagogisch beleid De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid kan bij een onderzoek voor registratie nog niet aan de pedagogische praktijk getoetst worden. Stichting Welzijn Middelsee heeft een algemeen pedagogisch beleidsplan per opvangvorm waarin de voor alle locaties geldende pedagogische visie is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan zijn de vier basiscompetenties (de sociaal emotionele veiligheid, de persoonlijke competentie, de sociale competentie, normen en waarden) uit de Wet kinderopvang uitgewerkt. Tevens wordt onder andere het volgende beschreven: • Er wordt gewerkt met een kind volgsysteem en een overdracht systeem. In hoofdstuk 5 'Volgen en signaleren' wordt beschreven hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. • Onder het kopje 'Intern begeleidster' wordt beschreven hoe beroepskrachten toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Daarnaast beschikt PSZ de Utwykies over een lokaal pedagogisch beleidsplan waarin staat beschreven hoe de algemene visie naar de praktijk van de locatie is vertaald. Er wordt onder andere aandacht besteed aan: • De werkwijze, de maximale omvang, en de leeftijdsopbouw van de stamgroep; • Het specifieke karakter van de accommodatie: de peuterspeelzaal deelt de ruimte met de kleuters van de basisschool in het kader van het peuter-/kleuterproject; • Bij welke (spel)activiteiten de kinderen hun groepsruimte verlaten; • Toepassing van het vierogenprincipe; • De achterwachtregeling. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder met het pedagogisch beleidsplan en het locatie specifieke beleidsplan voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van het pedagogisch beleid.
Gebruikte bronnen: • Interview met de kwaliteitsmedewerkster • Pedagogisch beleidsplan (versie2 17-12-2013) • Lokaal pedagogisch beleidsplan PSZ de Utwykies (ontvangen 05-02-2015)
5 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Personeel en groepen In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’ belicht. In een onderzoek voor registratie gaat het alleen om de beoordeling van de verklaring omtrent het gedrag van de houder.
Verklaring omtrent het gedrag Bij een aanvraag voor de exploitatie van een nieuwe locatie moet er een VOG worden overgelegd die niet ouder is dan twee maanden op het moment dat de aanvraag voor exploitatie wordt ingediend bij de gemeente. Indien de houder een rechtspersoon is, dan dient de houder een VOG Rechtspersoon te overleggen, dit geldt ook voor bijvoorbeeld een VOF. Enige uitzondering op deze regel is de eenmanszaak waarvoor de houder een VOG Natuurlijke Personen dient te overleggen. Als een houder/bestuurder van een rechtspersoon ook de functie van pedagogisch medewerker wil gaan uitoefenen, dan dient apart een VOG natuurlijke personen (houder NP organisatie zorg kinderen) te worden ingediend (bron: www.rijksoverheid.nl). De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de verklaring omtrent het gedrag van de houder. Het gaat hier om een VOG Rechtspersoon van Stichting Welzijn Middelsee. De verklaringen omtrent het gedrag van de medewerkers zullen tijdens het volgende onderzoek na registratie getoetst worden.
Conclusie: De getoetste verklaring omtrent het gedrag voldoet aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen: • Interview met de kwaliteitsmedewerkster Verklaringen omtrent het gedrag: Rechtspersoon Stichting Welzijn Middelsee • (afgiftedatum 15-12-2014) • Kopie paspoort van de houder • Uittreksel register Kamer van Koophandel.
6 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Veiligheid en gezondheid In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Veiligheid en gezondheid’ belicht. In een onderzoek voor registratie zijn eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie wordt de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimten.
De risico-inventarisatie veiligheid is door de kwaliteitsmedewerker uitgevoerd op 20-01-2015 met behulp van het model van de Stichting Consument en Veiligheid. De risico-inventarisatie gezondheid is op dezelfde datum uitgevoerd met behulp van het model van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. De risico-inventarisatie heeft betrekking op de situatie bij de huidige inspectie en is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen en er is een actieplan opgesteld met streefdata en eindverantwoordelijke. Risico's worden geborgd middels het werken met onder andere gedragsregels/ werkafspraken voor de beroepskrachten en huisregels voor de kinderen welke op schrift zijn gesteld. Daarnaast zijn er veiligheids- en gezondheidsprotocollen. In de praktijk is waargenomen dat de buitenruimte, het kleuterlokaal en andere ruimtes waar de peuters gebruik van zullen maken, op het gebied van veiligheid nog geschikt gemaakt moet worden voor de aanwezigheid van 2-4 jarigen. In het actieplan staan acties hieromtrent uitgewerkt. Na het in gebruik nemen van de ruimten, zal de risico-inventarisatie nog een keer doorgelopen dienen te worden om de risico's van de praktijk te beoordelen bij de aanwezigheid van meubels, spelmateriaal en kinderen. Bij een volgende inspectie zullen de risico’s in de praktijk getoetst worden.
Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van veiligheid en gezondheid.
7 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Meldcode kindermishandeling Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht. De houder beschikt over de meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang (juli 2013) waarin een duidelijke procedure is vastgelegd die gevolgd wordt in het geval van een (vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel geweld.
Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste criteria van de meldcode kindermishandeling. Dit zal bij een volgende inspectie aan de praktijk worden getoetst.
Gebruikte bronnen: • Interview met de kwaliteitsmedewerkster • Risico-inventarisatie veiligheid (uitgevoerd op 20-01-2015) • Risico-inventarisatie gezondheid (uitgevoerd op 20-01-2015) • Actieplan veiligheid (uitgevoerd op 20-01-2015) • Actieplan gezondheid (uitgevoerd op 20-01-2015) • Ongevallenregistratieformulier • Huisregels/groepsregels (voor beroepskrachten en kinderen) • Meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang (juli 2013) • Lokaal pedagogisch beleidsplan PSZ de Utwykies (ontvangen 05-02-2015)
8 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Ruimte en inrichting In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Accommodatie en inrichting’ belicht. In een onderzoek voor registratie zijn eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.
Binnenruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind is. Peuterspeelzaal De Utwykies zal gezamenlijk met de kleuters gebruik maken van een klaslokaal van 85,1 m². De houder geeft aan dat er op de opvangdag (woensdagochtend) tevens het speellokaal van 58,4 m2 permanent beschikbaar zal zijn voor de kleuters en peuters. Afspraken met de school omtrent de beschikbaarheid van het speellokaal zullen in het lokaal pedagogisch beleidsplan moeten worden opgenomen. Voor het aantal van 8 peuters (conform de aanvraag) en 16 kleuters is er per kind 6 m² aan binnenspeelruimte beschikbaar. Ook bij een mogelijke groei van het aantal kleuters is er voorlopig voldoende bruto oppervlakte beschikbaar per kind.
Conclusie: De toezichthouder constateert dat op het moment van inspectie de binnenruimte over voldoende vierkante meters beschikt voor de aanvraag van het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk.
Buitenspeelruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een buitenspeelruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3 m² buitenspeelruimte per aanwezig kind is. Het aangrenzende schoolplein zal als buitenspeelruimte gebruikt gaan worden. De kwaliteitsmedewerker geeft aan dat, voordat de peuters gebruik zullen maken van de locatie, er een hek wordt geplaatst om een deel van het schoolplein af te kunnen sluiten. Na plaatsing van dit hek zal er ongeveer 280 m2 buitenruimte beschikbaar zijn.
Conclusie: De toezichthouder constateert dat de buitenspeelruimte over voldoende vierkante meters beschikt voor de aanvraag in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk.
Gebruikte bronnen: • Gesprek en mailverkeer met de kwaliteitsmedewerker • Afmetingen binnen- en buitenruimte ontvangen van kwaliteitsmedewerker • Observaties binnen-en buitenruimte.
9 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 2.5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.
Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal.
12 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
De Utwykies http://www.welzijnmiddelsee.nl 8 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting "Welzijn Middelsee" Pyter Jurjensstrjitte 17 9051 BR STIENS www.welzijnmiddelsee.nl 41005662
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Mevrouw M. Verkerk
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Het Bildt : Postbus 34 : 9076 ZN SINT ANNAPAROCHIE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
17-02-2015 26-02-2015 04-03-2015 12-03-2015 12-03-2015
: 02-04-2015
13 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. N.V.T.
14 van 14 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 17-02-2015
De Utwykies te Nij Altoenae