Inspectierapport Peuterspeelzaal De Wigwam (PSZ) De Excelsior 133 9207 DD DRACHTEN
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling rapport:
GGD Fryslân Smallingerland 12-10-2015 Incidenteel onderzoek Definitief 28-10-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 5 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 11
2 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek. Het betreft een incidenteel onderzoek i.v.m. de verhuizing van de peuterspeelzaal naar een andere locatie. De locatie waar naar verhuist wordt is een bestaande kinderopvang locatie van een andere houder. De huidige bestemming van deze locatie is die van een kinderdagverblijf en onderzocht is in hoeverre deze locatie geschikt is voor het exploiteren van een peuterspeelzaal. Beschouwing Op verzoek van de gemeente Smallingerland heeft GGD Fryslân op 12 oktober 2015 een onaangekondigd incidenteel onderzoek uitgevoerd bij de locatie waar peuterspeelzaal de Wigwam, na de verhuizing, zijn opvang gaat vormgeven. De werkzaamheden van de toezichthouder bestonden in dit onderzoek uit een document onderzoek en een locatie bezoek. Peuterspeelzaal De Wigwam valt onder de koepelorganisatie Stichting Maatschappelijke Onderneming Smallingerland (MOS) en is momenteel gevestigd in een wijkcentrum in Drachten. De peuterspeelzaal werkt met één groep en heeft erkenning voor het verzorgen van maximaal 16 kinderen. De reden voor de inspectie is de verhuizing van de peuterspeelzaal naar een andere locatie. De tijdelijke opvang wordt gerealiseerd in een locatie waar ook een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang wordt geëxploiteerd. Er heeft een rondgang door de binnen en buitenruimte plaats gevonden en zijn de documenten doorgenomen. Het advies naar de gemeente is om peuterspeelzaal de Wigwam te laten starten met de exploitatie. Er zal binnen 3 maanden na start exploitatie een volledige inspectie plaatsvinden waarin ook de pedagogische praktijk en de RI&E getoetst zal worden. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om het verzoek tot wijziging van gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) toe te wijzen.
3 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Peuterspeelzaal De Wigwam is onderdeel van Maatschappelijke Onderneming Smallingerland (MOS). MOS werkt met een algemeen pedagogisch beleidsplan voor al hun vestigingen. In het pedagogisch beleidsplan staat de visie van MOS beschreven en in de pedagogische werkplannen worden de locatie specifieke aandachtspunten beschreven.
Pedagogisch beleid De houder van een peuterspeelzaal draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid kan bij een onderzoek voor registratie nog niet aan de pedagogische praktijk getoetst worden. Peuterspeelzaal de Wigwam gaat werken met een pedagogisch beleidsplan. Het pedagogisch beleid geeft aan welke uitgangspunten en werkwijzen binnen de peuterspeelzaal worden gehanteerd. Het plan beschrijft welke visie de houder heeft op de ontwikkeling en opvoeding van kinderen en hoe deze visie binnen de peuterspeelzaal in praktijk wordt gebracht. Ook wordt er in het pedagogisch beleid informatie gegeven over procedures en werkwijzen van organisatorische aard die binnen de peuterspeelzaal worden gehanteerd.
Pedagogische praktijk Het pedagogisch werkplan wordt aan de hand van de dagelijkse praktijk verder ontwikkeld door de beroepskrachten die werkzaam zullen zijn op de nieuwe locatie. Met de houder is afgesproken dat bij het onderzoek na registratie dit plan aan de praktijk getoetst zal worden. Het te gebruiken format is hetzelfde als nu door de houder wordt gebruikt bij andere locaties. Gebruikte bronnen: • Website • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan
4 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
Veiligheid en gezondheid De houder van een kinderopvang voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kinderopvang zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van de kinderopvang legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie wordt de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft in september 2015 een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. De inventarisatie betreft de actuele situatie en is volledig. Tijdens dit onderzoek is de RI&E door de inspecteur in de ruimtes getoetst. De toetsing in de praktijk zal deel uit maken van het onderzoek na registratie dat binnen 3 maanden na ingebruikname van de peuterspeelzaal zal worden uitgevoerd. Tijdens dit vervolg onderzoek zal ook het plan van aanpak worden getoetst Gebruikte bronnen: • Risico-inventarisatie veiligheid (september 2015) • Risico-inventarisatie gezondheid (september 2015) • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan
5 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
Ruimte en inrichting Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind is.
Binnenruimte De peuterspeelzaal krijgt de beschikking over een ruimte op de begane grond van de locatie waar ook het kinderdagverblijf de Tovervis is gevestigd. De ruimte beschikt over ruim voldoende m2 voor het opvangen en verzorgen van de aangevraagde aantal van 16 kindplaatsen. Ten tijde van de inspectie waren de ruimtes nog niet voldoende ingericht. Hierover zijn afspraken gemaakt met de houder. Dit item wordt in het vervolg onderzoek nader getoetst.
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de groepsruimte en heeft voldoende oppervlakte. De buitenspeelruimte heeft voldoende ruimte voor het gelijktijdig opvangen van de 16 kinderen van de Wigwam, e.e.a. conform de aanvraag registratie landelijk register. De omheinde buitenspeelruimte is voldoende ingericht. De houder heeft gebruik afspraken gemaakt met het kinderdagverblijf. Dit item wordt ook in het vervolg onderzoek verder beoordeeld. Gebruikte bronnen: • Rondgang binnen en buiten ruimtes.
6 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan de peuterspeelzaalgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slecths één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18a en 20 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een peuterspeelzaal, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan de peuterspeelzaal. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
9 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
De Wigwam http://www.mosweb.nl 16 Nee
: Stichting Maatschappelijke Onderneming Smallingerland : Postbus 315 : 9200 AH DRACHTEN : 41000125
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Smallingerland : Postbus 10000 : 9200 HA DRACHTEN
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Dhr. J. Hospes Dhr. F. Schoutsen
12-10-2015 16-10-2015 28-10-2015 30-10-2015 30-10-2015
: 18-11-2015
10 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruikgemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal incidenteel onderzoek 12-10-2015
(PSZ)De Wigwam te DRACHTEN