Inspectierapport Peuterspeelzaal Doomijn Nieuwstraat (PSZ) Nieuwstraat 2 8397GC DE BLESSE
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Fryslân WESTSTELLINGWERF 23-10-2014 Regulier onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Ruimte en inrichting ........................................................................................................ 11 Ouderrecht .................................................................................................................... 12 Inspectie-items .................................................................................................................. 13 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 18 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 18 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 19
2 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op verzoek van de gemeente Weststellingwerf heeft GGD Fryslân op 23 oktober 2014 een regulier onderzoek uitgevoerd bij peuterspeelzaal Nieuwstraat. Peuterspeelzaal Nieuwstraat valt sinds 1 januari 2014 onder de koepelorganisatie Stichting Doomijn Peuterspeelzalen. Peuterspeelzaal Nieuwstraat is gevestigd in Dorpshuis 't Centrum. De peuterspeelzaal heeft één groep bestaande uit maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en is twee ochtenden per week geopend. Per dagdeel wordt er gewerkt met een vaste beroepskracht en een vaste vrijwilliger. De peuterspeelzaal biedt geen gesubsidieerde voorschoolse educatie aan, waardoor dit item niet is meegenomen in deze inspectie. Er wordt wel volgens de voorschoolse educatie methode 'Piramide' gewerkt. Tijdens het onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid De houder van een peuterspeelzaal draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde peuterspeelzaalwerk. De inhoud van het pedagogisch beleid wordt aan de pedagogische praktijk getoetst. Doomijn hanteert een algemeen pedagogisch beleidsplan, waarin het binnen de organisatie geldende beleid staat. Daarnaast hanteert elke locatie haar eigen pedagogisch werkplan, aangevuld met het document locatiegebonden afspraken. In deze documenten wordt het locatiegebonden beleid beschreven. Dat is ook het geval bij locatie Nieuwstraat. In het pedagogisch beleidsplan staat de visie van Doomijn beschreven en worden de vier pedagogische uitgangspunten; emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en de overdracht van normen en waarden uitgewerkt. In het pedagogisch werkplan worden de visie en pedagogische uitgangspunten verder uitgewerkt in concrete thema's zoals het dagritme, het wenbeleid, de inrichting, het signaleren van bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen en het doorverwijzen van kinderen naar passende instanties. In het document locatiegebonden afspraken staan afspraken als de achterwachtregeling beschreven. Conclusie: De toezichthouder constateert dat het pedagogisch beleid voldoet aan de wettelijke eisen. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Tijdens het gesprek met de beroepskracht blijkt dat zij voldoende op de hoogte is van het pedagogisch beleidsplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. De pedagogische visie van Doomijn is tijdens een inhoudelijke bijeenkomst besproken met alle medewerkers. Daarnaast komt het pedagogisch beleid aanbod tijdens de teamvergaderingen. Dit is door de houder aangetoond middels afschriften van agenda's en notulen van de verschillende overlegmomenten. Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens een knutselactiviteit tafelmoment, kringmoment, vrij spelen en de persoonlijke verzorging van de kinderen.
Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Observatie: Elk kind wordt individueel begroet bij binnenkomst; de beroepskracht doet dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Eén van de kinderen heeft een nieuwe paraplu meegenomen. De beroepskracht begroet haar en reageert direct op de paraplu “o wat heb jij een mooie paraplu meegenomen”. 4 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
De beroepskracht vraagt of de paraplu ook open kan. Het kindje schud nee, waarop de beroepskracht benoemt “misschien wil je de paraplu straks in de kring wel laten zien”. De beroepskracht heeft gesprekjes met de kinderen waarbij de beroepskracht en kinderen een bijdrage hebben aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Tijdens het kringmoment laat de beroepskracht een tak van een boom zien. Eén van de kinderen reageert met “hé dat is een hondenstok”, waarop er een gesprekje ontstaat over honden. Andere kinderen beginnen ook spontaan te vertellen over honden. De beroepskracht geeft de kinderen hier de ruimte toe en stelt de kinderen vragen als “kennen jullie zelf ook een hond”. Conclusie: Op peuterspeelzaal Nieuwstraat wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd.
Persoonlijke competentie Er is aandacht voor leermomenten. Observatie: De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. De kinderen krijgen verschillende activiteiten aangeboden en er is ruimte voor vrij spel. Tijdens de knutselactiviteit mogen de kinderen een spin plakken. De beroepskracht laat middels een voorbeeld zien hoe de spin er uit gaat zien. Tijdens de activiteit mogen de kinderen het op hun eigen wijze uitvoeren. De beroepskracht sluit aan bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de verschillende kinderen. Een jong kind wat alle pootjes op de rug van de spin plakt ontvangt complimenten voor zijn goede plakwerk. Een ouder kind wat alle pootjes op de rug plakt, wordt door middel van vragen tot het inzicht gebracht de pootjes aan de zijkant van het spinnenlijf te plakken. De beroepskracht stelt vragen als “heeft een spin alle pootjes op zijn rug?” en oefent daarnaast het tellen, door gezamenlijk de spinnenpoten te tellen. Tijdens het kringmoment laat de beroepskracht een koffer zien. De beroepskracht schudt de koffer en de kinderen mogen raden wat er in zit. In de koffer zitten herfstspullen. De kinderen mogen vertellen wat ze zien en er wordt gezamenlijk geteld hoeveel spullen er in de koffer zitten. Conclusie: Op peuterspeelzaal Nieuwstraat wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd.
Sociale competentie De kinderen maken deel uit van een groepsgebeuren. Observatie: De beroepskracht draagt actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken, behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen, aandacht en zorg voor individuele kinderen. De beroepskracht leest een verhaal voor over een beer. Eén van de kinderen begint het brullen van de beer na te doen. De beroepskracht nodigt de andere kinderen uit om mee te doen “kunnen jullie net als X brullen als een beer?”, waarop alle kinderen mee brullen. Wanneer vervolgens de beer in het verhaal zijn papa en mama kwijt is, worden de kinderen uitgenodigd om met zijn allen te roepen. Tijdens het zingen van een liedje vraagt een kind of ze ook in de handen mogen klappen. De beroepskracht reageert positief en benoemt “wat een goed plan, we gaan met zijn allen in de handen klappen”. De beroepskracht speelt dat het regent en alle kinderen worden uitgenodigd onder een grote paraplu “kom gauw het regent”. Eén kind vindt dit spannend. De beroepskracht reikt haar hand uit en noemt ”kom dan gaan wij samen onder de paraplu” Conclusie: Op peuterspeelzaal Nieuwstraat wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd.
5 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. Observatie: Beroepskrachten kennen de afspraken regels en omgangsvormen. De beroepskracht legt de kinderen bijvoorbeeld uit, speelgoed eerst op te ruimen voor het pakken van nieuw speelgoed. De beroepskracht benoemt “kom we gaan eerst even het spelletje opruimen, dan is er daarna weer ruimte op de tafel”. Conclusie: Op peuterspeelzaal Nieuwstraat wordt de overdacht van normen en waarden voldoende gewaarborgd.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskracht en vrijwilliger) • Observaties • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan (Locatie specifiek werkplan) • Email uitnodiging bijeenkomst pedagogische visie 24 maart 2014 • Agenda overleg peuterspeelzalen 18 februari 2014 en 17 juni 2014 • Notulen overleg 5 maart 2014.
6 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Personeel en groepen Op 1 maart 2013 is er gestart met continue screening in de kinderopvang. Medewerkers in de kinderopvang worden voortdurend gescreend op strafbare feiten die een belemmering vormen bij het werken met kinderen. Vrijwilligers en stagiaires kunnen vooralsnog geen deel uitmaken van het systeem van continue screening. Door een wetswijziging die op 1 juli 2013 inwerking is getreden, is daarom geregeld dat deze medewerkers iedere twee jaar een nieuwe VOG moeten aanvragen. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) ingezien van de beroepskracht en vrijwilligers. De VOG van de manager is ontvangen en beoordeeld tijdens de vorige inspectie op 30 januari 2014. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de verklaringen omtrent gedrag van de beroepskracht, vrijwilligers en manager voldoen aan de gestelde wettelijke criteria. Passende beroepskwalificatie Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties. Tijdens de inspectie is de beroepskwalificatie ingezien van de beroepskracht. Deze beroepskwalificatie voldoet aan de gestelde eisen. Conclusie: Uit de toetsing is gebleken dat de beroepskracht beschikt over een passende beroepskwalificatie conform de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Vrijwilligersbeleid Doomijn beschikt over een vrijwilligersbeleid. Het vrijwilligersbeleid bevat informatie over: • • • •
de minimumeisen waar de vrijwilliger aan dient te voldoen, zoals het in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag en een goede beheersing van de Nederlandse of Friese taal de afspraken die de houder met de vrijwilligers maakt de taakomschrijvingen van de vrijwilliger de samenhang tussen de taakomschrijvingen en het pedagogisch beleid.
Doomijn heeft middels een collectieve aansprakelijkheidsverzekering tevens de vrijwilligers verzekerd. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het item vrijwilligersbeleid. Opvang in groepen Een peuterspeelzaalgroep is een vaste groep kinderen in een passend ingerichte vaste groepsruimte in een peuterspeelzaal. Op peuterspeelzaal Nieuwstraat is er per openingsdag één groep aanwezig, bestaande uit maximaal 16 kinderen. Tijdens de openingsdagen is de vaste beroepskracht altijd aanwezig. Bovenstaande blijkt tijdens de inspectie en uit een steekproef van de presentielijsten en roosters (augustus, september en oktober 2014) op de locatie.
7 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van de opvang in groepen. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Bij de peuterspeelzaal wordt het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep getoetst. Uit een steekproef van de presentielijsten van de kinderen, de roosters van de beroepskracht (augustus, september, oktober 2014) en tijdens de inspectie blijkt dat er wordt voldaan aan de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio. In geval van calamiteiten kan locatie Nieuwstraat een beroep doen op de beheerder van het dorpshuis en de tweede vrijwilligster. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van de beroepskracht/ vrijwilliger-kindratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal van Nederlands en/of Fries dient gebruikt te worden en wordt getoetst in de praktijk. In het pedagogisch werkplan van Doomijn staat beschreven dat de voorgeschreven voertaal binnen peuterspeelzaal Nieuwstraat Nederlands is. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt binnen peuterspeelzaal Nieuwstraat.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskracht en vrijwilliger) • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag (ingezien op de locatie op 23 oktober 2014) • Diploma's beroepskrachten (ingezien op de locatie op 23 oktober 2014) • Vrijwilligersbeleid • Presentielijsten (augustus, september en oktober 2014) • Personeelsrooster (augustus, september en oktober 2014) • Afschrift collectieve aansprakelijkheidsverzekering Doomijn ontvangen 16-02-2014.
8 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie wordt de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes en aan de praktijk. Doomijn maakt voor de risico-inventarisatie gebruik van de methode van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid en de methode van de Stichting Consument en Veiligheid. De risico-inventarisatie is in januari 2014 uitgevoerd door de manager. De beroepskracht is hier in die periode van op de hoogte gebracht met het verzoek de inventarisatie en bijbehorende actieplannen nogmaals langs te lopen in de praktijk. In oktober 2014 zal de beroepskracht de risico-inventarisatie opnieuw uitvoeren. Uit de observaties en gesprekken blijkt dat de beroepskracht en vrijwilliger op de hoogte zijn van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Daarnaast geeft de houder aan dat de risico-inventarisatie en actieplannen aanbod komen tijdens het werkoverleg. Dit is aangetoond middels afschriften van agenda's en notulen van de verschillende overlegmomenten. Uit de steekproef op de locatie blijkt dat lopende acties worden uitgevoerd. De beroepskracht geeft tijdens de inspectie aan dat de laatste lopende actie "het plaatsen van een omkisting om de radiator" binnenkort door de technische dienst wordt uitgevoerd. Risico's worden daarnaast geborgd door middel van huisregels en protocollen, zoals het hygiëneprotocol. Het meldingsformulier ongevallen waar Doomijn mee werkt, is aanwezig op de locatie en voldoet aan de voorwaarden. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste criteria op het gebied van veiligheid en gezondheid. Meldcode kindermishandeling Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht. De houder maakt voor de Meldcode gebruik van het model dat is uitgegeven door de Brancheorganisatie kinderopvang. De meldcode kindermishandeling is middels E-learning geïntroduceerd bij de beroepskracht en komt aanbod tijdens het werkoverleg. De manager is aangesteld als aandachtsfunctionaris voor de locatie.
9 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskracht en vrijwilliger) • Observaties • Risico-inventarisatie veiligheid (januari 2014) • Risico-inventarisatie gezondheid (januari 2014) • Actieplan veiligheid • Actieplan gezondheid • Ongevallenregistratie • Meldcode kindermishandeling • Notulen teamoverleg (5 maart 2014) • Agenda overleg peuterspeelzalen 18 februari 2014 en 17 juni 2014 • Protocol hygiëne versie september 2013
10 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Ruimte en inrichting
Binnenruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind is. De binnenspeelruimte van peuterspeelzaal Nieuwstraat heeft een oppervlakte van 98 m2. De ruimte is ingericht met diverse zichtbare speelhoeken, zoals een leeshoek en een poppenhoek. Daarnaast is er onder andere een kast met puzzels en spelletjes en een kast met divers constructiemateriaal. Er is rijdend materiaal en er staat een grote glijbaan. Conclusie: De binnenspeelruimte bevat voldoende oppervlakte voor de opvang van 16 kinderen en is ingericht naar de leeftijd- en ontwikkelingsgerichte behoeften van de kinderen. De binnenspeelruimte voldoet aan de wettelijke eisen voor de inrichting van de binnenruimte.
Buitenspeelruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een buitenspeelruimte van een kindercentrum, onder andere dat er is ten minste 3 m² buitenspeelruimte per aanwezig kind is. De buitenspeelruimte heeft een oppervlakte van 270 m² en grenst aan de groepsruimte. De omheinde buitenspeelruimte is via de nooddeur van de groep bereikbaar. De buitenspeelruimte bestaat uit gras en tegels en is voorzien van een wipkip, een zandbak en schommels. Daarnaast is er klein spelmateriaal aanwezig, waaronder rijdend materiaal en zandbakmateriaal. Conclusie: De buitenspeelruimte voldoet aan de wettelijke eisen voor de inrichting van de buitenspeelruimte.
Gebruikte bronnen: • Plattegrond (Ingezien op de locatie op 23 oktober 2014).
11 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Ouderrecht
Informatie De houder van een kindercentrum informeert de ouders van de kinderen over het te voeren beleid. De informatie aan ouders moet voldoende gedetailleerd zijn om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. De houder informeert ouders en personeel over het meest recente inspectierapport door het op een eenvoudig vindbare plek op de eigen website te plaatsen. De • • • • •
houder informeert ouders via: de website de informatiemap peuterspeelzalen tijdens het intakegesprek de informatiefolder peuterspeelzaal Nieuwstraat een folder waarin een verkorte versie van het pedagogisch beleid wordt weergegeven
Het GGD rapport is inzichtelijk op de website. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van informatie aan de ouders. Klachten Iedere houder dient een klachtenregeling te hebben voor de ouders (Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector). Doomijn is voor de cliënten aangesloten bij de Provinciale klachtencommissie WMK. Ouders worden geïnformeerd over de klachtenregeling middels de informatiemap peuterspeelzalen en de website. Uit de informatieverstrekking blijkt dat een ouder zich ten alle tijde rechtstreeks en zonder tussenkomst van de houder tot de klachtencommissie kan richten. De houder dient er zorg voor te dragen dat de locatie wordt opgenomen in het klachtenverslag ouders en oudercommissies betreffende het kalenderjaar 2014. Deze dient voor 1 juni 2015 opgestuurd te worden naar GGD Fryslân. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van klachtrecht. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskracht en vrijwilliger) • Informatiemateriaal voor ouders (informatiemap peuterspeelzalen) • Website (www.doomijn.nl ) • Klachtenregeling (Beleidsstuk Klachten- afwijkingen in de dienstverlening, versie 27-03-2014).
12 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
15 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
16 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
17 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Doomijn PSZ Nieuwstraat www.doomijn.nl 16 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Doomijn Peuterspeelzalen Koestraat 6 8011 NK ZWOLLE www.doomijn.nl 59356782
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Mevrouw K. Wilpshaar
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: WESTSTELLINGWERF : Postbus 60 : 8470 AB WOLVEGA
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
23-10-2014 18-11-2014 25-11-2014 01-12-2014 01-12-2014
: 22-12-2014
18 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
19 van 19 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 23-10-2014
Doomijn PSZ Nieuwstraat te DE BLESSE