Inspectierapport Peuterspeelboerderij Hummelhoef (KDV) Hedel 2 5688LD OIRSCHOT Registratienummer 105732096
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Brabant-Zuidoost Oirschot 10-02-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 17-03-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Stichting Peuterspeelboerderij Hummelhoef is gelegen in het buitengebied van Oirschot. Het is gevestigd in hetzelfde gebouw als een kampeerboerderij. Peuterspeelboerderij Hummelhoef is in 1971 opgericht als peuterspeelzaal. In 2001 is de peuterspeelboerderij verhuisd naar het huidige gebouw. Peuterspeelboerderij Hummelhoef bestaat uit één stamgroep met maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. De peutergroep beschikt over een ruime groep met een gezellige uitstraling, onder andere door het kleurgebruik in de ruimte en de verschillende activiteitenhoeken Het activiteitenprogramma voor peuters is gebaseerd op Puk&Ko. Dit is een programma voor Vooren Vroegschoolse Educatie (VVE). Puk & Ko heeft een ontwikkelingsgerichte aanpak. Naast een nadruk op taalvaardigheid wordt ook gewerkt aan het stimuleren van een brede ontwikkeling van jonge kinderen. Er zijn geen VVE geïndiceerde peuters op de groep. Op de peutergroep staat de Gordon-methode centraal in de pedagogische aanpak. De Gordon-methode leert je om op een betere manier te communiceren met kinderen. Gelijkwaardigheid en wederzijds respect staan centraal. Als er problemen zijn, los je die samen op. De peutergroep beschikt over een standvastig team. De beroepskrachten werken er al enige jaren en zijn zichtbaar goed op elkaar afgestemd. Er heerst een duidelijke vaste structuur op de groep en beroepskrachten hebben een duidelijke taakverdeling. Inspectiegeschiedenis: 2013 Op 14 augustus 2013 heeft er een onderzoek voor registratie plaatsgevonden omdat de peuterspeelboerderij Hummelhoef zich wilde laten registreren als kinderopvang. Op 13 november 2013 heeft er een onderzoek na registratie plaatsgevonden. Het betrof een aangekondigd bezoek, waarbij alle items uit het toetsingskader getoetst zijn. De meldcode kindermishandeling en het pedagogisch beleidsplan waren niet volledig. Na overleg en overreding werd er voldaan aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 2014 Op 27 februari 2014 heeft er een reguliere onaangekondigde inspectie plaatsgevonden. Er werd volledig aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldaan. Voortgang Op 10 februari 2015 heeft er een onaangekondigd inspectiebezoek plaatsgevonden. In dit onderzoek is op grond van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht op gebied van het pedagogisch klimaat, personeel en de groep. Tijdens de observatie werd er volop carnaval gevierd. De kinderen mochten verkleed komen en konden zich laten schminken als ze wilde. Conclusie Tijdens deze inspectie is geconstateerd dat er volledig wordt voldaan aan de wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld:
emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden.
Daarnaast is het domein ‘Voorschoolse educatie’ beoordeeld. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek heeft een observatie plaatsgevonden in de groep. Er waren 15 kinderen aanwezig met 3 beroepskrachten. Er wordt gewerkt met vaste beroepskrachten op vaste dagen. Tijdens de inspectie zijn veelal dezelfde beroepskrachten op de groep werkzaam als tijdens de inspecties in 2014. Naar aanleiding van het interview met de beroepskrachten blijkt dat de houder er voor zorgt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk (januari 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de cursieve beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid: Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. ‘De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met de kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek’ Observatie Tijdens het schminken vraagt de beroepskracht aan een kindje: “
Wil jij zilveren of gouden oogschaduw ?” De beroepskracht wijst in haar schminkdoosje de kleuren aan. Het kind zegt: “zilveren oogschaduw”. “Met welke kleur ga ik je lippen verven?” vraagt de beroepskracht. ‘Het moment van vertrek (van kind) verloopt rustig en goed georganiseerd. De beroepskrachten hebben een duidelijke taakverdeling’. Observatie Tijdens de observatie is gezien dat de kinderen voordat de ouders ze komen halen buiten gaan spelen op de omheinde speelplaats. Één van de beroepskrachten staat bij de buitendeur als de ouders komen. De andere beroepskracht blijft op de speelplaats en de derde beroepskracht staat bij de deur naar de speelplaats. De beroepskrachten nemen allemaal een voor een afscheid van de kinderen. De beroepskracht bij de buitendeur verteld de ouders de bijzonderheden over de kinderen en geeft de knutselwerkjes mee.
4 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Persoonlijke competentie: Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. ‘De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen , waarbij ruimte gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten’. Observatie Tijdens de observatie verzorgd één van de beroepskrachten het fruit. Daarvoor gaat ze aan de tafel zitten. De kinderen zwermen om haar heen, ze weten namelijk dat ze alvast een klein stukje fruit krijgen voordat ze in de kring fruit gaan eten. Ze eten de stukjes fruit bij de beroepskracht aan tafel op. De beroepskracht vraagt aan de kinderen: “wat zit er in een appel”? “Appelsap” antwoordt een van de kinderen. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. ‘De groep als geheel wordt benut voor gezamenlijke ervaringen (rituelen, groepsgesprekjes, imitatie)’ Observatie Het is de week voor carnaval. De kinderen mogen als ze willen de hele week verkleedt komen. Ze kunnen geschminkt worden. Daarnaast is er ook tijd vrijgemaakt om met de kinderen te dansen op carnavalsmuziek. ‘De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er samen uit te komen. Observatie Een aantal kinderen is aan het spelen maar er is een kind wat het speelgoed van een ander kind afpakt. De beroepskracht zegt tegen het kind: “< naam kind> kom eens even bij mij”. De beroepskracht gaat door de knieën zodat ze op ooghoogte met het kind is.” ik vindt dit niet aardig, zou jij het leuk vinden als er speelgoed van je afgepakt wordt? Je kan het toch vragen? Of jullie kunnen samen spelen. Zullen we het samen terugbrengen ?”. De beroepskracht en het kind brengen het speelgoed samen naar het andere kind. Spontaan wordt er weer verder gespeeld.
5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Overdracht van normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. ‘De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn” Observatie Er komt een huilend kind naar de beroepskracht. De beroepskracht vraagt: “< naam kind> wat is er gebeurt>? Het kind verteld wat er gebeurt is. “Oké zegt de beroepskracht: “Ik heb het niet gezien”. Het andere kind komt er ook bij staan. De beroepskracht zegt: “Ik dacht dat we afgesproken hadden dat je niet meer zou duwen? Ik vindt dat niet aardig. Zou jij het fijn vinden als je omgeduwd werd? Neem < naam kind> maar eens gezellig mee naar de zandbak om samen te spelen”. Hand in hand gaan ze naar de zandbak en beginnen ze koekjes te bakken. ‘De beroepskrachten geven ruimte aan kinderen om bij (sommige ) activiteiten aan te geven waar hun voorkeur naar uitgaat’ Observatie Het is de week voor carnaval. De kinderen mogen zelf aangeven of ze verkleed willen komen ja of nee. Ook mogen de kinderen zelf aangeven of ze geschminkt willen worden. Voorschoolse educatie Omvang voorschoolse educatie De peuterspeelzaal is 6 dagdelen geopend. Maandag tot en met vrijdagochtend en donderdagmiddag. Per week besteedt de houder minimaal 10 uur aan voorschoolse educatie. Dagelijks zijn er minstens 2 beroepskrachten werkzaam die VVE geschoold zijn. Per dagdeel zijn er maximaal 16 kinderen. Op dit moment zijn er geen VVE geïndiceerde kinderen aanwezig. Kwaliteit beroepskrachten voorschoolse educatie Tijdens de inspectie zijn de VVE-certificaten van 6 beroepskrachten ingezien. De beroepskrachten zijn in het bezit van het getuigschrift Puk en Ko mei 2012. Opleidingsplan Op 23-04-2015 is er voor alle beroepskrachten een workshop "(niet) "pratende peuter bij Kentalis Eindhoven. In het najaar 2015 is er nog voor alle beroepskrachten een bijscholing VVE gepland. Het activiteitenprogramma voor peuters is gebaseerd op Puk&Ko. Dit is een programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Naast de handpop Puk hanteren de beroepskrachten de handpop Liesje bij de VVE activiteiten. Methodisch werken Het activiteitenprogramma voor peuters is gebaseerd op Puk&Ko. Dit is een programma voor Vooren Vroegschoolse Educatie (VVE). Puk & Ko heeft een ontwikkelingsgerichte aanpak. Naast een nadruk op taalvaardigheid wordt ook gewerkt aan het stimuleren van een brede ontwikkeling van jonge kinderen. Er zijn geen VVE geïndiceerde peuters op de groep. Er wordt gewerkt aan de hand van thema's, die gedurende een aantal werken centraal staan. Tijdens de inspectie staat het thema 'Winter’ centraal. De ramen zijn versierd met schilderingen van onder andere een sneeuwpop en een kind op een slee. Aan een lijn boven de zandbak hangen versierde Eskimo’s en gekleurde sneeuwpoppen.
6 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (dinsdagmorgen 10 februari 2015, aanwezig 15 kinderen en 3 beroepskrachten) Pedagogisch beleidsplan VVE-certificaten (ter plaatse ingezien van 6 beroepskrachten) Opleidingsplan voorschoolse educatie (via mail ontvangen)
7 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie. Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent gedrag is ingezien van 6 beroepskrachten, de voorzitter van de stichting, 2 houders en een stagiaire. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Opvang in groepen Er is één stamgroep met maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Beroepskracht-kindratio De peuteropvang vindt plaats in één stamgroep (2-4 jaar). Er werken in totaal 6 beroepskrachten binnen het kindercentrum, per groep zijn er minimaal 2 beroepskrachten aanwezig. . Er is een personeelsrooster met een vaste indeling per groep. Er wordt gewerkt met vaste beroepskrachten. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (dinsdagmorgen 10 februari 2015, aanwezig 15 kinderen en 3 beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag (ingezien van 6 beroepskrachten, voorzitter van de stichting, 2 houders, een stagiaire) Diploma's beroepskrachten (ingezien van 6 beroepskrachten) Plaatsingslijsten (ter plaatse ingezien) Presentielijsten (ter plaatse ingezien) Personeelsrooster (ter plaatse in gezien)
8 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
9 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Peuterspeelboerderij Hummelhoef http://www.dehummelhoef.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Peuterspeelboerderij Hummelhoef Hedel 2 5688LD OIRSCHOT 41095287
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 Hannie Dekkers
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Oirschot : Postbus 11 : 5688ZG OIRSCHOT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
10-02-2015 10-03-2015 24-03-2015 17-03-2015 18-03-2015
: 18-03-2015 30-03-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 10 maart 2015 heeft Mw. J. v.d. Wal onderstaande zienswijze verstuurd via mail. Fijn om te lezen dat uw conclusie inspectierapport t.a.v. Peuterspeelboerderij Hummelhoef zo positief is. Wij zijn hier als team erg blij mee.
12 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-02-2015 Peuterspeelboerderij Hummelhoef te OIRSCHOT