Inspectierapport
Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes (KDV) Wetering 3 7626LD HERTME Registratienummer 124061801
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Twente BORNE 28-01-2014 Regulier onderzoek Definitief 06-02-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 10
2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De Drie Biggetjes is een kinderdagverblijf dat gevestigd is in een agrarisch omgeving. Het kinderdagverblijf heeft 5 stamgroepen waarvan 1 peutergroep. Tijdens de inspectie is er voldaan aan de getoetste kwaliteitseisen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch werkplan dat specifiek voor deze locatie geschreven is. Het pedagogisch werkplan bevat o.a. informatie over de visie, ondersteuning van de beroepskracht, wennen, gebruikmaken van extra dagdelen en het vierogenprincipe. Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Het kinderdagverblijf maakt gebruik van het programma Uk & Puk, tijdens de inspectie is dit o.a. aan de inrichting en de thema's zichtbaar. Emotionele veiligheid: 1. De beroepskracht weet welke kinderen aanwezig moeten zijn. 2. De beroepskracht kent de kinderen bij naam en is op de hoogte van persoonlijke bijzonderheden. 3. De beroepskrachten communiceren met de kinderen: Voorbeeld 1: twee kinderen worden door de beroepskracht uit bed gehaald, de tweede beroepskracht die de kinderen ziet, zegt vrolijk "Hallo". Voorbeeld 2: Aan de muur hangt een zelf gemaakte thermometer, de beroepskracht heeft samen met de kinderen een getekend poppetje ingekleurd en is deze tijdens de inspectie aan het knippen en zegt tegen twee kinderen " Die van... is klaar die kunnen we op de thermometer plakken, jullie zijn even groot". Voorbeeld 3: De baby in de box is aan het huilen, de beroepskracht reageert, door naar de baby te lopen, de beroepskracht zegt met een zachte toon "Wat is er?" en neemt de baby in de armen, vervolgens legt de beroepskracht de baby in een hoog wipstoeltje, zodat de baby naar de spelende kinderen kan kijken. Persoonlijke competentie: 1. De kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting, het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar. 2. Er is aandacht voor leermomenten, bijvoorbeeld: als alle kinderen na het opruimen aan tafel gaan zitten, pakt de beroepskracht een boek en gaat voorlezen, tijdens het voorlezen worden alle kinderen bij het voorlezen betrokken, door het stellen en beantwoorden van vragen en de bladzijden van het boek aan alle kinderen te laten zien. De beroepskracht stelt vragen zoals "Heb jij een zak aan jouw jasje?, Wie was wolletje in de trein vergeten?". Sociale competentie: Kinderen mogen kiezen met wie zij spelen. De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren, dit is o.a. zichtbaar tijdens het voorlezen en eten en drinken. Tijdens het voorlezen worden alle kinderen bij het verhaal betrokken. Overdracht van waarden en normen: Regels en afspraken zijn duidelijk, bijvoorbeeld: Toen de beroepskracht had aangegeven: "We gaan opruimen!" en de vraag stelde:" Wie gaat er beginnen met opruimen?". Begonnen de spelende kinderen op te ruimen en gingen vervolgens zelfstandig aan tafel zitten. Gebruikte bronnen: 4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME
Observaties Pedagogisch beleidsplan
5 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de Verklaringen omtrent Gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen, de roosters van de beroepskrachten van week 4 en tijdens de inspectie blijkt dat de beroepskracht-kindratio op alle groepen voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De stamgroep van de peutergroep bestaat uit maximaal 16 kinderen, de resterende groepen bestaan uit maximaal 12 kinderen. De peutergroep is in de ochtend actief in de ruimte waar in de middag ook het BSO is gevestigd. De houder heeft aangegeven dat er bijvoorbeeld op rooster vrije dagen er sprake is van een combigroep. Met de houder is besproken dat er dan maximaal 16 kinderen opgevangen mogen worden omdat de regels omtrent het kinderdagverblijf gelden en niet van de buitenschoolse opvang. De houder heeft in zijn pedagogisch werkplan beschreven dat het voor kan komen dat er sprake is van een combigroep en hoe in het kindercentrum hiermee wordt omgegaan. Gebruikte bronnen: Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster Overeenkomsten met ouders.
6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes http://dedriebiggetjeshertme.nl 64 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kinderopvang de drie biggetjes Wetering 3 7626LD HERTME 06085278
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Twente Postbus 1400 7500BK ENSCHEDE 053-4876700 T Kruiswegt
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: BORNE : Postbus 200 : 7620AE BORNE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercomissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
28-01-2014 03-02-2014 Niet van toepassing 06-02-2014 07-02-2014
: 07-02-2014 : 28-02-2014
9 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 28-01-2014 Kinderdagverblijf De Drie Biggetjes te HERTME