Inspectierapport
kinderdagverblijf de Cocon (KDV) 't Hooft 1 4791KB KLUNDERT Registratienummer 139471066
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: EB ID 134870
GGD West-Brabant MOERDIJK 20-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 17-12-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 15 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 15 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 16
2 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Het onderzoek heeft zich gericht op alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn. De houder was tijdens het bezoek aanwezig. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over Kinderdagverblijf De Cocon Kinderdagverblijf De Cocon is onderdeel van Kinderopvang De Cocon en is gevestigd in de gelijknamige basisschool te Klundert. In de school is tevens buitenschoolse opvang De Cocon gehuisvest. Het kinderdagverblijf heeft zes kindplaatsen voor kinderen van 0-4 jaar. Het kinderdagverblijf heeft de beschikking over een groepsruimte van 51 m² Inspectiegeschiedenis 26-08-2013: aangekondigd onderzoek voor registratie 25-11-2013: aangekondigd onderzoek na start exploitatie, aan alle voorwaarden werd voldaan Bevindingen op hoofdlijnen De houder voldoet niet aan alle voorwaarden die bij deze inspectie zijn onderzocht. De houder voldoet niet aan: domein Ouderrecht, item klachten Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Bij de handhaving kan rekening gehouden worden met verzachtende omstandigheden, zoals aangegeven in de zienswijze van de houder.
3 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein pedagogisch klimaat is het beleidsplan beoordeeld of wordt voldaan aan de wettelijke eisen. Bij de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum van GGD-GHOR Nederland, versie januari 2014. Hierin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd met betrekking tot: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Pedagogisch beleid Kinderopvang de Cocon hanteert voor het kinderdagverblijf een algemeen pedagogisch beleidsplan, waarin het binnen de kinderopvang geldende beleid staat. De houder heeft met de zienswijze een algemeen beleid m.b.t het vierogenprincipe meegestuurd. Hierin staat beschreven hoe alle beroepskrachten en beroepskrachten in opleiding, bij hun werkzaamheden gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Pedagogische praktijk Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De observatie heeft plaats gevonden op donderdagmiddag. Er is in de groep geobserveerd. Emotionele veiligheid Veldinstrument: Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Observatie: Er is sprake van 1 à 2 vaste beroepskrachten die de groep begeleiden. De vaste beroepskrachten regelen het rooster zo dat altijd één van beiden aanwezig is. Persoonlijke competentie Veldinstrument: Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Observatie: Kinderen gaan dagelijks een (vast) deel van de tijd naar buiten. In de buitenruimte is spelmateriaal aanwezig. Tijdens de inspectie gingen de kinderen met de beroepskracht naar het schoolplein van de school. Daar is een speelhuisje met een glijbaan. Er lagen bladeren rondom het speelhuisje waar de kinderen doorheen konden lopen en mee konden spelen. De beroepskracht gaf de kinderen de ruimte om te ontdekken. Sociale competentie Veldinstrument: Kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Observatie: De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijdsen/of groepsgenootjes aan. Omdat de beroepskracht van de buitenschoolse opvang kinderen van andere scholen moet ophalen, komt na schooltijd een kind van de school waar de BSO gevestigd is in de kinderdagverblijfgroep. Het oudere kind zit met de jongere kinderen aan tafel en helpt mee waar nodig.
4 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Overdracht van normen en waarden Veldinstrument: Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. Observatie: In het beleidsplan staan aanwijzingen voor en/of uitwerkingen van afspraken, regels en omgangsvormen. Conclusie: In het kinderdagverblijf worden de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang De Cocon, 01-08-2013) Het vierogenprincipe in Kinderopvang De Cocon, gestuurd 16-12-2014
5 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Personeel en groepen Binnen het domein Personeel en groepen zijn de medewerkers gecontroleerd op: een geldige verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de eisen van de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (WKO) een passende beroepskwalificatie De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn beoordeeld door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Daarnaast is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de Verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) ingezien van de medewerkers. Deze VOG's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De diploma's van de beroepskrachten zijn ingezien. Deze diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen Het kinderdagverblijf heeft één stamgroep (De Rupsjes) voor de opvang van maximaal 6 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van week 47 van 2014 blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Op het kinderdagverblijf wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Veiligheid en gezondheid Binnen het domein Veiligheid en Gezondheid is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Daarnaast is binnen dit domein beoordeeld of de meldcode kindermishandeling voldoet aan de beschreven eisen van de WKO. Het vierogenprincipe is in de praktijk beoordeeld op beleid en uitvoering. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid (RIV) is uitgevoerd in november 2014. Er is voor de RIV gebruik gemaakt van het model van de Stichting Consument en Veiligheid. De RIV is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie is er een actieplan gemaakt en is het veiligheidsverslag opgesteld. De risico-inventarisatie gezondheid (RIG) is uitgevoerd in november 2014. Er is voor de RIG gebruik gemaakt van het model van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid. De RIG is uitgevoerd op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie is er een actieplan gemaakt en zijn protocollen en huisregels opgesteld. De risico-inventarisaties, werkafspraken, huisregels en protocollen worden tijdens werkoverleggen besproken.
Meldcode kindermishandeling De houder hanteert de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang, versie juli 2013. De meldcode is toegeschreven naar de organisatie en er is een ingevulde sociale kaart aanwezig.
Vierogenprincipe Of de houder de opvang op zodanige wijze organiseert dat beroepskrachten uitsluitend werkzaamheden kunnen verrichten terwijl zij gezien of gehoord kunnen worden door een andere volwassene, heeft de toezichthouder tijdens deze inspectie nog niet kunnen beoordelen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties Risico-inventarisatie veiligheid (november 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (november 2014) Actieplan veiligheid (d.d. 10-11-2014) Actieplan gezondheid (d.d. 10-11-2014) Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling (Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, juli 2013) Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang De Cocon, 01-08-2013)
7 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Accommodatie en inrichting Binnen het domein Accommodatie en inrichting zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld volgens de beschreven eisen van de WKO. Binnenruimte Het kinderdagverblijf heeft de beschikking over een groepsruimte van 51 m². Dit is voldoende voor het aantal op te vangen kinderen. De ruimte is ingericht naar de leeftijd- en ontwikkelingsgebonden behoeften van de kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Conclusie: De binnenruimte voldoet aan de wettelijke eisen voor oppervlakte en inrichting van de binnenruimte Buitenspeelruimte Het kinderdagverblijf heeft de beschikking over een buitenruimte die voldoende groot (52 m²) is voor het aantal op te vangen kinderen. De buitenruimte grenst aan het kinderdagverblijf en is geheel omheind. Daarnaast kan men gebruik maken van het schoolplein van de basisschool. Conclusie: De buitenspeelruimte voldoet aan de wettelijke eisen voor oppervlakte en inrichting van buitenspeelruimte. Gebruikte bronnen: Observaties
8 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Ouderrecht Binnen het domein Ouderrecht is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert inzake het gevoerde beleid. Daarnaast zijn de voorwaarden met betrekking tot de oudercommissie beoordeeld en de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie De
houder informeert de ouders middels: de website de intake formulieren mondelinge overdracht tijdens haal- en brengmomenten
De houder heeft op de website een directe link geplaatst naar de inspectierapporten op de site van het Landelijk Register Kinderopvang Peuterspeelzalen (LRKP). Conclusie: De houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van informatie aan ouders. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. Er is samen met de buitenschoolse opvang een gecombineerde oudercommissie ingesteld bestaande uit 2 leden. De oudercommissie (OC) is nog in oprichting en heeft derhalve nog geen invulling kunnen geven aan al haar taken. De houder geeft aan de OC om advies te hebben gevraagd m.b.t het te laat ophalen van kinderen en het niet betalen van facturen. Klachten Kinderopvang De Cocon heeft een klachtenregeling voor ouders, maar is nog niet aangesloten bij een klachtencommissie. De houder heeft geen regeling getroffen voor de behandeling van klachten van de oudercommissie. De houder geeft aan contact te hebben opgenomen met de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Reglement oudercommissie (Oudercommissie reglement Kinderopvang De Cocon, 2 december 2013) Notulen oudercommissie (Verslag oudercommissie Kinderopvang De Cocon, 15-06-2014) Website Klachtenregeling (Klachtenregeling Kinderopvang De Cocon, 6 december 2013)
9 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
12 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
(art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
(art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
(art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
14 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : : :
kinderdagverblijf de Cocon http://www.kinderopvang-decocon.nl 000027834743 6 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kinderopvang de Cocon 't Hooft 1 4791KB KLUNDERT 58497943
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD West-Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 076-5282000 E. Berghuis
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: MOERDIJK : Postbus 4 : 4760AA ZEVENBERGEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
20-11-2014 03-12-2014 16-12-2014 17-12-2014 17-12-2014
: 17-12-2014 : 07-01-2015
15 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Bijgaand onze zienswijze voor het vier ogen principe. Omtrent de klachtencommissie voortgang, we hebben ons inmiddels aangemeld. De aanmelding moet nog verwerkt worden. Als we er bericht van terugkrijgen, houden we je op de hoogte. Datum 17-12-2014 De zienswijze van de houder heeft geleidt tot wijzigingen in het rapport m.b.t. domein Pedagogisch klimaat, item pedagogisch beleid en domein Veiligheid en gezondheid, item vierogenprincipe.
16 van 16 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 20-11-2014 kinderdagverblijf de Cocon te KLUNDERT