Inspectierapport
Kinderdagverblijf De Boerderij (KDV) Oosterstraat 66 9502EE STADSKANAAL Registratienummer 195505025
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Groningen STADSKANAAL 03-03-2014 Regulier onderzoek Definitief 26-03-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................4 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................6 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 11
2 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Algemeen Kinderopvang de Boerderij is een opvang met Protestants Christelijke identiteit. De opvang heeft 25 kindplaatsen voor het kinderdagverblijf en 10 kindplaatsen voor de buitenschoolse opvang. Geschiedenis Tijdens de inspectie van 2013 voldeed kinderdagverblijf de Boerderij niet aan de volgende domeinen; Ouders: De inspectierapporten waren niet op de website geplaatst Personeel: Houder en personen werkzaam bij de onderneming waren niet in van een geldige verklaring omtrent gedrag en/of deze was niet voor aanvang van de werkzaamheden overlegd Veiligheid en gezondheid:er waren geen actuele risico-inventarisaties Pedagogisch beleid; Deze was niet volledig Klachten: Het klachtenjaarverslag was niet naar de GGD gestuurd Ten tijde van de inspectie februari 2014 heeft de gemeente kinderdagverblijf de Boerderij een aanwijzing gestuurd over deze overtredingen. Inspectie 2014 In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Tijdens de inspectie van februari 2014 voldeed kinderdagverblijf de Boerderij niet aan de volgende domeinen; Personeel: Van een nieuwe beroepskracht was geen geldige verklaring omtrent gedrag aanwezig Beroepskracht-kind-ratio: De beroepskracht-kind-ratio voldoet voor beide groepen niet. Tevens zijn er voor de babygroep meer dan 3 vaste gezichten Veiligheid en gezondheid: De meldcode van juni 2013 was niet bekend en het 4-ogenprincipe was niet volgens beleid uitgevoerd Accommodatie: Het aantal M2 voor de peutergroep is niet voldoende voor 16 kinderen Aandachtspunten: Pedagogische handelingen met kinderen mogen alleen uitgevoerd worden door houder en/of personeel met een MBO/HBO kindgerichte opleiding of onder suprvisie van dit personeel De beroepskrachten werken een volledige dag van maximaal 10 uur. Zij werken zonder pauze. Dit gaat mogelijkerwijs ten koste van de kwaliteit van de opvang. Het aantal aanwezige kinderen is hoger dan het maximaal aantal kindplaatsen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen In het Landelijk Register Kinderopvang wordt vermeld dat mevr R. Jager-Mulder eigenaar/houder is. Dit is niet juist. De organisatie is sinds 01-01-2012 een VOF waarbij dhr G. Jager en mevr R. Jager -Mulder vennoten zijn. Deze wijziging is nog niet door de houder aan de gemeente doorgegeven. De houder volhardt in het overtreden van de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. De overtreding met betrekking tot verklaring omtrent gedrag is een herhaling van voorgaande jaren. Dit is een verzwarende omstandigheid. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
Observaties en bevindingen Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en pedagogisch medewerkers, managers, groepshulpen en stagiaires op een geldige verklaring omtrent het gedrag. Van 1 nieuwe beroepskracht is de verklaring omtrent gedrag meegenomen van de vorige werkgever. Bij wisseling werkgever moet een nieuwe VOG worden aangevraagd. Bovendien was deze VOG van de vorige werkgever ouder dan 2 maanden. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Uit de personeelsroosters, observatie en de planningslijsten blijkt dat op alle dagen in de week de beroepskracht-kindratio (BKR) niet klopt. Dat wil zeggen dat er niet voldoende beroepskrachten voor het aantal kinderen op de groep werkzaam zijn, gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Zie de tabel. Datum 3-3-14 4-3-14 5-3-14 6-3-14 7-3-14 3-3 en 4-314
Aanwezige kinderen 12(peuters) 11(peuters) 15 (0-12jaar) 15 (0-4 jaar) 12 (0-12 jaar) 6 (baby's)
Aantal aanwezige beroepskrachten 1 1 2 1 2 1
Benodigde beroepskrachten 3 2 3 3 3 2
Dit is geen uitputtende opsomming, maar slechts een voorbeeld ter indicatie en gebaseerd op een steekproef van 4 weken. Deze steekproef betreft de weken 7 tot en met 10. Voor de babygroep staan er meer dan 3 vaste gezichten op de groep. De maandag en dinsdag zijn er twee vaste gezichten. Met de samenvoeging op de overige dagen met de peutergroep zijn er nog eens 3 verschillende beroepskrachten. Verklaring omtrent het gedrag Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
4 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
5 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
Veiligheid en gezondheid Meldcode De houder gebruikt niet de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van juli 2013. Deze is wel aanwezig maar niet afgestemd op de organisatie. Beroepskrachten waren op het moment van de inspectie niet op de hoogte van de nieuwe meldcode. 4-ogenprincipe De houder heeft in het pedagogisch beleid een hoofdstuk opgenomen waarin het beleid ten aanzien van het vierogenprincipe zo georganiseerd is dat beroepskrachten te allen tijde gezien of gehoord kunnen worden. Het beleid is voorgelegd aan de oudercommissie en de oudercommissie heeft ermee ingestemd. Het beleid geeft aan dat er mee gekeken kan worden via een camera. De oudercommissie en de beroepskrachten zijn echter niet op de hoogte van de uitvoering van dit beleid. Uit observatie is gebleken dat er geen camera's in het kinderdagverblijf aanwezig zijn terwijl het 4-ogenpricipe aangeeft dat er wordt meegekeken. In 2012 is de houder erop gewezen dat het toezicht op slapende kinderen belemmerd wordt door de afwezigheid van glas in de slaapkamerdeuren. Er werd toegezegd camera's te plaatsen met beeldschermen op de groepen zodat de beroepskrachten op deze manier kinderen in de gaten konden houden. In 2013 is er nogmaals toegezegd de camera's te zullen plaatsen nu ook met de eisen omtrent het 4-ogenprincipe. Deze toezeggingen zijn niet uitgevoerd. Meldcode kindermishandeling Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Notulen oudercommissie Meldcode kindermishandeling Pedagogisch beleidsplan Notulen teamoverleg
6 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
Accommodatie en inrichting Kinderdagverblijf de Boerderij heeft 2 groepen kinderopvang. Een babygroep voor kinderen in de leeftijd van 0-2 jaar en een peutergroep in de leeftijd van 2-4 jaar. Afhankelijk van de ontwikkeling van de kinderen stromen de kinderen door van de babygroep vanaf 18 maanden tot 2 jaar naar de peutergroep. Binnenruimte De oppervlakte van de groepsruimte voor de peuters bedraagt: 45 m2, vastgesteld in maart 2010. Dit biedt ruimte voor een groep met maximaal 12 kindplaatsen. Op dit moment worden er 16 kinderen opgevangen, dat is 4 teveel voor het wettelijke M2 oppervlakte. Na verbouwing in in 2012 is de oppervlakte van de groepsruimte voor de baby's 56,5 m2, voldoende voor 16 kinderen. Daarmee kon het kindaantal van 9 naar 16 kinderen voor deze groep verruimd worden. In het Landelijk Register Kinderopvang staan er 25 kindplaatsen geregistreerd voor kinderdagverblijf de Boerderij. Op dit moment worden er 16 kinderen op de peutergroep en 12 kinderen op de babygroep opgevangen. Dit is totaal 28 kinderen, 3 kinderen meer dan de registratie. Binnenruimte Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond
7 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
Inspectie-items Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. (art 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Gegevens houder Naam houder KvK nummer
: Renate Jager-Mulder : 01160947
Kinderdagverblijf De Boerderij http://www.kinderdagverblijf-deboerderij.nl 25 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: STADSKANAAL : Postbus 140 : 9500AC STADSKANAAL
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
GGD Groningen Postbus 584 9700AN GRONINGEN 050-3674325 J. Bruins
03-03-2014 07-03-2014 21-03-2014 26-03-2014 28-02-2014
: 28-02-2014 : 17-04-2014
10 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Stadskanaal, vrijdag 21 maart 2014 GGD GRONINGEN Registratie nummer 195505025 ZIENSWIJZE OP HET INSPECTIERAPPORT BETREFFENDE DE INSPECTIE OP 3 MAART 2014 In antwoord op uw rapport ontvangt u in dit schrijven onze ziens wijze op uw concept inspectierapport welke wij op dinsdag 11 maart per email van u hebben ontvangen. Volgens uw informatie was het een RTG. GGD Beschouwing Algemeen Kinderopvang de Boerderij is een opvang met Protestants Christelijke identiteit. De opvang heeft 25 kindplaatsen voor het kinderdagverblijf en 10 kindplaatsen voor de buitenschoolse opvang. ZIENSWIJZE: Kdv de Boerderij heeft 36 kindplaatsen voor het kinderdagverblijf en 10 kindplaatsen voor de BSO. Binnenkort gaat de BSO wij uitbreiden naar 25 kindplaatsen, zoals bekend is bij de toezichthouder Geschiedenis Tijdens de inspectie van 2013 voldeed kinderdagverblijf de Boerderij niet aan de volgende domeinen; Ouders: De inspectierapporten waren niet op de website geplaatst ZIENSWIJZE: De inspectierapporten waren altijd ter inzage op de administratie en werden op aanvraag direct ter beschikking gesteld. Sinds december 2013/januari 2014 staan de rapporten ook op de website. Personeel: Houder en personen werkzaam bij de onderneming waren niet in van een geldige verklaring omtrent gedrag en/of deze was niet voor aanvang van de werkzaamheden overlegd ZIENSWIJZE: Houder en personen werkzaam bij kdv de Boerderij waren wel in het bezit van een VOG getoetst op de functieaspecten 84-86. Eveneens werden personeel ook al was de arbeidsovereenkomst aangegaan soms nog niet daad werkelijk ingezet op de groep omdat de vog nog niet aanwezig was. Betreffende medewerkers waren wel bekend en gescreend binnen andere ko organisaties. Veiligheid en gezondheid: er waren geen actuele risico inventarisaties ZIENSWIJZE: Er was wel een risico en gezondheid inventarisatie aanwezig maar ze waren nog niet naar de actuele situatie aangepast. Dit hebben we inderdaad te laat verwerkt. Pedagogisch beleid; Deze was niet volledig ZIENSWIJZE: Naar onze mening was het pedagogisch beleid volledig. Klachten: Het klachtenjaarverslag was niet naar de GGD gestuurd ZIENSWIJZE: Het verslag is helaas blijven liggen. De oudercommissie heeft haar verslag ingediend en het geheel is per 21 maart 2014 wel aan de GGD verstuurd. Ten tijde van de inspectie februari 2014 heeft de gemeente kinderdagverblijf de Boerderij een aanwijzing gestuurd over deze overtredingen. ZIENSWIJZE: Correctie: De inspectie is niet in februari 2014 geweest maar op 12 november 2013. Wij hebben een aanwijzing van de gemeente ontvangen en daarop onze zienswijze gegeven in ons schrijven van 6 maart 2014 Ook hebben we een aantal zaken verbeterd aan de hand van 11 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
genoemde punten. Opmerking: Op 12 november 2013 is de inspectie geweest, 25 februari 2014, bijna 4 maanden later krijgen wij een concept aanwijzing, en moeten hier binnen 14 dagen op reageren. 25 februari was de eerst dag van de voorjaarsvakantie waarop management afwezig waren voor een vakantie, bij werk hervatting op 3 maart ligt er een concept aanwijzing bij ons al een week te wachten, terwijl we gewoon 3 maanden niets hebben gehoord van de toezichthouder. Inspectie 2014 In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten Risico gestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Tijdens de inspectie van februari 2014 voldeed kinderdagverblijf de Boerderij niet aan de volgende domeinen; Personeel: Van een nieuwe beroepskracht was geen geldige verklaring omtrent gedrag aanwezig. ZIENSWIJZE: Van een nieuwe medewerker was de VOG aanwezig van haar vorige werkgever welke afgegeven was op 2-12-2013. Deze nieuwe medewerker is bij ons in dienst gekomen nadat de in dienst zijnde bso medewerker, door situaties buiten haar werk, met een burn-out ziek is geworden en onverwacht ziek thuis bleef. Door een acuut personeelstekort,ontstond er een situatie, welke niet gedragen kon worden door het aanwezige personeel, hebben wij voor de inzet van deze nieuwe medewerker gekozen, die uit het gespecialiseerd vak kinderopvang werkzaam was in dezelfde functie en dus ook gescreend was. Beroepskracht- kind- ratio: De beroepskracht- kind- ratio voldoet voor beide groepen niet. Tevens zijn er voor de babygroep meer dan 3 vaste gezichten. ZIENSWIJZE: Wij werken met een team vaste beroepskrachten welke gemiddeld 16 tot 25 uur per week worden ingezet. Daarnaast zijn er enkele groepshulpen die hen bij de werkzaamheden ondersteunen. Wij zijn een kleinschalige instelling waar goede functionele werkzame relaties zijn en waar vrij gemakkelijk op de andere groep Ingevallen/ gewerkt kan worden omdat de gezichten bekend zijn. Zo is de relatie met ouders ook. Aanvulling: Er zijn geen onbekende gezichten in ons kdv doordat iedereen bekend is voor de kinderen, hetgeen wij verantwoord achten en beter is als te werken met een pool van inval medewerkers welke niet bekend zijn en die alleen bij ziekte o.i.d. worden ingezet, dan heb je juist dat er onbekende gezichten binnen ons kdv zijn. Veiligheid en gezondheid: De meldcode van juni 2013 was niet bekend en het 4-ogenprincipe was niet volgens beleid uitgevoerd ZIENSWIJZE: Meldcode: Er was een oudere, net niet volledige, meldcode aanwezig. ZIENSWIJZE: 4ogenprincipe: Voor het vier ogen principe was bekend hoe wij hier mee werken. Een en ander is omschreven in de map ‘zo werken wij’ Hier wordt omschreven hoe wij naar elkaar kijken, gebruik maken van babyfoon, het zichtbaar werken op de groepen dmv glas in de deuren van de groepen en de babyfoon in de slaapkamer. Accommodatie: Het aantal M2 voor de peutergroep is niet voldoende voor 16 kinderen ZIENSWIJZE: De oppervlakte van de binnenruimte voor de peuters bedraagt 56 m2 en voldoende voor 16 kinderen. In 2010 is het kdv gestart met 12 kindplaatsen in de leeftijd 0- 4 jaar in de huidige ruimte waar nu de peutergroep verblijft. In 2011 hebben we deze ruimte uitgebreid met een aanbouw waardoor er ruimte is geschapen voor 16 peuters. In 2011 is eveneens een baby groep gebouwd waar plaats was voor 9 baby’s. In 2012 is de baby groep uitgebreid van 9 naar 16 kindplaatsen. Wij willen u verwijzen naar uw schrijven gedateerd op 26 oktober 2012 WIJZIGING REGISTRATIE. De 25 kindplaatsen genoemd in het landelijk register zijn een onjuist aantal. Dit schrijven wij op op basis van wat wij hebben doorgegeven aan de toezichthouder en met de inspecteur hebben 12 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
besproken tijdens haar bezoek in 2012. De juiste getallen zijn babygroep: 16 kindplaatsen; peutergroep 16 kindplaatsen; bso 10 kindplaatsen. Dat zijn tezamen 42 kindplaatsen. En zoals bekend bij de toezichthouder zullen we binnenkort, zomer 2014, met de bso verhuizen naar inpandig, een andere ruimte waar minimaal 25 kindplaatsen gecreëerd zijn. Een en ander betekend dat er dan 57 kindplaatsen zullen zijn. Wij willen de inspecteur herinneren aan haar 1e bezoek op ons kdv waar zij geweest is en de ruimtes heeft geïnspecteerd en opgemeten. Bij het 2e bezoek is dit punt ook besproken en heeft de inspecteur een aantekening gemaakt, dat de gemeente de wijziging nog veranderen moest in het landelijk register. Ook op dit moment heeft de toezichthouder verzuimd deze wijziging door te voeren. Aandachtspunten: Pedagogische handelingen met kinderen mogen alleen uitgevoerd worden door houder en/of personeel met een MBO/HBO kindgerichte opleiding of onder supervisie van dit personeel. ZIENSWIJZE Pedagogische handelingen worden altijd onder supervisie (toezicht van een leidinggevende) van personeel met minimaal een mbo/hbo opleiding en in bezit van een geldig diploma. uitgevoerd. Eveneens zijn de houders altijd aanwezig om eventueel in te springen of bij te staan daar waar nodig. Inderdaad was er in de week van inspectie, 1 beroepskracht welke ondersteund werd door 2 groepshulpen, de groepshulpen waren al langer in dienst. Het is zeker niet gebruikelijk om op deze manier te werken maar de situatie, door ziekte en verzuim, deed zich zo voor en wij daarom gehandeld hebben met de mogelijkheden die wij verantwoord vonden. Aanvulling: Er zijn geen onbekende gezichten in ons kdv doordat iedereen bekend is voor de kinderen, hetgeen wij beter en verantwoord achten als te werken met een pool van onbekende inval medewerkers welke alleen bij ziekte of ander verzuim worden ingezet, dan heb je juist dat er onbekende gezichten binnen ons kdv zijn. De beroepskrachten werken een volledige dag van maximaal 10 uur. Zij werken zonder pauze. Dit gaat mogelijkerwijs ten koste van de kwaliteit van de opvang. ZIENSWIJZE Met onze vaste medewerkers hebben wij (schriftelijk) de afspraak dat we geen pauze buiten de groep gebruiken. Er zijn een aantal momenten op de dag dat kinderen slapen waardoor medewerkers rust momenten ervaren. Als beroepskrachten zich niet fit voelen kunnen wij ons voorstellen dat mogelijkerwijs de kwaliteit van de opvang tekort schiet. Tijdens functioneringsgesprekken met medewerkers wordt verteld dat zij voldoende rustmomenten hebben, vooral binnen de tijden 13.00- 15.00 uur ervaren zij die rustmomenten omdat dan bijna alle kinderen slapen en ze vaak met "teveel" medewerkers op die momenten aanwezig zijn. Het aantal aanwezige kinderen is hoger dan het maximaal aantal kindplaatsen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen ZIENSWIJZE: Het landelijk register geeft aan dat er 25 kindplaatsen zijn en 10 kindplaatsen voor bso zijn. Dit horen andere gegevens te zijn ivm met ons bericht dat er een wijziging is geweest. De GGD heeft destijds van de toezichthouder opdracht gekregen voor een plaats controle. Zie ook: accommodatie. Verder willen wij verwijzen naar vorige inspectie rapporten en een schrijven van de toezichthouder op 26 oktober 2012. In het Landelijk Register Kinderopvang wordt vermeld dat mevr. R. Jager-Mulder eigenaar/houder is. Dit is niet juist. De organisatie is sinds 01-01-2012 een VOF waarbij dhr G. Jager en mevr R. Jager -Mulder vennoten zijn. Deze wijziging is nog niet door de houder aan de gemeente doorgegeven. ZIENSWIJZE: De namen van de vof met betrekking tot de naamstelling is onjuist. Het betreft dhr. G. Mulder en mevr. R.Jager-Mulder. Op 26 oktober 2012 hebben wij de gemeente een wijziging gestuurd betreffende de vermelding van de vof. De houder volhardt in het overtreden van de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. De overtreding met betrekking tot verklaring omtrent gedrag is een herhaling van voorgaande jaren. Dit is een verzwarende omstandigheid. ZIENSWIJZE: Wij zijn van mening dat wij NIET bewust volharden in het overtreden van de wet kinderopvang en 13 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL
kwaliteitseisen. Als wij opmerkzaam worden gemaakt op tekortkoming, zijn wij van mening dat wij hier snel en accuraat op reageren en een situatie verbeteren. Er zijn eveneens onverwachte situaties die we acuut en verantwoord oplossen. Hier bedoelen we bekende, verantwoordelijke, betrouwbare personele inzet mee. Wij zijn van mening dat wij volledig transparant zijn in ons handelen en het werken met kinderen t.o.v. de ouders, oudercommissie, de toezichthouder en de medewerkers. Wij dicteren niet maar werken samen aan waardevolle kinderopvang vanuit onze christelijke identiteit van waaruit ons pedagogisch beleid is opgebouwd. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. ZIENSWIJZE & CONCLUSIE Wij zijn van mening dat het inspectie rapport met aanwijzingen van de toezichthouder en inspecteur een aantal fouten, onjuiste uitgangspunten en onjuiste informatie bevatten. Tot zover onze zienswijze met betrekking tot dit inspectierapport. Renate Jager & Geert Mulder
14 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 03-03-2014 Kinderdagverblijf De Boerderij te STADSKANAAL