Inspectierapport Kinderdagverblijf "de Krobbekoer" (KDV) De Hammeringen 41 9045 PT BITGUMMOLE Registratienummer 192604594
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Fryslân MENAMERADIEL 22-01-2014 Regulier onderzoek Definitief 29-01-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Ouderrecht ....................................................................................................................10 Inspectie-items ..................................................................................................................11 Gegevens voorziening .........................................................................................................13 Gegevens toezicht ..............................................................................................................13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................14
2 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. De inspectie is op basis van risicogestuurd toezicht uitgevoerd waarbij niet alle inspectie-items zijn beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.
Beschouwing Op verzoek van de gemeente Menameradiel heeft GGD Fryslân op 22 januari 2014 een onaangekondigd regulier onderzoek uitgevoerd op basis van risicogestuurd toezicht bij kinderdagverblijf de Krobbekoer te Bitgummole. De Krobbekoer is onderdeel van Stichting Welzijn Middelsee en gehuisvest in een lokaal van basisschool 'CBS Mooi taki'. Op de groep worden volgens het landelijk register maximaal 16 kinderen opgevangen in de leeftijd van 2 - 4 jaar op alle ochtenden. Vanaf 14 november 2013 is er gestart met een opstartgroep op donderdagochtend. Op deze groep worden niet meer dan zeven kinderen in de leeftijd van 2 - 4 jaar opgevangen met één beroepskracht die wordt ondersteund door een vrijwilliger. Naast de groepsruimte wordt er gebruik gemaakt van een buitenspeelruimte, dit is een afgeschermd gedeelte van het schoolplein. Uit het onderzoek is gebleken dat kinderdagverblijf de Krobbekoer niet aan alle inspectie-items voldoet, die in dit onderzoek getoetst zijn. Bij twee verklaringen omtrent het gedrag ontbreken in de screeningsprofielen bepaalde functieaspecten. Reactie op zienswijze houder De door de houder ingediende zienswijze vormt voor de toezichthouder geen aanleiding tot het wijzigen van de beoordeling.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Tijdens de inspectie heeft de toezichthouder de volgende tekortkoming geconstateerd: Inspectie-item Verklaring omtrent het gedrag • De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen).
3 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet Kinderopvang is het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Er is sprake van betaalde opvang en de opvang is bedrijfsmatig georganiseerd, er is personeel. Er wordt verzorging en opvoeding geboden en er wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.
Gebruikte bronnen: Websites www.landelijkregisterkinderopvang.nl en www.welzijnmiddelsee.nl • • Vorige inspectierapporten
4 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het 'Veldinstrument observatie kindercentrum'. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. In teamvergaderingen of tijdens workshops komen de vier basisdoelen aanbod en beroepskrachten leveren input voor het pedagogisch werkplan van de locatie. De beroepskrachten weten wat de vier pedagogische basisdoelen inhouden. Ze weten in grote lijnen wat hierover in het pedagogisch beleid staat. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben gesprekjes met de kinderen waarbij zij ‘beurt-wisselen’: beroepskrachten en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Voorbeeld Aan de hand van het thema 'Puk is ziek', speelt de beroepskracht een rollenspel met de kinderen. Ze is patiënt en de kinderen voorzien haar van pleisters en verband. Al spelend vindt er een dialoog plaats. Ook bij het kringgesprek vindt er een dialoog plaats of de kapper bij de kinderen en beroepskrachten thuiskomt of dat ze naar de kapper zelf gaan. Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Zij genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Zij zijn ingespannen met iets bezig, maar kunnen daarna ook weer ontspannen. De kinderen worden vrij gelaten in de keuze van het spel. Voor de gerichte knutselactiviteit worden kinderen uitgenodigd of als er plaats is schuiven kinderen zelf aan. Alle kinderen willen het werkje doen. De kinderen kunnen van de glijbaan glijden, een puzzel aan tafel maken, een boekje lezen, met het zand spelen of spelen in de poppen- /huishoek. Een meisje is trots op het werkje wat ze heeft gemaakt en krijgt hiervoor een compliment: “jij hebt mooie waterpokken op Nijntje gemaakt.” Persoonlijke competentie De tentoongestelde werkjes of rapportages hebben een verband met huidige activiteiten of thema’s. Voorbeeld Het thema komt terug in boekjes, een praatplaat, een ziekenauto gemaakt van dozen, doktersspullen en de werkjes van de kinderen. Bij het werkje mogen de kinderen met rode verf stipjes op Nijntje maken. Beroepskrachten sluiten op passende wijze aan bij het ontwikkelingstempo en –niveau van een kind. Voorbeelden Bij het puzzelen worden de kinderen gestimuleerd om een andere of moeilijkere puzzel te maken. Bij de taartvormpjes pakt de beroepskracht de kleinere onderdelen en maakt een voorbeeld voor de kinderen hoe de kleine vormpjes een rondje kunnen vormen. In de kring worden aan de hand van het voorgelezen boekje open vragen gesteld: “Wie kwam er bij Takkie?”of “Waar kan je drankjes en pilletjes halen?” Sociale competentie De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken, behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen, aandacht en zorg voor individuele kinderen. Voorbeelden Als een kind die naast de beroepskracht in de kring uit zichzelf opstaat voor de ‘hulpkabouter’, krijgt hij hiervoor een compliment: “Wat goed van jou dat je al ergens anders bent gaan zitten.” Het meisje mag als hulpkabouter de bakjes van de kinderen uitdelen en Puk mee naar huis nemen als logee. Samen met de beroepskracht bekijkt het meisje wat er in de tas van Puk zit en wat er in het boek staat.
5 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Tussendoor worden er grapjes door de beroepskrachten gemaakt: “Ik heb een lekkere augurk meegenomen. Oh, wat is het dan?” Ze herhaalt de kinderen: “Een banaan.” Normen en waarden Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij het gedrag en de behoeften van kinderen. Voorbeelden Als kinderen moeite hebben met fruit eten, roept de beroepskracht : “Ik wil niet dat je het fruit op gaat eten. Dan groei je veel te hard en ga je naar de basisschool. Ik wil nog graag dat je hier blijft.” Dit stimuleert de meeste kinderen om wel hun fruit op te eten. Er is een samenspel tussen de beroepskrachten waarbij regels aanbod komen: “Nee juf, je mag geen armen uit de pop trekken. Dan gaat de pop stuk en kunnen we er niet meer mee spelen.” Kinderen krijgen complimentjes als ze zelf een papiertje pakken voor hun neus of hoesten in hun mouw. “Goed gedaan”: zegt de beroepskracht en steekt een duim naar het meisje op. De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de vier pedagogische basisdoelen. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskrachten en kwaliteitsmedewerkster per e-mail op 15 januari 2014) • Observaties (vrij spel binnen, kringmoment, activiteiten en ophalen kinderen) • Pedagogisch werkplan (versie gedownload via de website)
6 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden. Het aanvragen van nieuwe verklaringen omtrent gedrag wordt gefaseerd ingevoerd. Dit betekent voor het toezicht op de VOG’s, dat er gekeken wordt naar de datum op de VOG en er getoetst wordt of de houder bijtijds een nieuwe VOG heeft laten aanvragen. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren. De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de aangeboden verklaringen omtrent het gedrag (VOG) van de vier beroepskrachten en één vrijwilliger tijdens de inspectie. Vanwege de continue screening is de VOG van de beroepskrachten, managers, kwaliteitsmedewerker, intern begeleidster en bestuursleden op verzoek van de toezichthouder na de inspectie overlegd. •
•
De VOG van de intern begeleidster (afgegeven op 17 januari 2014) en leidinggevende (afgegeven 21 januari 2014) zijn overlegd op 28 januari 2014. Zij beschikken niet over een nieuwe VOG van voor 1 januari 2014. Het doel van deze wetswijziging is dat iedereen een nieuwe VOG van na 1 maart 2013 heeft op enig moment en daar is aan voldaan. Voor het aanvragen van VOG’s in de kinderopvang zijn specifieke aanvraagformulieren ontwikkeld. Het is de bedoeling dat deze formulieren gebruikt worden wanneer medewerkers in de kinderopvang een VOG aanvragen. Door gebruik te maken van het juiste profiel, worden de juiste functieaspecten getoetst. - Bij een bestuurder ontbreekt in het screeningsprofiel: functieaspect 22 (= budgetbevoegdheid hebben). - Bij de manager ontbreekt in het screeningsprofiel: functieaspect 84 (= belast zijn met de zorg voor minderjarigen).
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties. De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de aangeboden diploma's van de beroepskrachten tijdens de inspectie. De 4 beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie.
7 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Beroepskracht-kindratio Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen bij een gemengde leeftijdsgroep in een kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website www.rijksoverhei.nl. Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om maximaal 3 uur af te wijken betreft het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag. Uit de steekproef van aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van december 2013 t/m 22 januari 2014 blijkt dat de beroepskracht-kindratio op de groep voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Tijdens de inspectie zijn er 12 kinderen in de leeftijd van 2 – 4 jaar waarop twee beroepskrachten werkzaam zijn. Er wordt niet afgeweken van de beroepskracht-kindratio, doordat er gedurende de openingstijden altijd twee beroepskrachten aanwezig zijn. Vanaf 14 november 2013 is er gestart met een opstartgroep op donderdagochtend. Op deze groep worden niet meer dan zeven kinderen in de leeftijd van 2 - 4 jaar opgevangen met één beroepskracht die wordt ondersteund door een vrijwilliger.
Opvang in groepen De dagopvang vindt plaats in een vertrouwde eigen ruimte, met dezelfde kinderen en vaste beroepskrachten (de stamgroep). De opvang in groepen is beoordeeld aan de hand van het gesprek met de beroepskracht en een steekproef van het personeelsrooster en de aanwezigheidslijsten kinderen van december 2013 t/m 22 januari 2014. Er is één stamgroep met maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 – 4 jaar.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (beroepskrachten en kwaliteitsmedewerkster per e-mail op 15 januari 2014) Verklaringen omtrent het gedrag (ingezien tijdens inspectie en overige VOG's overlegd op 15 • januari 2014) • Diploma's beroepskrachten (ingezien tijdens inspectie) • Presentielijsten (december 2013 t/m 22 januari 2014) • Personeelsrooster (standaard personeelsrooster waar alleen wijzigen op worden genoteerd) • Website: www.landelijkregisterkinderopvang.nl voor aantal geregistreerde kinderen.
8 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie wordt de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes en aan de praktijk. Tijdens de vorige inspectie van 19 maart 2013 is als aandachtspunt uit de steekproef naar voren gekomen dat de presentielijsten pas tijdens het kringmoment werden ingevuld. Bij calamiteiten voor het kringmoment kan het overzicht over welk kind wel of niet aanwezig is, ontbreken. De houder heeft op dit aandachtspunt actie ondernomen. Uit de inspectie blijkt dat ouders zelf bij binnenkomst op de presentielijst noteren dat hun kind aanwezig is.
Gebruikte bronnen: • Presentielijst januari 2014
9 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Ouderrecht
Klachten Iedere houder dient een klachtenregeling te hebben voor de ouders (Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector) waarin de mogelijkheid tot klagen staat beschreven. Een houder kan naast een aansluiting bij een externe klachtencommissie ook een interne klachtenregeling hebben, dat is echter geen onderwerp van toezicht. Bij de vorige inspectie van 19 maart 2013 is als aandachtspunt naar voren gekomen dat de beroepskrachten onvoldoende op de hoogte waren van de externe klachtencommissie. De ouders zijn op de hoogte van de klachtenregeling. De klachtenregeling zit in de map op de groep. De folders voor ouders worden door de beroepskracht bij de stichting opgevraagd. Deze folders kunnen aan ouders meegegeven worden of ter inzage op de groep liggen. Gebruikte bronnen: • Klachtenregeling
10 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Ouderrecht Klachten De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
12 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
KDV "de Krobbekoer" http://www.welzijnmiddelsee.nl 16 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting "Welzijn Middelsee" Pyter Jurjensstrjitte 17 9051 BR STIENS www.welzijnmiddelsee.nl 41005662
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Mevrouw Y. Kamp
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: MENAMERADIEL : Postbus 3 : 9036 ZW MENAAM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
22-01-2014 24-01-2014 05-02-2014 06-02-2014
: 06-02-2014 : 27-02-2014
13 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Naar aanleiding van het inspectierapport kdv de Krobbekoer te Bitgummole heb ik de volgende opmerking: De verklaringen omtrent het gedrag waarbij bepaalde functieaspecten ontbreken, zijn opnieuw aangevraagd. Met vriendelijke groet, Tjittie Kamminga, kwaliteitsmedewerkster Stichting Welzijn Middelsee
14 van 14 Inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 22-01-2014 KDV "de Krobbekoer" te BITGUMMOLE