Inspectierapport Kinderdagverblijf Witmarsum De Bovenkruier (KDV) De Spinnekop BG WITMARSUM Registratienummer

Inspectierapport Kinderdagverblijf Witmarsum De Bovenkruier (KDV) De Spinnekop 8 8748 BG WITMARSUM Registratienummer 962906207

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:

GGD Fryslân Súdwest-Fryslân 31-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Inspectie-items .................................................................................................................. 11 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 14 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 15

2 van 15 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 KDV Witmarsum De Bovenkruier te WITMARSUM

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek, op basis van risicogestuurd toezicht. Het jaarlijkse onderzoek op basis van risicogestuurd toezicht is op 31-03-2015 door GGD Fryslân uitgevoerd bij KDV Witmarsum De Bovenkruier in opdracht van de gemeente Súdwest Fryslân. De werkzaamheden van de toezichthouder bestonden in dit onderzoek uit: • Een locatiebezoek; • Een bureauonderzoek van verkregen zakelijke gegevens en bescheiden betreffende het kindercentrum. Daarnaast heeft de toezichthouder op locatie gesprekjes gevoerd met de aanwezige beroepskrachten.

Beschouwing Algemene informatie: Kinderdagverblijf de Bovenkruier maakt onderdeel uit van de kinderopvangorganisatie SISA Kinderopvang. Naast dagopvang biedt SISA Kinderopvang ook buitenschoolse opvang, gastouderopvang en peuterspeelzaalopvang aan. De locatie staat geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk met een totaal van 24 kindplaatsen. Er zijn 2 stamgroepen (2x 12 kindplaatsen) voor kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Naast de twee stamgroepsruimtes heeft het kinderdagverblijf de beschikking over een speelhal. De groepsruimtes hebben diverse speelhoeken. De omheinde buitenspeelplaats is aangrenzend aan het kinderdagverblijf. In de praktijk blijkt dat op kinderdagverblijf de Bovenkruier tevens voorschoolse opvang (VSO) plaats vindt; er is dan sprake van een combinatie van KDV en BSO. Voor het mede mogen opvangen van kinderen in de basisschoolleeftijd dient er echter op het zelfde adres zowel een registratie als kinderdagverblijf als buitenschoolse opvang in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen te zijn. De huidige uitvoering van voorschoolse opvang is derhalve ongeoorloofd in relatie tot de registratie. Inspectiehistorie: • 11-12-2012 - onderzoek op basis van risico gestuurd toezicht. Tekortkomingen vastgesteld op het gebied van adviesrecht door ouders, veiligheid en gezondheid en klachtenregeling. Advies tot handhaving. • 21-05-2013 - onderzoek op basis van risico gestuurd toezicht. Tekortkomingen vastgesteld op het gebied van informatie aan ouders, veiligheid en gezondheid en pedagogisch beleid. Advies tot handhaving. • 04-06-2013 - nader onderzoek naar aanleiding van inspectie op 11-12-2012. Tekortkomingen zijn hersteld. Dit onderzoek is gezamenlijk met het onderzoek van 21-05-2013 in één rapport verwerkt. • 25-02-2014 – jaarlijks onderzoek. Geen advies tot handhaving. Inspectiebevindingen: Er wordt op KDV Witmarsum de Bovenkruier niet aan alle inspectie-items voldaan die in dit onderzoek zijn getoetst. Het betreft tekortkomingen op het gebied van pedagogisch beleid en opvang in groepen. Naar aanleiding van de nagezonden (aangepaste) groepsbeschrijving en het hoor- en wederhoor gesprek heeft de toezichthouder een positieve beoordeling toegekend ten aanzien van de beschrijving van het vierogenprincipe. De overige beoordelingen blijven ongewijzigd.


Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Zie de toelichtende tekst bij de betreffende inspectie-items en in de beschouwing.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Pedagogisch klimaat’ belicht.

Pedagogisch beleid Uit bezettingslijsten, roosters en gesprekken met de beroepskrachten is gebleken dat er op KDV de Bovenkruier ook voorschoolse opvang (VSO) plaats vindt. VSO wordt geboden aan kinderen in de basisschoolleeftijd en vindt 's morgens plaats voordat de basisschool begint. Op het vestigingsadres van KDV de Bovenkruier is geen BSO geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Er is formeel geen sprake van een combinatiegroep van KDV en BSO. In de praktijk wordt er als volgt gewerkt: • Voorschoolse opvang vindt op KDV de Bovenkruier structureel plaats op maandag, dinsdag en donderdag, er maken in de praktijk 5-8 kinderen gebruik van; • Gebleken is dat er gedurende een langere periode structureel op vrijdag KDV de Bovenkruier en BSO Witmarsum de Vrijbuiters zijn samengevoegd. Volgens de beroepskrachten vindt, vanwege de recentelijke plaatsing van een baby op vrijdag, deze situatie momenteel niet plaats. In het pedagogisch beleidsplan of de groepsbeschrijving van KDV de Bovenkruier ontbreekt informatie betreffende de werkwijze, maximale groepsomvang en leeftijdsopbouw bij: • Het aanbieden van VSO • Het samenvoegen van KDV en BSO.

Uit bovenstaande constatering blijkt dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan:

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk heeft de toezichthouder gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk – kindercentra en peuterspeelzalen (www.rijksoverheid.nl). Het veldinstrument is ingedeeld naar de vier pedagogische basisdoelen die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet Kinderopvang. Deze basisdoelen zijn: • Het waarborgen van emotionele veiligheid; • Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie; • Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie; • Socialisatie; het overdragen van waarden en normen. Aan de hand van het genoemd veldinstrument is de pedagogische praktijk tijdens het onderzoek op locatie beoordeeld. Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens o.a. vrij spel, gezamenlijk thee drinken, groepsactiviteit (paas-eitjes zoeken) en persoonlijke verzorging van kinderen (uit bed halen, verschonen).

Conclusie De beroepskrachten handelen volgens de vier basisdoelen uit de Wet kinderopvang en geven hieraan invulling zoals deze beschreven staan in het pedagogisch beleidsplan en werkplan.

De toezichthouder heeft op 08-04-2015 op verzoek de groepsbeschrijving van KDV de Bovenkruier ontvangen. Hierin is niet opgenomen op welke wijze invulling wordt gegeven aan het vierogenprincipe. Op 20-04-2015 heeft de toezichthouder van de teamcoach een aangepaste groepsbeschrijving ontvangen waarin wel is opgenomen hoe er bij KDV Witmarsum de Bovenkruier invulling wordt gegeven aan het vierogenprincipe. De beoordeling is derhalve in positieve zin aangepast. Conclusie De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd.

Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesprekjes met aanwezige beroepskrachten) Observaties (gedurende vrij spel, gezamenlijk thee drinken, groepsactiviteit en persoonlijke • verzorging) • Pedagogisch beleidsplan (versie 2: 17-12-2013) • Lokaal beleid kinderdagverblijf “De Bovenkruier” (ontvangen 20-04-2015) • Bezettingsoverzichten en personeelsroosters februari en maart 2015.


Personeel en groepen In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’ belicht.

Verklaring omtrent het gedrag Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden. Het aanvragen van nieuwe verklaringen omtrent gedrag wordt gefaseerd ingevoerd. Dit betekent voor het toezicht op de VOG’s, dat er gekeken wordt naar de datum op de VOG en er getoetst wordt of de houder bijtijds een nieuwe VOG heeft laten aanvragen. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren. De VOG's van de beroepskrachten zijn op locatie ingezien en getoetst. Van de stagiaire en de huishoudelijke hulp zijn de VOG's op verzoek van de toezichthouder nagestuurd per mail.

Conclusie: Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd; de getoetste verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de gestelde eisen.

Passende beroepskwalificatie Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties. De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de aangeboden diploma's van de beroepskrachten.

Conclusie: Uit de toetsing is gebleken dat de beroepskrachten beschikken over voor de werkzaamheden passende beroepskwalificaties zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.


Opvang in groepen Voor de kinderen van de dagopvang is het belangrijk dat de opvang plaatsvindt in een vertrouwde eigen ruimte, met dezelfde kinderen en vaste beroepskrachten (de stamgroep). Kinderdagverblijf De Bovenkruier werkt met twee stamgroepen. Per groep worden er maximaal 12 kinderen opgevangen in de leeftijd van 0 - 4 jaar. Momenteel wordt er alleen 1x per 2 weken op dinsdagochtend met 2 groepen gewerkt, dit heeft te maken met de aanwezigheid van zogenaamde 'flexkinderen'. Op maandag, dinsdag en donderdagochtend worden er in het kinderdagverblijf tussen 7.00 en 8.30 uur Voorschoolse Opvang (VSO) geboden en dus tevens kinderen opgevangen in de basisschoolleeftijd (4-13 jaar). Het betreft momenteel maximaal 8 kinderen. De beroepskrachten geven aan dat, indien er relatief veel VSO kinderen komen, zij gebruik maken van de groepsruimte van groep 2 zodat de rust voor de 0-4 jarigen zo veel mogelijk geborgd blijft.

Conclusie: Er wordt niet voldaan aan de getoetste wettelijke eisen met betrekking tot opvang in stamgroepen.

Uit bovenstaande constatering blijkt dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan:

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen).


Beroepskracht-kindratio

Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen bij een gemengde leeftijdsgroep in een kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website www.rijksoverheid.nl. Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om maximaal 3 uur af te wijken betreffende het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag. Gedurende de schooldagen kan dit ten hoogste een half uur per dag zijn. Uit de steekproef van bezettingsoverzichten en de roosters van de beroepskrachten van februari en maart 2015 blijkt dat de beroepskracht-kindratio op KDV de Bovenkruier in die periode voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. De inzet van het aantal beroepskrachten wordt aan de hand van de aanwezigheid van het aantal en de leeftijd van de kinderen gedaan. Uit de verstrekte bezettingsoverzichten en roosters blijkt afwijking van de beroepskracht-kindratio voornamelijk in de ochtenduren plaats vindt. Dit heeft vooral te maken met de kinderen van de VSO die 's morgens op het kinderdagverblijf worden opgevangen. Bij afwijking van de beroepskracht-kindratio wordt er minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten ingezet. De tijd en de duur van het afwijken vallen binnen de toegestane kaders.

Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria in bovenstaande periode op het gebied van de beroepskracht-kindratio.

Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesprekjes met aanwezige beroepskrachten) • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Plaatsingslijsten (februari en maart 2015) • Presentielijsten (februari en maart 2015) • Personeelsrooster (februari en maart 2015).


Veiligheid en gezondheid In dit onderdeel van de inspectie worden een aantal van de inspectiebevindingen over het domein ‘Veiligheid en gezondheid’ belicht.

De volgende aandachtspunten op het gebied van veiligheid en gezondheid zijn tijdens het inspectiebezoek besproken met de aanwezige beroepskrachten: - in de speelhal hangt een memobord waar gebruik wordt gemaakt van punaises - in de buitenruimte kunnen uitwerpselen van kippen worden aangetroffen omdat het gevogelte van de buren onder de omheining door kruipen. Bij een volgend inspectiebezoek worden deze punten meegenomen door de toezichthouder.

Meldcode kindermishandeling Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht. De houder beschikt over de meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang waarin een duidelijke procedure is vastgelegd die gevolgd wordt in het geval van een (vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel geweld. De meldcode kindermishandeling is aangepast aan de organisatie. Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij inhoudelijk bekend zijn met de meldcode.

Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder hiermee voldoet aan de getoetste criteria van de meldcode kindermishandeling.

Vierogenprincipe In de praktijk blijkt dat onder andere op de volgende wijze invulling wordt gegeven aan het vierogenprincipe: er zijn camera's geplaatst in de verschoonruimte en 2 van de 5 slaapkamers. De beelden zijn in het hoofdkantoor van Sisa Kinderopvang te Grou live te bekijken. Tevens is er regelmatig onverwacht aanloop van collega's van de naastgelegen BSO. Er is nagedacht aan de invulling van het vierogenprincipe en er is vorm aan gegeven. Het vierogenprincipe is vastgelegd in de groepsbeschrijving van de locatie.

Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesprekjes met aanwezige beroepskrachten) • Meldcode kindermishandeling (Brancheorganisatie Kinderopvang - juli 2013) • Observatie van de (groeps)ruimtes • Pedagogisch beleidsplan (versie 2: 17-12-2013) • Lokaal beleid kinderdagverblijf “de Bovenkruier” (ontvangen 08-04-2015).


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

KDV Witmarsum De Bovenkruier http://[email protected] 24 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Sisa Kinderopvang BV Oedsmawei 24D 9001 ZJ GROU www.sisakinderopvang.nl 52869091

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088 - 2299222 Mevrouw M. Verkerk

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Súdwest-Fryslân : Postbus 10000 : 8600 HA SNEEK

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

31-03-2015 14-04-2015 23-04-2015 29-04-20151 29-04-2015

: 20-05-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze GGD Inspectie Betreft: KDV De Bovenkruier te Witmarsum Datum inspectie: 31-03-2015 Datum zienswijze: 23-04-2015 Door : Wanda Lameris, Teamcoach Witmarsum

De tekortkomingen genoemd in het inspectie rapport hebben te maken met het uitvoeren van voorschoolse opvang in een locatie waarop alleen een kinderopvang registratie rust. Daar het gebouw in onze ogen 1 gebouw is , een u vormige gebouw met in iedere vleugel een opvang vorm, geheel in onze eigendom ,hebben wij niet gedacht aan die tweede registratie. Bij het herstellen van deze tekortkoming willen wij er naar streven dit zonder veranderingen voor de ouders te doen. Aparte registraties betekent , een apart LRKP nummer voor VSO en BSO en een tweede contract. Twee aanvragen bij belasting dienst enz. allemaal heel verwarrend. We zullen in overleg treden met de gemeente om de kijken naar de mogelijkheid om 1 adres te krijgen voor het gehele pand. Spinnekop 4-8 waar in alle drie opvangsoorten, KDV/BSO en PSZ plaats kunnen vinden. Het middelste deel van het gebouw zal hiertoe weer de doorgang gaan vormen. We hopen tot afspraken te komen met de gemeente en daarmee de tekortkomingen te herstellen.


Inspectierapport Kinderdagverblijf Witmarsum De Bovenkruier (KDV) De Spinnekop BG WITMARSUM Registratienummer

Recommend Documents