Inspectierapport Kinderdagverblijf Pi (KDV) Dokter van Deenweg BP ZWOLLE Registratienummer

Inspectierapport Kinderdagverblijf Pi (KDV) Dokter van Deenweg 13 8025BP ZWOLLE Registratienummer 188436674

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD IJsselland ZWOLLE 24-04-2014 Regulier onderzoek Definitief 14-05-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 9 Ouderrecht ....................................................................................................................10 Inspectie-items ..................................................................................................................11 Gegevens voorziening .........................................................................................................13 Gegevens toezicht ..............................................................................................................13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................14

2 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 24-04-2014 Kinderdagverblijf Pi te ZWOLLE

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, op gebied van de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio, opvang in stamgroepen en de pedagogische kwaliteit. In opdracht van de gemeente is ook de invulling van het vierogenprincipe en de meldcode kindermishandeling op de locatie beoordeeld.

Beschouwing Kinderdagverblijf Pi is een ruim kinderdagverblijf met vier groepen. De vierde groep (Billy) is recent gerealiseerd. Hier worden peuters in de leeftijd van 2 ½ - 4 jaar opgevangen. Het kinderdagverblijf beschikt naast de groepsruimtes over een speelhal en een buitenspeelplaats (groot balkon). Ook is er een natuur ontdektuin aan de zijkant van het gebouw. Er wordt reguliere opvang en flexibele opvang (per uur) geboden. Het merendeel van de kinderen heeft een flexibel contract. Naast de vier groepen van het kinderdagverblijf is er nog een extra groepsruimte. Deze groepsruimte wordt 'verhuurd' aan de Schavuiten. De Schavuiten is een specialistische opvang voor chronisch zieke kinderen en kinderen met een ontwikkelingsachterstand. De Schavuiten hebben hun eigen beroepskrachten.

Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. De volgende afspraak wordt met de vestigingsmanager gemaakt en zal over 3 maand beoordeeld worden; 

de vestigingsmanager stuurt voor 24 juli 2014 een juiste meldcode kindermishandeling aan de toezichthouder (GGD). De meldplicht wordt op een juiste manier verwoord in deze meldcode.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De beoordeling van het item pedagogisch beleid heeft alleen betrekking op het onderwerp "vierogenprincipe" en de hieraan gekoppelde verplichtingen van de houder. In het pedagogisch beleidsplan wordt het vierogenprincipe beschreven. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is gekeken naar verschillende aspecten van de pedagogische praktijk. Hieronder worden een aantal aspecten nader uitgewerkt. Uitvoering van het pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten zijn op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan. De vestigingsmanager geeft aan dat het pedagogisch beleidsplan in het vestigingsoverleg wordt besproken. Emotionele veiligheid Tijdens de observatie is er voortdurend interactie tussen de beroepskrachten en de kinderen. De interacties zijn hartelijk / vriendelijk. De beroepskrachten praten op een rustige, vriendelijke toon tegen de kinderen. De groepen werken allemaal volgens hetzelfde, vaste dagritme. Ook zingen zij dezelfde liedjes. Tijdens het inspectiebezoek viel het vaste dagritme op. De toezichthouder hoorde op de verschillende groepen hetzelfde 'goedemorgen' liedje. Bij dit liedje worden alle kinderen individueel begroet door het noemen van hun naam. Daarnaast deden de verschillende groepen op ongeveer hetzelfde tijdstip dezelfde activiteit zoals fruit eten, een wc-/verschoonronde en buiten spelen. Tijdens het verschonen van de jongste kinderen wordt er gepraat tegen de kinderen. De aandacht is op dat moment volledig voor het desbetreffende kindje. Wanneer de kinderen een bepaalde emotie tonen wordt dit gezien door de beroepskrachten. Bijvoorbeeld; een baby moet huilen en de beroepskracht gaat er naar toe. Zij zegt: 'ben je een beetje klaar met spelen in de box'? Vervolgens wordt het kindje vastgehouden en later op een speelkleed gelegd. Een ander voorbeeld is een meisje wat heel vrolijk lacht. De beroepskracht zegt; 'volgens mij ben jij heel blij vandaag'. Ontwikkeling persoonlijke competentie In de groepsruimtes zijn verschillende speelmogelijkheden. Bijvoorbeeld een keukenhoek en een leeshoek. Daarnaast zijn er allerlei speelmaterialen aanwezig. Kinderen worden gestimuleerd om zoveel mogelijk zelf te doen. Bij het naar buiten gaan word bijvoorbeeld gezegd; 'probeer maar zelf je jas aan te doen'. Waar nodig worden kinderen hierbij geholpen. Normen en waarden De verschillende beroepskrachten dragen dezelfde regels en afspraken uit. Bij een tafelmoment (fruit eten en drinken) is het duidelijk dat het een regel is om op de stoel te blijven zitten. Een jongetje gaat met enige regelmaat van de stoel af. De beroepskracht gaat door de knieën geeft bij het jongetje aan dat hij weer moet gaan zitten omdat ze nog aan het eten en drinken zijn. Een andere beroepskracht doet later vrijwel hetzelfde. Voorschoolse educatie Er wordt geen gesubsidieerde voorschoolse educatie aangeboden. 4 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 24-04-2014 Kinderdagverblijf Pi te ZWOLLE

Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. S. Vrancken)  Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)  Observaties (Groep Ollie en groep Lila)  Pedagogisch beleidsplan


Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent gedrag is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers en stagiaires uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Het merendeel van de kinderen maakt gebruik van flexibele kinderopvang. De aanwezigheid en breng-/ haaltijden van de kinderen zijn daarom sterk wisselend per week / dag. De vestigingsmanager geeft aan dat er wekelijks heel nauwkeurig een rooster wordt gemaakt. De werktijden van de beroepskrachten worden bepaald naar aanleiding van de brengen haaltijden van de kinderen. Op de groep Ollie en de groep Lila is een steekproef gedaan (aan de hand van de kindlijsten en personeelsroosters) om de beroepskracht - kind - ratio te bepalen. Uit deze steekproef blijkt dat de beroepskracht - kind - ratio conform de Wet Kinderopvang is. Opvang in groepen Er zijn vier stamgroepen aanwezig. De groepen Ollie, Lila en Pip kunnen opvang bieden aan maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0 - 4 jaar. Daarnaast is er een peutergroep Billy. Hier kunnen maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 2 ½ - 4 jaar opgevangen worden. De laatst genoemde groep is in december 2013 opgestart. De kinderen met een vast contract worden opgevangen in vaste stamgroepen. Zij maken gebruik van maximaal één stamgroep. De kinderen met een flexibel contract worden zoveel mogelijk in een vaste stamgroep opgevangen. Het komt echter voor dat deze kinderen in een andere stamgroep opgevangen worden wanneer hun 'vaste' stamgroep maximaal bezet is. Er gaat dan altijd een vaste beroepskracht mee naar de andere stamgroep. De ouders van kinderen met een flexibel contract worden middels de mail geïnformeerd over opvang in een andere groep dan de 'vaste' stamgroep. De opvang in groepen is conform de Wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. S. Vrancken)  Observaties (Groep Ollie en groep Lila)  Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef van beroepskrachten en een stagiaire)  Diploma's beroepskrachten (steekproef)  Plaatsingslijsten (van de groep Ollie en de groep Lila)  Personeelsrooster


Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling Kinderdagverblijf Pi heeft een meldcode kindermishandeling. In deze meldcode geven zij aan zich te conformeren aan de meldcode van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De kinderopvang heeft de voor de werkwijze en uitvoering relevante gegevens uit het voorbeeldprotocol, toegesneden op haar eigen organisatie en vastgelegd in drie aparte protocollen. Vanaf 1 juli 2013 is de meldplicht opgenomen als verplicht onderdeel van de meldcode. De meldplicht staat in het door kinderdagverblijf Pi gebruikte protocol, nog niet juist verwoord. Zo staat er bijvoorbeeld; 'op dit moment is wetgeving in de maak dat indien mishandeling door een beroepskracht plaatsvindt, er een meldplicht ontstaat'. De meldcode kindermishandeling voldoet hiermee niet aan de beschreven eisen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe De houder zorgt ervoor dat alle beroepskrachten en stagiaires bij hun werkzaamheden gezien en gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Er worden verschillende maatregelen en voorzieningen getroffen. Bijvoorbeeld; er worden babyfoons gebruikt tijdens pauzemomenten, uitstapjes worden altijd met minimaal twee beroepskrachten gemaakt en de vestigingsmanager loopt regelmatig binnen. Daarnaast is kinderdagverblijf Pi een open en transparant gebouw. Er is veel glas aanwezig waardoor gemakkelijk naar binnen gekeken kan worden in alle groepsruimten door ouders en beroepskrachten. Tussen twee groepsruimten is een verschoonruimte. Deze is ook open (afgesloten door middel van een laag hekje) waardoor beide groepen hier zicht op (kunnen) hebben. De peutergroep is apart van de andere groepen. Deze groep is echter aan één kant volledig voorzien van glas. Daarnaast zijn de muren niet geheel gesloten waardoor de groep met name op kantoor goed te horen is. Vanaf 6:30 - 7:00 is er één beroepskracht aanwezig in het kinderdagverblijf. Er is dan echter altijd een (volwassen) schoonmaakster aanwezig. Tussen 18:00 en 19:00 is er ook één beroepskracht alleen in het kinderdagverblijf aanwezig. Er kunnen dan ouders binnen komen, maar zij moeten altijd aanbellen. Hierdoor gaat het onaangekondigde effect verloren. Omdat het vierogenprincipe tussen 18:00 en 19:00 (tijdens het inspectiebezoek) nog niet conform de Wet Kinderopvang is, is er overleg en overreding toegepast. De vestigingsmanager heeft binnen een week een reactie gegeven aan de toezichthouder. Het volgende is als aanvulling op het beleid omtrent het vierogenprincipe opgesteld;  er zijn altijd twee of meer volwassenen aanwezig (pedagogisch medewerker, vrijwilliger, stagiair of schoonmaker) gedurende de hele dag. Het vierogenprincipe voldoet aan de Wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. S. Vrancken) Meldcode kindermishandeling (maart 2005, herzien november 2010, mei 2013, juli 2013, sept  2013) beleid rondom vierogenprincipe 7 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 24-04-2014 Kinderdagverblijf Pi te ZWOLLE


Accommodatie en inrichting Binnenruimte Kinderdagverblijf Pi gebruikt vier groepsruimtes. De groepen hebben de volgende afmetingen;  Ollie, 55 m²  Lila, 69,8 m²  Pip, 62,6 m²  Billy, 44 m² Daarnaast is er nog een speelhal van 95,9 m² Het totaal te gebruiken binnenspeelruimte is 231, 4 m². Dit is voldoende voor 60 kindplaatsen. Buitenspeelruimte Er wordt gebruik gemaakt van twee buitenspeelruimtes. Deze zijn beide aangrenzend. Gezamenlijk bieden deze buitenspeelruimtes voldoende vierkante meters voor maximaal 60 kinderen.


Ouderrecht Informatie De beoordeling van het item met betrekking tot informatie aan de ouders, heeft alleen betrekking op het onderwerp "vierogenprincipe" en de hieraan gekoppelde verplichtingen van de houder. De vestigingsmanager geeft aan dat de ouders geïnformeerd zijn over het vierogenprincipe. Tevens staat het vierogenprincipe vermeld op de website van kinderdagverblijf Pi. Oudercommissie De beoordeling van het item oudercommissie, heeft alleen betrekking op het onderwerp "vierogenprincipe" en de hieraan gekoppelde verplichtingen van de houder. Zowel de oudercommissie als de vestigingsmanager geven aan dat de oudercommissie is geïnformeerd over het vierogenprincipe. Zij gaan hiermee akkoord. Gebruikte bronnen:  Vragenlijst oudercommissie (ingevuld op 24-2-2014)  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. S. Vrancken)  Website


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

: : : :

Kinderdagverblijf Pi http://www.kinderdagverblijfpi.nl 48 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Kinderopvang De Cirkel B.V. Twentepoort Oost 10 7609RG ALMELO www.kovdecirkel.nl 55391567

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 W. Potjes

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: ZWOLLE : Postbus 10007 : 8000GA ZWOLLE

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

24-04-2014 24-04-2014 13-05-2014 14-05-2014 19-05-2014

: 19-05-2014 : 02-06-2014


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze houder Betreft: conceptinspectierapport ontvangen dd. 13-05-2014 n.a.v. inspectie bij Kinderdagverblijf Pi Naar aanleiding van bovengenoemde inspectie willen wij graag reageren op de constateringen zoals deze door de inspecteur zijn verwoord m.b.t. de navolgende nog openstaande punten/domeinen: Meldcode kindermishandeling Het protocol gaan wij op korte termijn (voor 24 juli) aanpassen. De beschrijving wordt aangepast naar een meer recente situatie. Vervolgens wordt dit met het team van Kinderdagverblijf Pi besproken. De nieuwe versie van het protocol wordt herzien opgenomen in het handboek waarin alle protocollen te vinden zijn. Hartelijk dank voor deze inspectie bij Kinderdagverblijf Pi. Danielle Lambers, regiomanager Zwolle, De Cirkel groep Mei 2014

14-05-2014 reactie toezichthouder op zienswijze houder; De bevindingen in het rapport blijven onveranderd. Het is positief om te lezen hoe de houder de geconstateerde punten op pakt.


Inspectierapport Kinderdagverblijf Pi (KDV) Dokter van Deenweg BP ZWOLLE Registratienummer

Recommend Documents