Inspectierapport Kinderdagverblijf Het Vosje (KDV) Linschotenstraat 21 2012VD HAARLEM Registratienummer 221386294
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Kennemerland Haarlem 17-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 5 Ouderrecht ..................................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Op 17 maart 2015 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van de gemeente Haarlem, een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd bij KDV Het Vosje in Haarlem. Tijdens dit risicogestuurde inspectiebezoek zijn enkele voorwaarden (die verder zijn uitgewerkt in dit rapport) uit de Wet Kinderopvang getoetst. Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Kinderdagverblijf Het Vosje biedt opvang aan kinderen van 0-4 jaar in 5 stamgroepen, 2 babygroepen, 2 peutergroepen en een verticale groep. De locatie staat geregistreerd in het LRKP met 80 kindplaatsen. De organisatie, Kinderdagverblijf Het Vosje, heeft 3 kinderdagverblijven in Haarlem. Inspectiegeschiedenis Tijdens de inspectie van 5 februari 2014 is uit de vragenlijst die door de oudercommissie is ingevuld het volgende gebleken;
Het was voor de oudercommissie niet duidelijk dat het meest recente inspectierapport voor ouders en personeel inzichtelijk moet zijn (en was) op de website. De wijze waarop de houder invulling heeft gegeven aan het vierogenprincipe was onvoldoende bekend. De oudercommissie heeft aangegeven de door de houder aangeleverde informatie voor de adviesaanvragen niet tijdig te ontvangen.
Met de houder is afgesproken aandacht aan de bovenstaande punten te besteden en dit met de oudercommissie te bespreken. Uit de vragenlijst die de oudercommissie heeft ingevuld voor dit jaarlijks onderzoek, blijkt dat de houder deze punten besproken heeft met de oudercommissie. Op dit moment voldoet het kinderdagverblijf niet volledig aan de tijdens deze inspectie getoetste items uit de Wet Kinderopvang;
Er wordt niet volledig voldaan aan de beroepskracht-kindratio.
De houder heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen en deze is ongewijzigd toegevoegd aan het inspectierapport. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens deze inspectie is de pedagogische praktijk getoetst. Pedagogische praktijk Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie op KDV Het Vosje. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar' (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie januari 2015). De beschrijvingen, die na het onderstreepte sleutelwoord zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk:
emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden.
De observatie van de pedagogische praktijk heeft plaatsgevonden op meerdere stamgroepen tijdens een tafelmoment, het vrij spelen en het verzorgen van de kinderen. Uit de observatie blijkt dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van de beschreven uitgangspunten in het pedagogisch beleid en werkplan van KDV Het Vosje. De beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleid en het werkplan. Op KDV Het Vosje worden de emotionele veiligheid, de persoonlijke competentie, de sociale competentie en de overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd. Hieronder volgen twee voorbeelden waaruit dit blijkt. Emotionele veiligheid Communiceren De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang en inhoud van het gesprek (dialoog). Zij sluiten meestal op passende wijze aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. Persoonlijke competentie Interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen De beroepskrachten gaan op een gepaste manier om met de afhankelijkheid van baby’s. Zij benoemen hun handelingen (bijvoorbeeld nu ga ik je optillen en naar je bedje brengen) en stemmen hun omgang of op de reactie van de baby. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Website (uitgangspunten pedagogisch beleidsplan)
4 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Personeel en groepen De inhoud van dit domein belicht de inspectiebevindingen over de onderwerpen personeel en groepen. KDV Het Vosje heeft 5 stamgroepen met maximaal in totaal 80 kindplaatsen voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. De beroepskrachten werken volgens een vast personeelsrooster. Op 2 stamgroepen worden de beroepskrachten in hun werkzaamheden ondersteund door een stagiaire. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Tijdens het jaarlijkse onderzoek is er één beroepskracht aan het werk die een opleiding volgt via de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Bij een BBL traject ligt de nadruk op stage lopen in de praktijk. Gedurende de opleiding mag een BBL-er oplopend formatief ingezet worden. De BBL-er wordt 100% formatief ingezet. De CAO Kinderopvang schrijft voor dat de werkgever de formatieve inzetbaarheid gedurende de duur van de opleiding vaststelt op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider en deze schriftelijk vastlegt. In fase 1 en 2 mag een BBL-er oplopend formatief ingezet worden en in fase 3 mag een BBL-er 100% formatief ingezet worden. De houder geeft aan dat de BBL-er haar opleiding met goed gevolg heeft afgerond en binnenkort haar diploma ontvangt. De formatieve inzet is schriftelijk vastgelegd gedurende de opleiding van de BBL-er. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in 5 stamgroepen, 2 babygroepen, 2 peutergroepen en 1 verticale groep. Er wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden, dit blijkt ook uit de presentielijsten van de kinderen van week 10 en 11. Beroepskracht-kindratio Uit het personeelsrooster en de presentielijsten van week 10 en 11 blijkt dat er niet volledig aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. De toezichthouder heeft het volgende geconstateerd;
Op dinsdag 3, 10 en donderdag 5 maart worden er op de peutergroep 'Jungle' 15 kinderen opgevangen en 2 beroepskrachten ingezet. Gezien de leeftijd van de kinderen (van 1 tot 4 jaar) zouden er 3 beroepskrachten ingezet moeten worden. Op donderdag 12 maart worden er op de babygroep 'Sprookjes' 11 kinderen opgevangen en 2 beroepskrachten ingezet. Gezien het aantal kinderen wat opgevangen wordt, zouden er 3 beroepskrachten ingezet moeten worden. Op woensdagmiddag 11 maart worden er op de verticale 'Bosgroep' 6 kinderen opgevangen en 1 beroepskracht ingezet. Gezien de leeftijd van de kinderen, zouden er 2 beroepskrachten ingezet moeten worden. Op dinsdag 17 maart (tijdens het onderzoek) worden er op de verticale 'Bosgroep' 12 kinderen opgevangen en 2 beroepskrachten ingezet. Gezien de leeftijd van de kinderen, zouden er 3 beroepskrachten ingezet moeten worden.
5 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten BBL-contracten Opleidingsplan BBL Presentielijsten (week 10 en 11) Personeelsrooster (week 10 en 11)
6 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Ouderrecht Tijdens dit jaarlijkse onderzoek is het item Oudercommissie getoetst. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie opgesteld en deze voldoet aan de gestelde voorwaarden. Er is een oudercommissie ingesteld bestaande uit 4 leden. De toezichthouder heeft de oudercommissie van KDV Het Vosje een vragenlijst toegestuurd. Uit deze vragenlijst blijkt dat er voldaan wordt aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Reglement oudercommissie Notulen oudercommissie (22 april en 27 oktober 2014)
7 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent de werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: Kinderdagverblijf Het Vosje : 80 : Nee : Baby- en Peuterdagverblijf 't Vosje Linschotenstraat B.V. : Linschotenstraat 21 : 2012VD HAARLEM : 34283804
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Haarlem : Postbus 511 : 2003PB HAARLEM
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
GGD Kennemerland Postbus 5514 2000GM HAARLEM 023-7891613 P.R. Schurer
17-03-2015 27-03-2015 17-04-2015 17-04-2015 17-04-2015
: April 2015
11 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Beroepskracht-kindratio Uit het personeelsrooster en de presentielijsten van week 10 en 11 blijkt dat er niet volledig aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. De toezichthouder heeft het volgende geconstateerd;
Op dinsdag 3, 10 en donderdag 5 maart worden er op de peutergroep 'Jungle' 15 kinderen opgevangen en 2 beroepskrachten ingezet. Gezien de leeftijd van de kinderen (van 1 tot 4 jaar) zouden er 3 beroepskrachten ingezet moeten worden. Op donderdag 12 maart worden er op de babygroep 'Sprookjes' 11 kinderen opgevangen en 2 beroepskrachten ingezet. Gezien het aantal kinderen wat opgevangen wordt, zouden er 3 beroepskrachten ingezet moeten worden. Op woensdagmiddag 11 maart worden er op de verticale 'Bosgroep' 6 kinderen opgevangen en 1 beroepskracht ingezet. Gezien de leeftijd van de kinderen, zouden er 2 beroepskrachten ingezet moeten worden. Op dinsdag 17 maart (tijdens het onderzoek) worden er op de verticale 'Bosgroep' 12 kinderen opgevangen en 2 beroepskrachten ingezet. Gezien de leeftijd van de kinderen, zouden er 3 beroepskrachten ingezet moeten worden.
Op 3 en 10 maart was er een kindje die op 11 maart 2 werd al aanwezig op de groep. en Op 5 maart was er een kindje die op 25 maart 2 jaar werd. Dit betreft een nieuw kindje die wij niet eerst op de babygroep wilde laten wennen om vervolgens drie weken later weer opnieuw op een andere groep te moeten laten wennen. Op 12 maart hebben wij n kindje op de Winnie de Pooh laten spelen. Op vrijdag is de Winnie samengevoegd met de sprookjes groep, en zodoende is dat een bekende groep( en leidster) voor dit kindje. - in de middag waren er 5 kinderen aanwezig aangezien een kindje over ging naar de peutergroep. - door een recente doorstroming van enkele oudere kinderen en de instroom van jongere kinderen had er i.d.d een leidster meer op de groep moeten staan. Op dit moment is er een overgang naar een nieuw systeem waarin er per dag een duidelijk overzicht is naar het kind- leidster ratio, zodat we dit nog nauwkeuriger in de gaten kunnen houden. Met vriendelijke groeten, Jacqueline Kuipers Kinderdagverblijf Het Vosje
12 van 12 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 17-03-2015 Kinderdagverblijf Het Vosje te HAARLEM