Inspectierapport
Kinderdagverblijf Mimpi (KDV) Kalf 124b 1509AG ZAANDAM Registratienummer 578750703
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Zaanstreek-Waterland ZAANSTAD 26-06-2014 Regulier onderzoek Definitief 24-07-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................5 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................6 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................7 Ouderrecht..................................................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf Mimpi biedt opvang aan kinderen in één verticale groep. Indien het kindertal dit toelaat wil de houder weer twee verticale groepen openen. De babyruimte is nog ingericht en klaar voor gebruik. Tijdens de inspectie zaten de kinderen iets te eten, daarna gingen zij jassen en schoenen aantrekken om buiten te spelen. Een van de beroepskrachten nam de kinderen mee op berenjacht. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Uit het onderzoek zijn twee aandachtspunten naar voren gekomen, namelijk het maximale aantal vaste beroepskrachten per groep en het openbare jaarverslag klachten. Derhalve adviseert de toezichthouder de gemeente te handhaven. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Personeel en groepen 2.4.4 Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Advies hersteltermijn 2 weken. Ouderrecht 5.3.6 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. Advies hersteltermijn maanden. 5.3.7 De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. Advies herstel termijn 2 maanden 5.3.11 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. Advies hersteltermijn 2 maanden. 5.3.12 De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. Advies hersteltermijn 2 maanden.
3 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande schuingedrukte beschrijvingen van de praktijk zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen en naar elkaar. Zij verwoorden in veel situaties hun gedrag. De kinderen gingen naar het toilet of werden verschoond. Als kinderen een ongelukje hadden gehad, dan werden zij kindhoogte getroost met een aai over de bol en 'Dat geeft toch niet, dat maken we zo weer schoon!'. Ook bij het buitenspelen hadden de beroepskracht contact met de kinderen en met elkaar. Persoonlijke competenties In overleg mogen kinderen het spelmateriaal zelf pakken. De kinderen gingen buitenspelen, want het was mooi weer. De schuur werd opengezet en zo konden de kinderen zelf speelgoed pakken, de beroepskrachten hielpen waar dat nodig was. Een van de kinderen wilde graag met de grote kar spelen, dat was geen probleem. Sociale competenties De beroepskrachten helpen de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen. De kinderen waren met een kar aan het spelen. In deze kar konden kinderen gaan zitten zodat een ander kindje hen kon rondrijden. De beroepskracht hielp de kinderen om niet met teveel in de kar te gaan zitten 'Kom nog maar even uit de kar, want anders wordt het te zwaar om de kar te trekken, dan mag jij het volgende ritje'. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Interview houder) Interview anderen (Interview met de beroepskrachten) Observaties (Uitvoering van de pedagogische praktijk)
4 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Beroepskrachten met een VOG van voor 1-7-2011 moeten vanaf 1-7-2013 een nieuwe VOG volgens de regeling continue screening aanvragen. Alle beroepskrachten en de invaller, werkzaam bij de onderneming, waren niet tijdig in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. De houder heeft aangegeven dat het groepsgewijs digitaal aanvragen van de documenten niet mogelijk was. Daar was zij bij aanvraag niet van op de hoogte. De houder heeft op 8-1-2014 alsnog de VOG's zelf aangevraagd. Dit betekent dat de verklaring na 1-1-2014 zijn afgegeven. Aangezien alle beroepskrachten ten tijde van de inspectie wel over een nieuwe VOG beschikken wordt de voorwaarde voor het tijdig aanvragen goedgekeurd. Passende beroepskwalificatie Dit item is middels een steekproef beoordeeld. De in deze steekproef beoordeelde diploma's voldoen aan de getoetste eisen. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van afgelopen weken 18 tot en met 27 blijkt dat er op de groep voldoende beroepskrachten ingezet worden, gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Opvang in groepen Op Kinderdagverblijf Mimpi heeft de houder één stamgroep gevormd. Op de planning bestaat deze stamgroep op een aantal dagen uit maximaal achtien kinderen. Echter deze achtien kinderen zijn niet allen gelijktijdig aanwezig, het betreft naast vaste plaatsen ook flexibele opvang. Omdat de stamgroep volgens de daadwerkelijke planning het maximum van zestien kinderen niet heeft overschreden voldoet de houder aan de maximale groepsgrootte. Op dit kinderdagverblijf is een stamgroep aanwezig, opvang in een andere dan de vaste stamgroep is derhalve niet mogelijk. De voorwaarde is niet beoordeeld. Ieder kind heeft méér dan het maximaal aantal toegestane vaste beroepskrachten. Op de stamgroep van kinderdagverblijf Mimpi zijn vijf vaste beroepskrachten werkzaam, de houder springt zelf als zesde beroepskracht bij. Men kan in de situatie van kinderdagverblijf Mimpi niet spreken van het samenvoegen van twee stamgroepen. Samenvoegen gebeurt incidenteel of op een vaste dag in de week. Bij kinderdagverblijf Mimpi zijn de voormalig babygroep en de voormalige peutergroep tot een verticale stamgroep gemaakt. Er mogen dus drie maximaal 4 vaste beroepskrachten op de groep staan. Als verzwarende omstandigheid kan worden aangevoerd dat bij de vorige inspectie dd 26-4-2013 deze voorwaarde ook is afgekeurd. Deze locatie heeft twee groepsruimten ingericht, het is dus mogelijk dat een kind gebruik maakt van een tweede groepsruimte. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Interview houder) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten Presentielijsten (mei en juni 2014) Personeelsrooster (mei en juni 2014)
5 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De inspecteur heeft bij deze inspectie de uitvoering van het beleid gezondheid besproken. De beroepskrachten wasten op de juiste momenten hun handen en maakten het aankleedkussen schoon als er een kind verschoond was. De bedjes waren schoon, de leefruimte zag er schoon uit en ook in de koelkasten waren geen morsvlekken of andere onhygiënische zaken aanwezig. De houder heeft aangegeven dat de locatie met de landelijke risicomonitor veiligheid en gezondheid gaat werken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Interview houder) Interview anderen (Interview met de beroepskrachten) Risico-inventarisatie gezondheid (6-7-2014) Observatie uitvoering beleid gezondheid.
6 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Er is een stamgroepruimte in gebruik op deze locatie. Deze ruimte heeft een oppervlakte van 76m², de ruimte is hiermee voldoende groot voor het aantal op te vangen kinderen. Gebruikte bronnen: Plattegrond (21-5-2003)
7 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. De houder heeft voor dit kindercentrum een oudercommissie ingesteld, die bestaat uit 2 leden. De voorzitter van de oudercommissie heeft een vragenlijst ingevuld, hieruit blijkt dat de oudercommissie tevreden is met het kinderdagverblijf Mimpi. De oudercommissie heeft advies uitgebracht over de formatie, de prijzen, de flexibele opvang en de inrichting van de locatie. Klachten De houder heeft een openbaar klachtenverslag van ouders opgesteld. In dit klachtenverslag in de samenstelling van de externe klachtencommissie onvoldoende omschreven. De houder noemt alleen de sKK (stichting Klachten commissie Kinderopvang)als samenstelling. De houder heeft het sKK verslag na 1-6-2014 toegestuurd. De houder heeft geen openbaar klachtenverslag oudercommissie opgesteld en naar de GGD toegestuurd. Het externe klachtenverslag van de Klachten Kamer is na 1-6-2014 aan de GGD toegestuurd. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (8-7-2014) Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (4-7-2014) Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie (4-7-2014)
8 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : : :
Gegevens houder Naam houder KvK nummer
: Angelique Brigitte Koertse Subandi : 34159800
Kinderdagverblijf Mimpi http://www.kinderdagverblijfmimpi.nl 000009509348 26 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: ZAANSTAD : Postbus 2000 : 1500GA ZAANDAM
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
GGD Zaanstreek-Waterland Vurehout 2 1507EC ZAANDAM 0900-2545454 Mevrouw Dekker
26-06-2014 09-07-2014 22-07-2014 24-07-2014 24-07-2014
: 24-07-2014 : 14-08-2014
12 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Betreft: Zienswijze concept inspectierapport kdv MIMPI nr 140626 Geachte mevrouw, Hierbij wil ik graag reageren op het concept inspectierapport n.a.v. de inspectie in ons kinderdagverblijf op 26 juni 2014 j.l. Als eerste wil ik laten weten dat wij heel blij zijn met de in het conceptrapport geschreven stukje m.b.t. het pedagogische klimaat. Onze dank daarvoor ! Onze beroepskrachten doen altijd hun uiterste best om de kinderen zo goed mogelijk te begeleiden , de kinderen zich veilig te laten voelen, zich aan de voorschriften te houden en de kinderen het goede voorbeeld te geven etc. Het is voor ons daarom heel erg leuk om terug te kunnen lezen dat dit ook door anderen wordt opgemerkt . De kinderen staan bij ons op nr. 1. Twee aandachtspunten die uit het conceptrapport naar voren zijn gekomen : 1) Personeel & groepen: Ieder kind heeft max 3 vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal 1 werkzaam is op de groep van het kind (advies hersteltermijn 2 wkn)2) Ouderrecht : • De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (advies hersteltermijn 2 maanden)• De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD . (advies hersteltermijn 2 maanden)• De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (advies hersteltermijn 2 maanden)• De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (advies hersteltermijn 2 maanden) Reactie op punt 1:Zoals u op bijgevoegde lijst kunt zien, dragen wij er echt zorg voor dat de kinderen zoveel mogelijk dezelfde beroepskrachten hebben.Omdat ikzelf ook heel vaak op de groepen aanwezig ben om te observeren / ouders te woord te staan / rondleidingen te verzorgen voor nieuwe ouders / dag te beginnen en/of te eindigen met de beroepskrachten, ken ik alle ouders en kinderen zelf ook heel goed en word ik echt niet gezien als een vreemd/nieuw gezicht. Alle beroepskrachten die momenteel bij MIMPI werken , werken hier al geruime tijd en 3 er van zelfs al bijna vanaf de start van MIMPI. I.v.m. de crisis in de kinderopvang hebben wij helaas meerdere beroepskrachten moeten ontslaan. Zoals u ongetwijfeld weet, moeten bedrijven gebruik maken van het afspiegelingsbeginsel en kunnen wij geen voorkeuren geven voor het afscheid nemen van parttimers of fulltimers.Tevens dienen wij ons te houden aan de leidster-kind ratio én aan de regelgeving m.b.t het 4-ogenbeleid en bestaat een werkdag van een leidster uit 9 uur en niet uit 11 uur. Doordat MIMPI nu 5 vaste beroepskrachten heeft én ik zelf inspring wanneer nodig, kunnen wij ten alle tijden voldoen aan de leidster-kind ratio én aan het verplichte 4 ogenbeleid. Doordat wij 2 fulltimers hebben en daarnaast 3 parttimers, worden vakanties/ziektes etc. met elkaar opgelost en hoeven wij zelden gebruik te maken van invalkrachten die de kinderen niet kennen.Wij hoeven dus geen gebruik te maken van bijvoorbeeld een uitzendbureau en hebben steeds vaste vertrouwde gezichten voor de kinderen. De reden dat wij nu 2 fulltimers en 3 parttimers op de groep hebben ligt tevens in de samenvoeging van de vroegere 2 groepen in ons kinderdagverblijf naar (momenteel) 1 groep. De dagen waarop er meer beroepskrachten aanwezig zijn als volgens de regelgeving zou moeten, organiseren we extra activiteiten, krijgen de kinderen extra aandacht, wordt gewerkt met het peutervolgsysteem en VVE etc. of kunnen de beroepskrachten uren opnemen. Een luxe situatie waar ouders heel erg blij mee zijn. Het streven is dat wij, wanneer er weer genoeg kinderen zijn voor 2 groepen, weer terug te gaan naar de oude situatie waarin wij met 2 groepen draaiden. Met het huidige personeel wat nu bij MIMPI werkt, kunnen we dit met de voor alle kinderen bekende en vertrouwde gezichten mogelijk maken, zonder nieuw personeel aan te hoeven nemen. Indien er vanuit de inspectie verwacht wordt dat wij voortaan alleen nog met 3 vaste beroepskrachten zouden gaan werken op de groep, zou dat betekenen dat er wederom 2 beroepskrachten voor ontslag in aanmerking zouden moeten komen en dat is juist wat ik zo hard probeer te voorkomen aangezien er al genoeg leed is geweest in de kinderopvang en dus ook bij MIMPI …wij hopen juist op betere tijden en zijn op deze wijze voorbereid als deze komen . Gelukkig trekt de kinderopvang weer aan en beginnen er weer nieuwe inschrijvingen binnen te komen, dus wie weet kunnen we binnenkort weer onze 2e groep gaan gebruiken. 13 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM
De ouders die bij ons hun kinderen hebben geplaatst , waarderen het ook heel erg dat er geen wisselingen zijn in personeel en dat zij steeds dezelfde gezichten zien , óók in vakantietijd en bij afwezigheid van een beroepskracht om een andere reden. Dit is ook één van de redenen waarom ouders hun kind(eren) bij ons kinderdagverblijf inschrijven en niet kiezen voor andere kinderdagverblijven waar continue wisselingen in personeel zijn of heel vaak uitzend/invalkrachten worden ingezet. Ik hoop dat u mijn uitleg kunt accepteren. Indien u nog meer informatie wenst , kunt u uiteraard contact met mij opnemen. Uiteraard sta ik ook altijd open voor suggesties , ideeën en/of advies. Graag zelfs ! Reactie op punt 2 Ik had zowel de klachtenvrijbrief van de ouders/kinderdagverblijf , áls van de oudercommissie van de SKK én het openbaar klachtenverslag van ouders reeds in februari 2014 per post naar de GGD opgestuurd. Deze zijn helaas niet goed ontvangen en heb ik nogmaals ná het inspectiebezoek per email opgestuurd.Voor het nieuwe jaar zal ik alle gevraagde stukken , na het ontvangen van de klachtenvrijbrieven van de SKK i.p.v. per post , per email naar de GGD sturen. Alle ontbrekende informatie m.b.t. punt 2 (ouderrecht) zal ik uiterlijk eind augustus 2014 per email naar de GGD sturen, zodat alles weer compleet is. Volledigheidshalve wil ik nog wel noemen, dat er bij MIMPI / SKK géén klachten binnen zijn gekomen. PS: • Bij “beschouwing”, blz.3 wordt gesproken over 2 horizontale groepen…i.p.v. 2 verticale groepen. Bij voldoende kinderen , hebben we 2 verticale groepen, waarin we wel een leeftijdsverdeling proberen te maken, maar waarbij het ook voor kan komen dat kinderen indien dat de voorkeur van de ouders heeft, in één groep blijven …en dat kinderen eerder of later doorschuiven naar de volgende groep. We proberen steeds te kijken naar wat voor het desbreffende kind het beste is en dit alles in overleg met de ouder(s)! Met vriendelijke groet, Angelique Koertse
14 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 26-06-2014 Kinderdagverblijf Mimpi te ZAANDAM