Inspectierapport Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. (KDV) Admiraal De Ruijterweg 434 H 1055 NE Amsterdam Registratienummer: 124303808
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 14-01-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 09-02-2016
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
1/14
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
2/14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 14 januari 2016 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel de belangrijkste kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, aan de beroepskrachtkind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.
Beschouwing Organisatie Bimal Madeliefje B.V. exploiteert twee kinderdagverblijven in Amsterdam-West. De besloten vennootschap heeft één bestuurder, te weten Bimal B.V. De bestuurder beschikt ook over andere ondernemingen, waaronder een schoonmaakbedrijf. Beide locaties van Madelief worden aangestuurd door één leidinggevende, en op de locatie aan de Jan van Galenstraat is een assistent-leidinggevende werkzaam. Tevens is er een administratief medewerker werkzaam voor de organisatie. Locatie De locatie bestaat uit een babygroep, een dreumesgroep en een peutergroep. Dagelijks is er een huishoudelijk medewerker aanwezig die onder andere de maaltijden verzorgt. De afgelopen jaren zijn er verschillende overtredingen geconstateerd met betrekking tot onder andere het pedagogisch beleid, het veiligheids- en gezondheidsbeleid, en het ouderrecht. Tijdens het huidige inspectieonderzoek zijn er eveneens overtredingen geconstateerd met betrekking tot het pedagogisch beleidsplan en het ouderrecht. Deze overtredingen hebben allemaal betrekking op de nieuwe wet- en regelgeving die sinds respectievelijk 1 juli 2015 en 1 januari 2016 geldt. Met betrekking tot de overige kwaliteitseisen zijn tijdens het huidige inspectieonderzoek geen overtredingen geconstateerd, en ziet de toezichthouder een kwaliteitsverbetering. Zo is er bij het huidige inspectieonderzoek sprake van een actief veiligheids- en gezondheidsbeleid, en wordt er veel aandacht besteed aan het pedagogisch klimaat. Het kindercentrum is bezig om het VVE-programma Piramide te implementeren en is voornemens om zich hiervoor te laten registreren. Tevens volgen de beroepskrachten de TINK-training (taal- en interactievaardigheden in de kinderopvang). Vertrouwenspersoon en klachtencöördinator Een huisarts in de buurt fungeert als vertrouwenspersoon voor ouders en medewerkers. Dit is vastgelegd in een contract. Er is geen klachtencoördinator aangesteld. Oudercommissie Op 26 januari 2016 is telefonisch contact geweest met de voorzitter van de oudercommissie, die op dat moment laat weten binnenkort te zullen verhuizen en derhalve niet meer bij de oudercommissie betrokken te zijn. Ondanks pogingen van de toezichthouder is met geen van de overige vier oudercommissieleden een telefoongesprek tot stand gekomen.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
3/14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan In het pedagogisch beleidsplan is onder andere de eigen visie op kinderopvang beschreven. Tevens is opgenomen hoe de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd, de persoonlijke en sociale competenties worden gestimuleerd en hoe overdracht van normen en waarden plaatsvindt. Ten aanzien van bijvoorbeeld het stimuleren van de ontwikkeling van de persoonlijke competenties van de kinderen is per leeftijdscategorie weergegeven welke (motorische) handelingen met de kinderen worden geoefend. Ook het voornemen om VVE te bieden staat beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Met betrekking tot de emotionele veiligheid is beschreven dat wordt gewerkt met een vaste groepssamenstelling en vaste beroepskrachten, die een herkenbare dagstructuur hanteren. Sinds 1 juli 2015 is het verplicht om in het pedagogisch beleidsplan op te nemen hoe beroepskrachten bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen signaleren, hoe zij ouders doorverwijzen naar passende instanties en hoe de beroepskrachten worden ondersteund bij deze taak en hoe zij worden toegerust om deze taak te kunnen uitvoeren. Dit is echter niet opgenomen in het pedagogisch beleidsplan van Madelief. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 1.50 lid 2 sub f W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 2 sub f W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd in alle groepen. Op basis van deze observaties is geconstateerd dat er voldoende zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen, het stimuleren van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen en de overdracht van normen en waarden. Hieronder zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Situatieschets De persoonlijke competentie van de kinderen wordt onder andere gestimuleerd door het gebruik van een 'leermuur'; hier zijn cijfers in verschillende kleuren opgehangen, woordkaarten en pictogrammen van de dagen van de week. Na het fruitmoment wordt deze muur met de peuters doorgenomen. De kinderen wordt gevraagd welke dag het gister was en vandaag is. Door gebruik van pictogrammen worden de kinderen geholpen met de naam van de dagen. De dag van het inspectiebezoek is bijvoorbeeld een donderdag, en het plaatje bij deze dag is die van een bliksemschicht (donder). Alle kinderen worden gevraagd mee te doen, en uit hun reactie blijkt dat dit een herkenbaar onderdeel van de dag is. Vervolgens wordt aan de kinderen gevraagd met welk speelgoed zij willen spelen (vooruitkijken). Tijdens het spelen zoeken diverse kinderen contact met de beroepskracht. De beroepskracht reageert sensitief op de kinderen en gaat bijvoorbeeld bij hen zitten om met de blokken te spelen. Kinderen die met ander speelgoed willen spelen dan wat zij aan tafel hebben afgesproken moeten dit eerst aan de beroepskracht vragen. In een van de groepen is een wenkind aanwezig. De beroepskracht vertelt dat het kind twee dagdelen is komen wennen, alvorens het kind een hele dag aanwezig is op de opvang. Dit komt overeen met hetgeen over wennen is beschreven in het pedagogisch beleidsplan. De beroepskracht stelt het kind dat went afwisselend gerust of probeert het af te leiden met een activiteit. Ook vraagt zij aan een ander kind of die samen met het wenkind met de blokken wil spelen, om het kind tot spel te stimuleren. Een andere groep bestaat op de dag van het inspectiebezoek uit enkel jongens. De beroepskracht vertelt dat deze groepssamenstelling maakt dat de groep erg druk is. Om dit te doorbreken heef zij twee kinderen aan tafel gezet met een boekje, en spelen de andere kinderen in een hoek. In de hoek wordt een open kast als klimtoestel gebruikt waar de kinderen doorheen kruipen. De beroepskracht vindt dit goed, maar corrigeert de kinderen door ze op vriendelijke toon 'boef' te noemen. Ook bij het opruimen worden kinderen 'boef' genoemd wanneer zij bijvoorbeeld speelgoed in een bak gooien in plaats van leggen. Hiermee wordt het drukkere gedrag van de jongens, al zij het op vriendelijke toon, toch afgekeurd. Aan tafel leest de beroepskracht een boekje voor over het lichaam en vraagt de kinderen lichaamsdelen aan te wijzen. De kinderen doen enthousiast mee. Het boekje eindigt met een beweegoefening, maar deze wordt overgeslagen omdat de kinderen al aan tafel zitten. Het is regenachtig weer op de dag van het inspectiebezoek. De beroepskracht vertelt normaliter met de kinderen naar Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
4/14
buiten te gaan, zodat ze wat energie kwijt kunnen, maar dit vandaag wegens de regen niet te doen. Hoewel de beroepskracht liefdevol en vriendelijk naar de kinderen is, wordt er niet geheel afgestemd op de behoefte van de kinderen in deze groep: namelijk bewegen. Het is aan te bevelen om meer aandacht te besteden aan hoe er wordt omgegaan met (sekse)verschillen tussen kinderen, en om de beroepskrachten hier handvaten in te geven. Ten tijde van het inspectiebezoek is de huishoudelijk medewerker wegens ziekte afwezig, waardoor de stagiairs en de beroepskrachten zelf het eten bereiden. In de babygroep is een van de beroepskrachten in de keuken, terwijl de ander twee kinderen in een wipper tegelijk voedt en een derde kind op schoot houdt. Eén kind heeft een kussentje op de buik die de fles omhoog houdt, en de beroepskracht houdt de fles voor het andere kind vast. Het voeden gebeurt op deze wijze met weinig persoonlijke aandacht voor de kinderen. Ondertussen huilen twee andere kinderen die in bed liggen, zij worden door de tweede beroepskracht uit bed gehaald wordt zodra deze terug is uit de keuken. De beroepskrachten zijn sensitief naar de kinderen door warme toon tegen hen te praten, hen te knuffelen, op schoot te houden, en alert te zijn wanneer een kind bijvoorbeeld wat melk opspuugt. Thematisch werken en observeren Tijdens het inspectiebezoek wort er gewerkt met het thema 'ziek en gezond'. Er hangen verschillende knutselwerkjes in de groepen die verband houden met dit thema. Ook hangen er themakaarten aan de 'leermuur' met plaatjes en woorden met betrekking tot ziekte en gezondheid. In de peutergroep is een ziekenboeg ingericht met een zieke knuffelbeer, en in de dreumesgroep wordt er een boekje voorgelezen over het lichaam. De thema's zijn gebaseerd op het VVE-programma Piramide. In de jaarplanning van het kindercentrum zijn diverse activiteiten gepland, zoals peuteryoga en memo-lessen ('memorabele momenten' is een programma waarbij externe personen een muziek- of andere creatieve les geven op het kindercentrum). Uit de notulen van het werkoverleg blijkt dat deze onderwerpen met het team zijn besproken. De beroepskrachten vertellen dat er elk half jaar 10-minutengesprekken worden gehouden met de ouders. Deze gesprekken worden voorbereid met een observatie van de kinderen met behulp van het observatie-instrument 'Welbevinden in Situaties'. In de toekomst is Madelief voornemens om de observatiemethode die hoort bij het VVE-programma Piramide te gebruiken (Cito). Dit instrument heeft betrekking op het monitoren van de ontwikkeling van de kinderen, en niet zozeer op het welbevinden. De beroepskrachten in alle groepen vertellen het afgelopen jaar geen zorgen te hebben gehad over een kind. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten en de leidinggevende - Pedagogisch Beleidsplan (Admiraal de Ruijterweg 436) d.d. 17 december 2013, ontvangen op 19 januari 2016) - Jaarplanning 2016 (ontvangen op 19 januari 2016) - Notulen werkoverleg d.d. 29 september 2015, ontvangen op 19 januari 2016) - Observaties
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
5/14
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze constatering is gebaseerd op een steekproef onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden (één beroepskracht en vier stagiairs). Passende beroepskwalificatie De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze constatering is gebaseerd op een steekproef onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden (één beroepskracht). Opvang in groepen Er zijn drie stamgroepen; - de babygroep Kevers bestaat uit maximaal acht kinderen tussen de 0 en 1,5 jaar; - de dreumesgroep Lieveheersbeestjes bestaat uit maximaal zes kinderen tussen de 1 en 2 jaar; en - de peutergroep Vlinders bestaat uit maximaal acht kinderen tussen de 2 en 4 jaar. In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen dat kinderen incidenteel en structureel in een tweede stamgroep kunnen worden geplaatst. Hierbij staat beschreven dat dit alleen met schriftelijke toestemming van de ouders gebeurt. In de praktijk blijkt dat dit gedurende de onderzochte periode niet is voorgekomen. De houder dient er zorg voor te dragen dat indien een kind wel (incidenteel of structureel) in een andere stamgroep wordt opgevangen, de duur van de opvang in de andere groep ook schriftelijk met ouders wordt overeengekomen. Ouders worden geïnformeerd over welke beroepskrachten hun kinderen opvangen doordat er foto's van de aanwezige beroepskrachten in de groepsruimtes worden opgehangen. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In de babygroep Kevers worden namelijk zeven kinderen opgevangen door twee beroepskrachten, in de dreumesgroep Lieveheersbeestjes worden vijf kinderen opgevangen door één beroepskracht en in de peutergroep Vinders worden zes kinderen opgevangen door één beroepskracht. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 50 van 2015 tot en met week 2 van 2016, en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van 7.30 tot 17.00 uur, met een pauze van 60 minuten tussen 12.30 en 13.30 uur, en van 9.00 tot 18.30 uur met eveneens een pauze van 60 minuten tussen 13.30 en 14.30 uur. In de ochtend worden alle kinderen opgevangen in de babygroep totdat de beroepskrachten met een late dienst aanwezig zijn. Ook aan het eind van de dag gebeurt dit zodra de beroepskrachten met een vroege dienst naar huis gaan. Tijdens de pauzes van de beroepskrachten worden de wakkere kinderen ook in de babygroep opgevangen. Met deze werktijden wordt in totaal vijf uur per dag afgeweken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio. In het kindercentrum worden echter lijsten bijgehouden waarop staat hoe laat kinderen worden gebracht en opgehaald. Uit deze lijsten blijkt dat er niet langer dan drie uur per dag wordt afgeweken van de vereiste beroepskracht-kindratio. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat de roosters zodanig zijn opgesteld dat er te allen tijde door minimaal twee beroepskrachten wordt geopend en door minimaal drie beroepskrachten wordt afgesloten. De achterwachtregeling is een schema met de telefoonnummers van de beroepskrachten van deze en andere locatie van de houder opgenomen; dit schema hangt in elke groep. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten en de leidinggevende - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag (ontvangen op 19 januari 2016) - Steekproef afschriften beroepskwalificaties (ontvangen op 19 januari 2016) - Overzicht inzet beroepskrachten per groep van week 50 2015 t/m week 2 2016 (ontvangen op 19 januari 2016) - Presentielijsten per groep van week 50 2015 t/m week 2 2016 (ontvangen op 19 januari 2016) - Pedagogisch Beleidsplan (Admiraal de Ruijterweg 436) d.d. 17 december 2013, ontvangen op 19 januari 2016) Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
6/14
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op basis van de jaarlijkse risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is een plan van aanpak opgesteld waarin maatregelen staan beschreven om de geïnventariseerde risico's te reduceren. Het plan van aanpak bestaat uit maatregelen die zijn beschreven in de risico-inventarisaties en protocollen die zijn opgesteld door de organisatie. Deze documenten zijn per groep in een map te vinden. Tijdens het inspectiebezoek is de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid beoordeeld op basis van speerpunten. Hierbij is met betrekking tot veiligheid gefocust op het ontruimen bij een calamiteit, en met betrekking tot gezondheid op de schoonmaak en de kwaliteit van het binnenmilieu. Ontruimen bij een calamiteit Elk kwartaal is er een ontruimingsoefening, op steeds een andere dag van de week gepland. De laatste ontruimingsoefening vond in oktober 2015 plaats. Volgens het verslag verliep deze oefening soepel. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de wijze waarop een ontruiming plaatsvindt. In iedere groepsruimte hangen goed zichtbaar BHV-hesjes, en is een ontruimingskoord of ontruimingsvest aanwezig. Er is geen sprake (meer) van ontruiming via de tuin, waarvandaan geen uitgang is; er wordt alleen via één van de deuren naar de straat ontruimd. De beroepskrachten zijn hiervan op de hoogte. Schoonmaak Het kindercentrum ziet er schoon uit. In iedere groepsruimte hangt een lijst waarop de schoonmaak gepland staat en afgetekend kan worden. Zo wordt wekelijks een deel van het speelgoed schoongemaakt. Ook wordt tweemaal daags gestofzuigd, gedweild en de commode schoongemaakt. Dit doen de beroepskrachten zelf gedurende de dag en aan het eind van de dag wordt dit tevens door een schoonmaker gedaan. De aftekenlijsten in de groepen zijn keurig bijgehouden. Binnenmilieu Er is een mechanisch ventilatiesysteem aanwezig waarvoor een onderhoudscontract is afgesloten. Van het ventilatiesysteem wordt een logboek bijgehouden, hierin is genoteerd dat de laatste CO2 -metingen prima in orde waren, wat indiceert dat het ventilatiesysteem naar behoren werkt. (Nota bene: de CO2 -waarde geeft een indicatie van de luchtkwaliteit). Deze meting dateert echter van mei 2015. Om te controleren of het ventilatiesysteem nog steeds naar behoren werkt, is het aanbevolen om deze meting met grotere regelmaat uit te voeren. De beroepskrachten noteren dagelijks de temperatuur en luchtvochtigheid van de groepsruimte. Uit deze registraties blijkt dat de kwaliteit van het binnenklimaat voldoende wordt gewaarborgd. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Bij het kindercentrum wordt gebruikgemaakt van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (versie juli 2013). De meldcode is vastgesteld door de oganisatie. De assistent-leidinggevende is de aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Jaarlijks vindt er een training over de meldcode plaats. Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij op de hoogte zijn van emotionele, gedragsmatige en fysieke signalen van mogelijke kindermishandeling en van de eerste stappen van het stappenplan in de meldcode. Zij vertellen, net als de afgelopen jaren, ook dit jaar geen zorgen over kinderen gehad te hebben. Vierogenprincipe Dagelijks zijn er minimaal drie beroepskrachten aanwezig op de locatie. Tevens zijn de leidinggevende, administratief medewerker en/of huishoudelijk medewerker dagelijks aanwezig. In elke deur naar de groepsruimtes is een raam waardoor vanuit de hal zicht is op de groepsruimtes. Tevens is er in elke groepsruimte een camera geplaatst. De beelden hiervan zijn op een monitor in de hal zichtbaar. De leidinggevende kan de beelden ook via een app op de telefoon bekijken. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten en de leidinggevende - Notulen werkoverleg d.d. 29 september 2015, ontvangen op 19 januari 2016) - Jaarplanning 2016 (ontvangen op 19 januari 2016) - Verslag brandoefening d.d. 9 oktober 2015 (ontvangen op 19 januari 2016) - Registraties schoonmaak en binnenklimaat (ingezien op locaties) - Onderhoudscontract ventilatiesysteem (ontvangen op 19 januari 2016) - Logboek ventilatiesysteem (ontvangen op 2 februari 2016) - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (versie juli 2013) - Pedagogisch Beleidsplan (Admiraal de Ruijterweg 436) d.d. 17 december 2013, ontvangen op 19 januari 2016
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
7/14
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De groepsruimtes zijn passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. In alle groepen is het speelgoed op kindhoogte geplaatst en zijn er speelmatten. In de peutergroep is een poppen-, bouw- en blokkenhoek en zijn de bakken met speelgoed gelabeld met een foto zodat kinderen kunnen zien wat er in de bakken zit. In de dreumesgroep staan lage kasten; de boekjes die erin staan, zijn echter hoog weggezet zodat de kinderen hier niet bij kunnen. In de babygroep zijn verschillende matten, boxen en wippertjes aanwezig. In het souterrain is tevens een ballenbak waarvan de kinderen uit alle groepen gebruik mogen maken. De babygroep en de dreumesgroep beschikken over een eigen slaapkamer in het souterrain. Buitenspeelruimte De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte is ingericht met zachte tegels, een glijbaan, een schommel, een wiptoestel en een schuur met los speelmateriaal. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
8/14
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over de klachtenregeling via de eigen website en het pedagogisch beleidsplan. Hierin staat echter onjuiste informatie; er wordt namelijk beschreven dat de houder voor klachten zowel is aangesloten bij de geschillencommissie als bij de SKK (Stichting Klachtencommissie Kinderopvang). De SKK is echter per 1 januari 2016 opgeheven, derhalve kunnen ouders hier niet terecht met hun klachten. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze onder de aandacht van de ouders. (art 2 lid 1 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f W et klachtenrecht cliënten zorgsector.)
Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld waarin vijf leden zitting hebben. Klachten en geschillen 2016 De houder heeft een klachtenregeling opgesteld, die te vinden is in het klachtenreglement, op de website en in het pedagogisch beleidsplan. De klachtenregeling voldoet echter niet aan alle voorwaarden die sinds 1 januari 2016 worden gesteld. In de interne regeling is namelijk enkel beschreven dat beroepskrachten en de directie bij onvrede graag in overleg gaan met ouders. Deze regeling voorziet er dan ook niet in dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk afhandelt; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, afhandelt; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. Verder worden ouders bij klachten verwezen naar de SKK en naar de geschillencommissie. Dit is onvoldoende. Ouders kunnen sinds 1 januari 2016 niet meer terecht bij de SKK, omdat deze is opgeheven. Bovendien is onvoldoende beschreven waarvoor ouders bij de geschillencommissie terecht kunnen en wat de procedure is. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De regeling voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd.
Gebruikte bronnen: - Gesprek met de leidinggevende - Website www.madeliefkinderopvang.nl (geraadpleegd op 25 januari 2016) - Pedagogisch Beleidsplan (Admiraal de Ruijterweg 436) d.d. 17 december 2013, ontvangen op 19 januari 2016 - Overzicht leden van de oudercommissie (ontvangen op 25 januari 2016) - Klachtenreglement 2016 (ontvangen op 19 januari 2016)
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
9/14
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
10/14
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze onder de aandacht van de ouders. De houder brengt de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht van de ouders. Oudercommissie De houder stelt binnen zes maanden na de registratie een oudercommissie in. OF In een kindercentrum waar 50 of minder kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen én Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
11/14
de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. Klachten en geschillen 2016 De houder treft een regeling, die schriftelijk wordt vastgelegd, voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. De regeling voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijk adviesrecht.
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
12/14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. 000023261552
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Bimal Madeliefje B.V. Admiraal de Ruijterweg 434 436 1055 NE AMSTERDAM 53380908
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. E.A. Leyen, MSc.
22 Nee
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
14-01-2016 25-01-2016 08-02-2016 09-02-2016 09-02-2016
: 09-02-2016 :
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
13/14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Pedagogisch beleid Wij hebben naar aanleiding van de geconstateerde overtreding: -over hoe beroepskrachten bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen signaleren -hoe zij ouders doorverwijzen naar passende instanties -hoe de beroepskrachten worden ondersteund bij deze taak Wij hebben deze informatie in onze pedagogisch beleidsplan verwerkt en hetnog extra besproken met de pedagogische medewerkers van Madelief kinderopvang. Ouderrecht- Informatie Wij hebben naar aanleiding van de geconstateerde overtreding: Onze informatie over onze interne en externe klachtenreglement op de website en in ons beleidsplan aangepast en het gecommuniceerd (12-01-2016 mail oudercommissie, 28-01-2016 nieuwsbrief ouders, 02-02-2016 mail ouders aangepaste klachtenreglement) naar de ouders over de wijziging dat wij per 01 januari 2016 aangesloten zijn bij de Geschillencommissie Kinderopvang en peuterspeelzalen. Klachten en geschillen 2016 Wij hebben een aangepaste klachtenreglement opgesteld die te vinden is in het klachtenreglement, op de website en in het pedagogisch beleidsplan. Op 02 februari 2016 hebben wij de ouders geïnformeerd over onze aangepaste interne en externe klachtenreglement. Op de website onder het kopje klachtenreglement kunt u een klachtformulier, reglement Geschillencommissie Kinderopvang downloaden. De regeling voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt -in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd Binnenmilieu Naar aanleiding van een foutieve datum in het rapport heeft er in mei 2015 een laatste controle plaatsgevonden. Pedagogisch praktijk Buitenspelen wordt wel aangemoedigd met slecht weer. Wij(directie) moedigen het juist aan om even naar buiten te gaan met slecht weer, als het motregent of een dagdeel dan kunnen de kinderen makkelijk naar buiten. Voor vragen en of opmerkingen kunt u altijd contact met mij opnemen. Met vriendelijke groet, Mevrouw Guzel Madelief kinderopvang
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje B.V. - Jaarlijks onderzoek 14-01-2016
14/14