Inspectierapport Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje (KDV) Jan van Galenstraat 56h 58 1056 CC AMSTERDAM Registratienummer: 149760851
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Stadsdeel West Datum inspectie: 24-06-2014 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 16-07-2014
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
1/15
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
2/15
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 24 juni 2014 is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een eerste jaarlijks onderzoek binnen drie maanden nadat de locatie in exploitatie is gegaan. Alle kwaliteitseisen zijn onderzocht.
Beschouwing Organisatie De houder Bimal Madeliefje B.V. exploiteert reeds een andere vestiging. De besloten vennootschap heeft één bestuurder, te weten Bimal B.V. De bestuurder beschikt ook over andere ondernemingen, waaronder een schoonmaakbedrijf. Beide locaties van Bimal Madeliefje B.V. zullen in de praktijk worden aangestuurd door één leidinggevende. Op deze vestiging is een assistent-leidinggevende werkzaam die dagelijks aanwezig is. De assistent-leidinggevende beschikt (nog) niet over een kindgerichte opleiding, maar volgt een hbo-opleiding Pedagogiek naast haar functie als assistent-leidinggevende. Vertrouwenspersoon en klachtencöördinator Een huisarts in de buurt fungeert als vertrouwenspersoon voor ouders en medewerkers. Dit is vastgelegd in een contract. Er is geen klachtencoördinator ingesteld.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
3/15
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet. Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
4/15
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogisch beleidsplan opgesteld voor deze locatie. Hierin zijn geen wijzigingen doorgevoerd sinds het onderzoek na aanvraag (d.d. 23 maart 2014). In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen hoe de visie van het kinderdagverblijf op de omgang met kinderen is en hoe dit vorm wordt gegeven in de praktijk. Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en handelen conform dit plan. Er wordt zorg gedragen voor het waarborgen van de vier basisdoelen. Emotionele veiligheid Er vindt een duidelijke overdracht plaats met de ouders wanneer de kinderen binnenkomen en via het whiteboard op de babygroep. Ouders en kinderen worden hartelijk begroet. De beroepskrachten reageren sensitief op de kinderen. Tijdens zorgtaken, zoals het verschonen en voeden van kinderen, wordt er af en toe met de kinderen gesproken. Er wordt aangesloten op de behoeften van de kinderen; zo mogen de kinderen in de peutergroep kiezen of zij willen puzzelen of buiten spelen. Beroepskrachten vertellen dat er wordt vorm gegeven aan het intern wennen bij de overgang naar de peutergroep, door de kinderen vóór de overgang in het bed te laten slapen waarin zij op de peutergroep ook zullen slapen. Uit deze voorbeelden blijkt dat er zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen. Persoonlijke competentie In de peutergroep zitten de kinderen voor het fruit eten aan tafel. Aan tafel worden er liedjes gezonden met de kinderen. Vervolgens is er aandacht voor de 'leermuur' die is vormgegeven op een van de wanden van de groepsruimte. Hierop zijn de cijfers 0 tot en met 10, de letters van het alfabet, de dagen van de week en verschillende kleuren opgehangen. De beroepskrachten nemen al deze dingen dagelijks met de kinderen door, en soms tweemaal per dag. Vervolgens behandelen de beroepskrachten een onderwerp uit de activiteitenmap, zoals het benoemen van weer-, kledingtypen of lichaamsdelen. Op de babygroep is er ook aandacht voor de activiteitenmap, maar dan passend bij leeftijd van de kinderen. Zo worden hier plaatjes van bijvoorbeeld verschillende fruitstukken aangeboden in felle kleuren. Ook geldt er elke zes weken een thema op de groepen. Op zowel de baby- als de peutergroep hangen verschillende knutselwerkjes binnen dit thema. Uit deze voorbeelden blijkt dat er aandacht is voor het stimuleren van de persoonlijke competentie van de kinderen. Sociale competentie De beroepskrachten vertellen dat zij op de babygroep met de kinderen dagelijks of tweemaal per dag in de grondbox zitten. Op deze manier liggen en zitten alle kinderen vlak bij elkaar in de buurt en raken zij elkaar aan. Zo stimuleren de beroepskrachten de sociale ontwikkeling van de kinderen al op jonge leeftijd. Overdracht van waarden en normen De beroepskrachten dragen zorg voor de overdracht van waarden en normen door kinderen aan te spreken op ongewenst gedrag. Bijvoorbeeld door een kind te vertellen dat het niet de handjes in het drinkglas moet stoppen. Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek -Gesprek met de assistent-leidinggevende -Gesprek met de beroepskrachten -Onderzoek na aanvraag (d.d. 23 maart 2014) -Pedagogisch beleidsplan de Madelief kinderopvang (versie februari 2014) -Observaties op beide groepen gedurende de ochtend
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
5/15
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Er zijn geen nieuwe beroepskrachten in dienst getreden sinds het laatste inspectieonderzoek (d.d. 23 maart 2014). De toezichthouder heeft tijdens het laatste inspectieonderzoel beoordeeld dat alle personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Er zijn geen nieuwe beroepskrachten in dienst getreden sinds het laatste inspectieonderzoek (d.d. 23 maart 2014). De toezichthouder heeft tijdens het laatste inspectieonderzoek beoordeeld dat alle personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectieonderzoek worden er op de peutergroep vijf kinderen opgevangen door een beroepskracht en op de babygroep zes kinderen door twee beroepskrachten. Hiermee wordt er aan de vereiste beroepskrachtkind-ratio voldaan. Dagelijks worden op de groepen maximaal elf kinderen opgevangen door twee of drie beroepskrachten. Er zijn voldoende vaste beroepskrachten voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er gebruik gemaakt van beroepskrachten van de andere vestiging of vaste invalkrachten. De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: van 7.30 tot 17.00 uur en van 9.00 tot 18.30 uur. Zij pauzeren 60 minuten tussen 12.30 en 14.30 uur. Op sommige dagen wordt er een extra beroepskracht ingezet van 12.30 tot 18.30 uur, deze pauzeert 15 minuten om 14.30 uur. Tussen 7.30 en 8.30 uur voegen de groepen samen op de babygroep. Afhankelijk van het aantal kinderen wordt er ook vanaf 17.00 uur en tijdens de pauzes samengevoegd. De haal- en brengtijden van de kinderen worden nauwkeurig genoteerd. Uit een steekfproef uit de presentielijsten blijkt dat er aan de regels omtrent het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan. Het komt niet voor dat er als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Aan het begin en einde van de dag zijn er altijd twee beroepskrachten aanwezig. Daarnaast is de assistent-leidinggevende dagelijks boventallig aanwezig op de locatie. In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen dat de houder een achterwachtschema heeft opgesteld. In dit schema zijn de beroepskrachten en invalkrachten opgenomen die kunnen werken als een beroepskracht afwezig is, bijvoorbeeld door ziekte. Daarnaast is er een schema opgesteld met personen die gebeld kunnen worden in geval van calamiteiten. Deze personen zijn niet allemaal in dienst bij het kinderdagverblijf, maar kunnen wel altijd binnen 15 minuten op de locatie aanwezig zijn. Opvang in groepen Er zijn twee stamgroepen. De babygroep Rupsjes bestaat uit maximaal elf kinderen tussen de 0 en 2 jaar oud. De peutergroep Libellen bestaat uit maximaal elf kinderen tussen de 2 en 4 jaar oud. Elk kind behoort bij één stamgroep, het komt niet voor dat een kind in een tweede stamgroep is geplaatst. Zowel op de babygroep als op de peutergroep zijn er drie vaste beroepskrachten werkzaam, waarvan er dagelijks minimaal één op de groep werkt. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek -Gesprek met de assistent-leidinggevende -Gesprek met de beroepskrachten -Overzicht inzet beroepskrachten (van april, mei en juni 2014) -Presentielijsten (van april, mei en juni 2014) -Onderzoek na aanvraag (d.d. 23 maart 2014) -Pedagogisch beleidsplan de Madelief kinderopvang (versie februari 2014)
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
6/15
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er zijn geen aanpassingen in het veiligheids- en/of gezondheidsbeleid gedaan sinds het laatste inspectieonderzoek (Onderzoek na aanvraag d.d. 25 maart 2014), zo verklaart de assistent-leidinggevende. Ongeveer elke twee maanden vindt er werkoverleg plaats. Hierbij is van elke groep minimaal één beroepskracht aawezig en er zijn twee beroepskrachten van de andere locatie aanwezig. Middels notulen wordt aan de overige beroepskrachten overgedragen wat is besproken. De beroepskrachten blijken tijdens het inspectiebezoek op de hoogte van het veiligheids- en gezondheidsbeleid en handelen hiernaar. Dit blijkt uit de volgende verklaringen en observaties. Veiligheid Op de babygroep zijn er enkele kinderen die op de buik slapen of worden ingebakerd. De ouders hebben hiervoor een formulier ondertekend. Elke maand worden deze formulieren met de ouders geëvalueerd om te kijken of deze werkwijze nog steeds van toepassing moet blijven. Op de groepen zijn deuren die direct naar de straat leiden; er zijn hekjes voor deze deuren geplaatst en de beroepskrachten vertellen er alert op te zijn dat de hekjes voor de deuren altijd gesloten zijn. In de peutergroep is er ook een deur naar de keuken; het slot op deze deur is tijdens het inspectiebezoek stuk, waardoor de deur op een kier staat. De beroepskrachten verklaren dat het slot binnenkort wordt gerepareerd waarna de deur weer dicht kan. In de keuken is een hekje geplaatst om te voorkomen dat de kinderen in de buurt van het gastoestel en de keukenapparatuur kunnen komen. Op de deuren zijn vingerstrips geplaatst, met uitzondering van de tuindeur. De assistent-leidinggevende verklaart dat een vingerstrip hier technisch niet mogelijk is, maar dat er voldoende toezicht is wanneer de kinderen deze deur gebruiken. Dagelijks is er een BHV'er ingeroosterd en op elke groep is een ontruimingsdoos voorhanden. Er is al een ontruimingsoefening gedaan waarvan een verslag is geschreven. Gezondheid Het kindercentrum bevindt zich aan een drukke weg. De Jan van Galenstraat heeft op dit gedeelte net geen 10.000 voertuigen per etmaal, waardoor de locatie voldoet voor kinderopvang volgens de ‘Amsterdamse richtlijn gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit’. De uitlaatgassen hebben invloed op de gezondheid van kinderen. De houder heeft hier rekening mee gehouden. Zo zijn er geen ramen aan de straatkant die open kunnen: de ventilatie vindt plaats met een mechanisch ventilatiesysteem. Daarnaast wordt er gelucht aan de tuinkant van het pand. Uit het onderhoudscontract dat de houder heeft afgesloten met het installatiebedrijf blijkt dat het ventilatietoestel jaarlijks gecontroleerd zal worden. Er is een tuin met voldoende schaduw en er is tevens voldoende zonnewering aanwezig. Tijdens het inspectiebezoek reinigen de beroepskrachten de handen en het verschoonkussen na iedere verschoonbeurt. De peuters gaan zelfstandig naar het toilet, maar de toegang naar het toilet is afgelsoten met een hekje zodat de kinderen niet zonder toezicht naar het toilet kunnen. De kinderen kunnen zelf geen zeep pakken bij de wastafel; de beroepskracht dient dit aan te geven aan de kinderen. Tijdens het inspectiebezoek gebeurt dit ook. Aangezien de handen altijd met zeep gewassen dienen te worden is het aan te raden om zeep te allen tijden vrij beschikbaar voor de kinderen te maken. Alle kinderen hebben een eigen bedje in de slaapruimte. Wanneer een bed gedeeld wordt, gebruiken de kinderen een eigen lakentje. Er worden warme maaltijden geserveerd op het kindercentrum. Er is een huisdhoudelijk medewerker in dienst die dagelijks kookt. De houshoudelijk medewerker is op de hoogte van de hygiënecode, zoals blijkt uit een gesprek. Alle beroepskrachten hebben onlangs een EHBO-cursus gevolgd. Meldcode kindermishandeling Er wordt bij het kindercentrum gebruikgemaakt van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (versie juli 2013). De meldcode is vastgesteld door de leidinggevende en er is in opgenomen wie de aandachtsfunctionaris momenteel is en wie deze functie zal vervullen na afloop van een cursus over dit onderwerp. De beroepskrachten worden geacht de meldcode zelfstandig door te lezen. Daarnaast is de meldcode met de beroepskrachten besproken. Vierogenprincipe In beide groepsruimtes en de slaapkamer zijn camera's geïnstalleerd. De camera's staan gedurende de hele dag aan. De vertegenwoordiger van de houder en de assistent-leidinggevende hebben toegang tot de beelden via de computer en een app. De beelden kunnen live worden bekeken en worden op een beveiligde server opgeslagen. De assistent-leidinggevende kijkt, wanneer zij niet op de locatie aanwezig is, ongeveer tweemaal per dag naar de beelden. De beroepskrachten openen of sluiten dagelijks met minimaal twee personen en de assistent-leidinggevende is dagelijks aanwezig. Ook is er regelmatig een huishoudelijk medewerker aanwezig op de locatie. Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
7/15
-Gesprek met de assistent-leidinggevende -Gesprek met de beroepskrachten -Observaties op beide groepen -Onderzoek na aanvraag (d.d. 25 maart 2014)
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
8/15
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Het kindercentrum beschikt over twee stamgroepsruimtes. De eerste stamgroepsruimte (babygroep) heeft een oppervlakte van 38,6 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal elf kinderen. De tweede stamgroepsruimte (peutergroep) heeft een bruto-oppervlakte van 38,8 m² en is daarmee ook geschikt voor de opvang van maximaal elf kinderen. De opvangruimtes worden afgescheiden van elkaar door middel van een deur. Op de peutergroep staat een hoge tafel waar alle kinderen tegelijk aan kunnen zitten. Er is los speelgoed beschikbaar, zoals een pop, blokken, een keukenhoek, boeken en lego. Het speelgoed is niet opgeborgen op kindhoogte. Dit komt overeen met het pedagogisch beleid. Op de babygroep staat een bank, twee hoge boxen en een ruime grondbox. Er is één slaapkamer in het kindercentrum, die aan de babygroep grenst. In de slaapkamer zijn zestien slaapplaatsen beschikbaar. Buitenspeelruimte De buitenruimte heeft een oppervlakte van 93,9 m² en dat is voldoende voor de opvang van 22 kinderen. Om in de buitenruimte te komen, moeten de kinderen wel via een houten vlonder en een trap (met ca. vier treden) naar beneden. Hiervoor zijn maatregelen genomen die worden beschreven in het protocol buiten spelen en de werkinstructies. De ondergrond van de buitenspeelruimte is voor de helft schokdempend en de andere helft is betegeld. Achter in de tuin staat een afdak waaronder speelmateriaal kan worden opgeborgen. De leidinggevende heeft tijdens het onderzoek na aanvraag verklaard dat er voor aanvang van de exploitatie een glijbaan zal worden geïnstalleerd, dat er los speelmateriaal (zoals ballen etc.) zal worden aangeschaft en dat het achterste gedeelte van de buitenruimte met een hekje zal worden afgeschermd, zodat de baby's daar kunnen spelen. Dit is tijdens het inspectiebezoek nog niet gebeurd. De assistent-leidinggevende verklaart dat dit op korte termijn zal gebeuren. Tijdens het volgende inspectieonderzoek zal hier aandacht aan worden besteed. De houder beschikt over stoepkrijt, zes fietsjes en een doorkruiprups, waarmeer er voldoende los speelmateriaal aanwezig is. Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek -Gesprek met de assistent-leidinggevende -Gesprek met de beroepskrachten -Onderzoek na aanvraag (d.d. 23 maart 2014) -Pedagogisch beleidsplan de Madelief kinderopvang (versie februari 2014)
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
9/15
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van een website (www.madeliefkinderopvang.nl), een informatiebrochure en een nieuwsbrief die elke zes weken wordt verspreid. In november 2014 wordt de eerste ouderavond georganiseerd. De informatiebronnen zijn toegankelijk voor alle ouders. Op de website wordt het pedagogisch beleid, waarin het vierogenprincipe is beschreven, weergegeven. Ook de groepsgrootte wordt vermeld en de mate en voorwaarden waaronder de beroepsbegeleidende leerlingen (BBL'ers) kunnen worden ingezet, is beschreven. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de kwaliteitswijzer, een website die is ingesteld door de gemeente Amsterdam waarop houders informatie over hun kindercentrum kunnen plaatsen. Ouders zijn er altijd van op de hoogte door welke beroepskrachten de kinderen worden opgevangen, doordat er een rooster op de groep hangt. Ook hangen er op iedere groep foto's van de beroepskrachten met een tekstje waarin zij zich voorstellen. Op de website van de houder is het meest recente inspectierapport te downloaden. Oudercommissie Er is ten tijde van het inspectieonderzoek een oudercommissie met één lid. Bij één lid is er geen sprake van een oudercommissie. De voorwaarden met betrekking tot de oudercommissie zijn dan ook niet beoordeeld. De houder heeft tot zes maanden na de aanvraag van exploitatie de tijd om een oudercommissie in te stellen. Klachten De houder beschikt over een klachtenregeling. Deze regeling is te vinden op de website. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten Gebruikte bronnen: -Inspectieonderzoek -Gesprek met de assistent-leidinggevende -Gesprek met de beroepskrachten -Onderzoek na aanvraag (d.d. 23 maart 2014) -Website: www.madeliefkinderopvang.nl (geraadpleegd op 4 juli 2014)
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
10/15
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
11/15
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
12/15
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
13/15
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje 000028091299 http://www.madeliefkinderopvang.nl 22 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Bimal Madeliefje B.V. Admiraal de Ruijterweg 434 436 1055 NE AMSTERDAM 53380908
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. E.A. Leyen, MSc.
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Stadsdeel West : Postbus 57239 : 1020 BC AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
24-06-2014 08-07-2014 16-07-2014 16-07-2014 21-07-2014
: 21-07-2014 :
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
14/15
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. P.M.
Kinderdagverblijf Bimal Madeliefje - Jaarlijks onderzoek 24-06-2014
15/15