Inspectierapport
KDV Belle van Buuren (KDV) J. Reyneke van Stuwestraat 44 3604DJ MAARSSEN Registratienummer 150372474
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD regio Utrecht Stichtse Vecht 12-02-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 16-02-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd onderzoek. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Inleiding De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemene kenmerken Kinderdagverblijf 'Belle van Buuren' is onderdeel van Stichting Kindercentra Midden Nederland Kind & Co. De Stichting exploiteert ongeveer 160 kindercentra in de regio Midden Nederland en een aantal in Noord Holland (Diemen). Het gaat om kinderdagverblijven, locaties buitenschoolse opvang, locaties voor peuteropvang en een gastouderbureau. Het hoofdkantoor van de Stichting is gevestigd in Nieuwegein. De locatie staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerd met maximaal 66 kindplaatsen per dag en is geopend sinds 2009. In de praktijk bestaat 'Belle van Buuren' uit vijf groepen van elk maximaal twaalf kinderen met twee beroepskrachten. Het gaat om vijf 'verticale' groepen voor kinderen van nul tot vier jaar. Het kinderdagverblijf is gelegen in de wijk 'Opbuuren' in Maarssen en is gehuisvest op de benedenverdieping van het pand. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie in maart 2013 voldeed de locatie aan de onderzochte kwaliteitseisen behalve ten aanzien van alle eisen binnen het domein 'Personeel en groepen'. In opdracht van de gemeente heeft in juli 2014 een nader onderzoek plaatsgevonden waaruit naar voren kwam dat de houder deze overtreding had opgeheven. Tijdens de jaarlijkse inspectie in april 2014 voldeed de locatie aan de onderzochte kwaliteitseisen. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze jaarlijkse inspectie zijn relevante kwaliteitseisen binnen onderstaande domeinen onderzocht:
‘Pedagogisch klimaat’; ‘Personeel en groepen’; 'Veiligheid en gezondheid'; 'Accommodatie en inrichting'.
De houder voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang die tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd:
‘emotionele veiligheid’; ‘persoonlijke competentie’; ‘sociale competentie’; ‘overdracht van normen en waarden’.
Per competentie staat in het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’ een aantal criteria waar de toezichthouder op let bij de observatie. Onder het kopje ‘pedagogische praktijk’ zijn een aantal observatiecriteria in de tekst cursief gezet. Pedagogische praktijk Inleiding Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaatsgevonden:
gedeelte van de middagpauze van de beroepskrachten; vrij spelen; eten en drinken samen aan tafel; spelactiviteiten.
Op het moment van de inspectie zijn aanwezig;
twaalf kinderen met twee beroepskrachten op de 'groene goudvissen'; tien kinderen met twee beroepskrachten op de 'blauwe beren'; elf kinderen met twee beroepskrachten op de 'gele giraffen'; twaalf kinderen met twee beroepskrachten op de 'oranje olifanten'; tien kinderen met twee beroepskrachten op de 'rode rupsen'.
Emotionele veiligheid Observatie-criterium uit het veldinstrument: De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Observatie: Een beroepskracht is het speelgoed aan het opruimen samen met de kinderen. De beroepskracht benadert de kinderen op een positieve manier en geeft complimentjes: 'Goed zo, dat is slim van je!', zegt de beroepskracht tegen een van de kinderen. Conclusie: De kinderen zijn vertrouwd met de beroepskrachten. De beroepskrachten tonen affectie naar de kinderen. Observatie-criterium uit het veldinstrument: Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Kinderen laten hun emoties zien, zowel in positieve zin als in negatieve zin. De emoties zijn passend bij de situatie. 4 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Observatie: De kinderen lijken op hun gemak en tonen hun emoties. Conclusie: De sfeer is ontspannen en prettig. Persoonlijke competentie Observatie-criterium uit het veldinstrument: Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde individuele en groepsactiviteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en bieden zowel rustmomenten als actieve uitdaging. Kinderen hebben er plezier en zin in. Ieder kind krijgt leer-/ervaringskansen naar eigen wens en behoefte. Observatie: Tijdens de middagpauze van de beroepskrachten is altijd één van de beroepskrachten op de groep. De kinderen die tussen de middag slapen liggen nog op bed. Een aantal kinderen spelen op de groep. De beroepskracht zit aan tafel met de kinderen. De kinderen spelen met houten puzzels en houten bouwtorens. De beroepskracht begeleidt het spel van de kinderen. Interview beroepskracht: De spelactiviteiten van het kinderdagverblijf zijn gebaseerd op de thema's van 'Uk en Puk'. Op dit moment is het thema: 'Dit ben ik'. De spelactiviteiten binnen dit thema zijn bijvoorbeeld; liedjes zingen en verhalen voorlezen die iets met dit thema te maken hebben, je gezicht bekijken in een spiegel, een kusje op een briefje zetten. Conclusie: Het spelprogramma is passend bij de verschillende leeftijden van de kinderen. Observatie-criterium uit het veldinstrument: Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Er is (binnen en buiten) voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en leeftijdsgroepen. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Er zijn (enkele) specifieke speelhoeken/-gebieden. Observatie: De binnenruimtes zijn ingericht met speelhoeken en kasten met spelmateriaal binnen handbereik van de kinderen. Op elke groep is een afgeschermde speelhoek aanwezig speciaal voor baby's. De buitenruimte bestaat uit drie afzonderlijke aangrenzende gedeeltes. Ieder gedeelte is ingericht binnen een bepaald thema. Zo is er een 'ontdektuin', een 'verkeerstuin' en een 'kasteeltuin'. Conclusie: Het spelmateriaal is passend bij de verschillende leeftijden van de kinderen. Conclusie: Uit de observaties door de toezichthouder is gebleken dat de uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Pedagogisch werkplan
5 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie: De verklaringen omtrent het gedrag zijn geldig en op tijd aangevraagd. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's van de aanwezige beroepskrachten gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie: De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals deze in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Kinderdagverblijf ‘Belle van Buuren’ bestaat uit vijf stamgroepen van elk maximaal twaalf kinderen met twee beroepskrachten. Conclusie: Ieder kind behoort bij een stamgroep. Beroepskracht-kindratio Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht-kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen. Conclusie: Voor het aantal aanwezige kinderen en hun leeftijden worden er voldoende beroepskrachten ingezet. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De maatregelen die voortvloeien uit de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn besproken met de beroepskrachten tijdens de teamvergaderingen. Conclusie: Het veiligheids- en gezondheidsbeleid voldoet aan de onderzochte eisten uit de Wet kinderopvang. Meldcode kindermishandeling Uit de interviews met de beroepskrachten komt naar voren dat de meldcode tijdens de teamvergaderingen herhaaldelijk wordt besproken met de beroepskrachten. Conclusie: De houder bevordert de kennis ten aanzien van de meldcode volgens de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties
7 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Gebruikte bronnen: Observaties
8 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
KDV Belle van Buuren http://www.kmnkindenco.nl 66 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kindercentra Midden Nederland Kind en Co Newtonbaan 7 3439NK NIEUWEGEIN www.kmnkindenco.nl 30182723
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD regio Utrecht Postbus 51 3700AB ZEIST 030-6086086 J. Funcke
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Stichtse Vecht : Postbus 1212 : 3600BE MAARSSEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
12-02-2015 13-02-2015 16-02-2015 16-02-2015 16-02-2015
: 16-02-2015 : 16-02-2015
12 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Geachte mevrouw J.J.V. Funcke-Prickarts, In het kader van hoor en wederhoor wil ik hierbij reageren op de GGD-rapportage van KDV Belle van Buuren te Maarssen, registratie nummer Uit-2015/12513/JF/TdR rapport nummer ID137450 . Zienswijze houder kindercentrum De houder kan zich vinden in de zienswijze van de toezichthouder. Met vriendelijke groet, KMN Kind & Co
13 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-02-2015 KDV Belle van Buuren te MAARSSEN