Inspectierapport Jip en Janneke (PSZ) Mozartstraat 2B 4207DS GORINCHEM
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
Dienst Gezondheid en Jeugd GORINCHEM 12-03-2014 Regulier onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Ruimte en inrichting......................................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 15 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 15 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 16
2 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen Peuterspeelzaal Jip en Janneke is onderdeel van de Stichting Kindercentra Gorinchem (SKG). Deze stichting biedt dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzaalwerk aan in de gemeente Gorinchem. Bij alle peuterspeelzalen van de SKG wordt gewerkt volgens de Piramidemethode. Huidige inspectie Het betreft een onaangekondigde inspectie op alle domeinen van de Wet Kinderopvang. Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Inspectiegeschiedenis In 2013 zijn tekortkomingen geconstateerd op wettelijke voorwaarden omtrent de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid, VVE en de inhoud van het pedagogisch beleid. In 2012 zijn tekortkomingen geconstateerd binnen de domeinen van VVE en het pedagogisch beleid. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid SKG heeft een pedagogisch beleid opgesteld waarin de vier competenties van Riksen-Walraven in worden beschreven. Ook heeft SKG een duidelijke visie op de omgang met kinderen. Een belangrijk uitgangspunt van SKG is dat elk kind een individu is. Ieder kind moet de ruimte krijgen om zichzelf te zijn en zich te ontwikkelen naar eigen zelfstandigheid. Daarnaast wil de SKG de totale ontwikkeling en de daarbinnen te onderscheiden ontwikkelingsgebieden en leeftijdsfasen van het individuele kind evenwichtig stimuleren. Het pedagogisch werkplan beschrijft onder andere de werkwijze, de leeftijdsopbouw, maximale groepsomvang en de inzet van stagiaires. Het werkplan heeft een bijlage met de procedure zorgkinderen en welbevinden van de kinderen. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke voorwaarden van de Wet Kinderopvang omtrent de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. Pedagogische praktijk Observatie vond plaats tijdens een kringmoment, vrij spel en een activiteit dat hoorde bij het thema lente. Tijdens het kringmoment was er een jongetje dat huilde. Hij werd getroost door een beroepskracht en op schoot genomen. Na vijf minuten te hebben afgewacht en proberen af te leiden, hield het kindje niet op met huilen. Andere kinderen leken hiervan onder de indruk. De andere beroepskracht besloot toen er in de groep even aandacht aan te besteden door het kindje zijn tas te pakken en in de kring te bekijken of er nog iets in de tas zat dat het jongetje misschien nog even nodig had. Dit ging op speelse en interactieve wijze met alle kinderen in de kring. Nadat het huilende jongentje een tweede knuffel had gekregen en door middel van deze aandacht was afgeleid, hield het op met huilen en kon hij zelfstandig in de kring meedoen. Ook een kind dat later binnenkwam kreeg even individueel aandacht en werd uitgelegd dat het eerst even in de groep mocht spelen en een knutselwerkje mocht maken en daarna in de speelhal mocht spelen. Meerdere kinderen kwamen spontaan bij één van beide beroepskrachten een praatje maken of iets vragen ("mag ik buiten in de zandbank" en "juf Anne, ik heb de échte Roodkapje op televisie gezien". Hiermee was voldoende zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. Onder het kringmoment werd een veer doorgegeven. Elk kind kreeg bij het noemen van zijn naam de veer van een ander kindje en mocht er even aan voelen en mee kriebelen. Ook onder het vrij spel kregen kinderen individueel aandacht. Hierbij werd op spelende wijze aandacht besteed aan de kleuren en vormen van de blokjes en van de auto-onderdelen. Tijdens het lijmen van veren op een vogeltje van papier werd de fijne motoriek gestimuleerd. Hierbij werd bijvoorbeeld gevraagd naar de kleur van het veertje en of het kind nog een beetje lijm op dit of dat plekje wilde doen. Uit bovenstaande blijkt dat er voldoende zorg was voor de stimulatie van de persoonlijke ontwikkeling. Tijdens het kringmoment werden de kinderen één voor één gevraagd de veer even vast te houden, te voelen en daarna door te geven aan een kindje dat bij naam genoemd werd. De peuterspeelzaal werkt met een vaste ochtendindeling. Kinderen krijgen twee maal de gelegenheid vrij te spelen. Tijdens de observatie speelden de kinderen veelal naast elkaar, maar in de speelhal werd enigzins op spontane wijze samengespeeld. Er mochten maximaal vijf kinderen tegelijkertijd in de speelhal spelen, de andere kinderen moesten op dat moment in het speellokaal blijven. Zij mochten later in de speelhal spelen, dit werd ook aan hen uitgelegd. Een kindje dat de toegang tot enkele speelhoeken met allerlei speelmateriaal bemoeilijkte werd gevraagd dit even op te ruimen, zodat andere kindjes er nog goed langs konden en er ook niet over zouden struikelen. Hiermee was er voldoende mogelijkheid om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
4 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Afspraken, regels en gedragsvormen waren aanwezig en duidelijk. Waar nodig werden deze herhaald door de beroepskrachten: "We blijven even zitten, ik ga nog even een boekje lezen en daarna gaan we lekker weer spelen."
Voorschoolse educatie Peuterspeelzaal Jip en Janneke maakt gebruik van het voorschoolse educatie programma Piramide. De peuterspeelzaal is alle dagen in de ochtend, en soms ook in de middag geopend. In principe komen kinderen twee maal spelen op de peuterspeelzalen van SKG. Als een kind (na observatie) baat blijkt hebben bij voorschoolse educatie, dan wordt aan dit kind een derde dagdeel aangeboden. Er staan altijd twee beroepskrachten op de groep, mogelijk aangevuld met een stagiaire. SKG heeft als algemeen beleid ingesteld dat er maximaal 15 kinderen tegelijkertijd komen spelen. Steekproefsgewijs zijn kopieën van diploma's en getuigschriften van beroepskrachten digitaal ingezien op locatie. In het kader van overleg en overreding zijn er later nog twee ontbrekende certificaten toegestuurd. Een opleidingsplan van 2014 is toegestuurd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Er is gesproken met de • locatieverantwoordelijke) • Interview anderen (Er is gesproken met de aanwezige beroepskrachten) • Observaties (Observatie vond plaats tijdens vrij spel, kring en een knutselactiviteit.) Pedagogisch beleidsplan • • Pedagogisch werkplan • VVE-certificaten • Opleidingsplan voorschoolse educatie
5 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag In verband met continue screening dienen verklaringen omtrent het gedrag maximaal twee jaar oud te zijn. De kopieën van verklaringen omtrent het gedrag van de twee op het moment van inspectie werkzame beroepskrachten zijn ingezien en voldoen. Deze verklaringen dateerden beiden van september 2013. Ook van de stagiaire is digitaal een kopie van een verklaring omtrent het gedrag overhandigd en voldeed. Passende beroepskwalificatie Van de twee op het moment van inspectie werkzame beroepskrachten zijn kopieën van de diploma's digitaal ingezien. Deze voldeden. Vrijwilligersbeleid Binnen SKG is er één vrijwilligster werkzaam. Hiervoor heeft SKG een vrijwilligerbeleid opgesteld. Het vrijwilligersbeleid beschrijft de minimumeisen waar een vrijwilligster aan moet voldoen, de afspraken die gemaakt zijn met de vrijwilligster en de taakomschrijving. Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden. De gemeente heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor de vrijwilligster. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Uit bezettingslijsten, gesprek en observatie blijkt dat de beroepskracht-kindratio als volgt is:
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Aantal kinderen max. 15 max. 15 max. 14 max. 15 max. 15
Aantal beroepskrachten 2 2 2 2 2
Naast de beroepskrachten is er eventueel een stagiaire aanwezig. Opvang in groepen Elke groep van de peuterspeelzaal bestaat uit maximaal 15 kinderen. Er zijn vier vaste beroepskrachten in dienst, waarvan elke dag twee vaste beroepskrachten aanwezig zijn. Het rooster is zodanig opgesteld dat kinderen maximaal drie vaste beroepskrachten ziet. Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden omtrent de opvang in groepen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Er is gesproken met de • locatieverantwoordelijke) • Interview anderen (Er is gesproken met de aanwezige beroepskrachten) • Observaties (Observatie vond plaats tijdens vrij spel, kring en een knutselactiviteit.) • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Vrijwilligersbeleid • Presentielijsten • Personeelsrooster
6 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid dateren van 13 januari 2014. Alle thema's wat betreft veiligheid en gezondheid zijn meegenomen. Door het opstellen van huisregels, het instellen van protocollen en het uitvoeren van een aantal standaard controles zijn preventieve maatregelen genomen om de risico's te reduceren. De beroepskrachten worden op de hoogte gebracht van de risico-inventarisatie door de kwaliteitsmedewerker. Zij voert de risico-inventarisatie uit en mailt deze vervolgens door naar de beroepskrachten. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke voorwaarden omtrent de veiligheid en gezondheid. Meldcode kindermishandeling SKG heeft organisatiebreed de meldcode vastgesteld. De meldcode is voor de beroepskrachten te vinden in het handboek. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Er is gesproken met de • locatieverantwoordelijke) • Interview anderen (Er is gesproken met de aanwezige beroepskrachten) • Risico-inventarisatie veiligheid • Risico-inventarisatie gezondheid • Actieplan veiligheid • Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie • • Huisregels/groepsregels • Meldcode kindermishandeling
7 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Ruimte en inrichting
Binnenruimte Peuterspeelzaal Jip en Janneke bestaat uit twee groepsruimtes. Daarnaast mogen de kinderen spelen in de naast de speelruimte gelegen hal, welke niet direct toegang verschaft naar buiten. Tijdens de inspectie was er één groepsruimte geopend. Deze ruimte was ingedeeld met diverse speelhoeken, zoals een leeshoek, een poppenhoek, een keukenhoek en een autohoek. Buitenspeelruimte Peuterspeelzaal Jip en Janneke maakt gebruik van de buitenruimte van de in hetzelfde pandgevestigde kinderdagverblijf van SKG. Het plein is onder andere ingericht met een glijbaan, wipkip, een zandbak en een speelhuisje. Gebruikte bronnen: • Observaties (Observatie vond plaats tijdens vrij spel, kring en een knutselactiviteit.)
8 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Ouderrecht
Informatie Ouders worden door middel van een informatieboekje, de website, inschrijfformulier, intakegesprek en telefonisch voldoende geïnformeerd over het beleid. Het meest recente inspectierapport is op de website geplaatst. Klachten Voor de externe afhandeling van klachten van ouders is SKG aangesloten bij de Zuid-Hollandse Central Klachtencommissie Kinderopvang. Een klachtenjaarverslag is toegezonden. Er zijn geen klachten extern afgehandeld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Er is gesproken met de • locatieverantwoordelijke) • Interview anderen (Er is gesproken met de aanwezige beroepskrachten) • Informatiemateriaal voor ouders • Website Nieuwsbrieven • • Klachtenregeling • Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector
9 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
12 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
13 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
14 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Jip en Janneke http://www.kinderopvanggorinchem.nl 15 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Stichting Kindercentra Gorinchem Vijfzinnenstraat 4b 4201JD GORINCHEM 41118503
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Dienst Gezondheid en Jeugd Postbus 166 3300AD DORDRECHT 078-7708500 M. van Leeuwen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: GORINCHEM : Postbus 108 : 4200AC GORINCHEM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
12-03-2014 24-04-2014 20-05-2014 20-05-2014
: 20-05-2014 : Uiterlijk 10-05-2014
15 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
16 van 16 Definitief inspectierapport 2014 Peuterspeelzaal Jip en Janneke te GORINCHEM