Inspectierapport De Krûpelhintsjes (PSZ) Hantumerweg 28 9101 AB DOKKUM
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Fryslân DONGERADEEL 04-06-2014 Onderzoek na registratie Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Ruimte en inrichting......................................................................................................... 9 Ouderrecht ....................................................................................................................10 Inspectie-items ..................................................................................................................11 Gegevens voorziening .........................................................................................................17 Gegevens toezicht ..............................................................................................................17 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal............................................................................18
2 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek na registratie. Beschouwing Op 4-06-2014 heeft er door de GGD Friesland op verzoek van de gemeente Dongeradeel een onderzoek na registratie plaats gevonden bij Peuterspeelzaal De Krûpelhintsjes in Dokkum. De peuterspeelzaal is in November 2013 van locatie veranderd en is nu gehuisvest in een vaste ruimte van basisschool de Twine in Dokkum. PSZ De Krûpelhintsjes is een onderdeel van Stichting Peuterspeelzalen Dongeradeel. De peuterspeelzaal heeft drie groepen en is zes dagdelen per week open. Per dagdeel wordt er gewerkt met één beroepskracht en een vrijwilliger. De binnen- en buitenspeelruimte beschikken over voldoende materiaal waarmee gespeeld kan worden en wat gericht is op de verschillende ontwikkelingsgebieden van de peuters. De nodige documenten voor het inspectieonderzoek zijn compleet en volgens afspraak ontvangen. De inspecteur is vriendelijk ontvangen en de beroepskracht heeft op open wijze haar medewerking aan het onderzoek verleent. PSZ De Krûpelhintsjes voldoet aan alle getoetste items. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Bij Peuterspeelzaal De Krûpelhintsjes wordt er verzorging en opvoeding geboden aan kinderen van 2 – 4 jaar. Gebruikte bronnen: Observatie.
4 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Pedagogisch klimaat
Peuterspeelzaal De Krûpelhintsjes in Dokkum is onderdeel van Stichting Peuterspeelzalen Dongeradeel (SPD). De SPD heeft naast de locaties in Dokkum nog een aantal locaties in de gemeente Dongeradeel. SPD locaties werken met een afgeleide van het pedagogisch beleidsplan namelijk het pedagogisch werkplan waarin de locatie specifieke eigenschappen zijn opgenomen. Tijdens het interview met de beroepskracht blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Tijdens de inspectie kwamen voorwaarde 2 t/m 5 aan de orde. De toezichthouder concludeert hieruit dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de 4 competenties. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleid komt aan de orde tijdens het afstemmingsoverleg van de beroepskrachten van de locatie, daarnaast staat het pedagogisch beleid op de agenda van het overleg met alle beroepskrachten van SPD. Dit overleg vindt eens per vier weken plaats. De beroepskracht is volledig op de hoogte van de inhoud en uitgangspunten beschreven in het pedagogisch beleid- en werkplan. Dit bleek ook uit het gesprek met de beroepskracht en de observatie. De achterwacht regeling is duidelijk omschreven in het beleidsplan. De SPD werkt met een protocol wat voorziet in het doorverwijzen van kinderen met problemen waarin een oplossing niet door een Peuterspeelzaal kan worden geboden. SPD stelt eisen aan een passende beroepskwalificatie die gelden voor beroepskrachten werkzaam voor deze stichting. Pedagogische praktijk Het pedagogisch beleid komt aan de orde tijdens het afstemmingsoverleg van de beroepskrachten van de locatie, daarnaast staat het pedagogisch beleid op de agenda van het overleg met alle beroepskrachten van SPD. Dit overleg vindt eens per vier weken plaats. Er wordt aandacht besteed aan de sociaal emotionele veiligheid. Het welbevinden van de kinderen is goed; ze zijn ondernemend, de hele ruimte wordt gebruikt en de kinderen zijn gedurende de observatie intensief aan het spelen. De beroepskracht kijkt regelmatig bij de kinderen en vraagt wat ze aan het doen zijn, er is zowel verbaal als non verbaal contact. Regelmatig zoeken de kinderen de beroepskracht op om wat te vragen of vertellen. De kinderen kunnen ongestoord hun verhalen vertellen. Er worden voldoende mogelijkheden geboden voor het verwerven van persoonlijke competenties. De ruimte heeft verschillende speelhoeken en er wordt ook buiten gespeeld het spelmateriaal is gevarieerd, de kinderen kunnen het speelgoed zelf pakken uit de open kasten. Tijdens de observatie wordt in alle speelhoeken gespeeld. De kinderen mogen zelf weten waar en waarmee ze willen spelen. De sfeer is prettig, een aantal kinderen speelt met elkaar en sommige kinderen zijn alleen aan het spelen, de kinderen laten aan de beroepskracht trots zien waar ze mee bezig zijn. Er worden voldoende mogelijkheden geboden voor het verwerven van sociale competenties. Er wordt op respectvolle wijze ingegrepen bij onenigheid tussen kinderen, de beroepskracht spreekt op ooghoogte met de kinderen. Er wordt met een bepaalde regelmaat geprezen bij successen en gecorrigeerd bij onenigheid tussen de kinderen. 5 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Er worden voldoende mogelijkheden geboden voor het overdragen van normen en waarden. In de groep zijn regels en omgangsvormen te herkennen; gezamenlijk opruimen van het speelgoed, niet rennen in de groepsruimte. Er is een duidelijke dagindeling die bekend is bij de kinderen. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Er is gesproken met de beroepskracht mw T de Jager) • Observaties (Er is geobserveerd bij buiten spelen.) • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan • Protocol Veiligheid op de peuterspeelzaal • Protocol overdracht van de peuter speelzaal naar de basisschool • Protocol overdracht van informatie • RI&E Maart 2014 • Vrijwilligerbeleid • Stage beleid • Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld • Reglement oudercommissie
6 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De benodigde verklaringen omtrent gedrag zijn aan de GGD toegestuurd, gecontroleerd en in orde bevonden. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Vrijwilligersbeleid Stichting Peuterspeelzalen Dongeradeel beschikt over een vrijwilligersbeleid. Het vrijwilligersbeleid bevat informatie over; • De minimumeisen waar de vrijwilliger aan dient te voldoen, zoals het in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag en een goede beheersing van de Nederlandse of Friese taal; • De afspraken die de houder met de vrijwilliger maakt; • De taakomschrijvingen van de vrijwilliger; • De samenhang tussen de taakomschrijvingen en het pedagogisch beleid; • Stichting Peuterspeelzalen Dongeradeel heeft middels een collectieve aansprakelijkheidsverzekering tevens de vrijwilligers verzekerd. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Tijdens de inspectie waren er 13 kinderen aanwezig, zij werden begeleid door één beroepskracht en één stagiaire. Opvang in groepen De Krûpelhintsjes werkt met drie groepen waarin maximaal 15 kinderen worden opgevangen. De Krûpelhintsjes werkt met vast groepen met vaste leidsters. De Krûpelhintsjes is zes dagdelen per week open. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De kinderen worden aangesproken in de taal die zijzelf spreken. Dit is zowel Fries als Nederlands. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Er is gesproken met de beroepskracht mw T de Jager) • Observaties (Er is geobserveerd bij buiten spelen.) • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Vrijwilligersbeleid • Presentielijsten • Protocol Veiligheid op de peuterspeelzaal • Protocol overdracht van informatie • Protocol overdracht van de peuter speelzaal naar de basisschool • RI&E Maart 2014 • Vrijwilliger beleid • Stage beleid • Protocol kindermishandeling en huiselijk geweld • Reglement ouder commissie
7 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Veiligheid en gezondheid De SPD werkt met de "Digitale Risicomonitor", De RI&E' wordt jaarlijks herijkt door de beroepskrachten met ondersteuning van de kwaliteitsmedewerkers van de SPD. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De RI&E heeft als datum 6 maart 2014 en het betreft de huidige situatie. De Risico Monitor waarmee de RI&E gemaakt wordt omschrijft, voor zowel de veiligheid als de gezondheid, alle risico's. De inventarisatie bevat de omschrijvingen en het plan van aanpak. De beroepskracht is auteur van de RI&E en bij het inwerken van derden zoals stagiaires is het kennisnemen van de RI&E een standaard procedure. Er is een ongevallen registratie formulier aanwezig in het boekwerk waarin de RI&E is geplaatst. Meldcode kindermishandeling PSZ De Krûpelhintsjes werkt met een door het bestuur, van de SPD, vastgesteld protocol kindermishandeling en huiselijk geweld. Het protocol is op de locatie aanwezig. Uit het interview met de beroepskracht blijkt dat zij op de hoogte is van dit protocol en dat zij het stappenplan kent. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Er is gesproken met de beroepskracht mw T de Jager) Risico-inventarisatie veiligheid (Maart 2014) • • Risico-inventarisatie gezondheid (Maart 2014) • Actieplan veiligheid • Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie • • Huisregels/groepsregels • Meldcode kindermishandeling
8 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Ruimte en inrichting
Peuterspeelzaal De Krûpelhintsjes is, sinds November 2013, gevestigd in een eigen ruimte van de basisschool de Twine in Dokkum. Er worden in zes dagdelen per week groepen opgevangen van maximaal 15 kinderen. De buiten speel ruimte wordt gedeeld met de lagere klassen van de school. Hierover zijn onderling afspraken gemaakt. Binnenruimte De binnenspeelruimte heeft voldoende ruimte voor de opvang van maximaal 15 kinderen. De binnenspeelruimte heeft diverse speelhoeken. Er is geschikt speelmateriaal voor de kinderen. Het speelmateriaal is uitdagend en stimulerend. Er is voldoende speelmateriaal voor alle kinderen. Buitenspeelruimte PSZ De Krûpelhintsjes beschikt over een zeer ruime buitenspeelplaats die direct grenst aan de binnenruimte. Het geheel is goed omheind en afsluitbaar. De ruimte is passend ingericht. Gebruikte bronnen: • Observaties (Er is geobserveerd bij buiten spelen.)
9 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Ouderrecht
Ouders ontvangen informatie met betrekking tot de werkwijze en het beleid van peuterspeelzaal De Krûpelhintsjes middels een informatieboekje en via de website www.spd-dongeradeel.nl . Informatie
Bij het intakegesprek met de ouders worden de ouders geïnformeerd over de groep waarin hun kind wordt geplaatst en welke beroepskracht en vrijwilliger verantwoordelijk zijn. De inspectierapporten van de GGD Fryslan zijn en worden op de website geplaatst. De informatie die de ouders krijgen is gedetailleerd genoeg en sluit aan bij de praktijk. Klachten De Stichting Peuterspeelzalen Dongeradeel beschikt over een door het bestuur vastgestelde klachtenregeling. De klachtenregeling beschrijft op duidelijke wijze hoe een klacht wordt behandeld en hoe er met het resultaat wordt omgegaan. De klachtenregeling is te vinden op de website van de SPD en de ouders worden hierop attent gemaakt bij de intake van hun kind. Op 15 januari is het openbaar jaarverslag klachtenregeling van 2013 door GGD Fryslan ontvangen. Er zijn in 2012 en 2013 geen klachten door de SPD ontvangen. Gebruikte bronnen: • Informatiemateriaal voor ouders Website • • Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector
10 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
14 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
15 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
16 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
De krûpelhintsjes http://www.spd-dongeradeel.nl 45 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting peuterspeelzalen Dongeradeel Altenastreek 66 9101 BA DOKKUM www.spd-dongeradeel.nl 01106461
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 J. Hospes Frans Schoutsen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: DONGERADEEL : Postbus 1 : 9100AA DOKKUM
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
04-06-2014 17-06-2014 25-06-2014 30-06-2014 30-06-2014
: 21-07-2014
17 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
18 van 18 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal onderzoek na registratie 04-06-2014
De krûpelhintsjes te DOKKUM