Inspectierapport De Kopakker (BSO) Dijkgraafhof 2 8043EB ZWOLLE Registratienummer 165634923
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD IJsselland Zwolle 20-04-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 02-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening .........................................................................................................11 Gegevens toezicht ..............................................................................................................11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................12
2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een aantal kwaliteitseisen onderzocht op het gebied van de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kindratio en de pedagogische kwaliteit. Tegelijk met dit regulier onderzoek is een nader onderzoek uitgevoerd (met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag en de opvang in groepen). De uitkomst van dit nader onderzoek is verwerkt in een apart rapport (zie rapport nader onderzoek d.d. 20-04-2015). Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over BSO de Kopakker BSO de Kopakker is een buitenschoolse opvang in de wijk Stadshagen en staat geregistreerd met 160 kindplaatsen. Momenteel worden er ongeveer 70 kinderen opgevangen in de leeftijd van 4-12 jaar. De opvang vindt plaats binnen de muren van basisschool de Wendakker, locatie Kopakker. Op deze locatie wordt geen vakantieopvang aangeboden. Kinderen gaan in vakanties naar locatie Buckhorstlaan. De buitenschoolse opvang is onderdeel van Landstede Kinderopvang. Landstede heeft meerdere kinderdagverblijf- en buitenschoolse opvanglocaties in de regio IJsselland. Landstede Kinderopvang werkt vanuit de visie van Reggio Emilia. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaatsgevonden: -30-09-2013: reguliere inspectie. Tijdens dit onderzoek blijkt dat er geen locatiegebonden oudercommissie is ingesteld. -27-11-2014: jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd op het gebied van verklaringen omtrent het gedrag en de opvang in groepen. Bevindingen op hoofdlijnen De houder voldoet aan de meeste voorwaarden die bij deze jaarlijkse inspectie zijn onderzocht. Er wordt nog niet voldaan aan alle eisen aangaande de opvang in groepen en de beroepskrachtkindratio. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. De volgende afspraak wordt met de houder gemaakt en zal over 3 maanden (na 20-07-2015) door de GGD gecontroleerd worden; - Op alle groepen voldoet de beroepskracht-kindratio aan de Wet Kinderopvang. Opvang in groepen Tijdens de vorige jaarlijkse inspectie d.d. 27-11-2014 is een tekortkoming rondom de opvang in groepen geconstateerd. Tijdens deze jaarlijkse inspectie is wederom een tekortkoming geconstateerd met betrekking tot de opvang in groepen. De GGD verzoekt de gemeente Zwolle om de handhaving te bepalen aangaande de geconstateerde overtreding tijdens deze jaarlijks inspectie.
3 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
4 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten zijn inhoudelijk op de hoogte van het beleidsplan. Dit is terug te zien in het handelen van de beroepskrachten. Het beleid en handelen wordt besproken tijdens het werkoverleg. Emotionele veiligheid Veldinstrument:'De beroepskrachten communiceren met de kinderen'. Observatie De beroepskrachten hebben verschillende gesprekjes met de kinderen. Als de kinderen uit school komen vraagt de beroepskracht verschillende dingen aan de kinderen. Bijvoorbeeld over school, Koningsdag en over buiten spelen en het mooie weer. Een beroepskracht is net begonnen op deze groep en kent nog niet alle namen van de kinderen. Ze vraagt aan de kinderen hoe ze heten en vertelt ook hoe ze zelf heet. Persoonlijke competenties Veldinstrument: 'De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen'. Observatie Kinderen krijgen de mogelijkheid om zelf te kiezen wat ze willen doen bij de BSO. De beroepskrachten en kinderen praten tijdens het fruit eten met elkaar over wat ze gaan doen die middag. Er worden altijd verschillende activiteiten aangeboden waar de kinderen uit kunnen kiezen. Dit keer is dat een creatieve activiteit, een dansles en een spel buiten. Er zijn ook kinderen die niet mee willen doen aan de georganiseerde activiteiten. Deze kinderen mogen zelf iets kiezen. Sociale competenties Veldinstrument: 'De kinderen zijn deel van de groep'. Observatie De beroepskrachten dragen uit dat de inbreng en hulp van kinderen er toe doet. Tijdens de dansactiviteit mogen twee kinderen de beroepskracht helpen. Ze oefenen samen het dansje dat hoort bij het liedje 'energie' dat tijdens Koningsdag landelijk op alle scholen te horen zal zijn. De beroepskracht benoemt naar de andere kinderen dat de twee kinderen het dansje heel goed kennen en dat zij hem daarom voor mogen doen. De twee kinderen hebben ook geholpen bij de voorbereiding. Ze hebben met de beroepskracht vooraf besproken hoe ze deze activiteit gaan invullen. Bijvoorbeeld dat ze eerst een warming up gaan doen met alle kinderen en dat ze de clip van het liedje op een digitaal schoolbord laten zien. Ook helpen de kinderen om alles klaar te zetten voor de activiteit. De overdracht van normen en waarden Veldinstrument: 'Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast'. Observatie 5 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
De beroepskrachten handelen eenduidig. Een beroepskracht vraagt aan een kind of hij iets op wil halen uit de andere groep. Ze zegt daarbij duidelijk dat er niet gerend mag worden in de gang van de school. Als het kind de deur uit loopt herhaalt de beroepskracht de afspraak nog een keer. De beroepskracht benoemt ook waarom deze afspraak er is. Even daarvoor zegt een andere beroepskracht tegen een ander kind dat hij niet mag rennen in de gang. Conclusie De pedagogische praktijk is conform de Wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (op de groepen Spetters en Toppers en tijdens gezamenlijke activiteiten) Pedagogisch beleidsplan
6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag is gebaseerd op een steekproef. De beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. De beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Bij Landstede BSO De Kopakker is plek voor maximaal 160 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Momenteel wordt er op maandag, dinsdag en donderdag gewerkt met drie basisgroepen, te weten: -Spetters: 4-6 jarigen -Toppers: 6-8 jarigen -Kanjers: 8+ groep In de groepen Spetters en Toppers mogen maximaal 20 kinderen worden opgevangen. In de groep Kanjers mogen maximaal 30 kinderen worden opgevangen. Tijdens het vorige inspectiebezoek in november 2014 voldeed de houder niet aan de voorwaarde dat ieder kind bij een basisgroep behoort. Het teveel aan kinderen, dat op de dinsdag werd opgevangen werd dan in één van de andere groepen geplaatst. Op deze manier werd niet ieder kind in zijn eigen basisgroep opgevangen. Tijdens deze inspectie constateert de toezichthouder dat op dinsdag nog steeds geregeld meer dan 20 kinderen aanwezig zijn bij de Spetters en de Toppers. Uit het interview met de beroepskracht blijkt dat het teveel aan kinderen niet meer in een andere groepen worden geplaatst maar dat kinderen in hun eigen basisgroep blijven. Echter, in een basisgroep met kinderen tot 8 jaar mogen niet meer dan 20 kinderen opgevangen worden. Op deze manier wordt dus niet voldaan aan de voorwaarden dat een basisgroep uit maximaal 20 kinderen bestaat in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio 7 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
De presentielijsten en personeelsroosters van april 2015 zijn op basis van een steekproef bekeken. Hieruit blijkt dat de beroepskracht-kindratio op de groep Spetters en Toppers op de dinsdag niet klopt. Er staan dan 21 kinderen op de lijst met 2 beroepskrachten. Voorheen werden kinderen dan in een andere groep opgevangen waardoor de BKR voldeed. Nu blijven kinderen in de eigen basisgroep. Beroepskrachten geven aan dat het door afmeldingen niet altijd voorkomt dat er meer dan 20 kinderen zijn en dat in sommige gevallen een extra beroepskracht wordt ingezet. Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder de volgende beroepskracht-kindratio geconstateerd: naam groep Spetters Toppers Kanjers
aantal aanwezige kinderen 12 11 9
aantal aanwezige beroepskrachten 2 1 1
aantal benodigde beroepskrachten 2 2 1
Tijdens de inspectie voldeed de BKR op de groep Toppers dus niet.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (op de groepen Spetters en Toppers en tijdens gezamenlijke activiteiten) Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (steekproef beroepskrachten) Presentielijsten (april 2015) Personeelsrooster (april 2015)
8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: De Kopakker : http://www.landstedekinderopvang.nl : 160
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Landstede Kinderopvang Rechterland 1 8024AH ZWOLLE www.landstede.nl 41025466
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 Inge Moerenhout
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Zwolle : Postbus 10007 : 8000GA ZWOLLE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
20-04-2015 21-05-2015 02-06-2015 02-06-2015 03-06-2015
: 03-06-2015 : 17-06-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. 2-06-2015 zienswijze houder: Bij buitenschoolse opvang de kopakker worden de kinderen in hun eigen stamgroep opgevangen. Dit gebeurd in groepen van maximaal 20 kinderen. Door een doorschuiving van kinderen naar een nieuwe stamgroep zijn alle kind aantallen juist ten opzichte van de leidster-kind ratio. Als er een extra dag afgenomen word dan word er gekeken of er in de eigen stamgroep plek is. Is dit er niet en er is ruimte in een andere stamgroep dan zal daar de opvang eenmalig plaats vinden. 2-06-2015 reactie toezichthouder op zienswijze houder: De aangeleverde zienswijze heeft niet geleid tot aanpassingen in het rapport.
12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 20-04-2015 De Kopakker te ZWOLLE