Inspectierapport Doomijn BSO Tichelmeesterlaan (BSO) Tichelmeesterlaan LA ZWOLLE Registratienummer

Inspectierapport Doomijn BSO Tichelmeesterlaan (BSO) Tichelmeesterlaan 49 8014LA ZWOLLE Registratienummer 188440136

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD IJsselland Zwolle 19-11-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 14-12-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................10

2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 19-11-2015 Doomijn BSO Tichelmeesterlaan te ZWOLLE

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende:  de eisen aan het personeel;  de beroepskracht-kind-ratio;  de pedagogische kwaliteit. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over de opvang en de inspectie-geschiedenis volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport uitgewerkt. Feiten over Doomijn Buitenschoolse Opvang Tichelmeesterlaan Buitenschoolse Opvang (BSO) Tichelmeesterlaan is onderdeel van Stichting Doomijn Kinderopvang. Doomijn Kinderopvang heeft meerdere kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties binnen regio IJsselland. De buitenschoolse opvang is samen met het kinderdagverblijf gehuisvest binnen de muren van basisschool de Marshof in de wijk Zwolle Zuid. BSO Tichelmeesterlaan staat in het landelijk register kinderopvang geregistreerd met maximaal 40 kindplaatsen. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaatsgevonden:  17-12-2012: jaarlijks onderzoek;er zijn tekortkomingen geconstateerd op het gebied van instellen oudercommissie en risico inventarisatie veiligheid en gezondheid.  16-12-2013: nader onderzoek; de tekortkomingen op het gebied van de risico inventarisatie veiligheid en gezondheid van 17-12-2012 zijn opgeheven. Er is nog geen locatiegebonden oudercommissie ingesteld. De houder voldoet wel aan de inspanningsverplichtingen.  16-12-2013: jaarlijks onderzoek; er zijn geen tekortkomingen geconstateerd.  12-06-2014: jaarlijks onderzoek; er zijn geen tekortkomingen geconstateerd.  12-06-2014: incidenteel onderzoek; er zijn geen bezwaren vanuit de GGD tegen een uitbreiding van 35 naar 40 kindplaatsen. Bevindingen op Hoofdlijnen Tijdens dit inspectiebezoek is vastgesteld dat er een beroepskracht werkzaam is zonder passende beroepskwalificatie. De overige getoetste voorwaarden zijn conform de Wet kinderopvang. Er is een oudercommissie ingesteld. Vanuit de organisatie Doomijn is het voedingsbeleid onlangs gewijzigd. Zo wordt er van drie naar twee eetmomenten gegaan. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. In overleg met gemeente Zwolle wordt de volgende afspraak met de houder gemaakt:  Er wordt per direct een extra gekwalificeerde beroepskracht ingezet naast de beroepskracht die nog geen beroepskwalificatie heeft. Mocht blijken dat er niet gehandeld wordt volgens afspraak zal de gemeente overwegen een last onder dwangsom op te leggen.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Doomijn BSO Tichelmeesterlaan heeft een pedagogisch werkplan dat beschrijft hoe er met de kinderen gewerkt wordt. In een gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij goed op de hoogte zijn van het beleid en daarnaar handelen. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep. Het werkplan wordt momenteel herzien. Emotionele veiligheid Indicator: ‘De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen’. Observatie: Kinderen worden begroet bij hun naam. Er is een kind die een schaafwondje laat zien. Samen wordt er besloten om er geen pleister op te plakken, maar alleen een doekje erop te houden. De beroepskracht gaat bij het kleine groepje aan tafel zitten en gaat in gesprek met de kinderen. In de bovenbouwgroep is er een activiteit en is er een schoonheidssalon ingericht. Er is een kind die zich laat behandelen in een stoel door een beroepskracht. Andere kinderen zitten met hun voeten in een voetenbadje of zitten aan tafel voor het eet- en drinkmoment en ook daar vindt er volop interactie plaats tussen de kinderen en de beroepskracht. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator: ‘Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting’. Observatie: Eén groepsruimte wordt gedeeld met de peuterspeelzaal die s'ochtends gebruik maakt van de ruimte. De peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang heeft ieder eigen kasten met spelmateriaal. Verder zijn er diverse speelhoeken ingericht waar de kinderen vrij kunnen spelen. Er is momenteel geen vaste activiteitenplanning. Er wordt in de onderbouwgroep voornamelijk met algemene thema's gewerkt die vaak ook overeen komen met de peuterspeelzaal zodat de ruimte voor de onderbouw groep ook zo is ingericht. De bovenbouwgroep heeft een ideeënbus waar ze zelf in aan kunnen geven wat ze willen doen. Er is doorgaands wel een activiteitenrooster voor een maand. Kinderen mogen zelf hun drinken inschenken en een cracker smeren. Daarna gaan ze zelf de beker afwassen. Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator: ‘De kinderen zijn deel van de groep’. Observatie: Kinderen gaan in groepjes om beurten aan tafel zodat er in kleine groepjes wat gegeten en gedronken wordt. Andere kinderen gaan eerst even spelen en gaan later aan tafel. Deze werkwijze wordt op beide groepen zo gehanteerd. Er wordt bijgehouden of alle kinderen wat gedronken en gegeten hebben. Kinderen houden verder rekening met elkaar wie wel en wie niet is geweest voor de schoonheidssalon. Er hangt op beide groepen een ongedwongen en huiselijke sfeer. Overdracht waarden en normen Indicator: ‘Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast’.


Observatie: Kinderen komen binnen en gaan uit hun zelf gelijk eerst handen wassen. Wanneer kinderen van het ene speelgoed naar het andere gaan worden zij aangesproken door de beroepskracht. De kinderen moeten eerst het andere speelgoed opruimen. De kinderen in de bovenbouwgroep moeten melden wanneer ze naar buiten gaan. Ook moet er aangegeven worden waar ze dan gaan spelen. Er is een hut waar kinderen in ieder geval met twee personen 'moeten' spelen. Conclusie: Op buitenschoolse opvang Doomijn Tichelmeesterlaan voldoet de pedagogische praktijk aan de voorwaarden in de Wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen:  Vragenlijst oudercommissie (september 2015)  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (pedagogische praktijk)  Website (http://www.doomijn.nl/locaties/buitenschoolse-opvang-tichelmeesterlaan)  Pedagogisch werkplan (november 2015)


Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn bij buitenschoolse opvang Doomijn Tichelmeesterlaan hebben een geldige verklaring omtrent het gedrag.

Passende beroepskwalificatie Tijdens het inspectiebezoek zijn de beroepskwalificaties van drie beroepskrachten gecontroleerd. Uit dit onderzoek blijkt dat één beroepskracht niet in het bezit is van een passende beroepskwalificatie. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Bij BSO Tichelmeesterlaan wordt gewerkt met twee basisgroepen. -De onderbouwgroep: maximaal 20 kinderen uit groep 1 t/m 3; -De bovenbouwgroep: maximaal 20 kinderen uit groep 4 t/m 8. Het is voor de kinderen duidelijk in welke groep zij opgevangen worden en welke beroepskracht bij hun basisgroep hoort. Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de wet Kinderopvang. Beroepskracht-kindratio De presentielijsten zijn door de toezichthouder bekeken. De beroepskracht-kindratio is in principe conform de Wet kinderopvang. Echter blijkt naderhand dat één beroepskracht niet beschikt over een beroepskwalificatie. De toezichthouder heeft daarom het item 'Passende beroepskwalificatie' afgekeurd. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (beroepskrachten)  Observaties (pedagogische praktijk)  Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef)  Diploma's beroepskrachten (steekproef)  Presentielijsten (steekproef)  Personeelsrooster (steekproef)  Pedagogisch werkplan (november 2015)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen

: Doomijn BSO Tichelmeesterlaan : 40

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Travers Kinderopvang Koestraat 6 8011NK ZWOLLE www.doomijn.nl 05027189

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 Inge van Dijk

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Zwolle : Postbus 10007 : 8000GA ZWOLLE

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

19-11-2015 08-12-2015 10-12-2015 14-12-2015 14-12-2015 14-12-2015

: 28-12-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. 10-12-2015 De GGD attendeert ons terecht op het feit dat we niet voldoen aan de toetsingscriteria van de Wet Kinderopvang. De situatie is dan ook direct aangepast. Betreffende pedagogisch medewerker werkt alleen nog boventallig tot uiterlijk de kerstvakantie. Daarna verlaat zij de organisatie om een HBO studie te gaan volgen. Toelichting: Het klopt dat er –kortdurend- 1 pedagogisch medewerker werkzaam was op deze BSO locatie zonder een geldige beroepskwalificatie. Het betreft hier een uitstekende oud stagiair die in de afstudeerfase zit van haar opleiding pedagogisch werk niveau 4. We hebben voor deze (nood)constructie gekozen omdat er als gevolg van zwangerschap en een zeer plotselinge langdurige ziekte van andere vaste collega’s de afgelopen periode erg veel personele wisselingen op deze locatie waren. Situaties die wij liever voorkomen omdat deze vooral veel onrust met zich meebrengen. Betreffende pedagogisch medewerker was vanuit haar afgeronde jaarstage al goed bekend met deze locatie, team en kinderen en was daarbij per direct inzetbaar. Hierdoor kwam de rust en de veiligheid op de groepen terug en konden we deze waarborgen. De pedagogisch medewerker had een duidelijke opdracht om haar diploma voor eind dit jaar te behalen en werd alleen ingezet als 3de of 4de pedagogisch medewerker. Per direct hebben wij nu een pedagogisch medewerkers uit onze flexpool ingezet. Daarbij streven we er naar om steeds dezelfde medewerker in te zetten zodat we de rust en veiligheid alsnog kunnen behouden. Met vriendelijke groet; Elly van Holland Manager Kinderopvang en Peuterspeelzalen


Inspectierapport Doomijn BSO Tichelmeesterlaan (BSO) Tichelmeesterlaan LA ZWOLLE Registratienummer

Recommend Documents