Inspectierapport
De Paddestoel (BSO) Nachtegaallaan 34 3738EB MAARTENSDIJK Registratienummer 590652242
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD regio Utrecht De Bilt 09-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 19-03-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................5 Inspectie-items................................................................................................................6 Gegevens voorziening.......................................................................................................8 Gegevens toezicht............................................................................................................8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................9
2 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015 De Paddestoel te MAARTENSDIJK
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld, omdat sprake is van een zogeheten risicogestuurd onderzoek. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectie-activiteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Inleiding De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemene kenmerken Buitenschoolse opvang De Paddestoel is gevestigd in een pand naast een basisschool. In dit pand is ook een peuterspeelzaal gevestigd. De Paddestoel maakt gebruik van de ruimte van de peuterspeelzaal en heeft daarnaast nog 3 groepsruimtes. De houder van deze locatie is tevens houder van nog een aantal locaties voor buitenschoolse opvang en een aantal kinderdagverblijven in de gemeente de Bilt. De locatie staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerd met maximaal 40 kindplaatsen per dag en is geopend sinds 2004. Op het moment van de inspectie zijn 4 groepen geopend. De buitenschoolse opvang biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Bevindingen op hoofdlijnen Op 9-3-2015 vindt de jaarlijkse inspectie plaats tijdens vrij spel en activiteiten in het kader van het thema teambuilding. Conclusie De houder voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang die tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015 De Paddestoel te MAARTENSDIJK
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd: ‘emotionele veiligheid’; ‘persoonlijke competentie’; ‘sociale competentie’; ‘overdracht van normen en waarden’. Per competentie staat in het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’ een aantal criteria waar de toezichthouder op let bij de observatie. Onder het kopje ‘pedagogische praktijk’ zijn een aantal observatiecriteria in de tekst cursief gezet. Pedagogische praktijk Inleiding Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaatsgevonden: vrijspelen; activiteit in het kader van het thema teambuilding. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de inhoud van het beleid en handelen hiernaar. De houder draagt zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Sociale competentie Observatiecriterium uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars kennis en kunde.' Observatie: De verschillende groepen doen activiteiten in het kader van het thema teambuilding. De kinderen van 1 groep doen een fluisterspelletje. Een woord wordt de kring rond gefluisterd. Aan het eind van de kring mag het laatste kind het woord zeggen. De kinderen zijn zichbaar trots als het juiste woord genoemd wordt. De jongste groep doet een spelletje met hoepels. De kinderen van de oudste groep moeten samenwerken bij een spelletje met het tekenen van figuren. De beroepskracht legt het spel uit en begeleidt de kinderen. Conclusie: De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie en moedigen het onderlinge contact aan. Conclusie: Uit de observaties door de toezichthouder is gebleken dat de uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Observaties (9-3-2015) Pedagogisch werkplan
4 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015 De Paddestoel te MAARTENSDIJK
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en op een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters en presentielijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie: De verklaringen omtrent het gedrag zijn geldig en op tijd aangevraagd. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's van de aanwezige beroepskrachten gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie: De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals deze in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Buitenschoolse opvang De Paddestoel heeft 4 basisgroepen: -
De De De De
Woelmuizen: vanaf 4 tot ongeveer 6 jaar (heeft een eigen ingang en speelterrein) Wasberen: vanaf 6 tot ongeveer 8 jaar Boskatten: vanaf 8 tot ongeveer 10 jaar Stokstaarten: vanaf 10 tot ongeveer 12 jaar
Een paar kinderen worden op verschillende dagen van de week met schriftelijke toestemming van hun ouders in verschillende basisgroepen geplaatst. Conclusie: Ieder kind behoort bij een basisgroep. Beroepskracht-kindratio Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht-kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen. Conclusie: Voor het aantal aanwezige kinderen en hun leeftijden worden voldoende beroepskrachten ingezet. Gebruikte bronnen: Observaties (9-3-2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 10 en de dag van de inspectie) Personeelsrooster (week 10 en de dag van de inspectie)
5 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015 De Paddestoel te MAARTENSDIJK
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
6 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015 De Paddestoel te MAARTENSDIJK
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015 De Paddestoel te MAARTENSDIJK
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: De Paddestoel : http://www.kinderopvang-debilt.nl : 40
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kinderopvang De Bilt Weltevreden 4a 3731AL DE BILT www.kinderopvang-debilt.nl 41184967
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD regio Utrecht Postbus 51 3700AB ZEIST 030-6086086 F. van Wijk
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: De Bilt : Postbus 300 : 3720AH BILTHOVEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
09-03-2015 17-03-2015 Niet van toepassing 19-03-2015 19-03-2015
: 19-03-2015 : 19-03-2015
8 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015 De Paddestoel te MAARTENSDIJK
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Wij kunnen ons prima vinden in de rapportage en zien dan ook af van het recht om gebruik te maken van een zienswijze. Met vriendelijke groet, Tineke Plessen Directeur/bestuurder Kinderopvang De Bilt
9 van 9 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 09-03-2015 De Paddestoel te MAARTENSDIJK