Inspectierapport
Kindcentrum De Paddestoel (KDV) Lavendellaan 26 5766PP GRIENDTSVEEN Registratienummer 208400229
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Limburg-Noord Horst aan de Maas 21-04-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 15-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 10
2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. De lijst met inspectie-items (bijlage) geeft aan welke voorwaarden tijdens deze inspectie zijn beoordeeld. Beschouwing Op dinsdag 21 april 2015 heeft er een onaangekondigde inspectie plaatsgevonden bij kinderdagverblijf de Paddestoel. Het kinderdagverblijf is in hetzelfde lokaal gesitueerd als de buitenschoolse opvang. De locatie maakt onderdeel uit van de kinderopvangorganisatie 't Nest. Zij bieden op verschillende locaties in de Gemeente Horst aan de Maas dagopvang, peuterprogramma en buitenschoolse opvang aan. Bij de Paddestoel worden maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 2 - 4 jaar opgevangen. Er wordt met vaste beroepskrachten en een vaste vrijwilliger gewerkt. Ten tijde van de inspectie waren er in totaal zeven kinderen, een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig. Er wordt die ochtend door een aantal kinderen geknutseld aan het Moederdagcadeau, verder is er met name sprake van vrij spel. Op grond van de met de beroepskracht gevoerde gesprekken en uit de observaties in de praktijk is gebleken dat de pedagogiek in de praktijk prima in orde is. De beroepskracht en de vrijwilliger zijn hartelijk en vriendelijk tegen alle kinderen. Ze moedigen gesprekjes tussen henzelf en de kinderen aan door zowel te luisteren als te praten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Inspectiegeschiedenis: Deze locatie is voor de laatste keer in maart 2013 bezocht. In het kader van risico-gestuurd toezicht zijn toen niet alle inspectie items onderzocht. Bij dat onderzoek is destijds één tekortkoming geconstateerd. Het ging om een Verklaring Omtrent Gedrag van een stagiaire die niet op het juiste functieprofiel was gescreend. Voortgang: Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat de houder aan alle getoetste eisen van de Wet kinderopvang voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De inhoud van het pedagogisch beleidsplan is bij deze inspectie geen onderdeel van het onderzoek geweest. Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2014). Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van vier basiscompetenties vanuit de Wet kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk De inspectie heeft op een dinsdagochtend plaatsgevonden. Er waren in totaal 7 kinderen, een beroepskracht en een vrijwilliger aanwezig. Ten tijde van de inspectie is men het thema 'Ontdekken' aan het afronden. Hieronder volgt de samenvatting van een veelheid aan waarnemingen van die ochtend. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. Citaat uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen.' Praktijk: de beroepskracht sluit op een passende wijze aan op de interesse en emotie die individuele kinderen aangeven. Zo is er ten tijde van de inspectie een kind dat verdrietig is omdat het zich pijn heeft gedaan. De beroepskracht troost het kind en zegt: "Dat is ook niet leuk dat je nu pijn hebt, ik zal even een pleister halen." Het kind wordt vervolgens uitgenodigd om mee te gaan met de beroepskracht om even samen op de bank te gaan zitten. Het kind wil dit wel, krijgt nog een aai over zijn bol en het verdriet is over. De sfeer in de groep is ten tijde van de inspectie prettig en ontspannen. De kinderen zijn zichtbaar in hun element en vragen waar nodig steun aan de beroepskracht of de vrijwilliger. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. Citaat uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen.' Praktijk: een aantal kinderen is voor Moederdag aan het knutselen. Een kindje dat aangeeft dat het niet kralen kan aanrijgen wordt gestimuleerd om dit te proberen. De beroepskracht (en vrijwilliger) stimuleert de kinderen op een positieve wijze, ze deelt daarbij veel complimenten uit. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. Citaat uit het veldinstrument: 'De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie'. Praktijk: de beroepskracht zet gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. De groep als geheel wordt benut voor gezamenlijke ervaringen. Dit zie je 4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN
bijvoorbeeld terug tijdens het 'openingsritueel' waarmee elke ochtend wordt gestart. Alle kinderen en ouder(s) gaan zitten in een kring en zeggen met elkaar een versje op. De houder draagt zorg voor overdracht van waarden en normen. Citaat uit het veldinstrument: 'Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld'. 'Regels en afspraken worden aan de kinderen uitgelegd'. Praktijk: de beroepskracht en de vrijwilliger zijn vriendelijk tegen de kinderen en tegen elkaar. Men spreekt ook duidelijk beleefdheidsvormen, zoals 'alsjeblieft' en 'dank je wel', naar elkaar uit. Het is in de praktijk goed terug te zien dat beroepskrachten regels en afspraken aan de kinderen uitleggen. Zo wordt er bijvoorbeeld uitgelegd: "Niet op de bank gaan staan, als je er vanaf valt dan heb je misschien pijn." Of: "Handje voor de mond als je moet hoesten" en "even op elkaar wachten met eten." Conclusie: Op basis van de waarnemingen kan geconstateerd worden dat de pedagogische praktijk voldoet. De beroepskracht handelt conform de uitgangspunten en werkinstructies van het pedagogisch beleidsplan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht en vrijwilliger) Observaties Pedagogisch werkplan
5 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn beroepskrachten en een vrijwilliger gecontroleerd of ze in het bezit zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Van de beroepskrachten is tevens gecontroleerd of zij in het bezit zijn van een passende beroepskwalificatie. De beroepskracht-kindratio en de opvang in de basisgroep zijn gecontroleerd door middel van het bekijken van roosters, presentie- en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag De beoordeling van de verklaringen omtrent gedrag (VOG) is gebaseerd op een steekproef. Tijdens de inspectie zijn van 2 beroepskrachten en 1 vrjiwilliger de VOG's opgevraagd. Op de locatie waren niet alle VOG's present, de locatie-verantwoordelijke heeft deze daags er na toegezonden aan de toezichthouder. Alle getoetste VOG's voldoen aan de geldende eisen. De VOG van de houder maakte tijdens deze inspectie geen onderdeel uit van het onderzoek. Passende beroepskwalificatie Op basis van een steekproef is bekeken of de beroepskrachten over een passende beroepskwalificatie beschikken. Tijdens deze inspectie zijn van de twee vaste beroepskrachten de diploma's ingezien. Van beide beroepskrachten kan gesteld worden dat ze beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Kinderdagverblijf de Paddestoel bestaat uit één stamgroep voor maximaal 12 kinderen van 2 - 4 jaar.
Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie zijn er in totaal zeven kinderen van 2 en 3 jaar oud met één beroepskracht aanwezig. Dit is conform de geldende eisen. In verband met het vierogenprincipe is er ook een vrijwilliger aanwezig die ochtend. Uit de roostering en presentielijsten van week 16 en 17 blijkt ook dat er steeds voldoende personeel wordt ingezet. Er wordt niet tijdelijk afgeweken van de beroepskracht-kindratio, de voorwaarde hierover is dan ook niet beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht en vrijwilliger) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 16, 17) Personeelsrooster (week 16, 17)
6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kindcentrum De Paddestoel http://www.kinderopvanghetnest.nl 12 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
't Nest Regio Horst BV Ursulinenweide 7 5971ED GRUBBENVORST www.kinderopvanghetnest.nl 56886977
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 E Backus
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Horst aan de Maas : Postbus 6005 : 5960AA HORST
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
21-04-2015 28-05-2015 11-06-2015 15-06-2015 15-06-2015
: 15-06-2015 : 22-06-2015
9 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. GGD Limburg Noord t.a.v. Mw. E.Backus Postbus 1150 5900 BD Venlo Griendtsveen, 11 juni 2015 Betreft: Zienswijze concept inspectierapport kindcentrum De Paddesteoel , Beste mevrouw Backus, Wij zijn erg blij met de, wederom positieve, beoordeling van het peuterprogramma in Kindcentrum de Paddestoel. Aan alle gestelde voorwaarden wordt voldaan. Het is prettig te lezen dat de pedagogische praktijk prima in orde is en waarin de beroepskracht samen met de (vaste) vrijwilligster zorgdragen voor een prettige sfeer, ze hartelijk en vriendelijk zijn naar alle kinderen. Het is dan bijzonder fijn dat door de inspecteur wordt opgemerkt dat de pedagogische praktijk prima in orde is . De beroepskracht en vrijwilligsters maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen krijgen op deze manier de ruimte om zich optimaal te ontwikkelen en ontplooien, wat natuurlijk de inzet is van het peuterprogramma. Wij willen van deze gelegenheid dan ook graag gebruik maken om onze complimenten te geven aan de medewerkers zorgdragen voor een prettige teamsfeer en voor dit uitstekende peuterprogramma. Wij hebben kwaliteit hoog in het vaandel en streven steeds naar verbetering. Het is fijn als dit tijdens onaangekondigde inspecties wordt opgemerkt. Met vriendelijke groet, Jacqueline Versleijen Clustermanager ‘t Nest.
10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015 Kindcentrum De Paddestoel te GRIENDTSVEEN