Inspectierapport De Broekjes (PSZ) Krabbescheerstraat 1 2165XG LISSERBROEK
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Kennemerland HAARLEMMERMEER 10-06-2014 Regulier onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 11
2 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Haarlemmermeer. Beschouwing Op dinsdag 10 juni 2014 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van gemeente Haarlemmermeer, een onaangekondigde inspectie uitgevoerd bij peuterspeelzaal de Broekjes te Lisserbroek. Tijdens dit onaangekondigde risicogestuurde inspectiebezoek zijn enkele voorwaarden (welke verder zijn uitgewerkt in het rapport) uit de Wet Kinderopvang en de bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" getoetst. Peuterspeelzaal de Broekjes is onderdeel van Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer, een gecertificeerde organisatie met 7 kinderdagverblijven, 10 buitenschoolse opvang locaties, een sport-bso en 24 peuterspeelzalen. Peuterspeelzaal de Broekjes is gehuisvest in dorpshuis De Meerkoet te Lisserbroek. Daar delen zij de groepsruimte met peuterspeelzaal de Rakkertjes. Er is een direct aangrenzende en omheinde buitenspeelruimte. PSZ de Broekjes heeft 1 groep voor maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. De peuterspeelzaal is geopend op dinsdag-, woensdag en vrijdagmorgen. Er wordt voorschoolse educatie aangeboden, de peuterspeelzaal werkt met de Piramide methode. Ook worden er zo nu en dan op de nabij gelegen basisschool activiteiten zoals voorlezen en bewegingsspelletjes aangeboden aan de oudere kinderen van PSZ de Broekjes. De peuterspeelzaal voldoet op dit moment volledig aan de getoetste items en voorwaarden uit de Wet Kinderopvang en bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen".
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de inspectie is de pedagogische praktijk getoetst. Pedagogische praktijk Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens een kringmoment en het vrij spelen. Emotionele veiligheid. Communiceren. De beroepskrachten reageren sensitief en responsief naar de kinderen. Ze verwoorden in veel situaties hun gedrag. Eén van de kinderen heeft een paar keer een aanvaring met een ander kind en begint als reactie en verweer gelijk te huilen. De beroepskracht stimuleert haar aan te geven dat ze het niet leuk vindt door te zeggen "M. ik zie dat je het niet leuk vindt, maar je mag ook zeggen wat je niet leuk vindt en dat je het niet wilt. Je hoeft niet te gaan huilen". Participatie. De activiteiten passen bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Kinderen kunnen aangeven waar hun voorkeur naar uitgaat. Ze krijgen gelegenheid om ook kenbaar te maken waar zij zelf zin in hebben. Een aantal kinderen zijn bezig een cadeautje te maken voor vaderdag. Dit gebeurt tijdens het vrij spelen. Een paar kinderen zijn lekker aan het spelen en willen niet aan tafel komen zitten om het cadeautje te maken. De beroepskracht geeft aan "ga nog maar lekker even spelen. Als je klaar bent met spelen, kom je dan bij ons aan tafel zitten om het Vaderdagcadeau te maken?". Persoonlijke competentie. Interactie tussen beroepskracht en individuele kind. De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen en kunnen deze correct interpreteren. Ze sluiten adequaat aan op het signaal en het kind voelt zich gezien en begrepen. De kring wordt even doorbroken door een ontruimingsoefening. Als deze voorbij is, zoeken alle kinderen hun stoeltje weer op in de kring. Eén van de kinderen blijft staan en gaat niet zitten op het overgebleven stoeltje. De beroepskracht geeft aan "wat is er M.?". Als ze niet reageert, vraagt de beroepskracht "zat je daar niet". Als ze aan haar reactie merkt dat dit het geval is, geeft ze aan "vraag maar aan M. of je daar weer mag zitten". Ze stimuleert haar dit te zeggen, door te herhalen "M., je mag best wel zeggen dat je daar zat". Ondersteunen en stimuleren individuele kind. De beroepskrachten helpen het kind bij contacten met andere kinderen als het kind dit nodig heeft. Ze bieden op een passende manier steun. Twee kinderen zitten aan tafel met een spelletje. Als er een derde kind bij komt zitten en al een tijdje toekijkt geeft de beroepskracht aan "als jij straks klaar bent, mag M. ook even hè? Samen delen". Sociale competentie. Ondersteuning interactie kinderen onderling. De beroepskrachten begeleiden doorgaans ook de positieve interacties tussen kinderen. Eén van de kinderen heeft een tekening van 'Dora' gemaakt. Een ander kind bekijkt de tekening en zegt "J., wat heb jij een mooie Dora getekend". De beroepskracht gaat hier op in en geeft aan "ja, goed hè". Ondersteuning bij conflicten. De beroepskrachten grijpen doorgaans in bij negatieve interacties tussen kinderen nadat ze een eerste indruk hebben gekregen van de situatie. Ze helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. Als 2 kinderen ruzie hebben om een Dora pop, grijpt de beroepskracht in als het ene kind het andere kind aan haar haar trekt. Ze geeft aan "dat doet pijn, dan moet M. huilen. M., zeg eens 4 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
sorry en geef M. een handje". De beroepskracht neemt het kind wat aan de haren trok mee en leidt haar af door een boekje met haar te gaan lezen. Normen en waarden. Regels en afspraken zijn duidelijk. Als de beroepskracht het opruimliedje aanzet, reageren alle kinderen door te gaan opruimen zonder dat de beroepskrachten dit specifiek moeten benoemen. Regels en afspraken worden uitgelegd. Na het opruimen gaan de kinderen hun handen wassen. Eén van de kinderen geeft aan dat hij niet wil handen wassen. De beroepskracht geeft aan "ja, we gaan wel handen wassen, want we gaan zo aan tafel, fruit eten en dan wassen we eerst onze handen". Voorschoolse educatie Er wordt voorschoolse educatie aangeboden op PSZ de Broekjes. Er wordt gewerkt met thema's. Deze zijn duidelijk herkenbaar door de inrichting van de groep en de activiteiten die gedaan worden. De houder heeft een opleidingsplan opgesteld. Per week besteedt de houder 10 uur aan voorschoolse educatie. Voor de voorschoolse educatie maakt men gebruik van het programma 'Piramide'. De beroepskrachten hebben beide een certificaat voor het volgen van een training voor het werken met de piramide methode. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie
5 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
Personeel en groepen Peuterspeelzaal de Broekjes heeft één groep voor maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Direct aangrenzend aan de groep is een buitenspeelruimte. Er werken 2 vaste beroepskrachten. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificatie is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Tijdens de inspectie zijn er 11 kinderen en 2 beroepskrachten. Op de 3 dagdelen dat de peuterspeelzaal open is, zijn er meer dan 8 kinderen en worden er 2 beroepskrachten ingezet. Dit blijkt ook uit het overzicht van de kinderen per dag van de maand juni. Opvang in groepen Er is één peuterspeelzaalgroep met maximaal 16 kinderen. Dit blijkt uit het overzicht van de kinderen per dag van de maand juni. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Personeelsrooster
6 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
Veiligheid en gezondheid Het item meldcode kindermishandeling is getoetst tijdens de inspectie. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die voldoet aan de gestelde eisen en de houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De beroepskrachten geven aan dat de meldcode kindermishandeling is geïntroduceerd door de houder. De beroepskrachten hebben een cursus gevolg en zijn op de hoogte welke stappen zij moeten zetten als er een vermoeden van kindermishandeling is, ze kunnen deze stappen benoemen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Meldcode kindermishandeling
7 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
8 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
De Broekjes http://www.kinderopvanghaarlemmermeer.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer Lutulistraat 140 2131TG HOOFDDORP www.kinderopvanghaarlemmermeer.nl 41223014
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Kennemerland Postbus 5514 2000GM HAARLEM 023-7891613 P.R. Schurer
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HAARLEMMERMEER : Postbus 250 : 2130AG HOOFDDORP
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
10-06-2014 13-06-2014 17-06-2014 17-06-2014
: 17-06-2014 : 17-06-2014
10 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Leidinggevende gaat akkoord met de inhoud van het inspectierapport. I.M. van Westerlaak Leidinggevende peuterspeelzalen SKH
11 van 11 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 10-06-2014
De Broekjes te LISSERBROEK