Inspectierapport Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes (BSO) Stroeerweg 76 3776MK STROE Registratienummer 615107837
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Barneveld 13-01-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 09-02-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 5 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken.
Beschouwing Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te Stroe is gevestigd in basisschool de Bron. Het kindercentrum maakt gebruik van één lokaal in deze basisschool. Het betreft een gemengde opvanglocatie, de kinderen van het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang worden in één groep opgevangen welke in totaal uit maximaal 14 kinderen bestaat. In het kinderdagverblijf worden alleen kinderen vanaf de leeftijd van 2 jaar opgevangen. Inspectiegeschiedenis: Bij eerdere inspecties werd voldaan aan alle eisen die de Wet kinderopvang stelt. Bij deze inspectie zijn tekortkomingen geconstateerd. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. • Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden.(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) • De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) • De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) • De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
3 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid.
Pedagogische praktijk Waarborgen van emotionele veiligheid: Elk kind wordt individueel begroet bij binnenkomst; beroepskrachten doen dit op enthousiaste en persoonlijk manier. Als de kinderen vanuit hun klas de groepsruimte betreden loopt een beroepskracht naar hen toe, heet hen welkom en raakt hen even aan. Er volgt een persoonlijk gesprekje en het kind wordt uitgenodigd de jas en tas op te bergen en aan tafel te komen zitten om wat te eten en te drinken. De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen. Kinderen delen hun ervaringen en emoties graag met de beroepskrachten. Ontwikkelen van persoonlijke competenties: De beroepskrachten en de kinderen waarderen elkaars aanwezigheid door samen te praten, naar elkaar te luisteren, plezier te maken, ervaringen te delen. Ieders inbreng draagt bij aan de wederzijdse relatie en interactie. Kinderen delen hun ervaringen graag met de beroepskrachten. Ontwikkelen van sociale competenties: De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van de ruimte en activiteiten. Zij zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Overdracht van normen en waarden: De beroepskrachten geven steun bij het leren omgaan met elkaar en met elkaars emoties (empathie). Zij organiseren groepsactiviteiten om kennismaking en groepsvorming te stimuleren. Nadat de oudere kinderen na schooltijd zijn binnengekomen gaan de peuters met hen samen aan tafel en wordt de dag doorgesproken. Elk kind heeft wel iets te vertellen. Daarna gaan ze gezamenlijk naar buiten om te spelen.
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Beroepskrachten en stagiaires) • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan
4 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft van alle personen (beroepskrachten en stagaires) die werkzaam zijn op deze locatie een juiste verklaring omtrent het gedrag ingezien.
Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft van alle op deze locatie werkzame beroepskrachten (4) een passende beroepskwalificatie ingezien. Naast de beroepskrachten is een beroepskracht in opleiding (BBL) op deze locatie werkzaam. De houder heeft de inzetbaarheid van deze medewerker niet schriftelijk vastgelegd. Zowel de houder als de medewerker konden de toezichthouder geen heldere informatie geven over het aantal uren dat deze medewerker ingezet wordt als beroepskracht en hoeveel uren zij nog boventallig als stagaire wordt ingepland.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in 1 groep waarin max. 14 kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot aan de leeftijd waarop kinderen geen gebruik meer kunnen maken van het basisonderwijs worden opgevangen.
Beroepskracht-kindratio Maandagochtend 4 peuters van 2 en 3 jaar met 1 beroepskracht. Tot half 9 is er 1 kind dat voorschoolse opvang heeft. Maandagmiddag 1 peuter en 3 BSO kinderen met 1 beroepskracht. Dinsdagochtend 8 peuters van 2 en 3 jaar met 1 beroepskracht, 1 BBL-er en 1 BOL-stagaire. Tot half 9 is er 1 kind dat voorschoolse opvang heeft. Dinsdagmiddag tot 15 uur 3 peuters van 2 en 3 jaar met 1 beroepskracht, 1 BBL-er en 1 BOLstagaire Dinsdagmiddag vanaf 15 uur 2 peuters van 2 en 3 jaar en 6 BSO kinderen met 1 beroepskracht, 1 BBL-er en 1 BOL-stagaire
Donderdagochtend 10 peuters van 2 en 3 jaar met 2 beroepskrachten. Tot half 9 zijn er nog 3 kinderen die voorschoolse opvang hebben. Donderdagmiddag tot 15 uur 5 peuters van 2 en 3 jaar met 1 beroepskracht. Donderdagmiddag vanaf 15 uur 5 peuters en 7 BSO kinderen met 1 beroepskracht en BBL-er.
5 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Op de donderdagmiddag vanaf 15 uur is, doordat niet vast is gelegd welke uren de BBL-er boventallig is en welke uren zij als beroepskracht zal worden ingezet, niet te beoordelen of het beroepskracht-kindratio voldoet. Er zouden twee beroepskrachten moeten staan waarbij 1 beroepskracht een BBL-er mag zijn die voor deze uren binnen de formatie wordt ingezet en daarvoor een arbeidsovereenkomst heeft.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Beroepskrachten en stagiaires) • Verklaringen omtrent het gedrag (Van alle werkzame personen op deze locatie) • Diploma's beroepskrachten (Van alle werkzame beroepskrachten op deze locatie) BBL-contracten (Praktijkovereenkomst BBL-stagaire) • • Plaatsingslijsten (Week 1 en 2 2015) • Presentielijsten (Week 1 en 2 2015) • Personeelsrooster (Week 1 en 2 2015)
6 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling De houder heeft twee verlopen versies van het protocol kindermishandeling in een map op deze locatie staan. Deze map is ter inzage voor de beroepskrachten. De recente meldcode kindermishandeling, versie juli 2013, is door de houder niet vastgesteld. De vaste beroepskracht, werkzaam sinds 2010, geeft aan dat zij geen vergadering en/of themaavond aangeboden heeft gekregen waarbij de houder de kennis en het gebruik van de meldcode bevordert.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (Beroepskrachten en stagiaires) • Meldcode kindermishandeling (Twee verschillende verlopen versies)
7 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes : http://www.bijdehandjes.info :7
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes Nachtegaalweg 20 3 3774PG KOOTWIJKERBROEK www.bijdehandjes.info 56823762
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Karen Stegeman
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Barneveld : Postbus 63 : 3770AB BARNEVELD
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
13-01-2015 29-01-2015 09-02-2015 09-02-2015 10-02-2015
: 10-02-2015 : 17-02-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. M.u.v. de vakanties is er altijd wel iemand in het pand aanwezig die op ieder moment van de dag even de groep op kan komen om te kijken of alles goed gaat. Om dit vast te leggen, zal er op de groep een lijst komen te liggen waarop dagelijks door een derde een paraaf wordt gezet, als bewijsmiddel. Gedurende de vakanties is er een collega van BijdeHandjes in het pand aanwezig, zodat de leidster die op de groep staat, niet helemaal alleen is. Mocht er iets zijn, dan kan de leidster altijd een beroep doen op haar collega die aanwezig is. Dat derden niet door het ruit naast de ingang van de BSO kunnen kijken, heeft te maken met de brandvoorschriften die ons opgelegd zijn. Het ruit moest bij de eerste inspectie van de brandweer door brandwerend materiaal volledig afgedekt worden. Dit advies is destijds opgevolgd en uitgevoerd. De BBL-er heeft gedurende de periode van augustus 2013 tot januari 2014 85,5 uur als leidster op de groep gestaan. Conform de regelgeving mag dit 50% zijn van al haar stage-uren. Deze 85,5 uur valt dus ruimschoots binnen het aantal uren dat zij als leidster op de groep zou mogen staan. In de notulen van de personeelsvergadering van september 2013 is te lezen dat de nieuwe meldcode huiselijk geweld is besproken met de leidsters. Verder komt de inhoud jaarlijks terug tijdens de EHBO-training die de leidsters volgen. De nieuwe meldcode is op de groep aanwezig.
Met vriendelijke groet, Saskia Kuijt Christelijke kinderopvang BijdeHandjes
11 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-01-2015 Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes te STROE