Inspectierapport BSO Cereol (BSO) Kanaalweg 91 3533HH UTRECHT Registratienummer 173265960
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GG&GD Utrecht UTRECHT 20-05-2014 Onderzoek na registratie Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 5 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 6 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek na registratie. Beschouwing Buitenschoolse opvang (hierna BSO) Cereol is een buitenschoolse opvang met één basisgroep met maximaal 20 kindplaatsen gelegen in het pand waar tevens St. Dominicusschool gevestigd is. Het pand betreft de voormalige Cereolfabriek. De totale oppervlakte van de binnen- en buitenruimte is toereikend voor het aantal op te vangen kinderen. BSO Cereol is onderdeel van koepelorganisatie Stichting Kinderopvang Oog in Al. Tijdens een koepelinspectie d.d. 07-03-2014 zijn de volgende documenten beoordeeld en akkoord bevonden: Reglement Oudercommissie; Meldcode kindermishandeling; Algemeen Pedagogisch Beleidsplan; Klachtenregeling ouders en oudercommissie; Klachtenjaarverslagen over 2013. Uit de pedagogisch observatie bleek dat de pedagogisch medewerkers het beleid kennen en hierna handelen. Uit waarnemingen van de toezichthouder bleken echter dat er aan voorwaarde met betrekking tot de risico-inventarisatie gezondheid en de inrichting van de buitenruimte niet voldaan werd. Toezichthouder heeft desondanks de indruk dat de houder van BSO Cereol aan vrijwel alle kwaliteitseisen bij en krachtens de Wet kinderopvang voldoet. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Naast het algemeen pedagogisch beleidsplan van Stichting Kinderopvang Oog in Al hanteert BSO Cereol een locatie specifieke pedagogisch werkplan. Verschillende voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch beleid zijn niet van toepassing. Zo wordt er ten tijde van het inspectieonderzoek maximaal 20 kinderen door BSO Cereol opgevangen. Daarnaast is nooit slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig. Volledigheidshalve dient het kantoor echter wel als achterwacht in geval van eventuele calamiteiten. Pedagogische praktijk Om 15.00 uur vertrekken de pedagogisch medewerkers om kinderen om te halen. Het pedagogisch observeren start op het moment dat de kinderen bij BSO Cereol aankomen omstreeks 15:30 en 15:45 uur. Beide pedagogisch medewerkers begroeten de kinderen van de 'andere' scholen bij aankomst bij de BSO. Uit gesprekken met de pedagogisch medewerkers blijkt dat de kinderen tijdens het ophaal moment al een overdracht van hun dag hebben gegeven. Ten tijde van het inspectiebezoek zijn er twee pedagogisch medewerkers met in totaal 19 kinderen verdeeld over twee tafels. Aan de muur van BSO Cereol hangen verschillende activiteiten/clubs waar de kinderen op verschillende dagen van de week aan deel kunnen nemen. Dit biedt een balans tussen structuur en flexibiliteit in de activiteitenaanbod voor de kinderen. Voor het eet- en drinkmoment is er tijd voor mededelingen door de pedagogisch medewerkers. Zo wordt de aanwezigheid van toezichthouder aan de kinderen kenbaar gemaakt. Tijdens het eet- en drink moment hebben de pedagogisch medewerkers een actieve houding naar de kinderen. Zo wordt er actief gevraagd of de kinderen deelnemen aan de avondvierdaagse en krijgen de kinderen de gelegenheid om zijn of haar verhaal te doen. Door alle ervaringen van de kinderen ontstaan een groepsgesprek tussen de verschillende kinderen. De pedagogisch medewerkers geven hiervoor ook de gelegenheid maar bewaken dat alle kinderen hun zegje mogen doen. De pedagogisch medewerkers zijn consequent in wat ze willen uitdragen en hoe ze zelf handelen in omgang met de kinderen. Dit gaat op een moment gepaard met een knipoog wanneer één van de kinderen een lastige vraag aan een pedagogisch medewerker stelt. Hier wordt met gepaste scherpte op gereageerd waardoor met een lach een discussie vermeden wordt. Tijdens het inspectiebezoek is er ruimte voor vrij spel. In de binnenruimte is o.a. een tafelvoetbal, airhockey, knutselspullen, een zitzak en bank beschikbaar om een (strip)boek te lezen. Echter gaan op moment van het inspectiebezoek alle kinderen en de pedagogisch medewerkers naar buiten. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw Ristjouw) Interview anderen (Pedagogisch medewerkers) Observaties Pedagogisch beleidsplan (Oktober 2013) Pedagogisch werkplan (November 2013 v 0.6) Koepelinspectierapport 07-03-2014
4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Personeel en groepen De verklaringen omtrent het gedrag en de beroepskwalificaties van beide pedagogisch medewerkers voldoen aan de beschreven eisen. Beroepskracht-kindratio Ten tijde van het inspectiebezoek is er sprake van één basisgroep met maximaal twintig kinderen en twee pedagogisch medewerkers. Daarnaast is er sprake van een overzichtelijke aanwezigheidslijst waarop de pedagogisch medewerkers de presentie van de kinderen beschrijven en waar de kinderen zelf aangeven wanneer zij de BSO verlaten. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw Ristjouw) Interview anderen (Pedagogisch medewerkers) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder van BSO Cereol heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid d.d. 30-042014, betreffende de actuele situatie. In de risico-inventarisatie gezondheid staan verschillende risico's beschreven m.b.t. het binnenmilieu en de binnentemperatuur. BSO Cereol maakt tevens gebruik van een 'hitteprotocol'. Echter blijkt uit waarnemingen van de toezichthouder dat de tempratuur in de opvangruimte van BSO Cereol warm is. Uit observatie is gebleken dat de binnentemperatuur in de opvangruimte 28 graden was. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu kan tempratuur belastend voor de kinderen zijn als deze hoger is dan 25 graden. De genomen maatregelen door de houder van BSO Cereol zijn op het moment van het inspectiebezoek niet passend en effectief. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw Ristjouw) Interview anderen (Pedagogisch medewerkers) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid (30-04-2014) Actieplan gezondheid (30-04-2014) Hitteprotocol
6 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Accommodatie en inrichting Binnenruimte BSO Cereol beschikt over circa110 m2 binnenspeelruimte. Met 20 kindplaatsen is er hierdoor 5,5 m2 binnenspeelruimte beschikbaar en wordt er aan de voorwaarde met betrekking tot de binnenruimte voldaan. Buitenspeelruimte BSO Cereol beschikt over circa 375 m2 buitenspeelruimte. Met 20 kindplaatsen is er hierdoor 18,75 m2 buitenspeelruimte beschikbaar en wordt er aan de voorwaarden met betrekking tot de buitenruimte voldaan. Tijdens de observatie, gesprek met de houder en de pedagogisch medewerkers is gebleken dat de buitenspeelruimte niet passen ingericht is in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. BSO Cereol beschikt over verschillend werpspeelgoed en ballen voor buiten. Indien de BSO buitenactiviteiten wenst te organiseren, bestaat volgens de pedagogisch medewerkers de ruimte om materiaal van de andere locaties van de houder te lenen. Dit is echter geen passende oplossing, welke effectief en adequaat is. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond
7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo speodig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: BSO Cereol : 20
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kinderopvang Oog in Al Postbus 2036 3500GA UTRECHT www.bso-ooginal.nl 41187740
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GG&GD Utrecht Postbus 2423 3500GK UTRECHT 030-2863 227 M van Ommeren
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: UTRECHT : Postbus 2423 : 3500GK UTRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
20-05-2014 04-06-2014 17-06-2014 23-06-2014 24-06-2014
: n.v.t. : 24-06-2014
12 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. BSO Cereol is gevestigd in de Cereolfabriek, in het deel wat als eerste is opgeleverd ten behoeve van de St. Dominicusschool. De 2e fase van oplevering vindt plaats eind juni as. Op dat moment is ons toegezegd dat de installaties volledig aangesloten worden, waarmee de koeling ook volledig werkzaam is. Dat moet voorkomen dat de temperatuur oploop zoals geconstateerd tijdens het inspectie bezoek. Daarnaast heeft de te hoge temperatuur de urgente aandacht van de betrokken instanties, ook vanwege het feit dat de temperatuur ook voor school te hoog is. In de praktijk houdt dit in dat de BSO activiteiten bij te hoge temperatuur naar buiten verplaatst worden, wat naar de kinderen toe gepresenteerd wordt als een buitenprogramma. Koeling door luchtverplaatsing is mogelijk, wij kiezen ervoor om een heerlijk buitenprogramma aan te bieden. De buitenruimte wordt vanwege de afbouw van het pand én de bouwactiviteiten achter ons pand in juli as opgeleverd. Het schoolplein en begroeiing wordt dan opgeleverd, hét moment waarop wij, in samenspraak met de school deze ruimte verder kunnen inrichten. In het rapport wordt geconstateerd dat het buiten speelmateriaal op dit moment te beperkt is. In aanvulling daarop de toelichting dat het team ad hoc spelmateriaal ‘leent’ bij de andere BSO locaties, in aanvulling op het basismateriaal. De Kinderraad beslist, samen met de pedagogisch medewerkers, welk spelmateriaal er aanvullend aangeschaft wordt. Na de start van deze BSO locatie begin maart jl is, als onderdeel van het groepsvormingsproces, de Kinderraad opgericht. Kinderen doen hierin ervaring op met hoe maak je dit soort keuzes, hoe beslis je voor/met je mede BSO kinderen én krijgen zij inzicht in het feit dat je je geld maar één keer uit kan geven (kopen we Lego of een hype spel). Zeer binnenkort
beslist de Kinderraad dus over de aanvullend aan te schaffen
materialen. Met vriendelijke groet,
Mariska Ristjouw Directeur
13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na registratie 20-05-2014 BSO Cereol te UTRECHT