Inspectierapport de Stoere Stapjes (BSO) Handelstraat 51 3533GH UTRECHT Registratienummer 508106254
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Utrecht 28-07-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 24-09-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing BSO De Stoere Stapjes is onderdeel van Stichting BSO Oog in Al. Stichting Oog in Al is een in Utrecht gevestigde kinderopvangorganisatie en exploiteert 4 kindercentra in Utrecht. De buitenschoolse opvang De Stoere Stapjes staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen ingeschreven met 60 kindplaatsen. De opvang is gevestigd in basisischool St. Dominicusschool. De kinderen, die de BSO bezoeken, komen allen uit groep 0 t/m 2. Er zijn drie ruimtes beschikbaar voor de BSO, te weten: een BSO ruimte en een naastgelegen kleuterlokaal, die samen door middel van openslaande deuren, met elkaar kunnen worden verbonden. Daarnaast is er apart lokaal aan het einde van de gang. In dit laatste lokaal wordt in de periode januari tot zomervakantie een extra groep kinderen opgevangen in de kleuterleeftijd, maximaal 20 kinderen. In de lokalen, die met elkaar verbonden kunnen worden, wordt gedurende het gehele jaar opvang geboden aan maximaal 40 kinderen. De binnenruimtes zijn ingedeeld in verschillende speelhoeken. Er is o.a. een bouwhoek, knutselhoek, lees/ spelletjeshoek en een poppenhoek. De BSO heeft de beschikking over het aangrenzende schoolplein, waar ruimte is om diverse activiteiten te doen, zoals voetballen en fietsen. Inspectiegeschiedenis BSO Stoere Stapjes is voor het laatst bezocht op 3 oktober 2014 voor een regulier onderzoek. Er zijn toen geen overtredingen geconstateerd. In november 2013 is het aantal kindplaatsen verhoogd van 40 naar 60. Tot januari 2015 is steeds ongeveer opvang geboden aan 40 kinderen, gebruik makend van twee groepsruimtes. Vanaf januari 2015 is er een nieuwe groep gestart en wordt er aan maximaal 60 kinderen opvang geboden. Huidig inspectieonderzoek Op 28 juli 2015 heeft er een onaangekondigd regulier onderzoek plaatsgevonden. Naar aanleiding van de bevindingen uit de vorige inspectie is, conform het landelijk beleid m.b.t. risico-gestuurd toezicht, een beperkt aantal items getoetst. Deze items betreffen de pedagogische praktijk, de eisen, die gelden voor het personeel (verklaringen omtrent gedrag en diploma's) en de opvang in groepen (o.a. groepsgrootte en personeelsinzet). Er heeft een observatie plaatsgevonden, een documentenonderzoek en gesprekken met de aanwezige beroepskrachten. Het inspectiebezoek vindt plaats op een dinsdagochtend tijdens de grote vakantieperiode. Er waren tijdens het bezoek 33 kinderen aanwezig en 4 vaste beroepskrachten. Tijdens de observatie was de sfeer ontspannen en hadden de kinderen duidelijk plezier. De kinderen waren, al dan niet samen met een beroepskracht met diverse activiteiten bezig, zoals een knutselactiviteit, een spelletje of zelf een boek lezen. Ondanks het slechte weer gingen ook verschillende kinderen met een beroepskracht naar buiten, wanneer het even droog was, voor een frisse neus en waren er activiteiten zoals voetballen en fietsen. Op grond van het gesprek met de pedagogisch medewerkers is gebleken dat zij het beleid kennen en op een juiste wijze in de praktijk brengen. Op basis van de bevindingen uit de huidige inspectie kan worden geconstateerd dat aan de wettelijke kwaliteitseisen wordt voldaan.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Algemeen Bij het toezicht op de pedagogische praktijk wordt gekeken of de beroepskrachten handelen conform het pedagogische beleid. Om te beoordelen of de praktijk voldoet aan de wettelijke eisen maakt de toezichthouder gebruik van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk (december 2014). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. BSO De Stoere Stapjes Er heeft een observatie plaatsgevonden in de ochtend bij BSO De Stoere Stapjes. De toezichthouder heeft gesproken met diverse beroepskrachten. Uit de observatie en de interviews met verschillende beroepskrachten blijkt, dat de houder er voor zorgt dat zij goed op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Tijdens de observatie heeft de toezichthouder onder andere het volgende waargenomen: Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen Bijvoorbeeld Tijdens de knutselactiviteit wordt eerst een vis uit papier geknipt, vervolgens wordt deze met waskrijt gekleurd, en daarna met zwarte verf geverfd, om tot slot weer kleur te krijgen door, daar waar het kind kleur wil, de zwarte verf weg te krassen. Een kind gaat vragen stellen over deze volgorde en de beroepskracht gaat hierop in en legt uit waarom de vis eerst helemaal dik met zwart gekleurd moet worden en drogen, alvorens er verder gegaan kan worden. Een kind is niet geheel lekker en de beroepskracht laat actief merken dat zij het kind begrijpt en bezorgd is over het kind. Door het stellen van vragen probeert de beroepskracht na te gaan op welke wijze zij het meest adequaat kan reageren. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen Bijvoorbeeld Tijdens het knutselen geeft de beroepskracht een compliment aan een kind. Ze zegt “Zo, dat wordt mooi’ tegen een kind dat aan het kleuren is. Zo wordt door de beroepskracht gevraagd aan de kinderen of er kinderen zijn die graag naar buiten willen. Met degenen, die dit willen gaat de beroepskracht vervolgens naar buiten en kunnen de kinderen doen wat ze graag willen, enkelen willen voetballen en anderen willen fietsen. De kinderen, die binnen willen blijven, het merendeel, gaat verder met diverse activiteiten. Tijdens de knutselactiviteit met de vis schakelen de kinderen de beroepskracht in als zij de beroepskracht nodig hebben. Zo is een kind bezig met het verven van de vis en vraagt aan de beroepskracht of het goed is. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep Bijvoorbeeld In het aangeboden ochtendprogramma is zowel ruimte voor structuur als flexibiliteit. Er zijn diverse activiteiten, waaruit de kinderen kunnen kiezen, zoals knutselactiviteiten, vrij spel, het relaxed lezen van boekjes. De kinderen kennen dit en weten dat er een programma is met activiteiten en daarnaast een lunchpauze waarbij in de vakantieperiodes iets extra’s wordt aangeboden tijdens de lunch; de kinderen verheugen zich hierop. Ook al worden in deze bso de kinderen van alle bso’s tezamen opgevangen, is er sprake van een harmonieus geheel. De kinderen van diverse leeftijden, jongere kinderen en de 8+ers gaan goed met elkaar om, ze houden rekening met elkaar en staan positief naar elkaar. Hierdoor is er een ontspannen en open sfeer in de groep. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen Bijvoorbeeld 4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Er is van elke bso een beroepskracht aanwezig en diverse beroepskrachten hebben ook al eens op een andere bso ingevallen dan wel zijn geswitcht naar een andere bso waardoor voor zowel de kinderen als de beroepskrachten de gezichten bekend dan wel redelijk bekend zijn van zowel andere kinderen als beroepskrachten.
Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Bijvoorbeeld De beroepskrachten bieden regelmatig nieuwe activiteiten aan, zodat de kinderen kunnen wisselen van activiteit. De kinderen hebben een keuze hierin. Ook biedt dit aan de kinderen en beroepskrachten mogelijkheden voor een gesprek of een moment van nieuwe ervaringen. Er is de mogelijkheid voor de kinderen om zich te ontspannen en activiteiten te kiezen die passen bij hun eigen interesse en waar ze zin in hebben. Zo zitten twee kinderen in de bank, terwijl het oudere kind rustig zit te lezen in de bank. Daarbij zijn twee kinderen aan het kleuren op een tafeltje dat erbij staat. Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting Bijvoorbeeld Twee kinderen hebben vliegers van papier gemaakt en zijn nu samen in de binnenruimte bezig om ze te laten vliegen. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie Bijvoorbeeld Een aantal kinderen, zowel het oudere kind als jongere kinderen, gaan een spel spelen. De beroepskracht vraagt aan de kinderen ‘Weet je hoe het moet? Misschien moet ik het uitleggen?’ Dit is niet nodig en het oudere kind gaat het spel aan de andere kinderen uitleggen. De beroepskracht kan zich beperken tot het aanvullen en het stellen van aanvullende vragen als ‘Wat is het verschil tussen die en die?’ zodat voor alle kinderen het spel duidelijk en inzichtelijk wordt. De beroepskracht geeft aan een kind aan dat het belangrijk is om de vis eerst helemaal te kleuren. Het kind wil de kleur goud. Aangezien een ander kind met deze kleur bezig is, geeft beroepskracht aan dat het kind dan samen met het andere kind de kleur goud kan delen. De twee kinderen gaan hiermee vervolgens samen aan de slag. De kinderen zijn deel van de groep Bijvoorbeeld Het is de bedoeling dat er opgeruimd wordt voor de lunch. Het opruimen wordt door de beroepskrachten eerst aangekondigd ‘Over 10 minuten gaan we opruimen’. Vervolgens start het daadwerkelijke opruimen van alle gebruikte spullen, tenzij kinderen er nog verder mee aan de slag gaan na de lunch. Bij het opruimen ontstaat er wat discussie tussen een beroepskracht en een kind over hetgeen het kind zal opruimen. De beroepskracht geeft aan dat het belangrijk is om met z’n allen op te ruimen en niet enkel sec datgene wat je gebruikt hebt. De beroepskracht weet het kind hiervan te overtuigen en uiteindelijk helpt het kind samen met de anderen alles op te ruimen. Overdracht van waarden en normen Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Voorbeelden De kinderen weten de regels die binnen bij de BSO gelden Bijvoorbeeld het niet op stoelen gaan staan en op tafels gaan zitten. Zo gaat een kind op een stoel gaan en zodra de beroepskracht hierover een opmerking maakt luistert het kind en gaat van de stoel af. Ditzelfde is ook het geval bij een kind dat op een tafel gaat zitten. Conclusie Uit de pedagogische observatie is gebleken dat de beroepskrachten handelen volgens het pedagogisch beleids-en of werkplan. De emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd, er worden mogelijkheden geboden om te komen tot de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competentie en normen en waarden worden overgedragen.
Gebruikte bronnen: 5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Interview anderen Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan
6 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Algemeen Medewerkers in de kinderopvang moeten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) hebben. Een VOG toont aan dat hun gedrag in het verleden geen bezwaar oplevert voor het werken met kinderen. BSO De Stoere Stapjes Tijdens de inspectie zijn de VOG's getoetst van de beroepskrachten die aanwezig waren tijdens het inspectiebezoek. Er zijn geen stagiaires werkzaam op deze locatie. Er zijn in totaal van vier beroepskrachten de Verklaringen Omtrent Gedrag gecontroleerd en allen voldoen aan de gestelde eisen van de wet-en regelgeving van de kinderopvang.
Passende beroepskwalificatie Algemeen Om te mogen werken in de kinderopvang als beroepskracht, dient de medewerker in het bezit te zijn van een kwalificerend diploma. BSO De Stoere Stapjes Bij dit onderzoek zijn de diploma's getoetst van de 4 beroepskrachten die aanwezig waren tijdens het inspectiebezoek. Conclusie Er is voldaan aan de eisen, die gesteld worden betreffende de passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Algemeen Een basisgroep is een vaste groep kinderen. Een basisgroep mag maximaal bestaat uit 20 tegelijkertijd aanwezige kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar. Voor kinderen van 8 jaar en ouder mag de basisgroep bestan uit 30 kinderen. BSO De Stoere Stapjes De opvang op deze locatie vindt in de schoolperioden plaats van maandag t/m vrijdag met uitzondering van woensdag. Dan worden de kinderen opgevangen op de locatie De Zevensprong. De BSO kent basisgroepen die elk een eigen kleur hebben. De inspectie vindt plaats tijdens de grote zomervakantie. Tijdens week 3 en 4 van deze grote zomervakantie zijn er dan zo weinig kinderen dat alle kinderen van alle bso's worden samengevoegd, dus de Stoere Stapjes, Stampertjes, Zevensrpong, Cereol, Zwaluwen. De inspectie vindt plaats in week 3, dus is dit nu ook het geval. Van elke locatie is een beroepskracht aanwezig. Tijdens de vakantie zijn er geen vaste opvangdagen en kunnen ouders intekenen voor hun kind op een willekeurige dag, dus onafhankelijk van de dagen die zij normaal gesproken afnemen. Dus een kind, dat normaal op maandag en vrijdag komt, kan nu bijvoorbeeld intekenen op dinsdag en donderdag. Daarbij kunnen zij zich ook laten leiden door het programma, dat in de vakantieperiode wordt aangeboden. Bij bso De Stoere Stapjes hangt dit programma duidelijk zichtbaar op de kasten. De ouders horen dan na de inschrijving, bij de bevestiging, op welke locatie het zal plaatsvinden. Ouders leggen tijdens deze inschrijving voor het vakantieprogramma vast dat hun
7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
kinderen op een andere basisgroep/locatie worden opgevangen. Ingeval er ad hoc wordt ingeschreven tekent de ouder ter plekke een formulier. Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de opvang in groepen voldoet aan de gestelde eisen. Beroepskracht-kindratio Algemeen Er zijn duidelijke regels voor het maximaal aantal kinderen dat één beroepskracht mag opvangen; het gaat dan om het aantal gelijktijdig aanwezige kinderen. Het aantal kinderen in verhouding tot het aantal beroepskrachten wordt de beroepskracht-kindratio genoemd. De verhouding tussen het aantal beroepskrachtenen het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt in de buitenschoolse opvang tenminste 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen. BSO De Stoere Stapjes Tijdens het inspectiebezoek is de beroepskracht - kindratio getoetst. Er waren 4 beroepskrachten aanwezig en 33 kinderen aanwezig. Conclusie BSO De Stoere Stapjes voldoet aan de wettelijke voorwaarden met betrekking tot de vereiste verhouding beroepskracht-aanwezige kinderen (beroepskracht - kindratio). Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal Nederlands wordt gebruikt. Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten
8 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. (art. 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art. 6 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: de Stoere Stapjes : http://www.bso-ooginal.nl : 60
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kinderopvang Oog in Al Postbus 2036 3500GA UTRECHT www.bso-ooginal.nl 41187740
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Postbus 2423 3500GK Utrecht 030-2863 227 H Kerstens
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Utrecht : Postbus 2423 : 3500GK UTRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
28-07-2015 08-09-2015 Niet van toepassing 24-09-2015 28-09-2015 Niet van toepassing
: 28-09-2015
12 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 28-07-2015 de Stoere Stapjes te UTRECHT