Inspectierapport BOEIenD op de Akker (BSO) Admiraal Helfrichlaan 13e 6952GA DIEREN Registratienummer 142726801
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Rheden 13-07-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 28-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 9 Inspectie-items .................................................................................................................. 10 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. De toezichthouder heeft de praktijk geobserveerd en gesproken met de aanwezige beroepskrachten. Vervolgens heeft er een gesprek met de locatiemanager plaatsgevonden.
Beschouwing In deze Beschouwing staan de resultaten van de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over opvanglocatie (buitenschoolse opvang Boeiend op de Akker) en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze bevindingen worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Buitenschoolse opvang (bso) Boeiend op de Akker is onderdeel van Kinderopvang Boeiend B.V. en is gevestigd in Protestants-Christelijke basisschool De Akker te Dieren. De bso biedt sinds 13 augustus 2012 opvang aan maximaal 30 kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar tot de leeftijd waarop kinderen het basisonderwijs verlaten. Onderzoek geschiedenis Naar aanleiding van het jaarlijks inspectieonderzoek op 28 oktober 2014 heeft de gemeente Rheden een aanwijzing verzonden aan de houder. Er waren tekortkomingen geconstateerd betreft het aantal ingezette beroepskrachten in verhouding tot het aantal kinderen (beroepskrachtkindratio). Er werden te weinig beroepskrachten ingezet. Op 20 januari 2015 heeft de toezichthouder een nader onderzoek uitgevoerd bij bso Boeiend op de Akker. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat de oorspronkelijke tekortkomingen zijn opgeheven. Bevindingen op hoofdlijnen huidig onderzoek De kinderen worden opgevangen in vaste basisgroepen onder begeleiding van vaste beroepsrachten. Er heerst een open en ontspannen sfeer in de bso. Uit zowel het interview met een beroepskracht als de observatie van de toezichthouder blijkt dat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen genomen zijn in het keukentje dat door de bso gebruikt wordt. De directrice heeft toegezegd dat er passende maatregelen genomen zullen worden. Verder is er 'overleg en overreding' toegepast op het overleggen van een correcte verklaring omtrent het gedrag. De aangeboden hersteltermijn is niet nagekomen. Zie voor beide items de toelichting bij desbetreffende hoofdstukken in dit inspectierapport. De conclusie van dit onderzoek is dat bso Boeiend op de Akker voldoet aan de meeste, op dit moment getoetste, voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er wordt niet voldaan aan de volgende voorwaarden: • Item 3.1 Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid, voorwaarde 6: De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. • item 2.1 verklaring omtrent gedrag, voorwaarde 1
3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘pedagogisch klimaat’. De volgende competenties zijn geobserveerd en beoordeeld door de toezichthouder: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindcentrum (januari 2015). Daarin staan beschrijvingen van de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. De betreffende letterlijke beschrijvingen uit dit Veldinstrument zijn in de tekst hierna in cursief weergegeven. Vervolgens volgt een concreet voorbeeld uit de praktijk welke door de toezichthouder is waargenomen tijdens de observatie van de pedagogische praktijk. Tenslotte volgt een conclusie. Gedurende de observatie kwamen de kinderen zelfstandig uit school de bso-groepsruimte binnen en werden ontvangen door de aanwezige beroepskrachten. De kinderen gingen in twee groepen aan aparte tafels zitten. Het fruit, de koekjes en het drinken was al klaargezet door de beroepskrachten. Na het gezamelijke tafelmoment gingen de kinderen samen buiten spelen.
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De beroepskrachten zijn bekend met dit beleid en handelen hier zichtbaar naar. Dit blijkt onder andere uit de volgende praktijkobservaties: emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Observatie: De kinderen worden bij binnenkomst gegroet door de beroepskrachten. De beroepskrachten stellen de individuele kinderen enkele passende vragen over hun ervaringen m.b.t. de schooldag. De beroepskracht legt de aanwezigheid van de toezichthouder duidelijk en passend uit aan de kinderen en introduceert de invalkracht aan de kinderen. Conclusie: Bij bso Boeiend op de Akker wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van de kinderen. Observatie: Er is ruimte voor creatieve ontwikkeling. Dit maakt de toezichthouder onder andere op uit het aanbod van creatief ontwikkelingsmateriaal en de in de groepsruimte opgehangen creatieve werkjes van de kinderen. Er is sprake van een duidelijke en herkenbare dagindeling. De beroepskracht noteert bij aanvang een aantal zaken op het whiteboard, waaronder het activiteitenaanbod van die dag, wie die dag het 'hulpje' mag zijn en welke beroepskrachten er aanwezig zijn. Op deze manier weten de kinderen wat zij die middag kunnen verwachten. Conclusie: Bij bso Boeiend op de Akker wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. sociale competentie 5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
De kinderen zijn deel van de groep. Observatie: De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij organisatorische taken zoals dingen klaarzetten en opruimen. Zo mag een kind het 'hulpje van de dag' zijn. Conclusie: Bij bso Boeiend op de Akker wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. overdracht normen en waarden Regels en omgangsvormen zijn aanwezig. Observatie: Dagelijks noteert een beroepskracht een gedragsregel op het whiteboard om de kinderen te helpen herinneren aan bepaalde regels en/of sociale omgangsvormen met elkaar. Tijdens het inspectiebezoek stond er de volgende zin op het bord: 'Wij hebben respect voor elkaar.' Conclusie: Bij bso Boeiend op de Akker wordt de overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Observaties • Pedagogisch werkplan
6 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven van het kindcentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. De toezichthouder heeft de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de nieuwe Verklaringen omtrent het gedrag (VOG’s) ingezien van 2 op dat moment aldaar werkzame beroepskrachten. De VOG van de uitzendkracht voldoet aan de gestelde voorwaarden. De VOG van de beroepskracht welke in dienst is bij de kinderopvangorganisatie is afgegeven in september 2012. Daarmee voldoet deze niet aan de gestelde voorwaarde. Personen welke werkzaam zijn bij een kindercentrum dienen in het bezit te zijn van een VOG welke is afgegeven na 1 maart 2013. Om de houder de gelegenheid te geven om deze tekortkoming te herstellen, heeft de toezichthouder de actie 'overleg en overreding' ingezet. Er is een hersteltermijn van 1 week verleend om alsnog een correcte VOG te overhandigen. Deze hersteltermijn is niet nagekomen. N.B. De toezichthouder heeft op 20 juli, een week na het inspectiebezoek, een email van de locatiemanager ontvangen waarin wordt gemeld: "de VOG is aangevraagd. Helaas is het niet gelukt deze tijdig te ontvangen en naar u toe te sturen." Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft van twee werkzame beroepskrachten een passende beroepskwalificatie ingezien.
Opvang in groepen De bso bestaat in principe uit twee basisgroepen, zowel in de praktijk als in de groepsindeling op papier. Echter, op vrijdag worden beide groepen samengevoegd in verband met het lagere kindaantal. De kinderen maken gebruik van één groepsruimte. Omvang en samenstelling voldoen aan de wettelijke voorwaarden.
hoe op schrift ingedeeld en hoe in praktijk?
Beroepskracht-kindratio 7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
Tijdens het inspectiebezoek werden er 21 kinderen verwacht. Er waren 3 beroepskrachten aanwezig. In de praktijk waren er uiteindelijk 20 kinderen aanwezig. Een van de beroepskrachten ging later op de middag andere (voorbereidende) taken uitvoeren. Bij de bso worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. De houder voldoet aan de gestelde voorwaarden betreft de wettelijke beroepskrachtkindratio.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten
8 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘veiligheid en gezondheid’. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindcentrum. Daarna volgt een oordeel. De toezichthouder heeft de uitvoering van het beleid veiligheid en gezondheid beoordeeld. Tevens is beoordeeld hoe de houder de beroepskrachten informeert over dit onderwerp.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op grond van het gesprek met de beroepskracht en de observatie op de groep, is geconcludeerd dat de beroepskrachten het gezondheidsbeleid kennen en over het algemeen op een juiste wijze in praktijk brengen. Een aandachtspunt betreft de afwezigheid van handdoeken in de keuken waardoor het afdrogen van de handen na het handen wassen daar op dat moment niet mogelijk was. Bij navraag bleek dit echter een incident te betreffen, de papieren handdoeken moesten aangevuld worden in de daarvoor bestemde houder. Op grond van de observatie in en rondom de keuken van de bso heeft de toezichthouder de beroepskracht gevraagd naar de risico-inventarisatie en het plan van aanpak veiligheid. De risico's zijn juist geinventariseerd en aangegeven bij het management. In de keuken van de bso wordt op enkele dagen tijdens de openingstijden van de bso gekookt voor de kinderen door een beroepskracht, zo ook tijdens de aanwezigheid van de toezichthouder. Er staan dan kokend hete pannen op de kookplaat in de keuken. De beroepskracht is dan niet altijd in de keuken aanwezig. Daarnaast kan de keukenkraan zeer heet worden. De deur van de keuken staat open en grenst aan de speelhal waar de kinderen van de bso verblijven en/of geregeld langslopen, zo ook tijdens de observatie. De beroepskracht heeft geen zicht op de keuken vanuit de groepsruimte. De kinderen kunnen zo gemakkelijk bij de kokende pannen e.d. De keukendeur is niet afsluitbaar. De houder heeft onvoldoende veiligheidsmaatregelen getroffen in en nabij de keuken om de daar aanwezige veiligheidsrisico's voldoende te reduceren. De toezichthouder heeft deze situatie besproken met zowel de aanwezige beroepskracht als met de locatieverantwoordelijke, mevrouw Marwa. Zij is voornemens om een (hoog) haakje te plaatsen op de keukendeur zodat deze afgesloten kan worden.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) • Observaties • Risico-inventarisatie veiligheid • Actieplan veiligheid
9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen
: BOEIenD op de Akker : 30
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Kinderopvang BOEIenD Zwanensingel 5 6883GE VELP GLD www.boeiend-kinderopvang.nl 51254654
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Sanne den Bakker
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Rheden : Postbus 9110 : 6994ZJ DE STEEG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
13-07-2015 22-07-2015 27-07-2015 28-07-2015 28-07-2015 28-07-2015
: 04-08-2015
12 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. - het haakje is aan de keukendeur bevestigd. - de VOG is aangevraagd en we verwachten dit deze week te ontvangen (week 31 2015)
13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 13-07-2015 BOEIenD op de Akker te DIEREN