Inspectierapport Bso de Panda (BSO) Hendrikse-akker AM BARENDRECHT Registratienummer

Inspectierapport Bso de Panda (BSO) Hendrikse-akker 11 2994AM BARENDRECHT Registratienummer 150643706

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Rotterdam-Rijnmond Barendrecht 02-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 23-04-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Ouderrecht..................................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 11

2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-03-2015 Bso de Panda te BARENDRECHT

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In het kader van risicogestuurd toezicht zijn in deze inspectie niet alle voorwaarden binnen de kwaliteitsdomeinen meegenomen. Vooraf zijn geen documenten opgevraagd. De oordelen zijn gebaseerd op gesprekken met de aanwezige beroepskrachten, documenten die ter plekke zijn ingezien of zijn nagestuurd en de observatie. Ook heeft tijdens het inspectiebezoek een gesprek met de locatiemanager plaatsgevonden. Beschouwing Feiten over buitenschoolse opvang De Panda Buitenschoolse opvang De Panda is onderdeel van Stichting Kinderopvang Barendrecht. Een stichting met diverse locaties in gemeente Barendrecht. De buitenschoolse opvang biedt opvang op de eerste verdieping en heeft voldoende ruimte om opvang te bieden aan 50 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Op de begane grond is kinderdagverblijf De Panda gevestigd. Het kindercentrum is geschakeld aan een basisschool. De kinderen van de buitenschoolse opvang gebruiken het schoolplein van de basisschool als buitenspeelruimte. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende onderzoeken plaatsgevonden: 6 mei 2013: onaangekondigd jaarlijks onderzoek, geen overtredingen 3 maart 2014: onaangekondigd jaarlijks onderzoek, met overtredingen binnen het domein personeel en groepen Bevindingen op hoofdlijnen Er heeft overleg en overreding plaatsgevonden op de volgende domeinen: - pedagogisch klimaat; - personeel en groepen. Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid Stichting Kinderopvang Barendrecht hanteert een algemeen pedagogisch beleidsplan. Daarnaast heeft elke locatie haar eigen pedagogisch werkplan. De inhoud van het pedagogisch werkplan is beoordeeld op onderstaande onderdelen: - beschrijving van het samenvoegen van groepen (Op woensdag worden de drie groepen samengevoegd. Op vrijdag worden de Teigetjes en Zebra's samengevoegd.) - beschrijving van de achterwacht. Tijdens het vorig jaarlijks onderzoek is in het rapport opgemerkt dat deze onderdelen ontbraken danwel veroudert beschreven waren. Tijdens dit onderzoek is het pedagogisch werkplan opgevraagd en nagestuurd. De toezichthouder heeft de houder naar aanleiding van het toegestuurde beleid middels overleg en overreding de mogelijkheid geboden om bovenstaande beschrijvingen en nog een paar kleine wijzigingen observeerbaar te beschrijven, aangezien deze onvoldoende helder of niet beschreven waren. Op 2 april 2015 is door de locatiemanager het pedagogisch beleid en werkplan nagestuurd. De inhoud ervan is volledig. Er wordt aan de wettelijke vereisten voldaan.

Pedagogische praktijk De 4 competenties zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang zijn geobserveerd en beoordeeld: -

emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie overdracht van normen en waarden

Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar (versie januari 2015). De tekst hieruit die gebruikt wordt bij de beschrijving van de pedagogische praktijk is cursief gedrukt. Alle competenties zijn beoordeeld. Hieronder zijn slechts een paar voorbeelden uitgewerkt van situaties die zich voordeden tijdens de observatie. De observatie heeft plaats gevonden op maandagmiddag Er is geobserveerd van 16:25-16:55 uur op de groepen IJsberen en Honingberen. Tussendoor is gesproken met de beroepskrachten. De algehele sfeer is goed: Emotionele veiligheid Er is informatieoverdracht- en uitwisseling tussen ouders en beroepskrachten. Beroepskrachten nemen (desgewenst) actief informatie in ontvangst bij het brengen, en dragen actief informatie over bij het ophalen. Ouders krijgen antwoord op hun vragen. Ouders worden zoveel mogelijk door een vaste beroepskracht/mentor aangesproken. Observatie: Tijdens de observatie worden diverse kinderen opgehaald door één van de ouders. De beroepskrachten vertellen wat zij die middag gedaan hebben of wat er gebeurd is en geven ouders de ruimte iets te vertellen of vragen te stellen.


Eén van de ouders heeft een specifieke vraag over het moment tijdens het uit school halen welke de beroepskracht niet kan beantwoorden. Zij helpt de ouder door samen naar een andere collega te gaan waarmee het kind uit shcool is gekomen en de vraag daar voor te leggen. Overdracht van normen en waarden Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn. In de ruimte is op specifieke plaatsen informatie aanwezig (pictogram, woord, slogan, lijstje) waardoor kinderen weten welke afspraken of regels op die plaatsen en in de gehele ruimte gelden. De ruimte is voor kinderen hun eigen en vertrouwde omgeving. Observatie: In alle 3 de basisgroepen zijn positieve leefregels opgehangen met foto's en woorden. In de groep IJsberen hangt een magneetbord waar elk kind zijn naam hangt bij de activiteit die hij/zij gaat doen. Sommige ruimten zijn kleiner zoals de speelplekken in de hal. Er zijn afspraken gemaakt over hoeveel kinderen per keer in de ruimte mogen spelen, zodat hun spel niet verstoord kan worden door overbezetting. Andere ruimten, zoals de chillruimte, zijn leeftijdgebonden. De kinderen weten vanaf welke leeftijd zij in deze ruimte mogen spelen. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en dat beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleidsplan en daar in de praktijk uitvoering aan geven. De 4 competenties worden voldoende gewaarborgd waarmee voldaan is aan de wettelijke vereisten. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • • Interview anderen (beroepskrachten) • Observaties • Pedagogisch werkplan


Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder geconstateerd dat 1 verklaring omtrent het gedrag van een medewerker niet is getoetst op functieaspect 84 (dit aspect staat voor belast met zorg voor minderjarigen). De toezichthouder heeft de houder tijdens het onderzoek door middel van overleg en overreding de mogelijkheid geboden om deze overtreding te herstellen. De houder heeft op 9 april 2015 een geldige VOG overlegd, waardoor voldaan is aan de wettelijke vereisten.

Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie.

Opvang in groepen Er zijn 3 basisgroepen. De leeftijdsindeling en de groepsnamen zijn veranderd ten opzichte van vorig jaar: • De Honingberen 4-7 jaar voor maximaal 20 kinderen • De IJsberen 4-7 jaar voor maximaal 20 kinderen • De Koalaberen 7+ groep voor maximaal 10 kinderen De 7+ groep is geopend op dinsdag en donderdag. Op de overige 3 dagen zijn de kinderen en de beroepskracht samengevoegd met de Honingberen in het lokaal van de Honingberen vanwege een laag kindaantal. Op die dagen is er sprake van een 4-12 jarigen groep i.p.v. een 4-7 jarigen groep. De kinderen worden in de eigen basisgroep opgevangen. Elk kind maakt van maximaal 2 stamgroepruimten gebruik gedurende de week vanwege de verschillende samenvoegmomenten.

Beroepskracht-kindratio Tijdens het bezoek blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen: - er zijn 15 kinderen van 4-12 jaar met 2 beroepskrachten op De Honingberen; - er zijn 14 kinderen van 4-7 jaar met 2 beroepskrachten op De IJsberen; Tijdens het vorig jaarlijks onderzoek bleek dat er 40 minuten werd afgeweken van de beroepskracht-kindratio tijdens het uit school halen van de kinderen. Deze afwijking was te lang, omdat er gedurende schooldagen ten hoogste 30 minuten mag worden afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Tijdens dit onderzoek blijkt dat de situatie verandert is: - er zijn minder kinderen waardoor het minder snel voorkomt dat er afgeweken wordt; - op drukke dagen is er tijdens de loopronde indien nodig inzet van de locatiemanager. Vanwege bovenstaande komt het niet meer voor dat er te lang afgeweken wordt en is weer minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten ingezet, waardoor voldaan is aan de wettelijke vereisten. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke • Interview anderen (beroepskrachten) • Observaties


Ouderrecht

Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit 5 leden. Uit de vragenlijst van de oudercommissie blijkt dat zij de samenwerking tussen locatie en oudercommissie als positief ervaren evenals de kwaliteit van de opvang. De oudercommissie wordt in staat gesteld om hun adviesrecht toe te passen en ontvangt benodigde informatie tijdig. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: Bso de Panda : http://www.kinderopvang-barendrecht.nl : 50

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

Stichting Kinderopvang Barendrecht Bergen 9 2993LR BARENDRECHT www.kinderopvang-barendrecht.nl 41136110

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70014 3000KS ROTTERDAM 010 4984015 F.M.M. Bakker

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Barendrecht : Postbus 501 : 2990EA BARENDRECHT

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

02-03-2015 10-04-2015 22-04-2015 23-04-2015 23-04-2015

: 23-04-2015 : 23-04-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Inspectie 02-03-2015 Bso de Panda (BSO) Hendrikse-akker 11 2994AM BARENDRECHT Registratienummer 150643706 Zienswijze SKB Met plezier hebben wij kennis genomen van de positieve beoordeling van de pedagogische praktijk op onze buitenschoolse opvang de Panda. De Panda is onderdeel van de Stichting Kinderopvang Barendrecht. Het BSO-team houdt zich dagelijks bezig met aanbieden van plezierige opvang, waar kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen, maar waar ze vooral deel kunnen nemen aan leuke, uitdagende en verantwoorde vrijetijdactiviteiten. Daarbij maken zij gebruik van diverse middelen, materialen en ruimtes, maar ook van de diensten van ons intern activiteitenteam. Bij al deze ontwikkelingen is het contact met ouders belangrijk. Ouders zijn onze klant en deelnemer en wij zijn hun partner in de opvoeding. Op de Panda is een enthousiaste en betrokken oudercommissie actief, die een belangrijke schakel vormt in de continue verbetering van het pedagogisch klimaat. Onze dank gaat dan ook uit naar onze ouders en medewerkers die zich gezamenlijk inspannen om de kinderen van de Panda een leuke en veilige plek te geven waar ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Team en de oudercommissie KDV de Panda


Inspectierapport Bso de Panda (BSO) Hendrikse-akker AM BARENDRECHT Registratienummer

Recommend Documents