veri|sse CIE
www.prv-oveiijssel.nl
Provinciale Staten
Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 48 02
AFSCHRIFT Uw kenmerk
Uw brief van
Ons kenmerk BA/2005/235-258 nr. A'05-08/14
Bijlagen 4
Doorkiesnummer 038 4252068 Doorkiesnummer fax 038 4254802
Inlichtingen bij dhr. AJ. Breure
Datum 10 05 2005
7.MEI2CC5
Onderwerp Beslissing op bezwaarschriften ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Raad van Toezicht Patienten Consumenten Platform Twente en Vereniging Patienten Consumenten Platform Zwolle; besluit tot vermindering van het budgetsubsidie per uiterlijk 1 januari 2007.
De Raad vanToezicht van het Patienten Consumenten Platform Twente (PCPT), Oude Postweg 57, 7557 DA Hengelo (O) en het bestuur van de Vereniging Patienten Consumenten Platform Zwolle, Menno van Coehoornsingel 16, 8011 XA Zwolle, hebben een bezwaarschrift ingediend tegen ons besluit van 16 december 2004, kenmerk ZC/2004/2957. Wij hebben u over dit besluit geinformeerd met onze brief van 16 december 2004, kenmerk ZC/2004/2957 (verzonden 17 december 2004). Hierbij zenden wij u ter kennisneming een kopie van de bezwaarschriften, alsmede een afschrift van onze beslissing van heden op de ingediende bezwaarschriften. Kortheidshalve verwijzen wij u naar de bijlagen. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voo:
RABO Bank 39.73.41.121 Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
vernsse
www.prv-ovefijssel.nl
Het bestuur van de Patienten Consumenten Platform Twente Oude Postweg 57 7557 DA HENGELO (O)
Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 48 02
Uw kenmerk U16.2005 U27.2005 U94.2005 Ul 16.2005
Uw brief 20 01 2005 28 01 2005 01 042005 03 05 2005
Ons kenmerk BA/2005/235 nr. A'05-08
Bijlagen
Doorkiesnummer 038 425 1635
Inlichtingen bij dhr. P.S. Dijkstra
Datum 10052005
17.MEI2GC5
Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift ex artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb); Herijking provinciaal zorgvragersveld.
Geacht bestuur. Op 14 december 20041 hebben wij besloten om aan Patienten Consumenten Platform Twente (hierna: het Platform) vanaf 1 januari 2007 € 180.000.,— minder budgetsubsidie te verlenen dan in het voorgaande tijdvak. Hiertegen hebt u, namens uw Platform, bij brief van 20 januari 2005 gemotiveerd bezwaar gemaakt. Hoorzitting Op 4 april 2005 heeft in het kader van de bezwaarschriftenprocedure een openbare hoorzitting in het provinciehuis plaatsgevonden. U hebt van de mogelijkheid gebruik gemaakt de bezwaren nader toe te lichten tegenover de Hoorcommissie Gedeputeerde Staten, bestaande uit onafhankelijk voorzitter de heer mr. dr. A. Postma en gedeputeerde de heer P. Jansen. Het verslag van deze hoorzitting is u toegezonden op 20 april 2005. Wij hebben kennis genomen van uw brief van 3 mei 2005, kenmerk Ul 16.2005, waarin u reageert op dit verslag. Na faeroverwegiag hebben wij besloten de bezwaren tegen ©us besluit van 14 december 2004 ©ngegrond te verHaren om Merna te noetnen redenen. kenmerk ZC/2004/2957 Rabobank 39.73.41.121
Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
Besluit 14 december 2004 (bestreden besluit) Op 14 december 2004 hebben wij besloten om de subsidieverlening aan uw Platform per 1 januari 2007 gewijzigd voort te gaan zetten. Vanaf deze datum bedraagt de subsidie jaarlijks € 180.000,— minder dan in het voorgaande tijdvak. Dit besluit is gebaseerd op onze beslissing om te bezuinigen op collectieve belangenbehartiging. Wij hebben deze bezuiniging via beleid2 vormgegeven in "Hoofdlijnen herijking provinciaal zorgvragersveld". In dit beleidsstuk hebben wij aangegeven dat er sprake is van dubbeling van functies die de zorgvragersorganisaties uitvoeren. Wij willen om die reden verdergaande samenwerking tussen deze organisaties bewerkstelligen om zodoende bundeling van beleid en aandacht te creeren en tegelijkertijd een besparing op de verschillende subsidiestromen te bereiken. Verder beogen wij de functies ondersteuning en belangenbehartiging te onderscheiden. De patienten consumentenplatforms (hierna: PGP's) wordt een belangrijke rol toegedacht voor de belangenbehartiging. Wij constateren daarbij dat de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning waarschijnlijk op korte termijn van kracht wordt en de Algemene wet bijzondere ziektekosten mogelijk wijzigt. Ons beleid - waarbij we uitgaan van het verminderde belang van collectieve belangenbehartiging en toenemende belang van individuele ondersteuning past binnen deze ontwikkelingen. Wij constateren dat vooral de PGP's de taak collectieve belangenbehartiging uitvoeren in verhouding tot andere zorgvragersorganisaties. Om deze reden hebben wij besloten tot vermindering van de budgetsubsidie aan de PGP's. Bezwaarschrift De bezwaren tegen bezuiniging van € 180.000,— komen samengevat op het volgende neer. H Uw installing vraagt zich af welke taken door welke organisaties dubbel worden uitgevoerd. m Relatie tussen efficienter en effectiever werken en bezuiniging van € 360.000,— is niet aangetoond. m Veranderingen in het zorgstelsel zijn volgens uw instelling duurder in tegenstelling tot wat ons college denkt. m " Verschil tussen belangenbehartiging en ondersteuning is niet reeel. @ Uw instelling is van mening niet betrokken te zijn geweest bij de besluitvorming over de bezuinigingsvoorstellen. Qverwegingen naar aanleiding van het bezwaarschrift Van toepassing zijnde regelgeving
Om in te kunnen gaan op de bezwaren is het van belang aan te geven op grond van welke wettelijke bepalingen wij het bestreden besluit hebben genomen. Op grond van artikel 4:51, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kunnen wij een ontvanger die drie of meer jaren achterelkaar subsidie heeft ontvangen de subsidie niet plotseling geheel of gedeeltelijk weigeren.Ten eerste moeten wij voor de (gedeeltelijke) weigering een redelijke termijn stellen.Ten tweede moet de (gedeeltelijke) weigering gebaseerd zijn op veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten die in strijd zijn met (ongewijzigde) voortzetting van de subsidie. Dit artikel is de basis van onze beslissing. In uw bezwaarschrift heeft u geen gronden opgenomen die gericht zijn tegen de termijn. U voert evenmin gronden aan dat de weigering niet gebaseerd is op een grond als bedoeld in voornoemd artikel. Heroverweging op basis van de bezwaren
Het is op grond van vaste jurisprudence niet nodig dat wij bijzondere gronden aanvoeren voor het op termijn verlenen van minder subsidie aan uw Platform. Het enkele feit van beleidswijziging of wijziging van inzichten is al voldoende.3 Wij maken hiermee geen ongeoorloofde inbreuk op verkregen rechten, maar beslissen om minder rechten aan u toe te kennen dan uw Platform voorheen verkreeg.
2
kenmerk ZC/2004/2957 ABRSTokt ABRS 7 oktober 1977, AB 1978, AB 1978/7 (Opera Forum), ARRS 28 maart 1985, AB 1985/600, ABRS 20 maart 2002, AB 2002/273 3
De subsidie die in het verleden aan uw Platform is verleend, is steeds per tijdvak van een jaar toegezegd. Deze subsidierelatie bestaat al ruim 10 jaar. Op grond van de Awb kan slechts de verwachting worden ontleend dat de relatie niet abrupt wordt beeindigd, maar slechts met inachtneming van een redelijke termijn. Met ons besluit hebben wij aan willen geven dat deze termijn is gaan lopen en ons besluit concreet effect zal hebben in 2007. Wij hebben uw bezwaren gericht tegen ons besluit getoetst aan bovengenoemd uitgangspunt. Ten eerste maakt u bezwaar tegen onze opmerking in de kerntakendiscussie dat wij vinden dat er sprake is van een overlap van taken door verschillende organisaties. U geeft aan dat wij niet vermelden welke taken door welke organisaties dubbel worden uitgevoerd. In de ruim 10 jaar zijn de subsidies gebaseerd op de door ons goedgekeurde werkplannen. U bent van mening dat uw instelling er op mocht vertrouwen dat er daarnaast geen subsidies aan andere organisaties zijn toegekend voor dezelfde werkzaamheden. Bovendien is uw instelling niet bekend met en zeker niet betrokken bij een inventarisatie op dit gebied. Hier merken wij het volgende over op. In deze beslissing beoordelen wij de rechtmatigheid en doelmatigheid van het bestreden besluit. De verlening van een lagere subsidie vanaf 2007 is gebaseerd op de bezuiniging naar aanleiding van de kerntakendiscussie en de prioritering als gevolg van de herijking van het zorgvragersbeleid. Daarmee hangt de bezuiniging samen met gewijzigde inzichten en een beleidswijziging. Daarmee wordt voldaan aan de eisen van de wet om de subsidie op termijn een lager bedrag vast te stellen. Ten overvloede merken wij op dat door de beleidswijziging een duidelijkere taakverdeling tussen de verschillende zorgvragersorganisaties ontstaat. Wij verwachten dat hierdoor'dubbeling van taken kan worden voorkomen. In de tweede plaats bent u van mening dat een relatie tussen efficienter en effectiever werken en bezuiniging van € 360.000,— niet is aangetoond door middel van betrouwbare cijfers. Welke verdeelsleutel wordt gebruikt om het daarmee nog niet behaalde deel van de genoemde bezuiniging te verdelen over de belangenbehartiging/ondersteuning van respectievelijk welzijn en zorg. Bijna alle activiteiten van uw instelling betreffen juist de zorgsector. Op basis van het beschikbare cijfermateriaal concludeert u dat deze bezuiniging voor het merendeel de zorgsector betreft. U vraagt zich af of deze verdeling de bedoeling was van Provinciale Staten. Hier merken wij het volgende over op. Wij vinden dat de discussie of er nu wel of geen dubbeling van taken aan de orde is niet afdoet aan de rechtmatigheid van ons besluit. De aanzegging dat aan uw Platform in 2007 minder veel subsidie zal worden verleend dan in de voorgaande jaren is gebaseerd op ons beleid om te bezuinigen naar aanleiding van de kerntakendiscussie. Omdat uw Platform vanaf dat moment naar verwachting minder middelen tot zijn beschikking heeft, hebben wij ons beleid hierop aangepast. Wij hebben geconstateerd dat er een aantal ontwikkelingen en kansen zijn waardoor uw Platform zal kunnen bezuinigen. Wij verwachten dat uw Platform naar redelijkheid zijn taken, waaronder de collectieve belangenbehartiging, zal kunnen blijven uitvoeren. Het is en blijft uw verantwoording dat het Platform kostendekkend functioneert. Voorts maakt u bezwaar tegen ons uitgangspunt dat de komende landelijke veranderingen in het zorgstelsel bezuinigingen voor het Platform meebrengen. Daarmee lijkt te worden aangenomen dat er, wanneer de zorgvragerspartijen zich aanpassen aan de toekomstige situatie op het welzijnsgebied en op enkele terreinen van zorg, nog geld bespaard kan worden. Dit alles is volgens u onjuist omdat de noodzakelijke aanpassingen, met effecten op de langere termijn, juist extra kosten met zich meebrengen voor het Platform. U stelt vervolgens dat wij van mening lijken dat een groot deel van de collectieve belangenbehartiging kan worden vervangen door individuele ondersteuning. Hiervoor wordt een accentverschuiving van collectief naar individueel en van regionaal naar lokaal als grondslag gegeven.
4
Volgens u berust het grote en essentiele verschil tussen de activiteiten er op dat de eerste pro-actief en de tweede reactief werkt. U stelt dat beide nodig zijn, maar hoe effectiever de collectieve belangenbehartiging, hoe beter het individu zijn of haar weg kan vinden. U geeft hiervoor in het bezwaarschrift een uitgebreide motivering. De definities van belangenbehartiging en ondersteuning die wij geven, worden volgens u niet onderschreven door participanten, lokale en/of landelijke partijen en samenwerkingspartners in de diverse ketens. Volgens u geven de definities een gekunstelde accentverschuiving en zullen binnen zeer korte tijd door landelijke ontwikkelingen achterhaald worden. Tevens kan het totaal uit elkaar trekken van ondersteuning en belangenbehartiging als ongewild neveneffect hebben dat er een aparte dienstensector ontstaat, die door de provincie wordt gesubsidieerd, en daarmee onder de Europese aanbestedingsregels valt. Volgens u kan dit worden voorkomen door op een gedegen manier de nu opererende organisaties gezamenlijk de kans te geven om een goed gei'ntrigeerde zorgvragerscollectief te laten vormen. Hier merken wij het volgende over op. Wij begrijpen uit uw bezwaar dat u de indruk heeft gekregen dat de ontwikkelingen in het zorgstelsel een van de grondslagen was voor het verlagen van subsidie aan uw Platform. Wij hebben hiermee duidelijk willen maken dat de beleidswijzigingen aansluiten bij ontwikkelingen in het zorgstelsel. Op basis van deze ontwikkelingen hebben wij ons zorgvragersbeleid herijkt. De verlening van een lagere subsidie vanaf 2007 vindt haar basis in de bezuiniging naar aanleiding van de kerntakendiscussie en in de uit ons herijkte zorgvragersbeleid voortvloeiende prioritering. Om die reden kunnen wij niet aan uw bezwaar tegemoetkomen. Voorts geeft u aan dat uw instelling niet betrokken is geweest bij de besluitvorming over de bezuinigingsvoorstellen. In een publicatie van een provinciaal adviesorgaan heeft uw instelling de uitkomsten moeten lezen uit een verslag van een overleg over de taaktoedeling aan zorgvragersorganisaties op het gebied van zorg, welzijn en wonen. U geeft aan niet te zijn betrokken bij dit overleg, de onderzoeken en taaktoedeling. Hier merken wij het volgende over op. De ontwikkelingen in het zorgstelsel zijn besproken in een ambtelijk overleg met uw Platform op 29 juli 2004. Voorts zijn de voornemens besproken tijdens een bestuurlijk overleg met uw Platform op 14 oktober 2004. Wij komen hiermee tot de conclusie dat wij uw platform voldoende hebben betrokken bij de besluitvorming en kunnen om die reden niet tegemoetkomen aan uw bezwaar. Wij erkennen daarbij dat wij het verslag van het bestuurlijk overleg eerder naar u hadden kunnen verzenden. Het verslag is aan uw instelling verzonden bij brief van 16 december 20044. U hebt op onze verslagjegging bij brief van 20 januari 20055 gereageerd. Naar aanleiding hiervan heeft een ambtenaar van de eenheid ZC team Zorg telefonisch met u contact opgenomen. In dit telefonisch gesprek is aan u meegedeeld wat het ambtelijk standpunt naar aanleiding van deze reactie was. Wij hebben begrepen dat u zich in dit standpunt kon vinden. Naar aanleiding hiervan hebben wij dit standpunt schriftelijk aan uw instelling bevestigd bij brief van 14 februari 20056. Overig Op grond van het voorgaande verzoekt u ons om opsplitsing tussen de in het besluit bedoelde begrippen "belangenbehartiging" en "ondersteuning" los te laten en de bezuiniging niet alleen op de regionale provinciale consumentenplatforms af te wentelen. Ten tweede verzoekt u ons opnieuw met Provinciale Staten de noodzaak van een taakstelling te bespreken in het licht met de in het licht van de in het bezwaarschrift opgenomen argumenten. In een bezwaarschriftenprocedure staat de heroverweging van het bestreden besluit centraal. Nieuwe verzoeken kunnen wij hierbij niet betrekken. Om deze reden kunnen wij deze verzoeken niet in deze procedure in behandeling nemen. Het staat u vanzelfsprekend vrij om u rechtstreeks tot Provinciale Staten te wenden. 4 5
kenmerk ZC/2004/3157, verzonden 16 december 2004 kenmerk ZC/2005/429, ontvangen 21 januari 2005
Wij hebben heden een afschrift van deze beslissing gezonden aan Provinciale Staten. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzi
N.fL
Binnen zes weken ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kunt u een beroepschrift indienen bij de Rechtbank Zwolle, Sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 888 44 44). Het beroepschrift dient te worden ondertekend en bevat tenminste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht; d. de gronden van het beroep. Verder dient zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft te worden overgelegd. Voor de behandeling van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Voor inlichtingen over de beroepsprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld of tot de Rechtbank Zwolle. Indien onverwijlde spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige vooraening te vragen bij de President van de Sector Bestuursrecht. In dat geval is extra griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een beroepschrift heeft ingediend.
veri|sse www.prv-oveiijssel.nl
Het bestuur van de Vereniging Patienten Consumenten Platform Zwolle Menno van Coehoornsingel 16 8011XA ZWOLLE
Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 48 02
Uw kenmerk U2004/0041/MG U2004/0073/MG U2005/0178/MG U2005/0233/AP
Uw brief 25 01 2005 09 02 2005 31 03 2005 28 04 2005
Ons kenmerk BA/2005/258 nr. A'05-14
Bijlagen
DoorWesnummer 038 425 1635
Inlichtingen bij dhr. P.S. Dijkstra
AFSCHR1FT
rt*«-*^-.~~. Datum 10 05 2005
*
Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift ex artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Herijking provinciaal zorgvragersveld.
Geacht bestuur. Op 14 december 20041 hebben wij besloten om aan Patienten Consumenten Platform Zwolle (hierna: het Platform) vanaf 1 januari 2007 € 180.0003— minder budgetsubsidie te verlenen dan in het voorgaande tijdvak. Hiertegen hebt u, namens het Platform, bij brief van 25 januari 2005 gemotiveerd bezwaar gemaakt. Hoorzitting Op 4 april 2005 heeft in het kader van de bezwaarschriftenprocedure een openbare hoorzitting in het provinciehuis plaatsgevonden. U hebt van de mogelijkheid gebruik gemaakt de bezwaren nader toe te lichten tegenover de Hoorcommissie Gedeputeerde Staten, bestaande uit onafhankelijk voorzitter de heer mr. dr. A. Postma en gedeputeerde de heer P. Jansen. Het verslag van deze hoorzitting is u toegezonden op 20 april 2005. Wij hebben kennis genomen van uw brief van 28 april 2005, kenmerk U2005/0233/AP, waarin u reageert op dit verslag. Na heroverweging hebben wij besloten de beswaren tegen ons besluit van 14 decenaber 2004 ongegrond te verMaren ona hierna te noetnen redenen.
1
kenmerk ZC/2004/2957 Rabobank 39.73.41.121
Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
Besluit 14 december 2004 (bestreden besluit) Op 14 december 2004 hebben wij besloten om subsidieverlening aan uw Platform per 1 januari 2007 gewijzigd voort te gaan zetten. Vanaf deze datum bedraagt de subsidie jaarlijks € 180.000,— minder dan in het voorgaande tijdvak. Dit besluit is gebaseerd op onze beslissing om te bezuinigen op collectieve belangenbehartiging. Wij hebben deze bezuiniging via beleid2 vormgegeven in "Hoofdlijnen herijking provinciaal zorgvragersveld". In dit beleidsstuk hebben wij aangegeven dat er sprake is van overlap van fimcties die de zorgvragersorganisaties uitvoeren. Wij willen om die reden verdergaande samenwerking tussen deze organisaties bewerkstelligen om zodoende bundeling van beleid en aandacht te creeren en tegelijkertijd een besparing op de verschillende subsidiestromen te bereiken. Verder beogen wij de functies ondersteuning en belangenbehartiging te onderscheiden. De patienten consumentenplatforms (hierna: PGP's) wordt een belangrijke rol toegedacht voor de belangenbehartiging. Wij constateren daarbij dat de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning waarschijnlijk op korte termijn van kracht wordt en de Algemene wet bijzondere ziektekosten mogelijk wijzigt. Ons beleid - waarbij we uitgaan van het verminderde belang van collectieve belangenbehartiging en toenemende belang van individuele ondersteuning past binnen deze ontwikkelingen. Wij constateren dat vooral de PGP's de taak collectieve belangenbehartiging uitvoeren in verhouding tot andere zorgvragersorganisaties. Om deze reden hebben wij besloten tot vermindering van de budgetsubsidie aan de PGP's. Bezwaarschrift De bezwaren tegen bezuiniging van € 180.000,— komen samengevat op het volgende neer. s Volgens uw instelling is de bezuiniging niet conform onze eigen uitgangspunten. a De definiering van de functies is onvolledig en onjuist. m Uw instelling is niet betrokken geweest bij de herdefiniering van haar eigen functies. a De keuze om wel te bezuinigen op belangenbehartiging en niet op ondersteuning is niet onderbouwd met relevante argumenten. Overwegingen naar aanleiding van het bezwaarschrift Van toepassing zijnde regelgeving Om in te kunnen gaan op de bezwaren is het van belang aan te geven op grond van welke wettelijke bepalingen wij het bestreden besluit hebben genomen. Op grond van artikel 4:51, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kunnen wij een ontvanger die drie of meer jaren achterelkaar subsidie heeft ontvangen de subsidie niet plotseling geheel of gedeeltelijk weigeren.Ten eerste moeten wij voor de (gedeeltelijke) weigering een redelijke termijn stellen. Ten tweede moet de (gedeeltelijke) weigering gebaseerd zijn op veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten die in strijd zijn met (ongewijzigde) voortzetting van de subsidie. Dit artikel is de basis van onze beslissing. In uw bezwaarschrift heeft u geen gronden opgenomen die gericht zijn tegen de termijn. U voert evenmin gronden aan dat de weigering niet gebaseerd is op een grond als bedoeld in voornoemd artikel. Heroverweging op basis van de bezwaren Het is op grond van vaste jurisprudence niet nodig dat wij bijzondere gronden aanvoeren voor het verlenen van het op termijn minder subsidie aan uw Platform. Het enkele feit van beleidswijziging of wijziging van inzichten is al voldoende.3 Wij maken hiermee geen ongeoorloofde inbreuk op verkregen rechten, maar beslissen om minder rechten aan u toe te kennen dan uw Platform voorheen verkreeg. De subsidie die in het verleden aan uw Platform is verleend, is steeds per tijdvak van een jaar toegezegd.
2
kenmerk ZC/2004/2957 ABRS 7 oktober 1977, AB 1978, AB 1978/7 (Opera Forum). ARRS 28 maart 198S. AB 1Q85/600. ABRS 20 maarf 2002, AB 2002/273 3
Deze subsidierelatie bestaat al zo'n 15 jaar. Op grond van de Awb kan slechts de verwachting worden ontleend dat de relatie niet abrupt wordt beeindigd, maar slechts met inachtneming van een redelijke termijn. Met ons besluit hebben wij aan willen geven dat deze termijn is gaan lopen en ons besluit concreet effect zal hebben in 2007. Wij hebben uw bezwaren gericht tegen ons besluit getoetst aan bovengenoemd uitgangspunt. Definiering van functies U stelt dat de uitgangspunten die door onze provincie zijn geformuleerd, nieuwe definities van de functies belangenbehartiging en ondersteuning bevatten. Er is een keuze gemaal^t om niet te bezuiniging op ondersteuning van € 360.000 te realiseren maar op het terrein van de collectieve belangenbehartiging. In de eerste plaats stelt u dat wij streven naar een efficiente en een effectieve inrichting van het zorgvragersveld. Door de voorgenomen bezuiniging bij de PGP's zullen volgens uw instelling de vijf gesubsidieerde zorgvragersorganisaties en de 150 lidorganisaties van de beide RPCP's minder doelgericht en doeltreffend kunnen werken. De reeds opgebouwde positie van zorgvragers in relatie met inhoudelijke expertise wordt met deze bezuiniging teniet gedaan. Door de begeleiding en de regie niet langer te financieren zullen doelen niet meer worden gehaald en zullen tientallen organisaties een beroep doen op projectfinanciering van de provincie. Dit betekent een versnippering in plaats van de door ons gewenste bundeling. Daarnaast stelt uw instelling dat wij de betreffende organisaties niet hebben betrokken bij het op hun van toepassing zijnde bezuinigingsbesluit, door het gemis van een openbaar gemaakte inlioudelijke visie bij ons college en door enkel de RPCP's te korten op hun subsidie, worden de zorgvragersorganisaties uit elkaar gedreven, terwijl zij nu juist zeer intensief samenwerkten. U stelt dat de provincie een bezuiniging van € 360.000,— wil realiseren, zoals is besloten in de kerntakendiscussie. In de kerntakendiscussie zijn de taakstelling en herijking van de taken gekoppeld. In het bezuinigingsbesluit wordt echter niet meer gesproken van de herijking van de vijf organisaties. Uw instelling is van mening dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur nu wij de definitie van functies van een gesubsidieerde organisatie wijzigen zonder de betreffende organisatie daarbij te betrekken. Volgens uw instelling worden daarbij onjuiste onderbouwde argumenten gebruikt met als enig doel de bezuiniging door te voeren. De nieuwe definities, omschreven in het besluit gaan volgens u voorbij aan de landelijke omschrijvingen van de functies van de 28 RPCP's. De definitie houdt ook geen rekening met onder andere de interpretatie van het Ministerie van VWS en Inspectie van de Gezondheidszorg en het Interprovinciaal Overleg (hierna: IPO). Uw instelling noemt enkele constateringen die het besluit tot bezuiniging op belangenbehartiging weerspreken. Hier merken wij het volgende over op. Wij begrijpen uit uw bezwaarschrift en de toelichting die u gegeven heeft op de hoorzitting dat u de indruk heeft gekregen dat de herdefiniering van de functies belangenbehartiging en ondersteuning een van de uitgangspunten was voor het verlagen van subsidie aan uw Platform. De grondslag voor verlaging van subsidie houdt verband met ons beleid om te bezuinigen op de zorgvraag. De herdefiniering van de functies belangenbehartiging en ondersteuning is een middel dat aansluit bij ons beleid tot bezuiniging. Met andere woorden de verlening van een lagere subsidie vanaf 2007 vindt haar basis in de bezuiniging naar aanleiding van de kerntakendiscussie en in de meer kritische opstelling in het veld van de zorginfrastructuur. De bezuiniging is niet geent op de hierboven genoemde herdefiniering/ accentverschuiving, maar betreft een gevolg van de keuze tot bezuiniging. Voorts zijn wij van mening dat wij een juiste procedure hebben gevolgd bij het nemen van ons besluit. Al zou het IPO een andere definiering gebruiken dan die wij naar aanleiding van de takendiscussie voeren, dan zijn wij daaraan niet gebonden. Om hiervoor genoemde redenen kunnen wij niet aan uw bezwaar tegemoetkomen.
Voor zover u zich niet kunt vinden in onze beleidswijziging op grond van door ons gewijzigde inzichten, dan is daar in deze procedure op grond van artikel 4:51 geen plaats voor. Onze opvatting wordt ondersteund door jurisprudentie.4 Communicatie Voorts geeft u tijdens de hoorzitting aan dat uw instelling niet betrokken is geweest bij de besMtvorming over de bezuinigingsvoorstellen. Hier merken wij het volgende over op. De ontwikkelingen in het zorgstelsel zijn besproken in een ambtelijk overleg met uw Platform op 29 juli 2004. Voorts zijn de voornemens besproken tijdens een bestuurlijk overleg met uw Platform op 12 oktober 2004. Wij komen hiermee tot de conclusie dat wij uw platform voldoende hebben betrokken bij de besluitvorming. Wij erkennen daarbij dat wij het verslag van het bestuurlijk overleg eerder naar u hadden kunnen verzenden. Het verslag aan uw instelling is verzonden bij brief van 9 november 20045. U heeft op onze verslaglegging bij brief van 13 januari 20056 gereageerd. Naar aanleiding hiervan heeft een ambtenaar van de eenheid ZC team Zorg telefonisch met u contact opgenomen. In dit telefonisch gesprek is aan u meegedeeld wat het ambtelijk standpunt naar aanleiding van deze reactie was. Wij hebben begrepen dat u zich in dit standpunt kon vinden. Naar aanleiding hiervan hebben wij dit standpunt schriftelijk aan uw instelling bevestigd bij brief van 14 februari 20057. Wij hebben heden een afschrift van deze beslissing gezonden aan Provinciale Staten. GedeputeerdeStatoi van Overijssel,
N.B.
4 5 6 7
Binnen zes weken ingaand op de dag na de datum van verzending van dit besluit, kunt u een beroepschrift indienen bij de Rechtbank Zwolle, Sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle (telefoon 038 888 44 44). Het beroepschrift dient te worden ondertekend en bevat tenminste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht; d. de gronden van het beroep. Verder dient zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft te worden overgelegd. Voor de behandeling van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Voor inlichtingen over de beroepsprocedure kunt u zich wenden tot de provinciaal medewerker die bij het besluit is vermeld of tot de Rechtbank Zwolle. Indien onverwijlde spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de President van de Sector Bestuursrecht. In dat geval is extra griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een beroepschrift heeft ingediend.
ABRS 20 maart 2002, AB 2002/273 kenmerk ZC/2004/2426, verzonden 12 november 2004 kenmerk ZC/2005/278, ontvangen 17 januari 2005 kenmerk ZC/2005/278, verzonden 15 februari 2005
Gedeputeerde Staten van Overijssel team Juridische Zaken Luttenbergstraat 2 8012 EE ZwoIIe
Oude Postweg 57 7557 DA Hengelo (Ov.) ] Tel (074) 250 01 55 | Fax (074) 242 75 6 \ E-masI
[email protected] * internet www.pcpt.nl Rabobank 31 33 28 587
Betreft: bezwaar tegen het besluit van Cedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel tot bezuiniging budgetsubsidie Patienten Consumenten Platform Twente per 1 januari 2007, dagtekening 14-12-2004, kenmerk ZC/2004/2957
Hengelo, 20 januari 2005 Kenmerk: U16.2005
Bezwaarschrift Geachte dames en heren, Op 20-12-2004 ontvingen wij de brief van de voorzitter van Gedeputeerde Staten van Overijssel d.d. 14-12-2004, uw stempel van verzending 17-12-2004, kenmerk ZC/2004/2957, waarin wij op de hoogte worden gebracht van het besluit tot vermindering van onze budgetsubsidie per 1-12007 met € 180.000 of zoveel mogelijk eerder dan 2007. Wij dienen hiertegen bezwaar in conform de daarvoor door u aangegeven regeling. Hieronder geven we de onderbouwing van ons bezwaar weer. Daarbij gaan we in op de motivering van het besluit zoals weergegeven in de onderhavige brief. Bovendien willen we u erop attenderen dat we tevens en tegelijkertijd middels een separaat schrijven bezwaar indienen tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 16-12-2004, kenmerk ZC/2004/2922, betreffende de subsidiebevoorschotting voor het jaar 2005. Beide besluiten liggen in elkaars verlengde. De argumentatie in het besluit van 16 -12-2004 wordt door ons gezien als een aanvulling op de motivering van het voorgaande besluit tot bezuiniging en vormt daarmee een geheel waarop hieronder wordt gereageerd. De aangehaalde tekst uit de kerntakendiscussie, waarmee het schrijven aanvangt, is ons bekend. De noodzaak tot samenwerking en bundeling wordt door het PCPT onderschreven en zoals u bekend is wordt daar al op verschillende terreinen invulling aan gegeven. Hierop komen we later in dit schrijven nog terug. -1 -
r r Vervolgens constateren Gedeputeerde Staten een dubbeling van taken door verschillende organisaties. Welke taken door welke organisaties dubbel uitgevoerd worden staat niet vermeld. In de afgelopen 15 jaren zijn onze subsidies telkens gebaseerd op door Gedeputeerde Staten goedgekeurde PCPT-werkplannen. We mochten er dan toch op vertrouwen dat daarnaast geen subsidies aan andere organisaties zijn toegekend voor dezelfde werkzaamheden. Bovendien zijn we niet bekend met en zeker niet betrokken bij een alle belanghebbende organisaties omvattende inventarisatie op dit gebied. Niet voor niets wordt de noodzaak tot efficienter en effectiever werken tezamen genoemd met de taakstelling van € 360.000. Zijn er betrouwbare cijfers waaruit blijkt dat er bezuinigd moet worden en welk deel van dit bedrag met optimalisering van de efficiency gehaald kan worden? En welke verdeelsleutel wordt gebruikt om het daarmee nog niet behaalde deel van de genoemde bezuiniging te verdelen over de belangenbehartiging/ondersteuning van respectievelijk Welzijn en Zorg? Bijna alle activiteiten van het PCPT betreffen juist de zorgsector. Op basis van het ons beschikbare cijfermateriaal concluderen we dat deze bezuiniging voor het merendeel de zorgsector betreft. Was deze verdeling de bedoeling van Provinciate Staten? Het jaarprogramma 2004 noemt vijf partijen als uitvoerders van hetzorgvragersbeleid. Het bevreemdt ons dat een van deze partijen, gefinancierd vanuit zorg, in een onderzoek m.b.t. de inrichting van het veld van provinciale steunfuncties, kennelijk juist als een steunfunctie welzijn wordt aangemerkt. Kunt u dit voor ons verduidelijken? Mocht het de bedoeling zijn geweest om in dit onderzoek ook zorg te betrekken, waarom zijn de vier andere partijen daar dan niet bij betrokken? Aansluitend op het noemen van de taakstelling vermelden Gedeputeerde Staten de op handen zijnde veranderingen in het zorgstelsel. Daarmee lijkt te worden aangenomen dat er, wanneer de zorgvragerspartijen zich aanpassen aan de (nog totaal onduidelijke) toekomstige situatie op het welzijnsgebied en op enkele terreinen van zorg, nog eens veel geld bespaard gaat worden. Dit alles, ons inziens, terwijl voor de noodzakelijke aanpassingen, met effecten op de langere termijn, juist extra kosten gemaakt zullen moeten worden. Natuurlijk is het zo dat door de nog op handen zijnde wetgeving op het gebied van de zorg, de verantwoordelijkheid voor de inrichting en de subsidising van de zorgvragerspartijen gedeeltelijk verschuiving van provincies naar gemeentes zal plaatsvinden. Zowel VWS, gemeenten als het IPO hebben aangegeven daarin een belangrijke rol voor de RPCP's te blijven zien. Hierbij is het essentieel dat Overijsselse maatregelen worden afgestemd op ontwikkelingen in de rest van Nederland. In IPO-verband zijn daar al concepten voor gemaakt en ook door de staatssecretaris zijn hierover al duidelijke uitspraken gedaan in antwoord op Kamervragen. De Overijsselse RPCP's, die deel uitmaken van een landelijk netwerk, kunnen namelijk heel efficient werken door bijvoorbeeld gebruik te maken van elders ontwikkelde instrumenten en reeds verrichte onderzoeken. Dit is niet mogelijk voor provinciale steunfuncties die geen aansluiting hebben bij lokaal of landelijk werkende organisaties. RPCP's kunnen projecten uitvoeren metgelijksoortige regie's of provincies, hier is al veel ervaring mee opgedaan. Binnen de provincie blijft het daarnaast ook wenselijk om lokale, regionale en provinciale afstemming m.b.t. het zorgvragersbeleid te ondersteunen. -2-
Etc ED Gedeputeerde Staten lijken van mening dat een groot deel van de collectieve belangenbehartiging kan worden vervangen door individuele ondersteuning. Een accentverschuiving van collectief naar individueel en van regionaal naar lokaal wordt daarvoor als grondslag gegeven. Het grote en essentiele verschil tussen de activiteiten berust er echter op dat de eerste proactief en de tweede reactief werkt. Beide zijn nodig, maar hoe effectiever de collectieve belangenbehartiging, hoe beter het individu zijn of haar eigen weg kan vinden. Een zorgstelsel behoortzowel in de beleidsontwikkeling als bij de uitvoering van beleid (bij)gestuurd te worden door goed geoutilleerde (algemene) belangenbehartigers die optimaal gevoed worden door de achterban . Zo komt een vraaggestuurd zorgaanbod en verzekeringsstelsel tot stand met veel keuzemogelijkheden per individu. Daarbij moet een goed systeem van voorlichting tot stand worden gebracht door de verantwoordelijke zorgaanbieders en zorgverzekeraars samen met de belangenbehartigende zorgvragerspartijen. Hierdoor ontstaat een helder overzicht van hettotale arsenaal van mogelijkheden voor de zorgvrager. Alleen in de dan natuurlijk toch nog voorkomende gevallen waarin mensen niet in staat zijn zelf de voor hen optimale zorg te verkrijgen is individuele ondersteuning nodig. D.m.v. goede verslaglegging en signalering zal deze weer leiden tot oplossing van dergelijke knelpunten, waar nodig weer gevolgd door aanscherping van Rationale regelgeving. Daarbij hoort dan ook nog een in alle opzichten professionele klachtenondersteuning voor zorgvragers die tekort zijn gedaan. In het besluit ZC/2004/2922 wordt een tweedeling tussen belangenbehartiging en ondersteuning verdedigd, ingegeven door een geconstateerde accentverschuiving richting de individuele zorgvrager. Er volgt dan een definiering van deze begrippen. Belangenbehartiging zou alleen de ongeorganiseerde zorgvragers en toekomstige zorgvragers betreffen. Een RPCP richt zijn activiteiten op de totstandkoming van een kwalitatief en kwantitatief hoogstaand zorgstelsel in zijn regio, voor iedereen gelijkelijk toegankelijk, bereikbaar en betaalbaar, met individuele en inzichtelijke keuzemogelijkheden. Daarbij is veel aandacht voor de schakels in de zorgketens. Georganiseerde zorgvragers hebben heel eigen belangen, die zich terecht toespitsen op de specifieke zorgvragen van hun doelgroep. De belangen van deze organisaties kunnen tegengesteld zijn, zeker wat het financiele bestedingpatroon in de zorg regiobreed betreft. Het RPCP staat boven deze groepsbelangen en overlegt en onderhandelt als zodanig met de zorgaanbieders, -verzekeraars en overheden. Ondersteuning wordt vervolgens gedefinieerd als het in staat stellen van individuen om onder eigen verantwoordelijkheid zelf hun keuzes te maken. Vervolgens worden de PCPT-activiteiten opgesplitst in belangenbehartiging en ondersteuning. O.a. het toeleveren aan de aangesloten organisaties van (niet-aandoeninggerichte!) informatie/kennis en het faciliteren van discussies over thematische onderwerpen (elektronisch patientendossier, nieuwe wetgeving, huisartsenposten enz.) worden als ondersteuning gezien. De functie van spreekbuis wordt bij de definiering terecht als belangenbehartiging bestempeld. Dit is echter een functie die door de scheiding van ondersteuning en belangenbehartiging niet meer naar behoren kan worden uitgevoerd, aangezien de band met de achterban, m.a.w. de burgers uit onze regio, daarmee wordt doorgesneden. De door Gedeputeerde Staten geformuleerde definities van belangenbehartiging en ondersteuning worden niet onderschreven door onze participanten, lokale en/of landelijke partijen en samenwerkingspartners in de diverse ketens. Ze geven een gekunstelde accentverschuiving en zullen binnen zeer korte tijd door landelijke ontwikkelingen achterhaald worden. - 3-
rc r Tevens kan het totaal uit elkaar trekken van ondersteuning en belangenbehartiging als ongewild neveneffect hebben dat er een aparte dienstensector ontstaat, door de provincie gesubsidieerd, die onder de Europese aanbestedingsregels valt. Dit kan worden voorkomen door op een gedegen manier de nu opererende organisaties gezamenlijk de kans te geven een goed gemtegreerd zorgvragerscollectief te laten vormen, gebruik makend van elkaars kennis, kunde en in de loop van vele jaren opgebouwde waardevolle contacten met alle partijen in het zorgveld. Hiervoor zijn talloze voorbeelden in andere provincies. Dat een kwartiermaker, die het vertrouwen geniet van alle betrokkenen, hierin een grote rol kan spelen staat buiten kijf. Zoals eerder in dit schrijven vermeld, is het PCPT van mening niet betrokken te zijn geweest bij de besluitvorming over de bezuinigingsvoorstellen. Zo hebben we in een publicatie van een provinciaal adviesorgaan de uitkomsten moeten lezen van overleg m.b.t. taaktoedeling aan zorgvragersorganisaties op het gebied van zorg, welzijn en wonen. Noch in dit overleg, noch bij de onderzoeken, noch in de taaktoedeling werd het PCPT betrokken. Vindt Gedeputeerde Staten dat besloten kan worden tot beleidsbijstellingen/herdefiniering van functies zonder dat alle belanghebbenden gehoord zijn en een inbreng hebben gehad? Het PCPT constateert dat in 2004 drie belangrijke besluitvormingsprocessen van Provinciale Staten, die met elkaar in verband staan, niet op elkaar afgestemd zijn geweest. Het betreft de kerntakendiscussie, de nota sociale actie en de behandeling van de perspectiefnota. Als voornaamste oorzaak zien we een ontoereikende informatievoorziening en de onlogische volgorde waarin deze onderwerpen in Provinciale Staten aan de orde zijn geweest. De informatie die aan Provinciale Staten is verstrekt voor haar besluitvorming geeft bovendien niet de landelijke ontwikkelingen weer, integendeel. Het PCPT maakt bezwaar tegen het besluit tot de bezuiniging op de budgetsubsidie met € 180.000 en vraagt Gedeputeerde Staten het besluit te willen herzien. Daarbij verzoeken we ten eerste de opsplitsing tussen de in het besluit bedoelde "belangenbehartiging11 en "ondersteuning" los te laten en de bezuiniging niet alleen op de RPCP's af te wentelen. Ten tweede verzoeken we u de noodzaak van een taakstelling van € 360.000 opnieuw met Provinciale Staten te bespreken in het licht van de in dit bezwaarschrift aangedragen argumenten. Aan de ene kant moet in zorg € 360.000 worden bezuinigd, aan de andere kant werd voor zorg € 1 .500.0000 extra beschikbaar gesteld (uit algemene middelen). Hoe groot is dan de noodzaak tot bezuinigen? Of is ditslechts gebaseerd op politieke afspraken van Gedeputeerde Staten? Ten derde verzoeken we u de door ons in dit schrijven gestelde vragen te willen beantwoorden. Uiteraard bereid tot toelichting en tot beantwoording van nog bij u gerezen vragen, verblijven we Hoogachtend, namens de R^d van,^teez1cFitvan het PCPT
m^vrpuw T. van Kalker,secretaris /
-4-
Menno van Coehoornsingel 16 8011 XA ZWOLLE Tel: 038-4262000 Fax: 038-4262042
College van Gedeputeerde Staten van Overijssel T.a.v. Team Juridische Zaken Postbus 10078 8000 GB Zwolle
Datum Behandeld door Ons kenmerk Betreft
e-mail:
[email protected] www.pcpz.nl Rabobanknr. 32.14.73.035 K.v.K. V62214
25 januari 2005 > J. Feenstra i J U2004/ 00417 MG bezwaarschrift tegen besluit tot bezuiniging budgetsubsidie Patienten Consumenten Platform Zwolle per 1 januari 2007 met kenmerk ZC/2004/2957
Geacht College, In uw brief met kenmerk ZC/2004/2957 van 14 december 2004 besluit u tot een bezuiniging op de budgetsubsidie van het Patienten Consumenten Platform Zwolle met € 180.000,- per 1 januari 2007. Deze bezuiniging is gebaseerd op door u geformuleerde uitgangspunten, op nieuwe definities van de funeties belangenbehartiging en ondersteuning en op uw keuze om niet te bezuinigen op ondersteuning maar de taakstelling van € 360.000,- te realiseren op het terrein van de collectieve belangenbehartiging. Het bestuur van het Patienten Consumenten Platform Zwolle (PCPZ) maakt bezwaar tegen uw besluit tot bezuiniging om de volgende redenen. De bezuiniging is niet conform uw eigen uitgangspunten. - De defmiering van de functies is onvolledig en onjuist. Het PCPZ is niet betrokken geweest bij de herdefiniering van haar eigen functies. Uw keuze om wel te bezuinigen op belangenbehartiging en niet op ondersteuning is niet onderbouwd met relevante argumenten. In uw brief wordt gerefereerd aan het bestuurlijk overleg van 12 oktober 2004. Uw samenvatting van dit overleg in de brief is echter onjuist. Wij verwijzen hierbij naar onze reactie op het verslag van betreffend overleg met kenmerk U2004/ 0024/ MG. De betreffende alinea kan dan ook niet als onderbouwing voor uw besluit dienen. Achtergevoegd vindt u de volledige tekst van het bezwaarschrift terug. Het bestuur verzoekt om overleg op korte termijn gezien de verregaande consequenties en de bestuurlijke verantwoordelijkheid hieraan gekoppeld. Hoogachtend, Het bestuur van de vereniging Patienten Consumenten Platform Zwolle Naffiiens deze, In opdracht getekend :
de heer ir. J. Arink, waarnemend voorzitter Mevrouw F J. Rotmensen, M.A., Directeur
Bezwaarschrift U2005/0041/MG
PCPZ, 24 januari 2005
Bezwaarschrift van het Patienten Consumenten Platform Zwolle tegen het Besluit tot bezuiniging op de budgetsubsidie door de provincie met kenmerk ZC/2004/2957. In het besluit tot bezuiniging zijn door het Bestuur van de provincie Overijssel uitgangspunten geformuleerd, nieuwe definities van de functies belangenbehartiging en ondersteuning omschreven en is een keuze gemaakt om niet te bezuinigen op ondersteuning maar de taakstelling van € 360.000,- te realiseren op het terrein van de collectieve belangenbehartiging. Het bestuur van de vereniging Patienten Consumenten Platform Zwolle (PCPZ) maakt bezwaar tegen de door u gevolgde werkwijze alsmede tegen het besluit tot bezuiniging om de volgende redenen: - De bezuiniging is niet conform uw eigen uitgangspunten. De definiering van de functies is onvolledig en onjuist. Het PCPZ is niet betrokken geweest bij de herdefiniering van nota bene haar eigen functies. - Uw keuze om wel te bezuinigen op belangenbehartiging en niet op ondersteuning is onvolledig onderbouwd, met niet-relevante argumenten. In een brief worden zowel uitgangspunten geformuleerd, nieuwe definities omschreven als een besluit tot bezuiniging genomen. Niet conform de uitgangspunten van de provineie Overijssei De provincie streeft naar een efficiente en effectieve inrichting van het zorgvragersveld. Echter door de voorgenomen bezuiniging bij het PCPZ en het PCPT ( Patienten Consumenten Platform Twente) zullen de vijf gesubsidieerde zorgvragersorganisaties en de 150 lidorganisaties van beide RPCP's minder doelgericht en doeltreffend kunnen werken. De RPCP's begeleiden en regisseren immers de gezamenlijke belangenbehartiging. De reeds opgebouwde positie van zorgvragers in relatie met inhoudelijke expertise wordt met deze bezuiniging vergaand te niet gedaan. Door de begeleiding en regie niet langer te financieren, zullen doelen niet meer worden gehaald en zullen tientallen kleine organisaties in Overijssel een beroep doen op de projectfinanciering van de provincie. Dit betekent versnippering in plaats van de door de provincie Overijssel gewenste bundeling. De provincie streeft naar een organisatorische bundeling van en samenwerking tussen zorgvragersorganisaties. Door deze organisaties niet of nauwelijks bij het bezuinigingsbesluit te betrekken, door het gemis van een openbaar gemaakte inhoudelijke visie bij het college van Gedeputeerde Staten en door enkel de RPCP's te korten op hun subsidie, worden de zorgvragersorganisaties uit elkaar gedreven, terwijl zij nu juist zeer intensief samenwerkten. De provincie wil overlap van taken vermijden. Er is geen overlap van taken tussen de zorgvragersorganisaties, dankzij het beleid van de provincie van de afgelopen jaren, gericht op de regiefunctie van de RPCP's. Nu de regiefunctie van de RPCP's wordt afgenomen, kunnen de andere organisaties zonder afstemming weer overlappende activiteiten ondernemen. De provincie wenst zakelijke afspraken, gericht op een efficiente en effectieve uitvoering. Door niet op constructieve wijze te overleggen over het besluit tot bezuinigen, doekt het college alle zakelijke afspraken tussen de provincie en de RPCP's met een beweging op. Van zakelijke afspraken is wat betreft het onderhavige besluit dus geen sprake.
Bezwaarschrift U2005/0041/MG
2
PCPZ, 24 januari 2005
De provincie wil rekening houden met de stelselherziening van de zorg. Met het bezuinigingsbesluit lijkt het college gedwee de ontwikkelingen in zorg en welzijn te volgen zonder een eigen visie te ontwikkelen op een adequate belangenbehartiging van al haar burgers in deze ontwikkelingen. In de alinea 'Ondersteuning versus Belangenbehartiging' in dit bezwaarschrift wordt nader ingegaan op deze dwaling. De provincie wil een taakstelling van € 360.000,- realiseren, zoals besloten in de kerntaken discussie. In de kerntakendiscussie zijn de taakstelling en de herijking van de taken van de vijf gesubsidieerde zorgvragersorganisaties nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. In het bezuinigingsbesluit wordt echter niet meer gesproken over de herijking van taken van de vijf organisaties. De herijking als essentieel uitgangspunt voor de taakstelling wordt hiermee losgelaten? De provincie streeft naar een organisatie op provinciale schaal t.b.v. de efficiency. In het besluit tot bezuiniging wordt niet beargumenteerd op welke wijze het bezuinigen op juist de twee RPCP's zou kunnen leiden tot een provinciale organisatie. Ook wordt niet aangetoond dat een provinciale organisatie doelgerichter zou werken dan twee regionale organisaties. Wij hebben eerder reeds aangegeven te willen overleggen over mogelijke opties, waaronder bijvoorbeeld de optie een organisatie met twee regionale locaties. In het laatste uitgangspunt bepleit de provincie een scheiding van de functies ondersteuning en belangenbehartiging. De provincie onderbouwt de wenselijkheid van deze scheiding echter niet. Vijftien jaar belangenbehartiging en ondersteuning in Nederland hebben inmiddels aangetoond dat beide functies complementair en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het PCPZ constateert dat alle acht uitgangspunten van Gedeputeerde Staten haaks staan op het besluit tot bezuiniging. De uitgangspunten vormen geen onderbouwing voor uw besluit tot bezuiniging, eerder een aanmoediging tot een visie van de provincie Overijssel op het zorgvragersbeleid. Oneigenlijke interpretatie van de rol van een RPCP Het Patienten Consumenten Platform Zwolle is van mening dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur nu het college de definities van functies van een gesubsidieerde organisatie wijzigt zonder de betreffende organisatie daarbij te betrekken. Daarbij worden onjuiste onderbouwende argumenten gebruikt met als enig doel een bezuiniging te kunnen doorvoeren. De nieuwe definities, omschreven in het besluit tot bezuiniging, gaan voorbij aan landelijke omschrijvingen van de functies van de 28 RPCP's. De definities houden ook geen rekening met de interpretatie van het Ministerie van VWS, Inspectie van de Gezondheidszorg, verzekeraars, instellingen, gemeenten en belangenorganisaties van de taken van een RPCP. De provincies, waaronder de provincie Overijssel, constateren via het Interprovinciaal Overleg (IPO) in hun brief aan de Minister van 30 September 2004 dat het voor vraagsturing essentieel is dat de financiering van de RPCP's wordt gecontinueerd. De interpretatie van deze partijen van de functie van RPCP's leidt voortdurend tot belangenbehartiging door de RPCP's in het kader van de Kwaliteitswet Zorginstellingen, de
Bezwaarschrift U2005/0041/MG
3
PCPZ, 24 januari 2005
Wet Klachtrecht Zorgsector, de Wet Medezeggenschap Clienten Zorgsector en de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst. De Staatssecretaris ziet ook een rol voor belangenbehartiging door de RPCP's binnen de WMO. De nieuwe definities zijn een schrale omschrijving van individuele ondersteuning en van collectieve belangenbehartiging. Er wordt volledig voorbij gegaan aan de individuele belangenbehartiging door het Informatie- en Klachtenbureau Gezondheidszorg van het PCPZ en aan de collectieve ondersteuning door het PCPZ aan lokale en sectorale belangenorganisaties en hun honderden vrijwilligers ten behoeve van gezamenlijke belangenbehartiging. Belangenbehartiging is het vraaggericht beinvloeden van ontwikkelingen in en de uitvoering van de zorg en maatschappelijke dienstverlening. Belangenbehartiging krijgt vorm door: 1. Het versterken van vrij willige belangenorganisaties, medezeggenschapsorganen en individuele vertegenwoordigers in inspraakorganen 2. Professionele vertegenwoordiging (formeel en informeel) in beleidsontwikkelende en sturende overlegorganen en bij kwaliteitsverbetering 3. Beinvloeding van aanbodgerichte processen in zorg en maatschappelijke dienstverlening 4. Individuele belangenbehartiging In het jaarprogramma 2004 benoemt het college van Gedeputeerde Staten zelf ook deze taken als zijnde belangenbehartiging. Belangenbehartiging is een pro actieve functie. Hoe effectiever de belangenbehartiging, des te beter kunnen individuele zorgvragers hun eigen verantwoordelijkheid nemen en hun eigen keuzes maken. Door goede belangenbehartiging is dus minder reactieve ondersteuning nodig. Dit leidt tot een effectievere inzet van Provinciale subsidies. Bovenstaande constateringen weerspreken het besluit tot bezuiniging op belangenbehartiging. Ondersteuning versus Belangenbehartiging De provincie stelt dat door de Modernisering van de AWBZ, de komst van de WMO, de stelselherziening en de veranderingen in de curatieve zorg een accentverschuiving gaande is die de individuele zorgvrager centraal stelt. Inderdaad richten verzekeraars, instellingen, MEE-organisaties en gemeenten zich op de individuele ondersteuning van burgers bij het verduidelijken van hun vraag, het maken van keuzes op basis van hun eigen informatie en het verzekeren en bieden van individuele zorgarrangementen. Al deze organisaties vullen dus al de functie 'ondersteuning' conform de nieuwe definitie van de provincie in. Er wordt dus al op uitgebreide schaal gei'nvesteerd in de individuele ondersteuning, zoals: Websites, zorgsteunpunten en mobiele winkels van verzekeraars en instellingen; de zorgbrede ontwikkeling van de MEE-organisaties; de opzet van lokale een-loketten; het aanstellen van ouderenadviseurs en ondersteuningsconsulenten door gemeenten en instellingen; - allerlei vormen van helpdesks, informatielijnen en servicepunten. Deze melee van individuele ondersteuning gaat lang niet altijd uit van de daadwerkelijke behoefte en het echte belang van de zorgvragende burger.
Bezwaarschrift U2005/0041/MG
4
PCPZ, 24 januari 2005
-
-
Nu al blijkt dat arme ouderen, chronisch zieken, gehandicapten en GGz-clienten zich niet volledig kunnen verzekeren. Gemeenten beraden zich hoe ze de drempel voor de WMO zo hoog mogelijk kunnen maken om de kosten te kunnen drukken. Instellingen werken alleen aan kwaliteit van onderdelen van de zorg, waar ze goede sier mee kunnen maken. Informatie over minder goede zorg wordt achtergehouden. Onafhankelijke informatie over de kwaliteit is nauwelijks voor handen. Kwaliteitsplannen, bouwplannen en beleidsplannen richten zich voornamelijk op snellere en goedkopere zorg en minder op betere en vraaggerichte zorg. Overheidsbeleid en bezuinigingen leiden tot schaalvergrotingen. Kleine ziekenhuizen sluiten, regionale huisartsenposten worden geopend. De zorg wordt steeds verder van huis geboden. Regionale netwerken van instellingen, gemeenten en woningcorporaties maken afspraken zonder lokale organisaties en clientenraden te raadplegen.
Juist nu de AWBZ wordt gemoderniseerd, het zorgstelsel wordt herzien, de WMO mogelijk wordt ingevoerd en de curatieve zorg ingrijpend verandert, dient er extra aandacht te zijn voor belangenbehartiging. De constatering van Gedeputeerde Staten dat er een accentverschuiving gaande is, die de individuele zorgvrager centraal stelt, kan dus niet leiden tot de conclusie dat er op belangenbehartiging in plaats van op ondersteuning bezuinigd dient te worden. Wel kan geconcludeerd worden dat collectieve en individuele belangenbehartiging onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Er zijn dan ook geen goede argumenten te vinden om ondersteuning en belangenbehartiging organisatorisch van elkaar te scheiden maar wel om beide functies verdergaand te bundelen. Een provinciale organisatie voor ondersteuning en belangenbehartiging met meerdere locaties in de uitgestrekte provincie zou een bespreekbaar alternatief zijn. Tot slot zijn in het besluit tot bezuiniging een aantal financiele randvoorwaarden gesteld. Deze zijn vastgesteld mede op grond van de bestaande budgetten. Onduidelijk is echter op basis van welke argumenten de financiele verdeling over beide functies tot stand is gekomen. Zoals blijkt uit het Jaarprogramma 2004 richtten Arcon Belangenbehartigers, SENtrum en de Federatie van Ouderverenigingen zich ook intensief op belangenbehartiging. Komen de financiele middelen voor deze taken vanaf 2007 ten goede aan de RPCP's of worden ook deze middelen ingezet voor ondersteuning en niet langer voor belangenbehartiging? - Arcon Belangenbehartigers en SENtrum richtten zich grotendeels op welzijn. Er wordt alleen op de RPCP's bezuinigd. Betekent dit dat het college van Gedeputeerde Staten alleen op Zorg bezuinigt in tegenstelling tot de wens van Provinciale Staten om niet op Zorg te bezuinigen? - Op basis van welke berekeningen bent u tot de slotsom gekomen dat € 232.000,voldoende budget is voor een efficiente en effectieve belangenbehartiging in de hele provincie? oooooooooooo
Bezwaarschrift U2005/0041/MG
5
PCPZ, 24 januari 2005
veri|sse CIE
Ingekomen Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 8012 EE ZWOLLE
25 M 2005
Bewijs van Ontvangst
In te vullen door medwerker van de Provincie Overijssel
Datum en tijd vanontvangst Paraaf medewerker
r
iW^on^
l/ll
OFFICEELE NAAMENADRESVANDE AFZHNDER Naam Instelling Adres
/in Woonplaats Telefoon
— \ — c£%D S~"