INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN DEEL: Inleiding Geschiedenis Visie op onderwijs SCHOOLSPECIFIEK: 1. Zelfstandigheid: • •
Zelfstandig werken De taak: Planbord/Taakbrief
2. Samenwerken: • • • •
Keuzewerk Maatjes Coöperatief leren/werkvormen Taakspel
3. Vrijheid in gebondenheid: • • •
Dagkleuren/dagritmekaarten Inzet van symbolen Werkplekregels
4. Reflectie • • • • •
Op keuzewerk Op het plannen en de taken Correctie Reflectie van Daltonleerkrachten op zichzelf Kijkwijzers
5. Effectiviteit/doelmatigheid • • •
Dalton en HGW Dalton en Passend onderwijs Leeropbrengsten
6. Borging afspraken • • •
Taken Daltoncoördinator Het Daltonboek Certificaten: leerkrachten en school
EN: Schooljaar 2011-2013 Daltononderwijs in ontwikkeling
INLEIDING Waarom dit Daltonboek? Dalton is een visie op onderwijs en heeft geen vast systeem. De invulling wordt door de school zelf gemaakt. Door met elkaar in gesprek te blijven over ons daltononderwijs blijft het zich ontwikkelen.
Dit Daltonboek is geschreven om de lijnen zoals ze nu zijn vast te leggen, zodat iedere leerkracht, ervaren of beginnend, de afspraken en organisatievormen terug kan vinden. Wij vinden het belangrijk dat er voor kinderen een duidelijke lijn is van twee en een half (de peuters) tot 12 jaar (de schoolverlaters). Om die lijn te waarborgen is het van belang dat iedereen terug kan vinden welke afspraken er zijn gemaakt. Dit document wordt jaarlijks aangepast door toevoeging van de veranderingen. Op de teamvergaderingen is: ‘Dalton’ een vast agendapunt. Dan worden bestaande afspraken geëvalueerd, knelpunten besproken en over nieuwe ontwikkelingen gebrainstormd. Dit boek is geschreven voor de volgende groepen: het personeel van de school; vervangers; ouders met kind(eren) op onze school; nieuwe belangstellende ouders; het schoolbestuur schoolbegeleiders andere belangstellende Daltonscholen visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging de inspectie van het onderwijs;
GESCHIEDENIS Geschiedenis van ‘t Warmelinck ’t Warmelinck is een brede basisschool aan de Kruisdijk in de landelijke omgeving van de buurtschap Ijzerlo. In het gebouw is ook de B.S.O. gevestigd. Onze school is opgericht in 1904 en het huidige gebouw werd in 1978 in gebruik genomen. In 2005 is de school uitgebreid, zodat we nu over acht lokalen kunnen beschikken. Vijf worden ingezet als leslokaal voor de gecombineerde groepen 1 t/m 8. Eén lokaal is een gymlokaal voor de onderbouw en één ruimte wordt gebruikt als peuterspeelzaal. Bovendien hebben we beschikking over een gemeenschapsruimte die centraal in het gebouw ligt. In het schooljaar 2009-2010 hebben we ons, met het oog op de naderende krimp, georiënteerd op diverse onderwijsconcepten. Als het zo ver mocht komen dat er meerdere groepen in één lokaal les moeten krijgen, dan willen we daar zo goed mogelijk op voorbereid zijn en de kinderen ook dan kwalitatief hoogstaand onderwijs blijven geven. In het schooljaar 2011-2012 hebben we besloten dat het Daltononderwijs ons in alle opzichten het best bij ons al bestaande manier van onderwijs geven past en ook tegemoet komt aan onze wensen m.b.t. de toekomst. In het schooljaar 2012-2013 hebben alle leerkrachten van ’t Warmelinck het Daltoncertificaat behaald. De visitatie om het Daltoncertificaat als school te krijgen willen we in het schooljaar 2013-2014 aanvragen.
Geschiedenis van het Daltononderwijs In 1905 begon Helen Parkhurst in Amerika te experimenteren met een nieuwe vorm van onderwijs. In 1922 legde ze haar ideeën vast. Daarmee was de ontwikkeling van het daltononderwijs niet voorbij. Kenmerkend voor het daltononderwijs is dat het zich steeds aanpast aan de veranderende eisen en verwachtingen van de samenleving. De principes: vrijheid/verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking blijven gehandhaafd , maar hebben door de jaren heen andere accenten gekregen.
Momenteel (2012) heeft de NDV besloten dat i.p.v. de 3 pijlers vervangen gaan worden door de 6 kernwaarden: zelfstandigheid, samenwerken, vrijheid in gebondenheid, reflectie, effectiviteit/doelmatigheid en borging. In iedere Daltonschool kom je deze pijlers tegen:
VISIE OP ONDERWIJS Als leerkrachten van ‘t Warmelinck willen we bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces kennis en vaardigheden verwerven die nodig zijn om een zelfstandig, sociaal en een kritisch denkend mens te worden. We willen dat bereiken in een omgeving waarin de kinderen en de leerkrachten zich veilig en gerespecteerd kunnen voelen en maken daarbij gebruik van de zes kernwaarden van het Nederlandse Daltononderwijs. Onze visie op onderwijs is daarom vanuit deze bouwstenen beschreven:
1. Zelfstandigheid In onze school willen we meehelpen om kinderen te vormen tot jongeren die zelfstandig kunnen denken en handelen. Daarvoor is nodig dat kinderen leren informatie verzamelen, keuzes te maken en daarvoor ook de verantwoording te nemen. Daarop reflecteert de leerling zelfstandig en/of in samenspraak met de leerkracht. Wat daarvan geleerd wordt, leren ze weer toepassen. We willen deze zelfstandigheid zo vroeg mogelijk stimuleren en leren daarom de peuters al om te gaan met uitgestelde aandacht. Door de jaren heen wordt de zelfstandige manier van werken steeds verder uitgebreid. De mate van zelfstandigheid zal verschillen.
2. Samenwerking Samenwerken is een vaardigheid die iedere leerling zich eigen moet maken want een mens kan, ondanks zijn vrijheid en zelfstandigheid, niet zonder medemensen. Goede samenwerking willen we bevorderen door het inzetten van werkvormen zoals het maatjesleren en coöperatief leren. Luisteren naar elkaar, openstaan voor positieve feedback, ondersteunen van elkaar en gebruik maken van elkaars kwaliteiten zijn manieren waarop goede samenwerking gebaseerd is.
3. Vrijheid in gebondenheid Ieder mens is van nature leergierig en wil de wereld om zich heen leren begrijpen. Door de manier waarop we ons onderwijs hebben ingericht en hoe we met elkaar omgaan, willen we deze ontwikkeling stimuleren. Daarvoor is het nodig dat de kinderen kunnen omgaan met vrijheid en de grenzen van die vrijheid kennen en respecteren. Op ’t Warmelinck bieden we de kinderen een gestructureerde leeromgeving aan. Het leren omgaan met verantwoordelijkheid gaat stap voor stap. Bij de jongste leerlingen gaat het om kleine, overzichtelijke keuzetaken die ze zelfstandig plannen en uitvoeren. Naarmate
de leerlingen zich verder ontwikkelen worden de taken omvangrijker en complexer en de periode waarin ze dat uit kunnen gaan voeren langer. Wij willen de kinderen begeleiden in het leren keuzes te maken en de verantwoording daarvoor te dragen. Ze doen op deze manier zelfstandig kennis en ervaring op en leren te reflecteren op hun taak, hun werk en hun eigen rol in het leerproces.
4. Reflectie Reflectie kan zowel voor, tijdens als na een werkperiode plaatsvinden. Vooraf wordt nagedacht over hoe het werk wordt aangepakt en wat het te bereiken doel is. Tijdens het werkproces kunnen de gestelde doelen aangepast worden wanneer blijkt dat deze niet haalbaar zijn. Na de werkperiode komt de evaluatie, die omgezet kan worden in reflectie als de bewustwording ontstaat van eigen handelen en nieuwe doelen gesteld kunnen worden. Om goed te kunnen reflecteren is het belangrijk om kritisch naar jezelf te durven kijken en goed met kritiek om te kunnen gaan. Kritiek wordt vaak als negatief ervaren, terwijl het ook als bouwsteen ontvangen kan worden en gebruikt om zichzelf te vormen en te verstevigen.
5. Effectiviteit en doelmatigheid Het Daltononderwijs is gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. De taak is de drager van de te leren vaardigheden en kennis. Een taak op maat houdt een leerling doelmatig en functioneel bezig.
6. Borging Het borgen van de kernwaarden van het Daltononderwijs gebeurt door middel van een planmatige (zelf)evaluatie en visitatie.
Het Daltonkarakter van onze school beperkt zich niet alleen tot de kinderen. Het is ook zichtbaar in de manier waarop de leerkrachten en andere volwassenen met elkaar omgaan.
ZELFSTANDIGHEID Zelfstandigheid is een vaardigheid die wij de leerlingen bewust aanleren. Voor het bevorderen van de zelfstandigheid van de leerlingen zetten we in: Zelfstandig werken Dagkleuren en dagritmekaarten Planbord en taakbrief
Zelfstandig werken De kinderen leren daarbij om een bepaalde tijd zelfstandig aan hun taak te werken. Ze kunnen dan niet direct om hulp of uitleg vragen aan de leerkracht. We spreken dan ook wel van uitgestelde aandacht. Om de kinderen al jong te leren daarmee om te gaan, starten we al in de peuterspeelzaal. Deze is in onze school geïntegreerd en de leidsters passen de principes van Dalton toe. We hanteren in elke groep dezelfde regels en door de jaren heen is er een opbouw te zien in de tijd die de leerlingen zelfstandig kunnen werken. De belangrijkste redenen om met uitgestelde aandacht te werken zijn: De leerlingen leren om zelfstandig hun problemen op te lossen. Door niet op afroep beschikbaar te zijn leren ze kritisch te kijken naar hun eigen hulpvraag: Wat kan ik, door nog even na te denken, misschien toch zelf oplossen? Wat kan ik aan een medeleerling vragen?
Wat kan ik niet oplossen en moet ik straks de leerkracht vragen. De leerkracht heeft de tijd en de ruimte om ongestoord met de combinatiegroep, met kleine groepjes of individueel met een leerling te werken. Afspraken en materialen ingezet ter bevordering van het zelfstandig werken: We gebruiken de term zelfstandig werken. We hebben afspraken over de opbouw over de tijd die de kinderen zelfstandig kunnen werken. Bij de overgang van: de PSZ naar Groep 1 10 minuten Groep 1 Groep 2 15 minuten Groep 2 Groep 3 20 minuten Groep 3 Groep 4 25 minuten Groep 5 Groep 6 35 minuten Daarna kunnen de kinderen langere tijd zelfstandig werken, minimaal 45 minuten We gebruiken het verkeerslicht: Afspraken bij een rood verkeerslicht: De leerkracht geeft uitleg aan de andere groep. De leerkracht zit aan de instructietafel De leerkracht loopt zijn “servicerondje”. De leerling mag de leerkracht niet rechtstreeks om hulp vragen, wel m.b.v. het blokje De leerling mag zijn schouder- of oogmaatje om hulp vragen als zijn/haar blokje op groen staat De leerling mag alle vlakken van de dobbelsteen gebruiken. In groep 1 en 2 wordt naast het rode verkeerslicht ook de time timer gebruikt Afspraken bij een groen verkeerslicht: De leerkracht is beschikbaar voor de leerlingen De leerkracht zit niet aan de instructietafel. Er mogen niet meer dan twee leerlingen bij de leerkracht staan. Alle vlakken van de dobbelsteen worden door de leerling gebruikt. We gebruiken het blokje vanaf groep 3: Het blokje moet elke keer op tafel. Rood: ik wil liever niet gestoord worden Groen: als je hulp nodig hebt, dan wil ik je wel helpen Vraagteken: de leerling kan zelf niet tot een oplossing komen en de leerkracht geeft hulp tijdens zijn/haar rondes. De werkmaterialen (schriften, potloden, schaar e.d.) liggen op een vaste plaats en zijn goed bereikbaar voor de leerlingen.
De taak: planbord en taakbrief De taken die de leerlingen wekelijks krijgen zijn onderdelen van de leerstof die ze onafhankelijk van de leerkracht kunnen verwerken. Voordat de leerlingen hun taken plannen krijgen ze een korte instructie over de uitvoering. Er is een opbouw in het werken met taken: De peuters werken met een planbord. Daarop staan 3 taken. Ze krijgen hun persoonlijke kaartje en hangen dat bij 1 van de 3 taken. Dat gaan ze die morgen doen. Dit traject wordt bij een tweeënhalf jarige intensief begeleidt. Een bijna vierjarige kan zelfstandig plannen. De kleuters maken ook gebruik van het planbord en maken dagelijks hun keuze uit meerdere vrije opdrachten en (afhankelijk van hun leeftijd) variërend van 2 tot 5 taken. Is de taak af, dan hangen ze een smiley-magneetje op het takenbord, daardoor kan de leerling en de leerkracht zien hoeveel taken er in de week gedaan zijn. Tijdens de inloop, van 8.30 – 9.00 uur pakken ze een gekleurd (dagkleur) en een wit kaartje met hun naam erop en hangen dat bij de opdracht/taak van hun keus. Het witte
kaartje is voor de middag en de gekleurde voor de morgen. Vanaf januari gaan de kinderen van groep 2 op maandagmiddag alle kaartjes ophangen voor een hele week Groep 3: start met veel instructie en begeleiding door de leerkracht. Daarom is er gekozen voor een geleidelijke overgang van het taakbord naar de taakbrief. Aan het eind van groep 3 weten de kinderen hoe ze een taakbrief moeten invullen en gebruiken In groep 4 t/m groep 8 werken de kinderen met een taakbrief. Ze vullen hem zelfstandig in m.b.v de dagkleur. Eventueel wordt het daarna besproken met de leerkracht/begeleidster. Ook de reflectie wordt door de leerlingen ingevuld en door en met de leerkracht gelezen/besproken. Groep 8 (van januari tot juli) De leerlingen plannen hun taken zelf in de agenda Er is sprake van een Peuters Kleuters /groep 3 Groep 4 t/m 8
opbouw in de dagelijkse taaktijd: :15 minuten :30 minuten per dagdeel :dagelijks van 9.00 tot 11.30 uur, (inclusief instructietijd staat d.m.v.
op de taakbrief)
De taakbrief Naam: Datum: Klassendienst/hulpjes: Rekenen 0 Blok , week , les 0 Blok , week , les 0 Blok , week , les 0 Blok , week , les Taken blz. blz. blz. 0 computer rekenen 0 computer rekenen 0 computer rekenen
Taakbrief groep
/ /
Week: Lezen 0 estafette
Speciale hulpjes Kast/hoek: Spelling Woordenschat 0 wb blz. 0 wb blz.
0 estafette
0 dictee
0 wb blz.
0 begrijpend lezen 0 leesaardig
0 dictee
0 eigen woorden/zinnen
Taal 0 Taal H-1 blz.
0 dictee
0 leeslink
= uitleg = samen met een maatje = niveau rekenen Bijzonderheden: Verjaardagen, uitjes, bijzondere lessen, bezoeken aan… Onderbouw: Klaar opdrachten: Ik heb gewerkt met de onderstaande opdrachten. Als ik het af heb, kleur ik het rondje met de kleur van de dag Picollo tafels 000 Bakkaart taal 000 Extra werkboekje rekenen Extra werkboekje taal/spelling Keuze werk: Ik kies: Samen met mijn rijmaatje, dat is deze maand: Terugblik: Doen we met juf : Bovenbouw:
Klaar opdrachten: Ik heb gewerkt met de onderstaande opdrachten. Als ik het af heb, kleur ik het rondje met de kleur van de dag 0 0 Computer Bubbles 0 0 Computer De blauwe planeet 0 0 Extra werk voor uit de kast 0 0 Digitop (woensdag) 0 0 Computer (andere sites van de lijst) 0 0 Basisbits Keuze werk: Mijn maatje uit de vaste rij is: Mijn keuze werkkaart is: Terugblik: Trek een kaartje, schrijf je vraag op en geef antwoord!
SAMENWERKEN Bij samenwerken zien we een groei in intensiteit: Samenwerken begint bij jonge kinderen vooral met een doel: samen kun je sneller een gat in de zandbak graven dan alleen bijvoorbeeld. Daarna zie je dat leerlingen steeds meer van en met elkaar gaan leren. Door het gebruik van coöperatieve werkvormen en keuzewerk, kan bewust gekozen worden voor het creëren van open leersituaties.
Keuzewerk Op een vast moment in de week mogen de leerlingen een eigen keuze opdracht kiezen. Het keuzewerk waaraan gewerkt wordt is een stukje vrijheid/verantwoordelijkheid waaraan de leerlingen zelf inhoud geven. Keuzewerk is niet vrijblijvend en het is ook geen vorm van uitloopwerk voor snelle werkers. Wat keuzewerk wel is: Een niet-vrijblijvende, educatieve activiteit Een vast onderdeel van de weektaak Een activiteit die de kinderen zelf mogen kiezen, afhankelijk van hun belangstelling en intelligentie Keuzewerk is in principe zelfcorrigerend, al zal de leerkracht ook hierbij volgen wat de leerlingen doen en welke kwaliteit ze leveren Aan/met keuzewerk kan zowel individueel of samen worden gewerkt De keuze wordt in overleg met het maatje gemaakt Keuzewerk en meervoudige intelligentie Het uitgangspunt van meervoudige intelligentie is dat iedereen talenten heeft. De één is verbaal heel sterk en een ander ziet bijvoorbeeld snel verbanden of logische gevolgtrekkingen, terwijl een derde uitblinkt in ruimtelijk inzicht of gebruik maakt van klanken en ritmes. Iedere leerling kan succesvol zijn als zijn/haar sterke intelligenties worden aangesproken. Op ’t Warmelinck hebben we gekozen om het keuzewerk in te richten naar de acht intelligentiegebieden van Howard Gardner: Verbaallinguïstisch
Taalknap
Visueel ruimtelijk
Logisch mathematisch
Beeldknap
Rekenknap
Muzikaal ritmisch
Muziekknap
Lichamelijk kinesthetisch
Naturalistisch
Beweegknap
Natuurknap
Interpersoonlijk
Mensknap
Keuzewerk, de organisatie De materialen voor alle groepen staan in de keuzekast die in de gang staat bij het i.b.kamertje.
Intrapersoonlijk
Ikknap
Op de kast staan de acht bakken met de keuzekaarten voor de bovenbouw. Eventueel materiaal dat ze daarbij nodig hebben staat links in de kast eronder. In de kast staat het materiaal voor de onderbouw. Groep Groep Groep Groep
1-2 3-4 5-6 7-8
maandagmorgen maandagmiddag dinsdagmiddag vrijdagmiddag
9.30 14.00 14.00 14.00
– – -
10.00 uur 14.30 uur 14.30 uur 14.30 uur
Maatjes: Het kunnen samenwerken is van essentieel belang, niet alleen op schoolniveau, maar ook in de maatschappij. In het dagelijkse leven moet een mens samen kunnen werken met allerlei andere mensen, die hij/zij niet altijd zelf heeft gekozen. Samenwerken is een werkwijze, waarbij kinderen elkaar aanvullen om zodoende een vraagstuk op te lossen of leren gezamenlijk een opdracht uit te voeren. In alle groepen wordt met het maatjessysteem gewerkt. Dit is te herkennen aan de ‘maatjestrein’ die op het whiteboard voorin de klas hangt. De namen staan op kaartjes geschreven en met behulp van magneetplakband opgehangen. In de groepen 1 t/m 4 wisselt de leerkracht per 4 weken de maatjes en in de groepen 5 t/m 8 gebeurd dat om de 2 weken De volgende activiteiten worden met het maatje gedaan: Onderbouw Dagelijks samen in de rij Keuzewerk: samen kiezen en samen doen Elkaar helpen bij het aankleden na gym of bij het naar buiten gaan Samen het ‘helpend handje’ van de week zijn
Bovenbouw Dagelijks samen in de rij Keuzewerk: samen kiezen en samen doen Samen in de gymrij naar het Dorpshuus lopen Elkaar hulp bieden bij het oplossen van vraagstukken in het dagelijks werk
Boekenmaatjes Door de leerlingen van groep 7 wordt op dinsdag een prentenboek voorbereid in de groep die ze de volgende dag aan enkele kleuters voor gaan lezen. De prentenboeken zijn uitgekozen op hun sociaal-emotionele thema. Dit thema wordt met de leerlingen van groep 7 besproken en ze krijgen de opdracht om niet alleen het boek voor te lezen, maar het ook te bespreken met de kleuters. Er is een roulatieschema opgesteld zodat alle leerlingen elke week een ander prentenboek krijgen en ook andere kleuters.
Bijvoorbeeld het boek: Kikker en vreemdeling van Max Velthuijs
(thema: discriminatie)
Coöperatieve werkvormen Op ’t Warmelinck vinden wij het belangrijk dat de kinderen goed leren samenwerken en dat iedere leerling een bijdrage levert. Daarom hebben we gekozen om werkvormen van coöperatief leren in te zetten die door hun didactische structuren ervoor zorgen dat àlle leerlingen betrokken moeten mee werken. Werkvorm Binnenbuitenkring
Omschrijving 1. leerlingen vormen twee kringen en staan tegenover elkaar 2. in elk tweetal praat een leerling n.a.v. een vraag/opdracht
Groep 2 t/m 8
Tweepraat
Zoek Iemand Die
Tafelrondje per tweetal
Tweetal coach of Quizmeester
3. de leerlingen wisselen van rol 4. de leerlingen roteren als de leerkracht dat aangeeft 1. De leerkracht geeft een opdracht/vraag waarop meerdere korte antwoorden mogelijk zijn 2. Na even denktijd bepaalt bv. de Leerling-kiezer wie mag beginnen. Ze geven vervolgens om de beurt een reactie op de opdracht/vraag. 1. met een werkblad in de hand lopen de leerlingen door de ruimte en gaan met z’n tweeën bij elkaar staan 2. Een leerling stelt een vraag van het werkblad aan de ander en schrijft het antwoord op 3. De andere leerling checkt of het goed opgeschreven is. 4. De leerlingen wisselen van rol 1. Ieder tweetal heeft een blad papier en pen 2. de leerkracht geeft een opdracht/vraag waarop meerdere niet lange antwoorden mogelijk zijn 3. de leerling schrijft één van zijn antwoorden op 4. de andere leerling krijgt de pen en het papier en schrijft één van zijn antwoorden op 5. Opnieuw: stap 3-4 1. de leerlingen zitten in tweetallen 2. A geeft de antwoorden, B stelt de vragen en geeft positief commentaar 3. de leerlingen wisselen van rol
2 t/m 8
3 t/m 8 2: mondeling
3 t/m 8 2: mondeling
5 t/m 8
Taakspel Doel van Taakspel: Vermeerderen van taakgericht gedrag door de kinderen samen verantwoordelijk te laten zijn. Het verminderen van regelovertredend gedrag en bevorderen van een positief onderwijsklimaat. Wat is Taakspel: Taakspel is een groepsgerichte werkwijze, waarbij leerlingen tijdens de reguliere lessen door middel van een spel leren zich beter aan klassenregels te houden. De klas wordt na een observatieperiode door de leerkracht in teams verdeeld. Leerlingen die bij elkaar in een team zitten, stimuleren elkaar zich aan de regels te houden, zodat zij als team in aanmerking komen voor een beloning. De leerkracht wordt geleerd vooral aandacht te besteden aan gewenst gedrag en het negeren van ongewenst gedrag. Zo werkt Taakspel op meerdere sporen: niet alleen leert de leerling ander gedrag (meer taakgericht, minder regelovertredend), maar ook de leerkracht (meer aandacht voor positief gedrag, minder voor negatief gedrag) en de groep voelt zich samen verantwoordelijk (alleen als de hele groep het spel wint kan er een beloning komen). Taakspel is geschikt voor kinderen vanaf groep 4.
Hoe wordt Taakspel gespeeld: Leerlingen spelen Taakspel in teams tijdens de reguliere lessen. De leerkracht en de leerlingen bespreken op welke regels (maximaal 3) er tijdens Taakspel speciaal gelet wordt. De symbolen van die regels worden zichtbaar opgehangen in het lokaal. De teams krijgen een eigen kleur kaartjes. Wanneer ze voldoende kaartjes overhouden, komen ze in aanmerking voor de vooraf besproken -beloning. De leerlingen stimuleren elkaar om zich aan de regels te houden en herinneren elkaar aan de regels d.m.v. een gebaar of opmerking. De leerkracht geeft alleen maar complimenten op goed gedrag en de regels die afgesproken zijn. Als hij het negatieve gedrag signaleert, negeert hij dat, maar geeft een teamgenoot een compliment op diezelfde
regel en pakt tegelijk een kaartje van de stapel weg. De leerlingen worden op deze manier aan de regel herinnerd zonder dat het confronterend is. De beloningen van Taakspel: Er kan gespeeld worden voor een dagbeloning, een week- of een maandbeloning. Hoe jonger de kinderen hoe sneller de beloning op het spel volgt. Van te voren wordt samen met de kinderen een beloning uitgekozen waar ze voor gaan spelen. Dagbeloning voorbeeld: 5 minuten langer pauze, een bladzijde langer voorlezen, een kort filmpje kijken, een spel tijdens de gymles uit mogen kiezen enz. Weekbeloning voorbeeld:10 minuten langer pauze, in de pauze naar het voetbalveldje mogen, een spel spelen in de klas enz. Maandbeloning voorbeeld: een film kijken met popcorn erbij, koekjes bakken, een grote knutselactiviteit (bv. kerstbakjes maken), een toneelstukje voor de kleuters opvoeren enz.
VRIJHEID IN GEBONDENHEID Bij leren, gestuurd door de leerkracht, dragen leerlingen nog betrekkelijk weinig verantwoordelijkheid. Wordt er bewust gekozen voor gedeelde verantwoordelijkheid dan zien we de motivatie stijgen. Willen we de leerling stimuleren eigen initiatief te nemen en echt eigenaar te worden van zijn eigen leerproces, dan komen we op het niveau van leerlinggestuurd leren.
Dagkleuren en dagritmekaarten
maandag
dinsdag
Rood
Groen
woensdag
donderdag
Geel
vrijdag
Oranje
Blauw
In ieder lokaal en bij de peuterspeelzaal zijn deze dagkleuren zichtbaar opgehangen. Bij de peuterspeelzaal en in de onderbouw worden dagritmekaarten dagelijks gebruikt. De picto’s zijn afhankelijk van de leeftijd en de methode van de groep. Bij groep 1 en 2 wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de Schatkistmethode en daarom ook van de dagritmekaarten van Pompom.
Inzetten van symbolen We gebruiken de geluidsmeter: De geluidsmeter heeft twee kleuren. Die staan voor twee geluidsniveaus:
Rood = stilte Oranje = fluisterstem De geluidsmeter bestaat uit twee geplastificeerde blaadjes, die op het whiteboard kunnen worden gehangen. Het stilte teken gaat permanent gelden voor ‘het Blokhok’. We gebruiken het rode en groene ‘verkeerslicht’, zoals beschreven staat in het onderdeel zelfstandig werken.
We gebruiken het blokje met het vraagteken en een groene en rode stip, ook beschreven bij het onderdeel zelfstandig werken. We gebruiken het stilteteken: de leerkracht staat stil voor de groep met de rechterhand omhoog, de leerlingen die dat zien doen hun hand ook omhoog en attenderen de andere groepsgenoten op het stilteteken.
Werkplekregels
Je gebruikt je fluisterstem
Je blijft aan je werkplek zitten Je ruimt je werkplek op als je klaar bent Je zorgt ervoor dat een ander geen last van je heeft Je praat alleen met kinderen waarmee je samenwerkt We helpen elkaar om volgens deze regels te werken
REFLECTIE Reflectie en evaluatie Reflecteren betekent: terugdenken en overzien. Nadenken over jezelf, je gedrag of een activiteit. Een reflectievraag kan hierbij helpen. We vinden het belangrijk dat leerlingen en leerkrachten nadenken over hun eigen werk en werkhouding. Daarom hebben we afgesproken om documenten die dat bevorderen te ontwikkelen. In dit Daltonboek zijn de documenten opgenomen. Evalueren betekent: het achteraf bespreken van bijvoorbeeld situaties, oplossingen of aanpak om er van te leren.
Registratie en reflectie keuzewerk Alle leerlingen vullen op hun keuzewerkblad hun opdracht in en de reflectie: KEUZEWERK planning en reflectie Naam:……………………………………………………………………………………………………………….. Categorie: Taalknap
Datum:
Beeldknap
Met:
Rekenknap
Categorie en kaartnummer: (opdracht)
Muziekknap
Beweegknap
Eigen: (opdracht)
Natuurknap
Mensknap
Opmerking:
Taakbrief/Planbord reflectie: Groep 1/2: per dag wordt, als de taak klaar is, een magneet (smiley) onder de taak gehangen op het whiteboard (naast het planbord) en na afloop van de les worden de taken en de opdrachten in de groep, of in het subgroepje, met de leerkracht nabesproken. Groep 3/4: per week op een vast moment klassikaal. Welke dag en tijd, dat staat op de taakbrief van de kinderen. Groep 5/6: reflectie m.b.v. een kaartje met hulpvragen: schrijf je vraag op en geef antwoord! Per Taakspelgroepje en aan de instructietafel met de leerkracht bespreken. Groep 7/8: trek een kaartje waarop een reflectievraag staat, schrijf je vraag op en geef antwoord! Daarna per Taakspelgroepje aan de instructietafel met de leerkracht bespreken.
Correctie Zelf nakijken vraagt een bepaalde houding van de kinderen. Ze moeten zich realiseren dat je werk nakijkt om er iets van te leren. Waarom zelf corrigeren? De leerling krijgt meteen feedback op zijn werk en hoeft niet te wachten tot hij het werk later terugkrijgt. Het heeft een duidelijk leereffect, door het zelf ontdekken van een fout zal de leerling zich afvragen hoe deze is ontstaan. Het geeft de leerling een beter inzicht in wat ze kunnen en bij welke zaken ze hulp moeten vragen van de leerkracht. De opbouw w.b. correctie: In de peuter- en kleutergroepen worden diverse zelfcorrigerende materialen aangeboden In groep 3 is ook zelfcorrigerend materiaal aanwezig en mogen de kinderen bepaalde opdrachten al zelf corrigeren. Naarmate de leerlingen ouder worden wordt dat uitgebreid. In groep 4 t/m 8 is het streven om de leerlingen zoveel als mogelijk is en ze aankunnen zelf te laten corrigeren. De groepsleerkracht is degene die dat bepaalt. Hierbij gelden de volgende afspraken: Toetsen worden door de leerkracht nagekeken Regelmatig corrigeert de leerkracht het werk van alle leerlingen om goed de vorderingen te kunnen bepalen
Ikknap
De leerkracht neemt steekproeven om te kijken of het corrigeren goed is gebeurd De leerkracht observeert en reflecteert met de leerlingen het corrigeren Het corrigeren kan m.b.v. het nakijkboekje, maar ook door gebruik te maken van andere correctievormen bv.: in tweetallen nakijken, klassikale correctie, leerkracht en kind kijken ieder een gedeelte na.
Reflectie van Daltonleerkrachten We vragen van de kinderen om na te denken over zichzelf, hun gedrag of een activiteit. Daarbij willen we als leerkrachten zelf ook blijven reflecteren en hebben een lijst opgesteld van specifieke competenties van een Daltonleerkracht. Daarop reflecteren we jaarlijks tijdens een Daltonvergadering.
Kijkwijzer voor Daltonleerkrachten Zelfstandigheid
Samenwerken
Vrijheid in gebondenheid
Reflectie
Effectiviteit en doelmatigheid
Borging
Ik… …werk met uitgestelde aandacht …stimuleer het zelfstandig werken …zorg ervoor dat in de klas alles op een vaste plek staat …zorg voor een veilige omgeving, waarin kinderen de ruimte krijgen om zelfstandig te leren …stimuleer de kinderen initiatieven te nemen …pas verschillende vormen van samenwerken toe …zorg dat de structuur en de afspraken helder zijn …hanteer het begrip ‘maatjes’ …leer de kinderen gebruik te maken van elkaars kwaliteiten …leer de kinderen respect voor elkaar te hebben …werk als teamlid mee aan het samenstellen en uitvoeren van een goed onderwijsaanbod en –vorm. …leer iedereen verantwoordelijkheid te nemen voor materiaal en werk …stimuleer de kinderen zelf te zoeken naar oplossingen …bied mogelijkheden, begeleid en stimuleer de kinderen m.b.t. hun taken …geef kinderen vertrouwen …geef doelmatige instructie …volg systematisch de vorderingen van de kinderen …leer en stimuleer kinderen te reflecteren op hun inbreng, gedrag, wensen, belemmeringen en persoonlijke inzichten …leer de kinderen hun reflectie te verwoorden …toon belangstelling voor het welbevinden van de leerlingen …geef gelegenheid aan de leerlingen om elkaar te consulteren …vraag de leerlingen om feedback op mijn functioneren …richt tijd, ruimte en middelen efficiënt en doelmatig in, gericht op opbrengsten …heb een doordacht klassenmanagement …heb verschillende vormen van doelgerichte instructie …heb een gevarieerd aanbod van didactische werkvormen …bied een gedifferentieerd leerstofaanbod aan …heb de Daltonontwikkeling beschreven in het Daltonboek en stellen dat jaarlijks bij …zorg dat de Daltonidentiteit terug te vinden is in de schoolgids, de website en ander informatiemateriaal …ben alert op de duidelijke doorgaande Daltonlijn op ’t Warmelinck …ben betrokken bij Dalton regioactiviteiten …volg de vorderingen van de leerlingen d.m.v. het CITO leerlingvolgsysteem …betrek ouders en bestuur bij onze Daltonontwikkeling
Kijkwijzer Daltonkenmerken (organisatie) X = aanwezig
O = in ontwikkeling
Z = niet aanwezig
Peuterspeelzaal Groep 1 en 2 Groep 3 en 4 Groep 5 en 6 Groep 7 en 8
Datum: Datum: Datum: Datum: Datum:
Door: Door: Door: Door: Door:
Zelfstandigheid Aanpakgedrag t.b.v. zelfstandig leren wordt aangeleerd. Er wordt gewerkt met groene en rode tekens die aangeven of de leerkracht gestoord mag worden. Kinderen maken gebruik van het uitgestelde aandacht blokje. Het kind kan zelf bepalen in hoeverre het hulp nodig heeft Kinderen kunnen zelf hun werkplek kiezen. De kinderen kunnen de hele (voor hun groep) afgesproken periode goed zelfstandig werken. Het kind oefent zelfstandig aanpakgedrag en leerstrategieën Kinderen mogen zelf hulpmiddelen pakken en kunnen hier zelfstandig mee om gaan. De leerlingen zijn zelfstandig in het ophangen van hun plankaartje of het invullen van hun taakbrief
psz
1
2
3
4
5
6
7
8
Samenwerken Het kind zoekt indien nodig voor de uitwerking van de taak samenwerking met een ander In de taak zijn structureel samenwerkingsopdrachten opgenomen. Als de coöperatieve structuren ingezet worden zijn de kaarten duidelijk zichtbaar in de klas Kinderen kennen de coöperatieve structuren. Kinderen kennen het begrip oogen schouder- en rijmaatje. Er wordt gebruik gemaakt van maatjes, de ‘maatjestrein’ is zichtbaar in de klas. Voor het spelen van Taakspel worden de regels waarop gelet wordt afgesproken De kaarten met de afgesproken taakspelregels zijn duidelijk zichtbaar in de klas Voor het spelen van Taakspel wordt de tijd en de beloning afgesproken Na het spelen van Taakspel wordt er direct op gereflecteerd door de
psz
1
2
3
4
5
6
7
8
leerkracht en de groep Tijdens keuzewerk wordt er gewerkt aan een zinvolle, educatieve activiteit Keuzewerk staat als vast onderdeel op de taak. Alle kinderen komen toe aan keuzewerk. Vrijheid in gebondenheid De dagkleuren zijn zichtbaar in de klas. De dagkleuren worden gebruikt bij plannen en afkleuren van de taak De structuur van de dag wordt, of met dagritmekaarten, of op het bord weergegeven Het takenbord/planbord wordt systematisch gebruikt. Het is zichtbaar welke taken klaar zijn en dat de leerlingen daarvoor verantwoordelijk zijn. Voor de leerlingen is systematisch (timetimer, etc.) duidelijk, hoeveel tijd nog beschikbaar/planbaar is. Er wordt gebruik gemaakt van geluidsniveaus en het symbool daarvoor is duidelijk zichtbaar. Klassenmateriaal is bereikbaar voor de kinderen. Dagelijkse routines en afspraken zijn duidelijk. Looproutes in het lokaal zijn ruim genoeg. Op de taakbrief of op het bord wordt aangegeven wanneer er instructie is. Instructietafel staat centraal en gebruik hiervan is duidelijk bij de leerlingen. Er wordt gewerkt met: het planbord of de dagtaak of een halve week- of weektaak Meer dan de helft van de onderwijstijd wordt besteed aan taakwerk. Kinderen oriënteren zich op een opgedragen taak (verkennen/analyseren) Op de taakbrief of op het bord wordt aangegeven wanneer er instructie is.
psz
1
2
3
4
5
6
7
8
Reflectie Het kind reflecteert op zijn/haar eigen leerproces. In de klas staat een nakijktafel.
psz
1
2
3
4
5
6
7
8
Kinderen corrigeren en beoordelen zelfstandig de resultaten van hun werk volgens afspraak. Kinderen kunnen vertellen waarom ze hun tijd zelf in mogen delen en hoe ze dat doen. De evaluatie is opgenomen in het rooster en op de taakbrief. Het kind reflecteert op zijn/haar keuzewerk, hoe het proces en de samenwerking is verlopen. Effectiviteit/ doelmatigheid De leerkracht begeleidt de planactiviteiten van de leerling met een hulpvraag. Er is sprake van differentiatie in opdrachten: eenvoudiger, normaal en verrijkend. Er is sprake van meerdere vormen van instructie: klassikale, groepsen verlengde instructie.
psz
1
2
3
4
5
6
7
8
Borging en afspraken De kijkwijzer wordt door de Daltoncoördinator ingevuld tijdens het klassenbezoek en daarna besproken met de leerkracht Het Daltonboek is in de school aanwezig en deze wordt jaarlijks, in juni, bijgesteld N.a.v. de visitatie en de actiepunten die daaruit voorkomen wordt een actieplan opgesteld
psz
1
2
3
4
5
6
7
8
Ik ben nu meer Dalton leerkracht dan een jaar geleden.
Kijkwijzer didactisch handelen Groep:
Door:
Datum:
O De onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn door de leerkracht in kaart gebracht in een groepsoverzicht. De leerkracht heeft de leerlingen n.a.v. de onderwijsbehoefte geclusterd en in de groepsplannen beschreven hoe hij de leerstof aanbiedt. De leerkracht heeft in de groepsplannen beschreven hoe hij differentiatie aanbrengt in de leerstof en organisatie. De leerkracht heeft de instructie afgestemd op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leerkracht heeft de aangeboden leerinhouden afgestemd op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leerkracht heeft de verwerkingsopdrachten afgestemd op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
V
G
nvt
De leerkracht realiseert een taakgerichte werksfeer. De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. De lessen vertonen een duidelijke opbouw. De leerkracht gaat regelmatig na of leerlingen de leerstof en de opdrachten begrepen hebben De leerkracht stimuleert de leerlingen actief mee te doen De leerkracht hanteert binnen de les werkvormen die leerlingen activeren De leerkracht bevordert dat leerlingen op een doelmatige wijze leren samenwerken en leren elkaar te ondersteunen De leraren stimuleren leerlingen controleactiviteiten uit te voeren De kinderen hebben hun taken gepland op de taakbrief/het planbord Er wordt gebruik gemaakt van de instructietafel De leerkracht maakt gebruik van het rode en groene verkeerslicht om momenten van zelfstandig werken aan te geven. De kinderen hebben hun blokje op tafel liggen vooral bij taal, lezen en rekenen De leerlingen kunnen aangeven wanneer ze niet door een medeleerling in hun taak gestoord willen worden De leerlingen kunnen m.b.v. een blokje aangeven wanneer ze hulp van de leerkracht nodig hebben De leerlingen corrigeren hun eigen werk volgens de afspraken
Kijkwijzer pedagogisch handelen Groep:
Door:
Datum:
O De belemmerende en beschermende factoren van de leerlingen zijn door de leerkracht in kaart gebracht in een groepsoverzicht. De leerkracht toont in gedrag en taalgebruik respect naar de leerlingen toe. De leerlingen tonen in gedrag en taalgebruik respect naar de leerkracht toe. De leerkracht bevorderd het onderlinge respect bij de leerlingen De leerkracht bevordert het zelfvertrouwen van de leerlingen en zorgt voor een veilige omgeving De leerlingen laten een grote mate van betrokkenheid zien voor elkaar, de leerstof, de leerkracht en de school De leerkracht en de leerlingen hebben samen omgangsregels opgesteld die duidelijk zichtbaar in het lokaal zijn opgehangen De regel van de week is duidelijk voor de kinderen en staat op de taakbrief De leerkracht zorgt, samen met de leerlingen, voor een gestructureerde, uitdagende en functionele leeromgeving Met regelmaat vindt er reflectie en evaluatie plaats in de groep, schriftelijk en mondeling De leerkracht staat open voor de feedback die de leerlingen hem geven en reflecteert daarop
V
G
nvt
De leerkracht stimuleert de kinderen om zelf verantwoordelijkheid te nemen t.a.v. het eigen leerproces
EFFECTIVITEIT/DOELMATIGHEID Het Daltononderwijs is gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Een taak als drager van de te leren vaardigheden en kennis biedt optimaal gelegenheid om tot een doelmatige inrichting te komen. Een taak op maat houdt een leerling doelmatig en functioneel bezig De ontwikkelingen rondom passend onderwijs en handelingsgericht werken zijn daarom ook complementair aan de Daltonvisie. Door de organisatiestructuur ligt er voor het omgaan met verschillen een uitstekende basis. Er is sprake van effectiviteit en doelmatigheid van Daltononderwijs, als alle kinderen de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen. Op ’t Warmelinck vinden wij dat terug in de zeven principes van het ‘handelings gericht werken’ (HGW) en wij passen dat ook toe. Daarbij zijn we ons bewust van de centrale rol van de leerkracht.
Dalton en HGW Leerkrachtvaardigheden bij Dalton en HGW: Bij Dalton en HGW is de basishouding van de leerkracht heel belangrijk. Zijn visie, waarden en overtuigingen geven richting aan het handelen. Hieronder komt een ideaalbeeld van de leerkracht, bedoelt als reflectiekader. De leerkracht beseft dat hij een rolmodel is. Hij is positief ingesteld en heeft hoge verwachtingen. Hij is geduldig, beslist en consequent. Hij vraagt om feedback en reflecteert op zijn houding en handelen. De leerkracht gaat goed om met de verschillen tussen leerlingen. De leerkracht geeft een heldere, kwalitatief goede instructie, die stapsgewijs is opgebouwd. De instructie is gevarieerd, met communicatie over en weer. Hij geeft vooraf het lesdoel aan en evalueert dat aan het einde van de les. Hij controleert steeds of de leerlingen het begrijpen. Hij geeft gericht feedback. Hij weet veel van het vak en de leerlijnen. Hij vertaalt deze kennis op een betekenisvolle manier. Ook is goed klassenmanagement van groot belang, want dat kan problemen voorkomen en ervoor zorgen dat alles soepel loopt. Hierbij hoort dat de leerkracht alert is, de touwtjes goed in handen heeft, flexibel is en de leertijd effectief benut. HGW gaat uit van zeven principes: 1. Onderwijsbehoeften van de leerlingen centraal stellen. Differentiëren w.b. de instructie, de leertijd en uitdaging. 2. Afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving: de groep, de leerkracht, de school en de ouders. 3. De leerkracht doet ertoe. Hij kan afstemmen op de verschillen tussen de leerlingen en zo het onderwijs passend maken. 4. Positieve aspecten zijn van groot belang. Dit gaat niet alleen om de positieve aspecten van het kind, maar ook van de leerkracht, de groep, de school en de ouders. Als een leerkracht een negatief beeld heeft van de leerling, dan ziet hij vaak alleen nog maar het negatieve gedrag. Het is belangrijk dat de leerkracht dan zoekt naar positief gedrag. Er zijn dan meer mogelijkheden om het probleem op te lossen. 5. Constructieve samenwerking tussen school en ouders. 6. Doelgericht werken. 7. De werkwijze van school is systematisch en transparant. Er zijn duidelijke afspraken over wie wat doet en wanneer. Effectief adaptief onderwijs Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, moet er effectief adaptief onderwijs worden gegeven. HGW wil adaptief onderwijs concreet maken. Bij HGW zijn de gesprekken met leerlingen heel belangrijk. Onder andere omdat de leerlingen vaak zelf goed kunnen aangeven wat ze nodig hebben, wat ze goed kunnen en wat anders moet. Ook zijn de oplossingen die de kinderen zelf aandragen vaak het eenvoudigst. Daarbij komt dat de leerling zich meer inzet voor zijn eigen idee dan voor een opgelegde maatregel. Deze visie sluit volledig aan bij de principes van Dalton.
De HGW-cyclus: is een hulpmiddel om de zorg op groepsniveau en individueel concreet te maken. Op groepsniveau benoemt de leerkracht de onderwijsbehoeften van de leerlingen in zijn groep in een groepsplan. De leerkracht doet dit ook op individueel niveau voor de leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Deze cyclus kent vier fasen: 1. Signaleren; o.a. het signaleren van leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. 2. Analyseren; benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. 3. Plannen; de leerlingen clusteren en een groepsplan opstellen. 4. Realiseren; het groepsplan in de praktijk uitvoeren en evalueren
Dalton en passend onderwijs Op een Daltonschool staat niet de leerstof, maar het kind centraal Elk kind is uniek, met eigen kwaliteiten en talenten. Deze kwaliteiten worden benut door kinderen aan te spreken en te beoordelen op hun eigen niveau en mogelijkheden Daltononderwijs past precies bij de idealen van Passend onderwijs, aansluiten bij de onderwijsbehoefte van het kind: Aanpassing aan het niveau: in de weektaak kan per vak de lesstof aangepast worden, zowel naar boven als naar beneden Aanpassing van de hoeveelheid: in de weektaak kan hoeveelheid oefenstof aangepast worden aan de verwerkingscapaciteiten en snelheid van de leerling Aanpassing van plancapaciteiten: voor kinderen die het moeilijk vinden zelf structuur aan te brengen in hun weektaak, kan deze opgedeeld worden in kleinere overzichtelijke stukken. Ook is het mogelijk de leerling te begeleiden tijdens het plannen, die ruimte is er omdat de meeste leerlingen dat zelfstandig kunnen doen. Aanpassing van interesse: wat wil een kind leren en hoe kan hij dat het beste doen. In de weektaak en met keuzewerk is daar ruimte voor en worden de leerlingen ook gestimuleerd om buiten het vaste kader te denken. De kinderen werken veel zelfstandig en kunnen elkaar zo nodig helpen. Doordat niet iedereen op hetzelfde moment met dezelfde lesstof bezig is, heeft de leerkracht extra tijd om de verschillende lesinstructies verkort of juist uitgebreid te doen, passend bij de behoefte van de kinderen. Leeropbrengsten De leeropbrengsten van de kinderen worden nauwkeurig gevolgd, door methodegebonden toetsen, maar ook door de methode onafhankelijke toetsen van het leerlingvolgsysteem van CITO. De toetsen die jaarlijks afgenomen worden staan vermeld op de toetskalender.
BORGING/AFSPRAKEN Daltoncoördinator De Daltoncoördinator (Daco) is de eerst aanspreekbare persoon voor alle zaken die betrekking hebben op Dalton. In eerst instantie houdt dat in: het bewaken van de pijlers van Dalton samenwerken, zelfstandigheid, vrijheid in verantwoordelijkheid, reflectie. Daarbij is de Daltoncoördinator mede verantwoordelijk voor de borging en de effectiviteit / doelmatigheid van het geheel. Daaronder valt ook het bewaken van o.a. de doorgaande lijn van het klassenmanagement, de pedagogische voortgang en de onderlinge afstemming. Bovendien verzorgt hij/zij samen met de directie voor de organisatorische aansturing van alle Daltonaspecten die het functioneren van de school aangaan en verbeteren. De Daltoncoördinator op ’t Warmelinck heeft een een LB-functie.
Positie in de organisatie De Daltoncoördinator is een leerkracht met een speciale taak; De Daltoncoördinator wordt aangestuurd door de directie;
Bevoegdheden en taken: De Daltoncoördinator... ...heeft de bevoegdheid om een extra Daltonvergadering buiten het vastgestelde vergaderrooster uit te schrijven.
...bereidt Daltonvergaderingen voor en zit deze voor. ...bewaakt het Daltongedachtengoed, bij ervaren leerkrachten en ook bij wisselingen van personeel. ...coacht/begeleidt nieuwe collega’s en enthousiasmeert zittende collega’s. ...brengt klassenbezoeken en voert klassenconsultaties m.b.v. de kijkwijzers uit. ...schrijft het Daltonbeleidsplan, evalueert en herziet dit minimaal 1 keer per jaar. ...zet adviezen van de visitatiecommissie om in ontwikkelingen. ...ontplooit initiatieven om samen verbeterdoelen vast te stellen, onder andere n.a.v. de visitatieadviezen, maar ook op basis van nieuwe inzichten in de literatuur, nieuwe ontwikkelingen, een periodieke sterktezwakteanalyse. ...brengt nieuwe kennis in het team in, onderzoekt welke scholingen voor het team wenselijk zijn en verzorgt eventueel zelf of met collega’s een jaarlijkse Daltonstudiedag. ...onderhoudt contact met de D.O.N., de Nederlandse Daltonvereniging en andere Daltonscholen.
Daltonboek Een doorgaande Daltonleerlijn binnen de school moet gewaarborgd zijn. Daarom worden de stappen en afspraken vastgelegd in dit Daltonboek. Aan het eind van ieder schooljaar (rond juni) wordt het door de Daltoncoördinator herzien en bijgesteld. Om overzicht te houden werken we met een kijkwijzer (zie onderdeel reflectie). Hierop staan alle concrete en zichtbare afspraken vermeld. Twee keer per jaar wordt met deze kijkwijzer een klassenbezoek afgelegd. Aandachtspunten worden op deze manier direct zichtbaar en daardoor kan er gerichte actie of bijsturing volgen.
Certificaten: leerkrachten en school We zijn ons ervan bewust dat Daltononderwijs hoge eisen stelt aan het personeel. Daarom hebben de leerkrachten op ’t Warmelinck allemaal de studiedagen gevolgd om in het bezit te komen van het certificaat ‘Daltonleerkracht’. Voor nieuwe leerkrachten die niet in het bezit zijn van dit certificaat, geldt de verplichting dat ze z.s.m. na de aanstelling aan onze school de aanvullende Daltonscholing volgen. Om in het bezit te komen van het certificaat Daltonschool vraagt de school het komend schooljaar de visitatie van de NDV aan.
EN… Ontwikkelingen 2010 tot 2013 2010 - 2011
Oriëntatie
2011 - 2012
14-09-2011 16-12-2011
2012 - 2013
18-01-2012 17-02-2012 10-04-2012 12-09-2012 29-10-2012 24-01-2013
Het team oriënteert zich op een ander onderwijsconcept, passend bij de krimpende school. Het college van Bestuur, de Medezeggenschapsraad, de oudervereniging, en de ouders worden geïnformeerd. Het team maakt de keuze w.b. de opleidingsschool en het traject Studiemiddag over het ontstaan van het Daltononderwijs Studiemiddag: de DOP groepen en onderwerpen worden vastgelegd. Een experiment uit gaan voeren rond vrijheid voor kinderen Zelfstandig leren en Dalton Zelfregulatie (Ormrod) Reflectie en klassenscan Effectiviteit van goed Daltononderwijs Samenwerkend/coöperatief leren DOP groepen presenteren hun ontwikkelingen.
Februari 2013
De leerkrachten hebben een portfolio aangelegd en ze presenteren hun ontwikkeling in de DOP: Peuters en Dalton Taakbrief / planbord Zelfstandig werken Keuzewerk Leerkrachten ontvangen hun certificaat De proefvisitatie wordt aangevraagd
Daltononderwijs in ontwikkeling Het onderwijs en zeker het Daltononderwijs is dynamisch en altijd in ontwikkeling. Ook op ’t Warmelinck willen we in deze ontwikkelingen zeker niet stilstaan en we hebben samen nog veel veranderpunten waar we in de toekomst aan willen gaan werken. Deze groslijst willen we alvast in dit Daltonboek opnemen en van daaruit weer verder uit gaan werken: Rapport ‘Dalton proof’ maken Handelingswijzers opstellen Uitbreiden van het keuzewerk door het eigen initiatief van kinderen te stimuleren De vormen van coöperatief leren die we nog niet toepassen verkennen en oefenen Kinderen leren zelf bepalen of ze instructie nodig hebben of niet Instellen van het gebruik van de leerling als mediator Instellen van klassenvergaderingen