Inleiding Latex als wiskundige tekstverwerker C.A.J. Hurkens 5 december 2002 Samenvatting In dit stukje zien we in vogelvlucht de meest in het oog springende mogelijkheden die het pakket LATEX biedt voor het schrijven van rapporten of artikelen die wiskundige bestanddelen bevatten, en waarin vaak referenties voorkomen. Merk op dat in dit kleine stuk een beetje wordt overdreven.
Inhoudsopgave 1 Inleiding
1
2 Voordelen en mogelijkheden
2
3 Werken met LATEX 3.1 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . 3.2 LATEX op notebook . . . . . . . . . . 3.3 LATEX op svstud . . . . . . . . . . . 3.4 LATEX-commando’s . . . . . . . . . . 3.5 Gebruik LATEX op SUN workstations
3 3 4 4 4 5
A referenties
1
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
5
Inleiding
Voor verslaglegging in het modelleringspracticum zal gebruik gemaakt worden van het tekstverwerkingspakket LATEX. Dit pakket wordt via verschillende servers beschikbaar gesteld. Er zijn verschillende PC-versies (i.h.b. MikTEX onder Windows), maar ook op andere platforms wordt LATEX gebruikt. Op de notebooks die zijn uitgereikt is MikTEX ge¨ınstalleerd, met een schil eromheen genaamd WinEdt. Wiskundigen maken vaak gebruik van LATEX, met name vanwege enkele voordelen die ander tekstverwerkingsprogramma’s niet of minder bieden. Het werken met veel wiskunP∞ dige symbolen ( i=0 xi ), Griekse letters (α, β, γ) en veel verschillende lettertypes: italic, boldface in gewone tekst-modus, en KALLIGRAFIE-stijl of blackboard -stijl: PQRNZ in wiskunde-modus. 1
2
Voordelen en mogelijkheden
Het pakket biedt onder meer de volgende mogelijkheden: • Het dwingt de gebruiker tot een logische opmaak, eerder dan een visuele. De details van de opmaak, zoals tekstbreedte, wijze van inspringen, pagina indeling m.b.t. tekst en figuren, worden juist buiten de auteur om geregeld. Ze zijn in principe wel aan te passen aan de eigen of huis-stijl. • Het maakt op eenvoudige wijze mogelijk wiskundige formuleringen, zoals y = x2 → y ≥ 0, in de lopende tekst op te nemen. • Ook kun je belangrijke formules juist een aparte plaats geven: eπi + 1 = 0
(1)
waarbij je er later zelfs naar kunt refereren, in de trant van “Formulering (1) omvat de voor de wiskunde vijf belangrijkste getallen in ´e´en gelijkheid”. • Omdat de LATEX-tekst in gewone ascii-code wordt weergegeven, is het gemakkelijk de gehele tekst bijvoorbeeld per e-mail te versturen. Ook kun je zo eenvoudig en eenduidig per e-mail discussi¨eren over een wiskundig probleem. De LATEX-tekst is zeer uitwisselbaar, ook tussen verschillende platforms. • Het is gemakkelijk in een LATEX-tekst stukjes postscript (plaatjes, grafieken, foto’s) in te lassen. De postscript-bestanden worden meestal met behulp van andere programma’s gegenereerd, zoals Mathematica of MatLab. Ook bestaan er pakketten om lastige stukjes LATEX te genereren die bijvoorbeeld een figuur beschrijven met een ingewikkeld stroomdiagram (zie figuur (1). Veelal worden die bestanden via een commando tussen de lopende tekst ingevoerd. Latex ruimt dan genoeg ruimte in, of gaat over op een volgende pagina, als het ingevoegde stuk niet zou passen. Vaak is het mogelijk het in te voegen plaatje te schalen. Merk op dat figuren en tabellen bovenaan of anderaan de pagina worden geplaatst. Eventueel worden ze zelfs doorgeschoven naar de volgende pagina. • Handig is het dat een groot document, zoals een rapport dat uit meerdere hoofdstukken bestaat, of een afstudeerverslag, modulair kan worden opgebouwd. Elk hoofdstuk staat in een eigen bestand, en in een kleine bestand wordt de structuur van het rapport vastgelegd. Ook tabellen en figuren worden meestal in aparte files bewaard. Met LATEX zijn automatisch inhoudsopgaven en een indexering aan te brengen. Daarbij zorgt het pakket dus voor een accurate vermelding van bijvoorbeeld paginanummers. Die kunnen gemakkelijk veranderen bij toevoegingen van tekst (of inhoudsopgave!) of aanpassing van de bladspiegel.
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1 2 3 4 5 Figuur 1: Roosterdiagram dat de wedstrijden van een tournament representeert • Voor documenten van een bepaalde stijl — zoals brieven, of slides —, zijn er standaard pakketten die in ´e´en klap zorgen voor een afgestemde layout, letterkeuze, lettergrootte enzovoort. Het is mogelijk in kleur te werken. Daarvoor moet je het resultaat wel op een kleurenprinter kunnen afdrukken, natuurlijk.
3 3.1
Werken met LATEX Algemeen
Men moet zich realiseren dat LATEX een tekst-formatteer-programma is, geen tekstverwerker in de traditionele zin. De LATEX-invoer wordt met behulp van een zelf te kiezen editor opgesteld. Het bestand waarin deze tekt staat heeft het postfix .tex. Deze leesbare tekst bevat de inhoud van het te vertellen verhaal, alsmede aanwijzingen betreffende de layout. Het bestand begint met enkele aanduidingen van globale aard, en geeft vervolgens de inhoud. Het idee is dat de tekst in ´e´en bepaalde stijl wordt gepresenteerd, en dat alleen bij afwijkingen van het normale patroon tijdelijk een nieuwe ‘omgeving’ wordt gemaakt. Zo wordt bijvoorbeeld de formulering van een stelling vaak cursief weergegeven. Bovendien worden zulke onderdelen vaak genummerd, en eventueel gelabeld — opdat men ernaar terug kan verwijzen. Na verwerking van de invoer heeft LATEX een aantal bestanden gecre¨eerd. De functie ervan is af te leiden van de gebruikte postfixen: .aux (auxiliary – hulp-bestand), .toc (table of contents – inhoudsopgave), .log (logboek van fouten en statistieken) en vooral belangrijk: .dvi (device independent uitvoer-formaat). Afhankelijk van de situatie kan de laatste file worden gepreviewed (op het scherm) of naar een printer gestuurd (postscript of laserjet etc.).
3
3.2
LATEX op notebook
De installatie van LATEX op de notebooks is gecombineerd met die van WinEdt. Deze bevat dan een groot aantal standaard packages, plus een editor, een latex-programma, een preview en een print mogelijkheid. Via de ftp-servers kunnen speciaal geschreven packages opgehaald worden. Zo is er bijvoorbeeld een package voor het dwars afdrukken van hele brede tabellen.
3.3
LATEX op svstud
De latex source code die je met hulp van WinEdt hebt aangemaakt is uitwisselbaar voor gebruik op andere machines en operating systemen. Denk er wel aan dat als je latex source code deelt met een ander, omdat je bijvoorbeeld samen werkt aan een rapport of een artikel, je naast het tekst bestand ook een kopie moet hebben van de files met plaatjes. Met welke editor je de source tekst bewerkt maakt niet uit. Als je er maar voor zorgt dat het PLATTE ASCII TEKST is, en de file dus geen control-characters of andere rare tekens bevat.
3.4
LATEX-commando’s
1. Een latex-file bevat een mix van tekst en layout-commando’s die vastleggen hoe de tekst eruit moet zien. Uiteraard gebeurt dat volgens bepaalde spelregels. Er is een boek (LATEX-manual, Lamport, 80 gulden), maar voorlopig volstaat het dictaat met de Nederlandstalige handleiding van P. v. Oostrum, dictaatno. 2541). Bijgevoegd is een overzicht van twee A4-tjes met de voornaamste latex-commando’s, en de sourcefile van de tekst die u nu leest. Het bestand dat met de editor is opgemaakt kan worden ‘ge-latex-t’. Hiermee wordt de tekst en layout-opmaak in de file verhaal.tex omgezet naar een file verhaal.dvi. Bij die omzetting worden ook bestanden met namen als verhaal.aux en verhaal.log aangemaakt. De laatst genoemde files kan men inspecteren met de editor. Dat geldt niet voor de dvi-file. 2. Om het uiteindelijke resultaat te bekijken wordt de data in de dvi-file ´of naar het scherm gestuurd, ´of omgezet naar een printertaal en naar de printer gestuurd. Het is gebruikelijk pas een afdruk op papier te maken als het resultaat volkomen naar de zin is. Het previewen op het scherm kan vanuit het menu worden gestart. De meest essenti¨ele preview-funkties zijn: voorbeeld van een tabel toets betekenis q quit + zoom in − zoom uit PgDn volgende pagina 4
3.5
Gebruik LATEX op SUN workstations
U kunt de latex files ook verwerken op een SUN workstation als U een account hebt op bijvoorbeeld de svstud. Ook de op de PC aangemaakte .tex files kunt U meteen gebruiken. 1. Maak een LATEX-file aan met een editor naar keuze. We nemen aan dat deze file verhaal.tex heet. 2. Start LATEX met: latex verhaal 3. Previewen kan nu met: xdvi verhaal 4. Maak een postscript file met: dvips -o verhaal.ps verhaal 5. Print een file met: dvips verhaal
A
referenties
Voor vragen of speciale wensen verwijzen we naar • het Latex boek van LesLie Lamport (denk wel 2e editie!) • dictaat nummer 2541 met de Nederlandstalige handleiding van P. v. Oostrum, • handout: bijgevoegd is de source-file van de tekst die u nu leest. • emailadres:
[email protected] verzameld en beantwoord door dr. R. van Hassel. URL: //www.win.tue.nl/latex/ • Het wereldwijde web, in het bijzonder voor handige packages.
5