INLEIDING GESCHIEDENIS
De naam De ontwikkeling van het landschap Maatschappelijke ontwikkeling De Marken Boeren op de Gorsselse Heide Stoommachine en kunstmest Oranjes op de Gorsselse Heide Koning Willem I Koningin Wilhelmina Militair oefen- en exercitieterrein Van militair terrein naar natuurgebied Natuurherstelplan Gorsselse Heide
FLORA EN FAUNA
Natuurwaarden Natte en droge heide Bos Vennen Gagelstruweel Heischraal grasland Flora- en fauna-inventarisaties 1969 - CJN 1983 - ACJN 1993 - Giesen & Geurts 2008 - EcoGroenAdvies 2013 - Vogelwerkgroep De IJsselstreek 2014 - Florawerkgroep Zutphen 2015 - Libellen Blik naar de toekomst Tabellen Literatuur
6 7 8 10 13 14 16 16 20 22 25 28
35 35 37 38 44 45 45 46 49 54 56 58 63 63 63 68 88
1
Dit boekje vertelt in het eerste deel de geschiedenis van de Gorsselse Heide, met als afsluiting een toelichting op het Natuurherstelplan. In het tweede deel wordt de flora en fauna besproken inclusief de inventarisaties die daarvan de afgelopen halve eeuw zijn uitgevoerd. Dat deel wordt afgerond met een blik op de toekomst, naar wat we aan ontwikkeling van flora en fauna mogen verwachten als het herstelplan ons inderdaad het natte heidegebeid teruglevert, wat de Gorsselse Heide ooit was.
2
3
Verliefd stelletje roodborsttapuiten
INLEIDING De Gorsselse Heide heeft anderhalve eeuw dienst gedaan als militair oefenterrein. Door de ontwikkeling van het moderne leger werd die functie eind vorige eeuw overbodig. Het leger wilde daarom het terrein, ‘wegens vrede’, als natuurterrein overdragen aan de bevolking, inclusief een opknapbeurt. De heide was door verzuring en verdroging sterk in kwaliteit achteruitgegaan. Men wilde de schade in beeld brengen en op basis daarvan een Natuurherstelplan opstellen om daarmee de heide weer in zijn oude glorie te herstellen. Daartoe kreeg in 1993 een ecologisch adviesbureau de opdracht van het minsterie van Defensie een inventarisatie van de flora uit te voeren. Op basis van het geleverde rapport werd het Natuurherstelplan opgesteld. In 2009 werd de Gorsselse Heide verkocht aan de Stichting IJssellandschap met als voorwaarde dat het Natuurherstelplan werd uitgevoerd. Medio 2014 werd het plan gestart, een markant moment in de geschiedenis van de Gorsselse Heide.
36 Roodborst- tapuit Paartje GH 200715 1.JPG
4
5
GESCHIEDENIS De naam
De Gorsselse Heide is een terrein van heide, vennetjes en bos. De naam ‘Gorsselse Heide’ is in feite niet terecht, het gebied had eigenlijk ‘Harfsense Heide’ moeten heten. De reden van deze ‘onterechte’ benaming is dat de naam ‘Gorsselse Heide’ destijds is meeverhuisd met de huzaren. Vroeger oefenden die op een heidegebied tussen Gorssel en Joppe dat toen ‘Gorsselse Heide’ werd genoemd. De Huzarenlaan, Marsweg en Exercitieveld rondom Joppe herinneren nog aan
Militaire kaart uit 1878 toen de ‘Gorsselse Heide’ nog bij Gorssel lag
6
die tijd. Toen er in 1865 een spoorlijn dwars door dat militaire oefengebied werd aangelegd werd ‘militair oefenen’ een probleem. Het minsterie van Defensie kocht toen, in de jaren tachtig van de negentiende eeuw, de huidige ‘Gorsselse Heide’, nabij Harfsen. Met de verhuizing van de huzaren naar het nieuwe oefenterrein verhuisde de naam ‘Gorsselse Heide’ mee, vandaar . . .
De ontwikkeling van het landschap Het gebied van de Gorsselse Heide is het restant van een landschap dat zich in vele eeuwen heeft gevormd. De ontstaansgeschiedenis begint in de voorlaatste ijstijd, het Saalien, circa 150.000 jaar geleden. Noord-Europa was toen bedekt met een ijskap met uitlopers die vanuit het Scandinavisch gebied reikten tot het noorden van Nederland. Gletsjers ploegden traag door het landschap, slepen diepe bekkens uit en drukten stuwwallen omhoog. Zo ontstond het IJsseldalbekken, in het westen omzoomd door de Veluwe en in het oosten door de Sallandse Heuvelrug. Tijdens en na de laatste ijstijd, het Weichselien, 80.000 – 10.000 jaar geleden, vormden zich in het oosten van Nederland de dekzandruggen die zo karakteristiek zijn voor dit gebied. De ondergrond was het hele jaar door bevroren met nauwelijks vegetatie om de grond te beschermen tegen de toen heersende gure poolwinden. De Noordzee lag droog en noordwestenwinden voerden zand van de zeebodem landinwaarts. De zwaarste zandkorrels werden op korte afstand, in de vorm van kustduinen, afgezet, de lichtere korrels werden verder landinwaarts gedeponeerd en vormden daar dekzandgebieden. Door verstuiving ontstond vervolgens een glooiend landschap van zandruggen en laagten. De huidige Gorsselse Heide ligt in zo’n laag dekzandgebied, omgeven door dekzandruggen, in het westen begrensd door het diep glaciale bekken van de IJsselvallei. De ondergrond van het gebied bestaat uit grof waterdoorlatend zand met daarop een verdichte laag fijn lemig zand dat minder goed doorlatend is. Die leemlaag vormt als het ware de bodem van de badkuip die de Gorsselse Heide in feite is: een heidegebied dat meestentijds nat is omdat regenwater niet kan wegsijpelen door die bodem. Rond 12.000 jaar geleden liep de laatste ijstijd ten einde en steeg de temperatuur. Daardoor ontwikkelde zich vegetatie die zich gaandeweg over Noord-Europa verspreidde. In aanvang vestigden zich er pioniersplanten, zoals heide, die later werden verdrongen door
7
Voor het transport van het hout werd in 1865 een spoorlijn tussen Gorssel en Zutphen aangelegd. De rabatten op de Gorsselse Heide zijn deels geëffend met het Natuurherstelplan, een restant is nog te zien langs de Gerrit Slagmanstraat.
Oranjes op de Gorsselse Heide Koning Willem I Op 30 november 1813 zette Willem Frederik, prins van Oranje Nassau, zoon van stadhouder Willem V, voet op Nederlandse bodem. Hij landde op het strand van Scheveningen en werd op 1 december uitgeroepen tot Soeverein Vorst van De Verenigde Nederlanden. Op 16 maart 1815 liet hij zich kronen tot Koning Willem I. Het vorstendom De Verenigde Nederlanden was samengesteld uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, het huidige Nederland en België. Dat samenvoegen was niet zozeer de wens van de Nederlanders en Belgen maar was een strategische zet van de toenmalige grootmachten om zo een bufferstaat te vormen tegen Frankrijk. De katholieke Belgen kwamen na enige tijd in verzet tegen de opgedrongen vereniging met de oranjegezinde protestantse Nederlanders. In 1830 brak de Belgische Revolutie uit die op 21 juli 1831 werd bezegeld met de kroning van Leopold I tot koning van België. Koning Willem I accepteerde dat niet en stuurde zijn leger om de opstand te onderdrukken. Onder leiding van de kroonprins van Oranje, de latere Koning Willem II, werd van 2 tot 12 augustus de Tiendaagse Veldslag gestreden. De veldtocht verliep weliswaar succesvol, maar onder sterke internationale druk werd op 12 augustus een wapenstilstand afgedwongen. De Nederlandse troepen trokken zich terug maar hielden de Citadel van Antwerpen bezet, verdedigd door een garnizoen van 4500 man onder leiding van generaal Chassé. Pas op 24 december 1832, na een beleg van 25 dagen, gaf Chassé zich over aan het Franse interventieleger. Het duurde vervolgens tot maart 1838 alvorens Koning Willem I zich knarsetandend neerlegde bij de onafhankelijkheid van België. Deze knieval werd op 19 april 1939 bezegeld met de ondertekening van een verdrag in London.
16
17
Op 26 augustus 1833 werd een grote wapenschouw gehouden aan de Marsweg langs de (toenmalige) Gorsselse Heide (de precieze plek is niet bekend), waarbij Koning Willem I medailles uitreikte aan de verdedigers van de Citadel van Antwerpen. Alle ruim 5000 manschappen, inclusief generaal baron Chassé, kregen een herinneringsmedaille in brons opgespeld. Deze medaille was vervaardigd uit vijf kanonnen die bij Hasselt op de Belgen buit waren gemaakt, met aan de ene kant de citadel van Antwerpen en aan de andere kant een gekroonde W met het onderschrift ‘december 1832’. De plechtigheid werd door duizenden mensen bekeken. De Arnhemse Courant van 29 augustus 1833 doet stemmig verslag van de aankomst van het hof:
en elfe ure verscheen het hof in een reeks van rijtuigen langs den weg van Deventer, juist toen de T onbewolkte zon hare stralen op de Gorsselse Heide nederschoot. Deze aankomst verhoogde niettemin het vreugdegejuich. Vader Willem, uit zijne met zes paarden bespannen koets afgestegen, zette zich nu op een uitstekend ros en reed, van zijne eveneens te paard gestegen doorluchtige zonen en eenen schitterende staf omgeven, de linie der citadelsche bezetting langs. Eenen geruime tijd duurde deze wapenschouw waaraan H.M. de Koningin, H.H.K.H.H de Prinsessen van Oranje, der Nederlanden en van Pruisen, alsmede de jonge vorstelijke familie, in kalessen gezeten, en eene zich daarachter gevoegd hebbende reeks van rijtuigen, deelnamen. Na den afloop der plechtigheid werden manschappen, van gouvernementswege, op brood, kaas en wijn onthaald, waarna elke bataljonsafdeling terugkeerde, terwijl de duizenden voetgangers en honderden voertuigen oost- en zuid- en west- en noordwaarts afrijdende, de wegen overdekten.
Koningin Wilhelmia neemt de militaire parade op de Gorsselse Heide af
18
19
ANEKDOTE 1924 m³ bomen gekapt
Gerrit Slagman verzetsstrijder De Gerrit Slagmanstraat, die de noordkant van de Gorsselse Heide begrenst, herinnert aan de verzetsman Gerrit Slagman die met zijn twee zusters de boerderij De Zonnenberg, die links van de Gerrit Slagmanstraat ligt, runde. In deze Saksische boerderij werd onderdak verleend aan onderduikers zoals joden, afgeschoten vliegeniers en geallieerde militairen. In september 1944 gaf Slagman onderdak aan een knokploeg uit Deventer vanwege een aanstaande wapendropping uit Engeland. Deze werd op het laatste moment afgelast. Vermoedelijk is een van de
Op het gebied van de vroegere boerderij Kijk Over zijn weer akkertjes aangelegd waarop oude gewassen, als huttentut, rogge, spelt en boekweit, worden geteeld met de daarbij behorende akkerflora. Aan de noord- en oostkant van de Gorsselse Heide liggen een aantal graslanden, o.a. het Nuttelerveen aan de Gerrit Slagmanstraat. Het ligt in de bedoeling deze landen om te vormen tot zogenaamd blauwgrasland. Blauwgrasland refereert aan blauwgekleurde grassen als blauwe zegge en tandjesgras (beiden aanwezig op de Gorsselse Heide). De twee schietbanen en de kogelvangers zullen worden gerestaureerd als blijvende herinnering aan de militaire historie waaraan de Gorsselse Heide haar voortbestaan heeft te danken. De padenstructuur wordt aangepast met de hoofdingang in het zuidwestelijke deel, hoek Reeverdijk/Elzerdijk en een tweede ingang in het noordwestelijke deel, hoek Elzerdijk/Gerrit Slagmanstraat. Voor crossfietsers worden, parallel aan de wandelpaden, speciale routes aangelegd. Er wordt nog bezien of er aparte ruiterpaden worden aangelegd.
leden van deze knokploeg doorgeslagen, toen hij verhoord werd door de Sicherheidsdienst van de Duitsers, en heeft Slagman verraden. Op 14 oktober 1944 arresteerde een groep landwachters iedereen die zich op dat moment in de boerderij bevond, te weten Gerrit Slagman, zijn twee zusters Heintje en Jaantje, Jan Zonnenberg, twee Poolse militairen, één Canadese
De Gorsselse Heide
piloot, vijf onderduikers en één
30
31
onderweg gearresteerde onderduiker, E. de Jonge. Twee onderduikers zaten nog in hun schuilplaats onder de wagenloods en werden niet ontdekt. Het vee werd in beslag genomen en moest door de gearresteerden naar Deventer worden gedreven. De boerderij werd in brand gestoken. De zusters werden vrijgelaten, maar waren wel alles kwijt. De twee eerder niet ontdekte onderduikers zijn tijdens de brand, onder het oog van de landwachters, ontsnapt. Gerrit Slagman werd getransporteerd naar het concentratiekamp Wöbbelin. Hij overleed daar op 12 april 1945. Het kamp werd drie weken later, op 2 mei 1945, bevrijd. Na de bevrijding hebben de twee zusters de boerderij weer opgebouwd. Eén ding is bewaard gebleven, de grote geheime kelder in de schuur. Deze ligt nu onder de koestal van de nieuwe boerderij. De ingang lag tijdens de oorlog in een varkensschot, als je er in wilde, moest eerst het varken aan de kant en de mest weggehaald en daarna kwam je in een gangetje naar de kelder. De gezusters Slagman zijn begin 1970 kort na elkaar overleden.
32
Akkertjes Kijk Over met boekweit en rogge
33
ANEKDOTE
FLORA EN FAUNA
Graafbijen Bij de oude schietbult en op de zandpaden kun je gaatjes vinden van de holletjes van graafbijen. In het voorjaar betreft het de grijze zandbij, in de zomer de pluimvoetbij.
Grijze zandbij Het vrouwtje nestelt in groepen in zand of leemhoudend zand en is
Foto 4 Pluimvoetbij
vaak al half maart te zien. Op de
grond zijn hoopjes zand te vinden met een gaatje in het midden.
Pluimvoetbij
De gegraven gang kan wel 50 cm
Natuurwaarden
lang zijn die aan het eind een kromming maakt. Aan het einde van de gang zitten de broedkamers waar de eitjes in worden gelegd. Aan het einde van het voorjaar zijn de larven volgroeid en verpoppen ze tot cocons die overwinteren. In het voorjaar komen de volwassen bijen uit hun cocons en kruipen naar boven, waarna de cyclus zich herhaalt. De grijze zandbij voedt zich uitsluitend met stuifmeel van wilgen.
Pluimvoetbij Het vrouwtje heeft dikke, gele
In dit hoofdstuk worden de natuurwaarden van de Gorsselse Heide beschreven en worden de flora- en fauna-inventarisaties van de afgelopen halve eeuw samengevat
34
pluimen aan de achterpoten. Ook deze graafbij graaft in het zand een nest uit van enkele tientallen
De bijzondere natuurwaarden van de Gorsselse Heide zijn natte en droge heide, vennen, bos, gagelstruweel en heischraal grasland. Natte en droge heide De Gorsselse Heide is één van de grootste, nog resterende, natte-heidegebieden in de Achterhoek. Toen het Natuurherstelplan medio 2014 van start ging had het totale gebied een oppervlakte van 107 hectare, waarvan 40 hectare heide, omzoomd door oud bos. Met het Natuurherstelplan is het areaal aan heide uitgebreid tot 70 hectare. Heide is een vegetatiesoort die gespecialiseerd is in het groeien op voedselarme, zure grond. De planten hebben daarin een voordeel op andere planten omdat ze samenleven met een schimmel (Mycorizza) die zich hecht
35
Vennen Veel waterlichamen op de Gorsselse Heide dragen de naam ven, maar ze zijn destijds allemaal kunstmatig gegraven door de militairen. Alleen het Luteaven is van oorsprong een echt ven, maar is toch ook, in 1908, door de militairen verder uitgegraven ten behoeve van het oefenen met cavaleriepaarden. Natuurlijke venmilieus zijn voedselarm en zwakgebufferd, met kenmerkende plantensoorten als wolverlei, ronde zonnedauw en kleine veenbes. In de loop van de tijd zijn de vennetjes op de Gorsselse Heide rondom dichtgegroeid met struiken en bomen waardoor die typische venvegetatie is verdwenen. Met het Natuurherstelplan is daar op ingegrepen en zijn de omringende struiken en bomen rigoureus verwijderd. De namen van de vennetjes zijn bedacht door de leden van de Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden (CJN) toen ze in
1969 een inventarisatie van de flora en fauna deden. De namen verwijzen steeds naar een plant- of diersoort die op dat moment veel of zelfs uitsluitend op of bij het betreffende watertje voorkwam. Het gaat om de volgende vennen/waters:
Luteaven voordat de oevers werden geschoond van bomen en struiken
Corduliagracht is een rond 1950 gegraven gracht rondom de zuidelijk gelegen schietbaan. Met het afgegraven zand werd een kogelvanger opgeworpen. Met het Natuurherstelplan is een deel van de gracht gedempt en zijn van het andere deel de oevers afgevlakt.
Cristatuspoeltje is een poeltje op de ‘Grote heide’, omgeven door een kring van berkenbomen. Het is een bomtrechter uit de Tweede Wereldoorlog waarin in de periode daarna explosieven tot ontploffing werden gebracht. Dit poeltje blijft in het kader van het herstelplan onaangetast.
Cyaneapoeltjes zijn ontstaan toen met het afgegraven zand de daar aanwezige hindernisheuvel voor de ruiterij werd opgeworpen. Volgens anderen is die ook gebruikt als ‘kogelvanger’. Eén van deze twee poeltjes ontwikkelt zich tot hoogveenven.
Effususpoeltje is een poeltje nabij de Gerrit
Azuurwaterjuffer tandem
Slagmanstraat, vlak bij de ingang aan de Deventerdijk. Het is niet bekend hoe dit poeltje is ontstaan. Met het Natuurherstelplan is dit vennetje weer helemaal vrijgemaakt. Nymphulaven, met leemgrond gedempt
38
39
48 42
43 49
Vlinders De waargenomen dagvlinders zijn weergegeven in vergelijkingstabel 4, ook hier samen met de resultaten van de latere inventarisaties. Libellen De geïnventariseerde libellen zijn weergegeven in vergelijkingstabel 5. Tapuit
Overig Qua reptielen werden talrijke kleine hagedissen gezien alsook regelmatig ringslangen in de grote vennen. In 1968 zijn verscheidene adders gezien in het Nigrolineatapoeltje en een hazelworm bij de Corduliagracht. Wat amfibieën betreft wordt melding gemaakt van de gewone pad, bruine en groene kikkers en kleine en grote watersalamanders. Verder is er intensief gekeken naar kevers (waterkever, loopkevers en kniptorren) en naar wantsen (schildwantsen, waterwantsen en schaatsenrijders).
1983 - ACJN (Kok & van der Wal, 1983) In 1983 werd het gebied opnieuw geïnventariseerd door leden van dezelfde afdeling Wolfsklauw van de, toen, ACJN (Algemeen Christelijke Jeugdbond voor Natuurstudie en Natuurbescherming) uit Zutphen.
Vogels Van maart tot begin juni 1969 werden wekelijks ochtendexcursies gehouden. Er werden nestterritoria bepaald aan de hand van zingende vogels. De waarnemingen zijn opgenomen in vergelijkingstabel 6, inclusief de waarnemingen die indertijd werden gedaan door de Vogelwerkgroep IJsselstreek. In de tabel zijn ook de waarnemingen uit de latere inventarisaties opgenomen.
48
Flora De waargenomen flora is opgenomen in vergelijkingstabel 1. Terugblikkend op de vegetatieontwikkeling rondom het Luteaven, het enige in oorsprong natuurlijke ven, wordt opgemerkt dat er vroeger, zoals in 1959, aan de oostkant moerashertshooi en veelstengelige Drijvende waterweegbree waterbies groeiden. In 1969 was het ven geheel omsloten door bomen waardoor die, voor zwakgebufferde vennen kenmerkende, vegetatie was verdwenen. Er overheersten nu storingssoorten, als driedelig tandzaad, grote wederik en gewone waterbies. In 1972 werden er weer interessante planten gevonden als moerashertshooi, witbloemige waterranonkel, duizendknoopfonteinkruid, drijvende waterweegbree en waterpostelein. Op advies van de ACJN kapte Staatsbosbeheer in 1973 het om het ven liggende bos, wat leidde tot verrijking van de vegetatie met oeverkruid en kleine egelskop.
49
werden vooral boven de zandpaden gezien, waarschijnlijk vanwege de warmteweerkaatsing. Men zag daar veel paardenbijters en verder de bruinrode en steenrode heidelibel, soorten die ook nu veel voorkomen.
Boompieper met prooi
Vogels Van maart tot juni 1983 werden twaalf vogelexcursies gehouden. Er werd geteld volgens de uitgebreide territoriumkartering waarbij op basis van zingende mannetjes territoria worden geteld. Er werd van uitgegaan dat elk territorium ook een broedgeval betrof. Bovendien werden gevonden nesten èn de waarnemingen van de Vogelwerkgroep IJsselstreek uit 1984 meegeteld. De zo vastgestelde aantallen broedgevallen zijn opgenomen in vergelijkingstabel 6. Er werden een aantal tendensen gesignaleerd, zoals een afname van het aantal fitissen ten opzichte van 1969. Dat werd geweten aan het verouderen van de naaldbossen en mogelijk ook aan de invloed van zure regen. In 2013 blijkt de fitis daarentegen de meest voorkomende broedvogel te zijn (zie rapportage verderop). Verder werd de verwachting uitgesproken dat de gekraagde roodstaart gestaag in aantal achteruit zou gaan vanwege voortgaande verruiging van de Gorsselse Heide. Uit de vergelijkingstabel blijkt echter dat deze soort zich sinds 1984 Ei-leggende paardenbijter
52
53
2014 - Florawerkgroep Zutphen In juli 2014 heeft de Florawerkgroep Zutphen een inventarisatie gedaan van de vegetatie rondom het Luteaven en van de Kleine Heide. De resultaten zijn opgenomen in vergelijkingstabel 1. De gegevens zijn aangevuld met extra waarnemingen gedaan door gebiedsgidsen en met goedgekeurde waarnemingen van waarnemingen.nl. De waarnemingen zijn ook toegevoegd aan de vergelijkingstabel 2. 2015 - Libellen In 2015 heeft de auteur libellen geïnventariseerd op de Gorsselse Heide. De resultaten zijn opgenomen in tabel 5 en betreffen waarnemingen die door specialisten van waarnemingen.nl en/of van de Vlinderstichting zijn bevestigd op grond van genomen foto’s. Met het Natuurherstelplan is de Gorsselse Heide van 2014 - 2016 flink op de schop gegaan. Er is fors ingegrepen in het landschap door het rooien van bomen, het dichten van gaten, het vrijmaken en herstellen van vennen en het verwijderen van de humusrijke bovenlaag van grote delen van het heidegebied. En dat alles om het heidegebied uit te breiden en terug te brengen in de vroegere staat van nat heidegebied. De toekomst zal leren in hoeverre dat doel wordt bereikt en wat de consequenties zijn voor flora en fauna ten aanzien van terugkeer van soorten die typisch zijn voor natte heide.
Blik naar de toekomst
Stille heide
62
Na het Natuurherstelplan blijft voortdurend onderhoud noodzakelijk om de heide in stand te houden en de conditie verder te verbeteren. Het begrazen met schapen (in het kwetsbare noordelijke deel) en runderen (op het centrale deel) sinds 2011 is wat dat betreft effectief gebleken. De beesten vreten naast het gras ook de boomopslag van berk en den weg. Zo ontstaan kort afgegraasde open plekken waarop jonge heideplantjes ontkiemen en waar meer afwisseling van korte en hoge/dichte vegetatie ontstaat. Dit biedt zowel dekking als foerageermogelijkheden voor vogels. Als effect daarvan signaleert Piet Schermerhorn (Schermerhorn, 2013 en 2014) sinds 2011 ’s winters in toenemende mate pleisterende watersnippen en bokjes met name in het extensief begraasde deel van het centrale gebied.
63
ANEKDOTE IVN-wandelroute en excursies In 2006 werd een IVN-wandelroute op de Gorsselse Heide uitgezet door Lucie van Zeijts, Youck Idema, Els Verleg en Jacques Duivenvoorden als eindwerkstuk van de gidsencursus. De wandeling werd op 13 juni 2006 formeel overhandigd aan burgemeester Spekreijse van de toenmalige gemeente Gorssel. Sinds 2010 organiseert de Marke Gorsselse Heide met de IVN-afdelingen van Zutphen en Deventer regelmatig excursies. Zie voor aankondigingen de plaatselijke pers en de websites van de Marke Gorsselse Heide (www.markegorsselseheide.nl) en van IVN Zutphen (www.ivn.nl/ afdeling/zutphen-warnsveld).
66
nihil vanwege de beperkte actieradius van het vlindertje. Bij vangexperimenten wordt het hooguit op een paar honderd meter van een vangplek teruggevangen en de verst waargenomen afstand die het vlindertje in één keer heeft gevlogen is 2 kilometer (Vanreusel en anderen, 2000). De dichtstbijzijnde populaties liggen op de Veluwe en bij Luttenberg, in Overijssel komt het gentiaanblauwtje alleen nog in de omgeving van Haaksbergen voor. Er moet dus worden gevreesd dat we het gentiaanblauwtje niet gauw terug zullen zien op de Gorsselse Heide (persoonlijke mededeling Michiel F. Wallis de Vries, Vlinderstichting). En tot slot . . . De Gorsselse Heide is natuur- èn recreatiegebied. Wandelaars, crossfietsers en ruiters maken dankbaar gebruik van het terrein en een ieder geniet er op zijn manier van. In het algemeen gaat dat in goede harmonie. Wat wel een blijvend probleem is, is het gedrag van sommige hondenbezitters. Er wordt gevraagd de honden aan de lijn te houden. Niet iedereen ziet dat zitten: “Nou kun je je hond een keer lekker laten rennen, mag dat weer niet van die natuurfreaks” hoor je de mensen soms denken. Begrijpelijk misschien, ware het niet dat de zeldzame heidevogels die je op de Gorsselse Heide tegenkomt bodembroeders en bodemfoerageerders zijn. Roodborsttapuit, geelgors, nachtzwaluw, boompieper en boomleeuwerik maken hun nestjes op de grond, onder heidestruiken, graspollen en vliegdennen. Loslopende honden kunnen, zeker in de broedtijd, veel schade aanrichten, dus het vriendelijk verzoek blijft de honden aan de lijn te houden.
67
TABELLEN
68
1 TABEL 1
Vergelijkingstabel van een aantal planteninventarisaties van de heide, vennen en plassen.
SOORT
LATIJNSE BENAMING STANDPLAATS ’69 ’83 ’93 ’14
Biezenknoppen Juncus conglomeratus Blaaszegge Carex vesicaria Blauwe zegge Carex panicea Bochtige smele Deschampsia flexuosa Borstelgras Nardus stricta Bruine snavelbies Rhynchospora fusca Dopheide Erica tetralix Driedelig tandzaad Bidens tripartita Drijvend fonteinkruid Potamogeton natans Drijvende waterweegbree Luronium natans Duivelsnaaigaren Cuscuta epithymum (klein warkruid)
Drh + + Cg, Lv + + Np, Cp, Drh + + + Dh, Drh, Lv + + + + Dh + + Np, Drh + + + Np, Lv, Dh, Drh + + + + Ov, Lv + + Lv, Ny, Ss + + + Lv + Dh, Drh + +
Dwergzegge Carex oederi Egelboterbloem Ranunculus flammula Gagel Myrica gale Geelgroene zegge Carex demissa Gele lis Iris pseudacorus Geoorde wilg Salix aurita Grote veenbes Oxycoccus macrocarpus (Lepeltjesheide, Cranberry)
Drh Lv Dh, Drh, Lv, Gv + + + Drh + Lv Cp + Drh +
Gewone veldbies Luzula campestris Gewone waterbies Eleocharis palustris Gewone waterranonkel Ranunculus aquatilis Gewone waterweegbree Alisma plantago-aquatica Gewoon struisgras Agrostis capillaris Greppelrus Juncus bufonius Grote wederik Lysimachia vulgaris Grote lisdodde Typha latifolia
Lv + Cg, Ov, Lv + + + Cg + Lv Lv, Dh Ov, Lv + + Ov, Lv + + + Cg + +
+ + + + +
+ + + +
69
3 4 TABEL 3
Inventarisatie beschermde en bedreigde vegetatie op de Gorsselse Heide 2008, uit rapport Flora- en faunaonderzoek Gorsselse Heide.
STANDPLAATS
MATE VAN VOORKOMEN
SOORT
LATIJNSE NAAM STATUS
Borstelgras Bosaardbei Brede wespenorchis
Schaars Langs paden Nardus stricta RL4 Zeldzaam Bos Fragaria vesca RL4 Epipactis helleborine FFW-tabel 1 Zuidelijke schietbaan
Bruine snavelbies Dubbelloof Gewone veenbies Heidekartelblad Jeneverbes
Rhynchospora fusca
Kleine maagdenpalm Kleine veenbes
Geplagde hei en langs paden Beboste oever Blechnum spicant RL4 Vochtige heide en Trichiphorum cespitosum RL4 langs paden subs. germanicum Langs paden Pedicularis sylvatica RL2 Juniperus communis FFW-tabel 2 Langs paden RL4 Vinca Minor FFW-tabel 1 Zuidelijke schietbaan RL4
Oxycoccus palustris
RL3
Drosera intemedia
FFW-tabel 2 RL4
Gentiana pneumonanthe Koningsvaren Osmunda regalis Moerashertshooi Hypericum elodes
FFW-tabel 2 RL4 FFW-tabel 1 RL3
Moeraswolfsklauw Stekelbrem Wilde gagel
Lycopediella inundata Genista anglica Myrica gale
RL3
Witte waterranonkel
Ranunculus ololeucos
Kleine zonnedauw
Klokjesgentiaan
RL4 FFW-tabel 2 RL4 RL4
Veenmosrijk deel Obliquaven Geplagde hei, langs paden en watervangputten Vochtige heide en langs paden Zuidelijke schietbaan Droogvallende oever Luteaven Geplagde hei en langs paden Droge heide Vochtige heide en in (bos)randen Water en over Cristuatus poeltje, Luteaven en Obliquaven
SOORT
Lokaal frequent Zeldzaam
Zeldzaam
Lokaal overvloedig Schaars
Lokaal frequent Lokaal frequent
Hier en daar Lokaal dominant
VOEDSELPLANTEN OP GH
’69 ’83 ’08 ’13 ’14
PIERIDAE Citroenvlinder Gonepteryx rhamni Sporkehout (vuilboom) + + Groot koolwitje Pieris brassicae Kruisbloemfamilie + + Klein koolwitje Pieris rapae Kruisbloemfamilie + + Klein geaderd witje Pieris napi Kruisbloemfamilie + + Oranjetipje Anthocharis cardamines Kruisbloemfamilie +
Lokaal dominant Zeldzaam Lokaal frequent
LATIJNSE NAAM
Waargenomen dagvlinders over een aantal jaren.
TABEL 4
NYMPHALIDAE Atalanta Vanessa atalanta Dagpauwoog Inachis io Distelvlinder Cynthia cardui Gehakkelde aurelia Polygonia c-album Grote weerschijnvlinder Apatura iris Kleine ijsvogelvlinder Limenitis camilla Kleine vos Aglais urticae Landkaartje Araschnia levana
Brandnetels + + Grote brandnetel + + Distels + + Brandnetels Wilg Kamperfoelie Grote brandnetel, wilg + + Grote brandnetel + +
+ + + +
+ + + + + + +
SATYRIDAE Argusvlinder Lasiommata megera Grassen, Kropaar + + Bont zandoogje Pararge aegeria Grassen + + Bruin zandoogje Maniola jurtina Grassen + + + Heivlinder Hyparchia semele Grassen + Hooibeestje Coenonympha pamphilus Grassen + + Koevinkje Aphantopus hyperantus Grassen, Kropaar + + +
Lokaal frequent
Legenda: Beschermingsregime Flora- en faunawet (FFW); RL 0 t/m RL4 verwijzen naar de status op de Rode lijst: 0= Verdwenen 1= Ernstig bedreigd 2= Bedreigd 3= Kwetsbaar 4= Gevoelig
74
75
78
79
Mannetje paardenbijter
6
Waargenomen aantallen territoria/broedvogels over een aantal jaren.
SOORT
TABEL 6
Dodaars Grauwe gans Wilde eend Pijlstaart Waterhoen Meerkoet Boomvalk Bosuil Buizerd Havik Ransuil Sperwer Torenvalk Wespendief Fazant Houtsnip Wulp Holenduif Houtduif Zomertortel Turkse tortel Koekoek Nachtzwaluw Groene specht Zwarte specht Grote bonte specht Kleine bonte specht Boomleeuwerik
’69 ’83 ’84 ’04 ’13 1 4 1 + + 1 3 6 2 ? 1 1 4
- - 5 - - - - - - - - + - 3 1 12 1 + - 2 1
- - - 5 3 ng* 4 - 1 1 1 1 2 3 2 1 2 1 1 1 2 2 1 1 - 1 3 - - 2 3 1 - 1 1 6+ ng 19 1 1 1? 2 1 1 1 2 5 6 12 3 2 1 2 5
Grote keizerlibel man
80
81
Dank Dank
Graag wil ik een aantal mensen hartelijk danken voor hun bijdrage aan dit boek. Andrea van Schie, voorzitter van de Stichting Marke Gorsselse Heide, en Jacques Duivenvoorden, rentmeester van de Marke Gorsselse Heide en leidinggevend aan de uitvoering van het Natuurherstelplan, hebben veel gegevens en materiaal geleverd en nuttige suggesties gegeven over opzet van het boek. Henk Pelgrum en Henk Bruil van de Historische Vereniging De Elf Marken hebben de historische gegevens doorgenomen en becommentarieerd en stelden, via Johan te Linde, historische ansichtkaarten en foto’s ter beschikking. Lucie van Zeijts heeft de tekst doorgenomen, op inhoud en grammatica. Piet Schermerhorn heeft bijdragen geleverd ten aanzien van de vogelstand. Henk van Mierlo, groot vakman op het gebied van de fotografie, heeft prachtige foto’s van het gebied gemaakt, geholpen bij de selectie en heeft het ontwerp van het boek gemaakt. Sandor Weijn verzorgde de opmaak. En dan natuurlijk ‘mijn’ Ineke, die steeds beslissende adviezen gegeven heeft over opbouw en leesbaarheid van het boek. Allen heel hartelijk bedankt! Foto Henk
86
87
Literatuur 88