Versie 12/2006
INLEIDING Deze wegwijzer werd samengesteld door de werkgroep van de dertien gedetacheerde leerkrachten, ondersteuners van de LOP-vertegenwoordigers van de niet-onderwijsgebonden partners. Hij wordt aangeboden aan alle gemandateerde LOP-vertegenwoordigers van de niet-onderwijsgebonden partners en bestaat uit twee delen. Het eerste deel, een algemeen deel, is aanwezig in alle exemplaren voor alle vertegenwoordigers. Deel twee is voor elke organisatie verschillend en wordt alleen aangeboden aan de vertegenwoordigers van de specifieke organisaties, voor wie het geschreven is. Op die manier zullen er verschillende versies in omloop zijn, namelijk voor vertegenwoordigers van: • • • • • •
Vakbonden van leerkrachten Leerlingen Ouders Onderwijsopbouwwerk Etnisch-Culturele Minderheden Vlaamse Netwerk Armoede
Deel 1 Het algemeen deel omvat: 1. 2. 3. 4.
Praktische informatie voor LOP-vertegenwoordigers (p5–p6). Het nieuwe gelijke onderwijskansendecreet (p7-p32). Materialenbank met instrumenten, folders en adressen (p33-p51). Lijst van gebruikte afkortingen (p52-p62).
Elk deel wordt afgescheiden door een gekleurd blad en wordt afzonderlijk genummerd.
En alles wordt opgefrist met “Tussendoortjes” in een grijs kader.
Deel 2 na het rode schutblad, omvat: 1. Algemene gegevens van de organisaties. 2. Gegevens over je mandaat. 3. Nuttige adressen. De wegwijzer is samengesteld als een losbladig geheel, zodat het kan aangevuld worden met nieuwe gegevens, indien nodig. Je hoeft er dan enkel het oude deel uit te lichten en te vervangen door de nieuwe versie. We wensen je een vruchtbare LOP-werking toe.
2
Versie 12/2006
“ Armoede is een complex gegeven en wordt gekenmerkt door uitsluiting op verschillende levensdomeinen tegelijk. Als het over armoede gaat, denken de meeste mensen aan gebrek aan geld. Maar eigenlijk is armoede veel meer dan dat. Armoede heeft niet alleen te maken met weinig geld, maar vooral met minder kansen krijgen. Armen hebben minder kansen op verschillende terreinen tegelijk: niet alleen in het onderwijs, ook op de arbeidsmarkt, in de gezondheidszorg, inzake huisvesting, cultuur, rechtspraak, en zo meer.”
3
Versie 12/2006
1 2 3 4
Praktische afspraken Het decreet uitgelegd Materialenbank Afkortingen
Deel 1
4
Versie 12/2006
1 PRAKTISCHE AFSPRAKEN 1. Nodige documenten Bij je toetreding bij het LOP, krijg je het Huishoudelijk Reglement, een overzicht van alle deelnemers aan het LOP, het gelijke onderwijskansendecreet, eventueel een omgevingsanalyse, brochures, folders, video’s…van de deskundige van uw LOP ter voorbereiding van de vergaderingen. Vraag ernaar en contacteer ons indien je problemen ondervindt !
2. Doorsturen van verslagen Alle verslagen van de vergaderingen binnen het LOP worden door de deskundigen opgestuurd (via post) of doorgestuurd (via mail) naar de LOPvertegenwoordigers en hun plaatsvervangers. Krijgen de plaatsvervangers de verslagen niet, geef dan hun namen door aan de voorzitter van het LOP en vraag om ook hun contactgegevens op te nemen in de adressenlijst. Bij ontvangst van de verslagen kan je ze best onmiddellijk doorsturen naar de gedetacheerde leerkracht en tevens uitprinten in een speciale voorziene map. Op die manier kan je gemakkelijk teruggrijpen naar gemaakte afspraken in vorige vergaderingen.
3. Afspraken bij afwezigheid Als je de vergaderingen niet kan bijwonen, verwittig dan onmiddellijk je plaatsvervanger, als je er één hebt, zodat deze je kan vervangen in de LOP vergadering. Verwittig eveneens de voorzitter van het LOP en de deskundige.
4. Wat als je vragen hebt ? Jouw LOP-begeleider, deskundige en voorzitter zijn er voor jou. Ze houden je op de hoogte van het reilen en zeilen in het LOP en ook van de laatste nieuwtjes over het gelijke onderwijskansenbeleid. De verschillende LOP’s, de deskundigen en de voorzitters vindt u op: www.ond.vlaanderen.be/GOK/lop/
5. Wat wordt er van jou verwacht ? Bereid de vergadering goed voor met je ruime achterban en de LOPbegeleider, dit is jouw belangrijke taak. Indien mogelijk kan je deelnemen aan de Algemene Vergadering en het Dagelijks Bestuur en/of een werkgroep.
5
Versie 12/2006
Doorspelen van “hete hangijzers” Indien je dingen constateert, die niet conform het Gelijke Onderwijskansendecreet zijn, moet je die melden aan je begeleider en aan alle geledingen. Zet zoveel mogelijk eigen punten op de agenda.
6. Indien je persoonlijk mensen kent, die graag in het LOP willen werken, geef dan hun naam door aan de desbetreffende begeleider.
“We hebben vastgesteld dat vele van onze ervaringen te maken hebben met het feit dat er geen, onvoldoende of onjuiste communicatie plaatsvindt tussen de gezinnen en de onderwijswereld.” (Vrouwenwerking ’t Ogenblik)
6
Versie 12/2006
2 HET GELIJKE ONDERWIJSKANSENDECREET UITGELEGD Inhoudstafel HET NIEUWE GELIJKE ONDERWIJSKANSENDECREET 1. Het inschrijvingsrecht Het inschrijvingsregister Welke leerlingen krijgen voorrang? - Voorrang voor broers en zussen (p12) - Voorrang voor Nederlandstalige kinderen in Brussel hoofdstad (p12-p14) De thuistaal - Voorrang voor GOK-leerlingen (p14) - Voorrang voor niet-GOK-leerlingen (p 15) Weigeren - Wanneer kan een school een leerling weigeren? (p15-p18) De leerling voldoet niet aan de toelatingsvoorwaarden op het moment van de instap Er is geen plaats meer De leerling werd definitief uitgesloten uit die school Een leerling met inschrijvingsverslag buitengewoon onderwijs op grond van draagkracht De leerling werd definitief uitgesloten in een andere school in de loop van het schooljaar - Wat kan een ouder/leerling doen als hij niet akkoord gaat met een weigering? (p18) - Taak van het LOP bij weigering. (p18) - Wat doen als de school een leerling die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden niet wil inschrijven? (p19) De Commissie Leerlingenrechten (p19) Inschrijvingsmodaliteiten - Vanaf wanneer mag een school de inschrijving starten? (p20) - Hoe weten de ouders wanneer zij aanspraak kunnen maken op een voorrangsregeling? (p20) - Moet een leerling zich elk leerjaar opnieuw laten inschrijven of kan een school dit eisen? (p20-p21)
7
Versie 12/2006
-
Waar kunnen ouders terecht wanneer de school van hun kinderen niet in het werkingsgebied van een LOP ligt? (p21)
2. De oprichting van lokale overlegplatforms Taken van het lokaal overlegplatform (p23-p25) Samenstelling van het lokaal overlegplatform (p25) Structuur van het LOP (p26) Werking van het lokaal overlegplatform (p26) 3. Het extra ondersteuningsaanbod Voor het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs (p29) o verklaring op eer o Gelijke onderwijskansenindicatoren Voor de 2de en 3de graad van het secundair onderwijs (p29-p30) o Gelijke onderwijskansenindicatoren
8
Versie 12/2006
> Het nieuwe gelijke onderwijskansendecreet (GOK-decreet)… Vanaf 1 september 2002 maakten al die tijdelijke projecten plaats voor één Gelijke Onderwijskansendecreet (GOK-decreet. Met het GOK-decreet wil men speciale aandacht besteden aan allochtone en autochtone kinderen/jongeren uit kansarme milieus. De bedoeling is dat kinderen/jongeren de beste kansen krijgen om te leren en tegelijk uitsluiting, sociale scheiding en discriminatie tegengaan.
“In de agenda staan veel opmerkingen in het rood. Die moet ik dan tekenen. Dikwijls ben ik niet akkoord maar ik kan niet schrijven zoals die leerkrachten en ik wil niet dat ze mijn dochtertje uitlachen daarvoor.” (Wijkcentrum De Kring)
“Ik herinner me één zeer anti-islamitische lerares geschiedenis die in volle klas opmerkte dat het toch niet zou mogen: moskeeën in katholiek Vlaanderen. Ik voelde me daar heel slecht bij.” (uit Klasse oktober 2001)
9
Versie 12/2006
> Wat staat er in het GOK-decreet? Het decreet bevat drie grote krachtlijnen:
1. Het inschrijvingsrecht 2. De oprichting van LOP’s 3. Het extra ondersteuningsaanbod
1. HET INSCHRIJVINGSRECHT:
De school MOET elk kind/leerling inschrijven in de school of vestigingsplaats van zijn keuze of de keuze van zijn ouders indien het kind jonger is dan 12 jaar Voorwaarde:
de ouders en de leerling nemen vooraf kennis van het pedagogisch project en het schoolreglement en gaan hiermee akkoord 1
vestigingsplaats : het gebouw of gebouwencomplex waarin een school of een gedeelte van een school gevestigd is
Het recht op inschrijving geldt ook voor leerlingen die zijn doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Ouders kunnen ook in dat geval het inschrijvingsrecht laten gelden tegenover een school van het gewoon lager of secundair onderwijs.
Praktisch……………………………………………………………………… Leerlingen worden in de chronologische volgorde waarop ze zich aanbieden(datum en uur) op de inschrijvingslijst ingeschreven tot er geen plaats meer is, de school of groep is “vol”, d.i. met nog een leerling meer wordt de maximumcapaciteit overschreden. Wanneer een leerling zich aanbiedt, wordt hij automatisch ingeschreven wanneer aan de voorwaarden (pedagogisch project en schoolreglement) voldaan wordt en zolang er nog plaats is in de school of het structuuronderdeel. Pas als de school beslist heeft dat de maximum opnamecapaciteit bereikt is, wordt de leerling in kwestie geweigerd.
Het inschrijvingsregister Een leerling wordt, als aan de voorwaarden(pedagogisch project en schoolreglement) voldaan wordt, ingeschreven of geweigerd op basis van één van de weigeringsgronden in het decreet bepaald (zie verder bij weigering. Het inschrijvingsregister bevat bijgevolg gerealiseerde inschrijvingen en geweigerde inschrijvingen. De inschrijvingen dienen chronologisch genoteerd te worden (datum en uur moeten vermeld worden). Het inschrijvingsregister blijft gelden tijdens de eerste 10 schooldagen van het schooljaar. Dit betekent dat, wanneer in een school die aanvankelijk volzet was, tijdens die periode van 10 dagen plaatsen vrijkomen, de geweigerde leerlingen die op de inschrijvingslijst genoteerd staan, moeten
10
Versie 12/2006
gecontacteerd worden. De eerst geweigerde leerling in het inschrijvingsregister wordt daarbij als eerste gecontacteerd. Als deze geen interesse meer heeft in een inschrijving in die school, wordt de volgende aangesproken, en zo verder. Aan de toelatingsvoorwaarden moet enkel voldaan zijn op het moment van de effectieve instap in de school. Inschrijvingen kunnen vanaf het schooljaar 2007-2008 vanaf de eerste dag van het voorgaande schooljaar. Dat geldt ook voor de inschrijving van kleuters die tijdens een bepaald schooljaar 2,5 jaar worden maar op de laatste instapdatum van dat schooljaar niet meer kunnen instappen. Leerlingen worden dus ingeschreven volgens het principe “eerst komen, eerst ingeschreven”. Op dit principe zijn er vijf uitzonderingen waarbij voorrang wordt gegeven aan bepaalde groepen van leerlingen.
Voorrangsregels
Welke leerlingen krijgen voorrang ? Leerlingen worden dus ingeschreven volgens het principe “eerst komen, eerst ingeschreven”. Op dit principe zijn er vijf uitzonderingen: 1) er wordt altijd VOORRANG gegeven aan broers en zussen 2) er KAN in Brussel-Hoofstad in het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs onder welbepaalde voorwaarden a. voorrang verleend worden aan Nederlandstalige kinderen in Brusselse scholen. b. voorrang gegeven worden aan kansarme(GOK-)leerlingen, thuistaal niet-Nederlands niet inbegrepen 3) er KAN in het Nederlandse taalgebied in het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs onder welbepaalde voorwaarden a. voorrang gegeven worden aan GOK-leerlingen, thuistaal nietNederlands inbegrepen b. voorrang gegeven worden aan Nederlandstalige niet-GOKleerlingen GOK-leerlingen zijn leerlingen die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - hun gezin leeft van een vervangingsinkomen - ze worden (tijdelijk) buiten het gezinsverband opgenomen - de ouders behoren tot de trekkende bevolking - de moeder is niet in het bezit van een studiegetuigschrift van het zesde jaar beroepsonderwijs - de thuistaal is niet het Nederlands
11
Versie 12/2006
1)
Voorrang voor broers en zussen
Leerlingen met ten minste één gemeenschappelijke ouder of ouders en leerlingen met een zelfde hoofdverblijfplaats HEBBEN VOORRANG op andere nieuwe leerlingen in een bepaalde school. Het gaat hier om broers en zussen, halfbroers en –zussen – zelfs als ze niet op hetzelfde adres wonen – en kinderen die onder hetzelfde dak wonen maar geen gemeenschappelijke ouders hebben. Het schoolbestuur bepaalt de periode waarbinnen de voorrangsregeling geldt. Het voorrangsrecht voor broers en zussen gaat voor op de andere (=hieronder volgende) voorrangsregelingen.
Voorrang voor Nederlandstalige kinderen en GOK1-leerlingen in Brussel-Hoofdstad
2)
2)a
Voorrang Nederlandstalige kinderen in Brussel-Hoofdstad: algemeen Nederlandstalige leerlingen in de Brusselse scholen KUNNEN beperkt voorrang krijgen bij inschrijvingen om een goede verhouding na te streven tussen Nederlandstalige leerlingen(met het Nederlands als thuistaal) en anderstalige leerlingen(met een andere taal dan het Nederlands als thuistaal). De thuistaal Nederlands wordt aangetoond door een verklaring op eer van de ouders. Het percentage dat voorrang mag krijgen wordt vooraf door het LOP Brussel overlegd en vastgelegd, en moet minstens 20% zijn. Indien het LOP geen percentage vastlegt, kunnen tot 25% Nederlandstalige leerlingen voorrang krijgen.
Thuistaal
De thuistaal wordt vastgesteld aan de hand van een “verklaring op eer” van de ouders.
Het voorrangsrecht voor broers en zussen gaat steeds voor op de voorrang van andere leerlingen, m.a.w. broers en zussen van reeds ingeschreven leerlingen(al dan niet met het Nederlands als thuistaal) hebben voorrang op leerlingen die geen broer of zus zijn van een reeds ingeschreven leerling.
1
GOK-leerlingen zijn leerlingen die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - hun gezin leeft van een vervangingsinkomen - ze worden (tijdelijk) buiten het gezinsverband opgenomen - de ouders behoren tot de trekkende bevolking - de moeder is niet in het bezit van een studiegetuigschrift van het zesde jaar beroepsonderwijs - de thuistaal is niet het Nederlands
12
Versie 12/2006
Het schoolbestuur bepaalt de periode waarbinnen de voorrangsregeling geldt en het niveau2 waarop de voorrangsregeling van toepassing is, maar dit neemt niet weg dat in het lokale overlegplatform striktere afspraken kunnen gemaakt worden over het voorrangspercentage, over voorrangsregels, over het tijdstip van de voorrangsperiode,… Het is trouwens één van de opdrachten van de lokale overlegplatforms om tot afspraken te komen over voorrangsregels, gezamenlijke voorrangs- en inschrijvingsperiodes, … 2)b Voorrang voor GOK-leerlingen3 in Brussel-Hoofdstad: algemeen Schoolbesturen krijgen voortaan instrumenten voor het voeren van een actief rekruterings- en inschrijvingsbeleid naar de kansarme doelgroep toe. Door de zwakkere onderwijsvrager voorrang te geven, wordt hij sterker gemaakt. Dit resulteert in een voorrang voor kansarme leerlingen of GOK-leerlingen. Scholen in Brussel-Hoofdstad KUNNEN voorrang geven aan leerlingen die beantwoorden aan één of meerdere voorwaarden om als GOK-leerling te kunnen beschouwd worden. Anderstalige leerlingen( met als thuistaal niet het Nederlands) worden in Brusselse scholen niet als GOK-leerling beschouwd.
2)c
Voorrang Nederlandstalige kinderen en GOK-leerlingen in het Brussels basisonderwijs In het LOP basisonderwijs zijn de partners tot gezamenlijke afspraken gekomen m.b.t. de inschrijvingen voor de schooljaren 2007-2008, 20082009, 2009-2010 en 2010-2011. Kinderen met thuistaal Nederlands en GOK-leerlingen krijgen in het Brussels basisonderwijs gelijktijdig voorrang krijgen bij inschrijving. Voor Nederlandstalige kinderen geldt 45% voorrang, voor GOK-leerlingen 30%. De percentages en de andere afspraken voor het inschrijvingsbeleid in het Brussels basisonderwijs zijn voor 4 schooljaren van toepassing met een tussentijdse evaluatie na de eerste 2 schooljaren. 2)d Voor het Brussels secundair onderwijs werd er voor de inschrijvingen van het schooljaar 2007-2008 in het LOP geen gezamenlijke voorrangsregeling afgesproken voor Nederlandstalige en GOK-leerlingen. Dit betekent dat scholen voorrang KUNNEN verlenen aan maximum 25% Nederlandstalige leerlingen en voor GOK-leerlingen naar eigen believen.
2
Onder niveau van onderwijs verstaat men de school, de vestigingsplaats, het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het leerjaar, de leerlingengroep, het studiegebied of de administratieve groep
3
GOK-leerlingen zijn leerlingen die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - hun gezin leeft van een vervangingsinkomen - ze worden (tijdelijk) buiten het gezinsverband opgenomen - de ouders behoren tot de trekkende bevolking - de moeder is niet in het bezit van een studiegetuigschrift van het zesde jaar beroepsonderwijs - de thuistaal is niet het Nederlands
13
Versie 12/2006
2)e
Op grond van afspraken in het LOP Brussel basisonderwijs: - zullen voor schooljaar 2007-2008 de inschrijvingen voor broers en zussen in het Brussels basisonderwijs lopen vanaf 8 januari (of de eerste schooldag van 2007) tot 31 januari 2007; - zijn in maart in het basisonderwijs de voorrangsgroepen(Nederlandstalige en GOK-leerlingen) aan de beurt - en starten in mei in het basisonderwijs de inschrijvingen voor iedereen. Op grond van afspraken in het LOP Brussel secundair onderwijs: - zullen voor schooljaar 2007-2008 de inschrijvingen voor broers en zussen in het Brussels secundair onderwijs lopen vanaf 8 januari (of de eerste schooldag van 2007) tot 31 januari 2007; - en starten op 1 februari in het secundair onderwijs de inschrijvingen voor alle andere leerlingen.
3)a
Voorrang voor 4GOK-leerlingen in het gewoon basisonderwijs en in de eerste graad van het secundair onderwijs van het Nederlands taalgebied
Schoolbesturen krijgen voortaan instrumenten voor het voeren van een actief rekruterings- en inschrijvingsbeleid naar de kansarme doelgroep toe. Door de zwakkere onderwijsvrager voorrang te geven, wordt hij sterker gemaakt. Dit resulteert in een voorrang voor kansarme leerlingen of GOK-leerlingen. Scholen in het Nederlandse taalgebied KUNNEN voorrang geven aan kansarme leerlingen, dit zijn leerlingen die beantwoorden aan één of meerdere voorwaarden om als GOK-leerling te kunnen beschouwd worden. De thuistaal niet-Nederlands is ook één van de voorwaarden. De schoolbesturen bepalen het voorrangspercentage, de voorrangsperiode alsook het niveau5 waarop de voorrangsregeling van toepassing is. Dit neemt niet weg dat in het lokale overlegplatform striktere afspraken kunnen gemaakt worden
4
5
GOK-leerlingen zijn leerlingen die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - hun gezin leeft van een vervangingsinkomen - ze worden (tijdelijk) buiten het gezinsverband opgenomen - de ouders behoren tot de trekkende bevolking - de moeder is niet in het bezit van een studiegetuigschrift van het zesde jaar beroepsonderwijs - de thuistaal is niet het Nederlands Onder niveau van onderwijs verstaat men de school, de vestigingsplaats, het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het leerjaar, de leerlingengroep, het studiegebied of de administratieve groep
14
Versie 12/2006
3)b
Voorrang voor niet-GOK-leerlingen6 in het gewoon basisonderwijs en in de eerste graad van het secundair onderwijs van het Nederlands taalgebied
Aangezien de sociale, culturele en etnische diversiteit in scholen een meerwaarde is, worden er maatregelen voorzien om scholen toe te laten die diversiteit te bewaren of te bewerkstellingen. Scholen in het Nederlandse taalgebied met een hoge concentratie kansarme leerlingen die een meer diverse leerlingenpopulatie nastreven, KUNNEN bijgevolg voorrang geven aan niet-kansarme Nederlandstalige leerlingen(dus die NIET voldoen aan één of meerdere voorwaarden om als GOK-leerling beschouwd te kunnen worden). Voorwaarde: het percentage GOK-leerlingen(= de relatieve aanwezigheid) in de school of de vestigingsplaats ligt 10% of meer boven het regiogemiddelde van het LOP of van de gemeente indien er geen LOP is.
De schoolbesturen bepalen de voorrangsperiode alsook het niveau7 waarop de voorrangsregeling van toepassing is. Dit neemt niet weg dat in het lokale overlegplatform striktere afspraken kunnen gemaakt worden
Weigering
Wanneer kan een school een leerling weigeren? Wanneer een leerling niet ingeschreven geraakt in een school waar hij zich aanbiedt, wordt hij geweigerd.
In het geval van ‘WEIGERING’ wordt de leerling niet ingeschreven in de school.
6
niet-GOK-leerlingen zijn leerlingen die niet beantwoorden aan één van de volgende voorwaarden: - hun gezin leeft van een vervangingsinkomen - ze worden (tijdelijk) buiten het gezinsverband opgenomen - de ouders behoren tot de trekkende bevolking - de moeder is niet in het bezit van een studiegetuigschrift van het zesde jaar beroepsonderwijs - de thuistaal is niet het Nederlands 7 Onder niveau van onderwijs verstaat men de school, de vestigingsplaats, het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het leerjaar, de leerlingengroep, het studiegebied of de administratieve groep
15
Versie 12/2006
Wanneer kan een school een leerling weigeren? De school KAN een leerling WEIGEREN a) als de leerling op het moment van de effectieve instap in de school niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden b) als er geen plaats meer is in de school of in de klas die haar maximumcapaciteit bereikt heeft. c) als de leerling “definitief uitgesloten” is uit de school. Definitief uitgesloten = de leerling werd het vorige schooljaar of het jaar daarvoor na een tuchtprocedure definitief uit de school verwijderd. Een school voor gewoon onderwijs KAN een leerling WEIGEREN
d) op grond van onvoldoende draagkracht en na een welbepaalde procedure als die leerling zich met een inschrijvingsverslag voor het buitengewoon onderwijs(basisonderwijs of secundair onderwijs) type 1 – 7 aanbiedt. Een school voor gewoon secundair onderwijs en gelegen binnen een LOP-regio KAN een leerling WEIGEREN
e) die in een andere school definitief werd uitgesloten in de loop van het schooljaar en zich in de nieuwe school aanbiedt om ingeschreven te worden, enkel na overleg en goedkeuring binnen het LOP en op basis van criteria die vooraf bepaald werden door het LOP(zoals percentage GOK-leerlingen,…)
b)
Er is geen plaats meer in de school: de school is “vol”
De schoolbesturen beslissen zelf tot op welk niveau8 zij hun school “VOL” verklaren. Zij bepalen ook zelf wanneer de maximumcapaciteit omwille van materiële omstandigheden overschreden wordt. Eenmaal de school zich “VOL” verklaart, mag zij geen bijkomende leerling meer inschrijven. In een aantal uitzonderlijke gevallen kan het schoolbestuur toch overgaan tot een inschrijving alhoewel het de school “vol” verklaard heeft: indien een anderstalige nieuwkomer zich aanbiedt in het basisonderwijs; indien een leerling verblijft in een voorziening verbonden aan een school voor buitengewoon onderwijs;
8
Onder niveau van onderwijs verstaat men de school, de vestigingsplaats, het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het leerjaar, de leerlingengroep, het studiegebied of de administratieve groep
16
Versie 12/2006
-
c)
indien een leerling die geplaatst is door de jeugdrechter of door een comité voor bijzondere jeugdzorg zich aanbiedt in het basisonderwijs indien de leerling als interne verblijft in een internaat verbonden aan de basisschool; indien een leerling deelneemt aan een project m.b.t Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur in een school voor gewoon basis- of secundair onderwijs.
Weigering van een definitief uitgesloten leerling
Indien de school bepaalt dat bij de overgang van leerlingen van een autonome eerste graad secundair onderwijs naar de tweede graad secundair onderwijs geen formele inschrijving wordt gevraagd (omdat beide scholen zich op dezelfde campus bevinden en dit ook uitdrukkelijk vermeld staat in het schoolreglement), dan wordt die school als een geheel beschouwd en heeft dit gevolgen voor het weigeren van leerlingen die definitief uitgesloten werden. B.v. een leerling die definitief uitgesloten werd in het tweede jaar van de autonome middenschool kan het volgende schooljaar in het derde jaar worden geweigerd indien beide scholen zich op dezelfde campus bevinden en als een geheel beschouwd worden.
d)
Weigering van een leerling met een inschrijvingsverslag voor Het buitengewoon onderwijs
Vooraleer het schoolbestuur van een gewone school een leerling met een inschrijvingsverslag buitengewoon onderwijs type 1 - 7 weigert, overlegt het eerst met de ouders en het centrum voor leerlingenbegeleiding. Het houdt ook rekening met de verwachtingen van de ouders ten aanzien van het kind en ten aanzien van de school alsook met de concrete ondersteuningsnoden van de leerling op het vlak van onderwijs, sociaal functioneren en mobiliteit. Verder maakt het schoolteam een inschatting van het aanwezige draagvlak in de school voor de betreffende leerling en van de beschikbare ondersteunende maatregelen binnen en buiten het onderwijs.
e)
Weigering van een definitief uitgesloten leerling die zich in de loop van het schooljaar in een andere school aanbiedt
-
Wanneer het LOP er niet in slaagt vooraf criteria en procedures af te spreken die zullen gehanteerd worden om op basis van draagkracht elders uitgesloten leerlingen te weigeren, kan geen enkele school binnen dat LOP een elders definitief uitgesloten leerling weigeren.
-
Scholen die gelegen zijn in gemeenten waar geen LOP werkzaam is, kunnen geen leerling weigeren die in een andere school definitief uitgesloten werd.
Als een school weigert om een leerling in te schrijven, dan moet ze dit binnen de vier dagen schriftelijk laten weten en motiveren aan de
17
Versie 12/2006
ouders en aan de voorzitter van het LOP. Dit gebeurt tegen afgiftebewijs of via een aangetekende brief. De termijn van de 4 kalenderdagen gaat in op het ogenblik dat het schoolbestuur effectief beslist heeft tot weigering. Deze brief deelt aan de ouders ook mee dat zij voor informatie of bemiddeling een beroep kunnen doen op het LOP of klacht kunnen indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten.
Wat kan een ouder/leerling doen, als hij niet akkoord gaat met een weigering? Om te beginnen kan de ouder/leerling de school om uitleg vragen. In een gesprek wordt misschien duidelijk waarom de school de leerling weigert. Gaat de ouder/leerling nog niet akkoord? Dan kan de ouder/leerling per brief (binnen de 30 dagen) een klacht indienen bij de Commissie inzake leerlingenrechten. Deze Commissie beslist dan of de weigering om de leerling in te schrijven terecht is of niet. Na ontvangst van de klacht oordeelt de Commissie binnen de vijf kalenderdagen over de grond van de zaak. Oordeelt de Commissie dat de school het recht had de leerling te weigeren, dan kan deze rekenen op de hulp van het lokaal overlegplatform bij het zoeken naar een andere, geschikte school. In ieder geval, indien de leerling op zoek moet naar een andere school, kan hij altijd rekenen op de hulp van het lokaal overlegplatform. Het LOP start in ieder geval altijd een bemiddeling op om een oplossing te zoeken voor de leerling die geweigerd werd om één van de volgende redenen: omwille van een definitieve uitsluiting verandert de leerling van school in de loop van het schooljaar en de nieuwe school heeft reeds zo veel leerlingen die bijzondere aandacht en begeleiding(b.v. GOKleerlingen9) nodig hebben dat haar draagkracht onder druk komt te staan de gewone school kan niet voldoen aan de noden van een leerling met een inschrijvingsverslag voor het buitengewoon onderwijs type 1 – 7. Het LOP organiseert daartoe een bemiddelingscel waarvan het de samenstelling en de werkingsprincipes bepaalt..
9
GOK-leerlingen zijn leerlingen die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - hun gezin leeft van een vervangingsinkomen - ze worden (tijdelijk) buiten het gezinsverband opgenomen - de ouders behoren tot de trekkende bevolking - de moeder is niet in het bezit van een studiegetuigschrift van het zesde jaar beroepsonderwijs - de thuistaal is niet het Nederlands
18
Versie 12/2006
Wat doen als de school een leerling die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, niet wil inschrijven ? BIJ WEIGERING MOET DE SCHOOL DE OUDERS EN DE VOORZITTER VAN HET LOP BINNEN DE 4 DAGEN SCHRIFTELIJK OP DE HOOGTE BRENGEN MET VERMELDING VAN DE REDEN VAN DE WEIGERING.
INDIEN DE LEERLING VOLDOET AAN DE TOELATINGSVOORWAARDEN EN DE SCHOOL WIL DE LEERLING NIET INSCHRIJVEN, IS HET ALS LEERLING EN ALS OUDER BELANGRIJK EROVER TE WAKEN DAT DE GEGEVENS VAN DE LEERLING GENOTEERD WORDEN IN HET INSCHRIJVINGSREGISTER VAN DE SCHOOL EN ONDERTEKEND WORDEN. DIT IS BELANGRIJK BIJ EEN EVENTUELE PROCEDURE VAN WEIGERING ACHTERAF.
De Commissie inzake Leerlingenrechten Indien een ouder/leerling een weigering tot inschrijving betwist, kan hij een klacht indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten. Deze commissie moet oordelen of de weigering terecht is of niet en kan aan de Vlaamse Regering voorstellen om een sanctie te nemen. Die sanctie bestaat niet in een feitelijke inschrijving van de betrokken leerling maar in het terugvorderen of inhouden van een bedrag op de werkingsmiddelen van de school (die terugvordering mag niet meer bedragen dan 10% van het werkingsbudget van de school en mag niet raken aan de werkingsmiddelen bestemd voor betaling van personeel). De Commissie is onafhankelijk, bestaat uit zes leden plus een voorzitter en wordt samengesteld door de Vlaamse Regering. In tegenstelling tot de lokale overlegplatforms bestaat de commissie niet uit vertegenwoordigers van de verschillende betrokken organisaties in het LOP. De voorzitter is een jurist, twee leden zijn vertrouwd met de onderwijsregelgeving, twee leden hebben een bijzondere kennis op het vlak van de kinderrechtenbescherming en de overige twee zijn vertrouwd met het grondwettelijk en administratief recht. Tegen een uitspraak van de Commissie Leerlingenrechten is geen beroep mogelijk bij de Vlaamse Regering.
Commissie Leerlingenrechten H. Consciencegebouw 5C Koning Albert II-laan, 1210 Brussel Tel. (02)553 95 61 De uitspraken van en informatie over de Commissie inzake Leerlingenrechten zijn te vinden op de website www.ond.vlaanderen.be/leerlingenrechtencommissie/
19
Versie 12/2006
Laattijdige instap is nog opvallender bij kleuters van laaggeschoolde en economisch niet-actieve ouders, bij kleuters met een vreemde nationaliteit en bij anderstalige kleuters.
INSCHRIJVINGSMODALITEITEN
Vanaf wanneer mag een school de inschrijvingen starten ? Er kan niemand worden ingeschreven vóór de startdatum van de inschrijvingsperiode. Vanaf het schooljaar 2007-2008 gebeuren de inschrijvingen ten vroegste op 1 september van het voorafgaande schooljaar. Afgezien van die beperking is het de autonomie van de school en/of het schoolbestuur om te bepalen wanneer men start met het inschrijven van leerlingen voor het nieuwe schooljaar. Dit betekent concreet dat elke school zelf beslist of ze een inschrijvingsperiode met eventueel voorrangsperioden bepaalt of niet. Wanneer ze dit wel doet, moet de inschrijvingsperiode(en eventueel voorrangsperioden) en de procedure vermeld staan in het schoolreglement. Er kan niemand worden ingeschreven vóór de startdatum van de inschrijvingsperiode. De scholen van een werkingsgebied van een LOP kunnen afspraken maken rond een gemeenschappelijke inschrijvingsperiode en gemeenschappelijke voorrangsperioden en/of -regelingen. Het LOP en de scholen zullen in dat geval ervoor zorgen dat deze inschrijvingsperiode en de procedure voldoende naar de ouders toe gecommuniceerd wordt.
Hoe weten de ouders wanneer zij aanspraak kunnen maken op een voorrangsregeling? Elke voorrangsperiode moet voorafgaan aan het begin van de inschrijvingsperiode voor alle leerlingen. De voorrangsregelingen en -perioden moeten goed naar de ouders toe gecommuniceerd worden. De inschrijvingen gebeuren binnen elke voorrangsperiode chronologisch en volgens het principe “wie eerst komt, eerst maalt”. De periode waarbinnen een voorrangsrecht geldt, kan niet langer zijn dan 6 weken. Met uitzondering van de voorrang voor broers en zussen kunnen andere voorrangsperioden gelijktijdig ingelegd worden.
Moet een leerling zich elk leerjaar opnieuw laten inschrijven of kan een school dit eisen? Een leerling die zich in een bepaalde school inschrijft, blijft gedurende zijn hele studieloopbaan in die school ingeschreven tenzij hij definitief uitgesloten wordt of zich vrijwillig laat uitschrijven om zich in een andere school te laten
20
Versie 12/2006
inschrijven. Het is dus overbodig om zich elk schooljaar opnieuw in te schrijven en de school kan dit ook niet eisen. Een school kan wel aan haar leerlingen vragen om jaarlijks te bevestigen in welke studierichting zij zullen school lopen om de school toe te laten de verdeling van de leerlingen over de verschillende klasgroepen te organiseren en het schooljaar optimaal voor te bereiden. In het schoolreglement moet opgenomen worden hoe de ouders dit moeten meedelen aan de school. Toch verleent de wetgever toelating aan basisscholen waarvan het lager onderwijs een kleinere capaciteit heeft dan het kleuteronderwijs, om een herinschrijving te vragen aan de ouders. Het schoolbestuur moet dit dan wel uitdrukkelijk vermelden in zijn schoolreglement. Anderzijds kan een schoolbestuur voor zijn kleuterscholen, lagere en secundaire scholen die op een zelfde campus gelegen zijn, inschrijvingen van de ene naar de andere school laten doorlopen wanneer een leerling overgaat van een autonome kleuterschool naar een autonome lagere school of van een autonome 1ste graad secundair onderwijs naar een autonome tweede graad secundair onderwijs. Ook in dit geval is het schoolbestuur verplicht dit op te nemen in zijn schoolreglement.
Waar kunnen ouders terecht wanneer er problemen zijn rond de inschrijving van hun kind in een school die in een gemeente ligt waar geen LOP is? WANNEER ER PROBLEMEN ZIJN ROND INSCHRIJVING IN GEMEENTEN WAAR GEEN LOP IS, MOET DE SCHOOL DE MOTIVERING STUREN NAAR
HET DEPARTEMENT ONDERWIJS Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel. Voor het basisonderwijs motivatie richten aan Chris Deloof, Afdeling Basisscholen lokaal 4AO4 Voor het secundair onderwijs motivatie richten aan Tine Debruyne, Afdeling Beleidsuitvoering Secundaire Scholen
DE OUDERS WORDEN BIJGESTAAN DOOR EEN LOP UIT DE BUURT
21
Versie 12/2006
«Eerst vond ik het plezierig om naar school te gaan. Zoveel materiaal, zo'n mooie school. Maar ik werd al snel gepest en ik kon niets terugdoen want ik sprak de taal niet. Dus zocht ik automatisch andere vreemdelingen op. Je wil je toch ergens goed voelen? Wij droegen tweedehands en zij hadden mooie kleren. Maar daar moesten ze ons niet mee uitlachen. Dat is dikwijls tot vechten gekomen.» (Jibril, 19) (uit Klasse januari 1999)
22
Versie 12/2006
2. DE OPRICHTING VAN LOKALE OVERLEGPLATFORMS (LOP’S)
Een effectief gelijke onderwijskansenbeleid in het onderwijs berust voor een groot deel op een lokale dynamiek. Om hieraan tegemoet te komen treden er vanaf 1 september 2002 69 lokale overlegplatforms (LOP) in werking, verspreid over heel Vlaanderen. Ze krijgen elk een welbepaald werkingsgebied van een aantal gemeenten of een regio toegewezen. Er zijn LOP’s voor het basisonderwijs en LOP’s voor het secundair onderwijs. Het LOP probeert alle leerlingen gelijke kansen te bieden om te leren en zich te ontwikkelen.
Tegelijkertijd tracht het LOP elke vorm van uitsluiting, discriminatie en sociale scheiding tegen te gaan. In het LOP zitten schooldirecties, directies van CLB’s, vertegenwoordigers van vakverenigingen, ouderverenigingen, leerlingen, armen, allochtonen, de onthaalbureaus voor anderstalige nieuwkomers, integratiedienst, onderwijsopbouwwerk en de sociale sector. Het LOP heeft naast een onderzoek- en adviesopdracht, ook een bemiddelende en ondersteunende rol in de realisatie van het inschrijvingsrecht. De medewerkers van het LOP zullen o.a. bemiddelen om een oplossing te zoeken voor een geweigerde leerling. Ze zullen de ouders en/of de leerling ook bijstaan in hun/zijn zoektocht naar een geschikte school in geval van weigering.
Taken van het lokaal overlegplatform………………………… De LOP’s hebben eigenlijk als taak het gelijke onderwijskansenbeleid op lokaal vlak te realiseren en toe te zien op de uitvoering van het decreet. Praktisch gezien komt het erop neer dat het LOP -
-
10 11
een huishoudelijk reglement over zijn werking zal opstellen; zal instaan voor het opmaken van een 10omgevingsanalyse inzake ongelijke onderwijskansen binnen het werkingsgebied; afspraken maakt over de wijze van realisatie van de doelen (van het decreet), d.i. het kan instrumenten ontwikkelen om het inschrijvingsrecht mee te realiseren; instrumenten ontwikkelt om een meer diverse schoolpopulatie te bekomen, d.w.z. aan de hand waarvan kansarme leerlingen geleid worden naar scholen met een gering aantal 11GOK-leerlingen en kansrijke leerlingen naar scholen met een hoog aantal GOK-leerlingen. de lokale onderwijssituatie inzake gelijke onderwijskansen in cijfers GOK-leerlingen zijn leerlingen die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - hun gezin leeft van een vervangingsinkomen - ze worden (tijdelijk) buiten het gezinsverband opgenomen - de ouders behoren tot de trekkende bevolking - de moeder is niet in het bezit van een studiegetuigschrift van het zesde jaar beroepsonderwijs
23
Versie 12/2006
afspraken maakt betreffende de opvang van anderstalige nieuwkomers in het onthaalonderwijs; 12 de relatieve aanwezigheid (her)berekent in het werkingsgebied; een bemiddelingsrol uitoefent bij weigering van leerlingen inzake recht op toegang in een school en afspraken maakt inzake de uitoefening van de bemiddeling; afspraken maakt met de scholen van zijn regio over het hanteren van een gemeenschappelijke inschrijvingsperiode en de communicatie van hun inschrijvingsbeleid naar de ouders toe; afspraken maakt met de scholen van zijn regio om effectief een voorrangsregeling te voorzien voor kansarme(GOK-)13 leerlingen; in onderling overleg tussen de partners criteria en procedures opstelt op basis waarvan gewone secundaire scholen een in een andere school definitief uitgesloten leerling in de loop van het schooljaar kunnen weigeren; instrumenten ontwikkelt om dubbele inschrijvingen te voorkomen.
-
-
-
-
Maar het LOP doet meer dan alleen maar ervoor zorgen dat het inschrijvingsrecht correct toegepast wordt, statistische gegevens verzameld worden en een uit pedagogisch oogpunt optimale verhouding van kansarme en andere leerlingen(de decretale opdrachten) in scholen nagestreefd wordt. Het LOP evolueert steeds meer naar een lokale overlegstructuur waar onderwijsproblemen, school-, net- en sectoroverstijgend aangepakt worden. Op langere termijn kan het LOP een forum bieden om actief te werken aan een totaalbeleid gelijke kansen, waar school- en netoverstijgende thematieken aan bod komen, zoals hoe kunnen indirecte barrières voor kansarme leerlingen(bijvoorbeeld hoge schoolkosten) weggewerkt worden? De spijbelproblematiek en de opvolging van problematische schoolloopbanen zijn andere voorbeelden van deze gezamenlijke aanpak. Het LOP kan hier bovendien ook zowel op lokaal en provinciaal als op Vlaams vlak een stuwende kracht zijn achter veranderingen en advies uitbrengen op alle niveaus. Voor de ondersteuning van de lokale overlegplatforms wordt door de Vlaamse regering – Departement Onderwijs - een deskundige aangeduid. Deze vervult zowel een organisatorische als een inhoudelijke rol. De verschillende LOP’s en de deskundigen vindt u op: www.ond.vlaanderen.be/gelijke_onderwijskansen/deskundigen_LOP.htm
-
de thuistaal is niet het Nederlands
12
het percentage leerlingen dat in het werkingsgebied van het LOP aan één of meerdere GOK-indicatoren voldoet 13 GOK-leerlingen zijn leerlingen die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: - hun gezin leeft van een vervangingsinkomen - ze worden (tijdelijk) buiten het gezinsverband opgenomen - de ouders behoren tot de trekkende bevolking - de moeder is niet in het bezit van een studiegetuigschrift van het zesde jaar beroepsonderwijs - de thuistaal is niet het Nederlands
24
Versie 12/2006
Het lokaal overlegplatform wordt voorgezeten door een voorzitter die aangesteld wordt door de minister van onderwijs, na overleg met het lokaal platform. De voorzitter moet vertrouwd zijn met het ruime onderwijsveld. Er is onverenigbaarheid met het zetelen in een schoolbestuur of inrichtende macht, het personeelslid zijn van één van de betrokken scholen, scholengroepen, scholengemeenschappen of CLB’s. De verschillende voorzitters vindt u op: www.ond.vlaanderen.be/GOK/lop/
Samenstelling van het lokaal overlegplatform…………… De lokale overlegplatforms zijn zeer ruim samengesteld. De deelnemers aan het lokaal overlegplatform zijn niet beperkt tot de onderwijswereld. Ook andere partners die onrechtstreeks met het onderwijs en (on)gelijke onderwijskansen te maken hebben, worden betrokken. De partners zijn: -
-
-
-
-
De directies, inrichtende machten van de scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding in het werkingsgebied; De directies en inrichtende machten van scholen voor het buitengewoon onderwijs van buiten het werkingsgebied indien er frequente leerlingenstromen zijn met scholen binnen het LOP-gebied; daarnaast zijn ook de leerkrachten vertegenwoordigd door hun vakorganisaties: één vertegenwoordiger per vakorganisatie; de ouders hebben zitting via een vertegenwoordiger van elke erkende oudervereniging, in totaal 2 afgevaardigden voor de ouderverenigingen per LOP; indien het een LOP betreft voor het secundair onderwijs, zijn de leerlingen vertegenwoordigd via een afgevaardigde uit de leerlingenraden, in totaal 2 per LOP; daarnaast zijn er vertegenwoordigers van het lokale socio-culturele veld: de etnische minderheden(2), de integratiesector(1), de onthaalbureaus van het werkingsgebied(1), de verenigingen voor armen(2) en het onderwijsopbouwwerk(1); ook zijn er ten hoogste vier vertegenwoordigers van lokale socioeconomische en/of –culturele partners; de gemeente heeft eveneens een vertegenwoordiger. Deze verzorgt de band tussen het gemeentelijk beleid en het overlegplatform, stelt vergaderzalen ter beschikking van het LOP en steunt het LOP in een aantal gevallen financieel.
De vertegenwoordigers van het onderwijsopbouwwerk en van de lokale socioculturele en/of socio-economische partners worden tijdens een eerste vergadering door de andere leden aangeduid.
25
Versie 12/2006
Structuur van het lokaal overlegplatform…………………… Het LOP heeft een algemene vergadering, die afhankelijk van het LOP 2 à 3 maal per jaar samenkomt en een dagelijks bestuur dat op regelmatige basis vergadert. Daarnaast is er binnen het LOP ook een bemiddelingscel die bemiddelt bij inschrijvingsproblemen. Meestal zijn er ook verschillende werkgroepen actief. Er zijn gemandateerden die alleen in de algemene vergadering zitten, anderen zitten ook nog in het dagelijks bestuur en/of in een werkgroep. Dit hangt af van het persoonlijk engagement van de gemandateerde.
Werking van het lokaal overlegplatform…………………… -
-
De werking van het LOP wordt geregeld in een bij consensus tot stand gekomen huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement voorziet in de oprichting van een dagelijks bestuur dat de besprekingen en beslissingen van het LOP voorbereidt, en dat gemachtigd kan worden de bevoegdheden van het LOP uit te oefenen. Het huishoudelijk reglement bepaalt de participanten die in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd zijn en op welke wijze. Het huishoudelijk reglement legt tenminste de volgende zaken vast:
de standplaats van het lokaal overlegplatform; het minimum aantal bijeenkomsten per jaar; de wijze en termijn van bijeenroeping; de wijze van opmaak van de vergaderagenda; de wijze waarop in de plaatsvervanging van afwezige participanten wordt voorzien; de aanwezigheids- en stemquota om tot besluitvorming te komen bij gebrek aan consensus; het takenpakket van de voorzitter en de deskundige; de wijze waarop het werkingsbudget wordt aangewend; de wijze waarop gegevens die nodig zijn voor de werking van het lokaal overlegplatform worden opgevraagd; de wijze waarop de verslagen gemaakt worden; de samenstelling, inzonderheid de wijze waarop de verschillende participanten worden vertegenwoordigd, de bevoegdheden en de werking van het dagelijks bestuur en van eventueel andere deelorganen; de wijze waarop bij het falen van een bemiddeling de Commissie inzake Leerlingenrechten op de hoogte moet gebracht worden.
Als bijlage bij het huishoudelijk reglement wordt de lijst van de deelnemers aan het lokaal overlegplatform toegevoegd.
26
Versie 12/2006
<<Je moet je als allochtoon almaar extra bewijzen. Zelfs al is je uiterlijk helemaal westers en blank, je Turkse familienaam volstaat om je anders te behandelen. Door met onderscheiding te slagen toon ik wat ik waard ben.>> (uit Klasse oktober 2001)
27
Versie 12/2006
3. HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD
Het gelijke onderwijskansendecreet vervangt de vroegere tijdelijke regelingen die in extra personeel en middelen voorzagen voor de jongeren met leerachterstand. Scholen met deze doelgroepen kunnen beroep doen op aanvullende lestijden, begeleiding en ondersteuning. Het is de bedoeling een onderwijspraktijk uit te bouwen die rekening houdt met de taalachterstand en diversiteit van elke leerling. Door de globale aanpak genieten alle kinderen, kansarm of kansrijk, van deze inspanningen.
De extra ondersteuning die scholen krijgen:
-
is voor een periode van drie jaar elke school bepaalt zelf hoe ze het extra personeel inzet. Dat kan dus verschillen van school tot school. Elke school moet wel een beginanalyse opmaken, prioriteiten vastleggen en een concreet plan opstellen waarmee ze de kansen van haar leerlingen moet bevorderen. na 3 jaar wordt door de onderwijsinspectie nagegaan of de scholen met de verkregen GOK-uren14 de doelstellingen die ze zichzelf hebben gesteld, ook daadwerkelijk gehaald hebben. Als de evaluatie positief uitvalt, worden de extra middelen voor drie jaar verlengd. Bij een negatieve evaluatie is de school die middelen voor drie jaar kwijt.
-
Cruciaal is uiteraard de bepaling van de grootte van de problematiek in een school. Daarvoor moet het aantal leerlingen bepaald worden dat voldoet aan bepaalde kenmerken (de gelijke onderwijskansenindicatoren. De gelijke onderwijskansenindicatoren in het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs verschillen van deze in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs.
Gaat hun kind naar het basisonderwijs of de eerste graad van het secundair onderwijs, dan zullen de ouders bij de inschrijving een formulier meekrijgen met vragen over de sociale, culturele en economische toestand van het gezin. De ouders hebben er alle belang bij dit formulier zorgvuldig in te vullen en terug te bezorgen aan de school. De vragen hebben immers betrekking op de gelijke onderwijskansenindicatoren. Deze bepalen of de school extra middelen en personeel krijgt in het kader van het gelijke onderwijskansendecreet. Door het formulier in te vullen, te dateren en te ondertekenen, VERKLAREN DE OUDERS OP EER dat de gegevens juist zijn. Als het kind buiten het gezin wordt opgevangen, is er ook een verklaring nodig van de persoon, voorziening of sociale dienst waar het kind is opgenomen. Ouders zijn niet verplicht op die vragen te antwoorden, maar eigenlijk is het wel belangrijk die gegevens te hebben, anders kan de school extra ondersteuning mislopen.
14
GOK-uren: aanvullende lestijden voor scholen met een groot aantal leerlingen die beantwoorden aan de gelijke onderwijskansenindicatoren
28
Versie 12/2006
Voor het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs richt het beleid zich vooral op preventie van leerachterstand. De indicatoren peilen bijgevolg naar de socio-economische achtergrond van de leerlingen: 1. het gezin leeft (uitsluitend) van een vervangingsinkomen (volledige werkloosheid, invaliditeitsuitkering, bestaansminimum of leefloon, etc.); 2. de ouders behoren tot de trekkende bevolking (binnenschippers, kermis- of circusexploitanten, woonwagenbewoners); 3. de moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijs (een studiegetuigschrift van het 2de leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs of een daarmee gelijkwaardig studiebewijs); 4. de leerling leeft tijdelijk of permanent buiten het eigen gezin; 5. de thuistaal is niet het Nederlands Als minstens 1 op 10 leerlingen van de school of de vestigingsplaats15 aan één van de indicatoren voldoet, dan krijgt de school extra personeel.
Opgelet! Een leerling die enkel voldoet aan de indicator thuistaal niet het Nederlands(TNN) telt niet mee voor het bereiken van de 10% grens noch voor aanvullende ondersteuning; alleen in combinatie met minstens één van de andere indicatoren komt de indicator TNN in aanmerking voor aanvullende ondersteuning en krijgt daardoor extra gewicht.
Franstalige leerlingen die niet in achterstandssituaties leven, zoals bepaald door de eerste vier indicatoren, leveren dus geen extra middelen op. Voor elk van de indicatoren bepaalt de Vlaamse Regering een gewicht. De leerlingen genereren op basis van het gewicht van de gelijke kansenindicatoren die op hen van toepassing zijn, een aantal punten voor hun school. Na een aantal correcties beslist de Regering, uiteraard binnen het onderwijsbudget, hoeveel extra uren/leerkracht een punt vertegenwoordigt. De zojuist genoemde correcties zijn een factor waarmee het gewicht vermenigvuldigd wordt indien de school 80% of meer leerlingen telt die vallen onder een of meerdere van de eerste vier indicatoren. Daarnaast kan de Regering nog een coëfficiënt bepalen voor de Brusselse scholen. Voor de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs voorziet het Decreet in andere indicatoren, die eerder gericht zijn op remediëring van leerachterstand, nl.: 1. de leerling heeft een schoolse achterstand van tenminste twee jaar;
15
De vestigingsplaats mag niet in een zelfde of aangrenzende gemeente of in het tweetalig gebied in Brussel-Hoofdstad gelegen zijn om als school beschouwd te worden
29
Versie 12/2006
2. de leerling is een neveninstromer (een neveninstromer is een leerling die ingeschreven is in een leerjaar van de 2de of 3de graad van het technisch of beroepssecundair onderwijs, het vorige schooljaar in een andere school ingeschreven was én dat schooljaar een oriënteringsattest B of C behaalde). 3. de leerling volgde het jaar ervoor 16onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers. Voor deze gegevens moeten ouders niks invullen omdat de school die gegevens al heeft. Als minstens één vierde van de leerlingen in de school voldoen aan die indicatoren, dan krijgt de school extra personeel. Leerlingen die vallen onder één of meerdere indicatoren genereren een puntengewicht dat opnieuw vertaald wordt naar uren-leerkracht voor de school. Dit decreet werkt met een gesloten enveloppe, dwz. dat de Vlaamse Regering en de minister op voorhand het budget ‘gelijke kansen’ bepalen en op basis daarvan wordt het puntengewicht vertaald in uren-leerkracht.
De omzendbrieven inzake gelijke onderwijskansen zijn te vinden op de site: www.ond.vlaanderen.be/GOK/regelgeving
Praktische vragen en antwoorden m.b.t. het inschrijvingsrecht, de LOP’s, rechtsbescherming en het extra ondersteuningsaanbod vind je op de site: www.ond.vlaanderen.be/GOK/faq/default.htm
16
onthaalonderwijs = dit is onderwijs met voornamelijk lessen Nederlands voor kinderen van vluchtelingen en asielzoekers; ze volgen dit type onderwijs vóór ze naar de gewone school gaan.
30
Versie 12/2006
«Allochtone jongens doen Mechanica, allochtone meisjes Kleding. Dat lijkt bijna wetmatig. Allochtone ouders zijn vaak niet goed op de hoogte van wat er in het Vlaamse onderwijs allemaal kan. Ze zijn niet zo mondig, hebben weinig contact met de school of het CLB. Mijn ouders zijn laaggeschoolde Turkse immigranten. Ik zat in een concentratieschool. Noch de leraren of het CLB hebben me aangeraden iets te studeren waarin ik me kon ontplooien. Ik kon geen naald vasthouden, maar deed toch vier jaar Kleding. Ik wou almaar liever met mensen werken, niet met stoffen. Maar mijn mogelijkheden waren ondertussen al sterk beperkt. Ik schakelde over naar kinderverzorging. Toen ik nadien deelnam aan het tewerkstellingsproject "Interculturalisme van de kinderdagverblijven" ontdekte ik dat ik meer in mijn mars had. Ik kreeg zelfvertrouwen en nam zelf mijn toekomst in handen. Ik volgde de deeltijdse opleiding voor jeugd- en gehandicaptenzorg. Nadien ook de vierjarige deeltijdse opleiding voor gegradueerde orthopedagogie. Ik studeerde af met grote onderscheiding. Scholen houden veel te weinig rekening met verschillen. Niet dat ik vind dat ze mij speciaal moeten behandelen, maar ze mogen toch oog hebben voor mensen met een verschillende achtergrond. Extra taalles, huiswerkbegeleiding, meer informatie over het schoolsysteem, het helpt mensen die dat van thuis niet meekrijgen.» (uit Klasse oktober 2001)
31
Versie 12/2006
Een ouder:“ Ze spreken op school van de Ardennen, de zee, over pretparken, …alsof wij daar allemaal geweest zijn. We moeten opzoekingen doen op de PC, in de kranten, in de bibliotheek,…dit is voor ons niet vanzelfsprekend.”
Achmed (3de kleuterklas) krijgt bijna dagelijks één of andere lange en moeilijke brief mee uit de school. Zijn ouders kunnen echter nog niet goed Nederlands lezen of spreken. Enkele woorden begrijpen ze wel, maar deze zijn moeilijk terug te vinden in de lange brieven. Ook wordt af en toe iets in het heen en weerschriftje gekrabbeld door de juf. Dit begrijpen ze zeker niet.
Kenny leeft vijf dagen van de week in een vreemde wereld. In de klas leert hij hoe de wereld eruit ziet. Leeslessen over vaders en moeders die werk hebben, op reis kunnen met de kinderen. Thuis heeft iedereen een eigen kamer, vaak is er een tuin waar je naar hartelust in kan spelen. Wie naar school gaat, wordt geholpen bij huiswerk en lessen. Op tafel staat altijd iets lekkers. Ontspanning is er op verschillende manieren aanwezig. Kenny begrijpt het niet, bij hem thuis is alles zo anders. Vader heeft geen werk, moeder kan niet lezen of schrijven. Thuis is er vaak ruzie en soms geen eten. Slapen doet hij in een kamer, samen met vier broers en zussen. Op een klein binnenkoertje, waar de zon niet aankan wordt er gespeeld. Kenny is nog jong en stelt zich nog maar weinig vragen bij die andere wereld.. Maar eens hij beseft dat er bij hem thuis heel wat minder mogelijk is, zal hij zich heel erg schamen over zijn thuissituatie. Op school leer je hoe het er in de wereld aan toe gaat. Kenny ‘zijn’ wereld is niet gekend op school.
32
Versie 12/2006
3 MATERIALENBANK Wil je meer weten over het thema? Een aantal LOP’s hebben zelf ook al wat materiaal aangemaakt, zoals folders of video’s. Check dit even bij je deskundige, meestal zal je dit wel spontaan krijgen. We kunnen zelf alles onmogelijk uitproberen. De websites werden wel allemaal gecheckt. Deze lijst zal ook nooit definitief zijn. Voor tips, suggesties, opmerkingen
[email protected]
Inhoudstafel
3.1. Gelijke kansenbeleid algemeen + vragen/info over onderwijs (p34-p35) 3.2. Organisaties/websites met informatie/materiaal over kansarmoede (p36-p38) 3.3. Organisaties/websites met informatie/materiaal rond etnisch-culturele minderheden (p39-p40) 3.4. Andere organisaties/websites (p41) 3.5. Didactische spelen/methodieken (p42-p43) 3.6. Boeken (p44-p46) 3.7. Film/documentaire/video (p47-p51)
33
Versie 12/2006
3.1.Gelijke kansenbeleid algemeen + vragen/info over onderwijs •
-
•
www.ond.vlaanderen.be/GOK De website van het departement onderwijs over Gelijke Onderwijskansen. Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
Je kunt op de website doorklikken naar: Verschillende informatiebrochures over het GOK-decreet (in pdf formaat) in Nederlands, Frans, Engels, Standaard Arabisch, Turks Brochures over het GOK-decreet kan je bestellen/aanvragen bij de Cel Publicaties Onderwijs 02/553 66 53 www.ond.vlaanderen.be/publicaties - De regelgeving en de beleidsteksten over GOK - De lijst met de LOP’s, de gegevens van de LOP voorzitters en de LOP deskundigen. - De Commissie inzake Leerlingenrechten (hoe je ze kan bereiken, hoe ze werkt, de verslagen, …) - Vragen en antwoorden voor scholen over het inschrijvingsrecht, de LOP’s, de Commissie leerlingenrechten, ondersteuning van scholen. Heb je vragen over onderwijs, dan kan je terecht bij het Steunpunt voor Ouders en Leerlingen. Deze dienst geeft je, indien mogelijk, een antwoord op je vraag of verbindt je door met de dienst die je met je vraag kan helpen. Voor het basisonderwijs: 02/5530415 -
[email protected] Voor secundair onderwijs: - Voor Antwerpen: 02/553 87 29
[email protected] - Voor Limburg: 02/553 87 21
[email protected] - Voor Oost-Vlaanderen: 02/553 87 33
[email protected] - Voor Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 02/553 87 26
[email protected] - Voor West-Vlaanderen: 02/553 87 38
[email protected] - Voor het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO): 02/553 87 40
[email protected]
34
Versie 12/2006
•
http://taalunieversum.org/onderwijs/termen Hier vind je een alfabetische lijst van woorden die vaak in onderwijs gebruikt worden en een bijbehorende woordverklaring.
•
www.LOP.be Aanvankelijk vond je op deze website info over het LOP Gent. Ondertussen hebben al een aantal andere LOP’s zich hierop aangesloten. Je kan er eens gaan neuzen om te kijken hoe zo’n LOP in mekaar zit, je kan er ook zien wanneer er LOP-vergaderingen zijn, verslagen raadplegen, enz. …. Er is ook een link naar een interessante nieuwsbrief: “GALOP”.
•
www.ond.vlaanderen.be/edulex Is de databank met decreten en besluiten over het Vlaamse onderwijs en de omzendbrieven die over de onderwijswetgeving verspreid worden.
•
http://www.vlor.be/ Vlaamse Onderwijsraad Leuvenseplein 4, 1000 Brussel Tel. 02-219 42 99 - Fax 02-219 81 18
Vertegenwoordigers uit het hele onderwijslandschap overleggen in de Vlor over het onderwijsbeleid. Op basis daarvan geeft de Vlor adviezen aan de Vlaamse minister van Onderwijs en het Vlaamse Parlement. Daarnaast kan de Vlor overleg organiseren en onderzoek laten doen over alle onderwijsthema's waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is. Op de website vind je naast de meest recente adviezen ook een lijst met publicaties, waaronder enkele over gelijke kansen.
35
Versie 12/2006
3.2. Organisaties/websites met informatie/materiaal rond kansarmoede •
www.armoede.be Armoede.be wil een digitaal verzamelpunt worden van informatie over het armoededebat en de praktijk van de armoedebestrijding. Niet minder dan elf verschillende partners werkten mee aan dit initiatief. Op deze website vind je massa’s links en informatie over armoede en ongelijke/gelijke kansen. Je vindt er getuigenissen, interessante acties, materiaal om mee op school te werken, heel wat verwijzingen naar andere organisaties die met kansarmoede bezig zijn. Er is een apart luik rond onderwijs.
•
http://sos.welzijn.net SOS Schulden op school Kapellestraat 17 9300 Aalst Tel. : 053/77 94 03
Dit is de website van de organisatie SOS Schulden op school. Deze organisatie werkt rond kansarmoede en onderwijs en houdt zich o.m bezig met het inventariseren van goede praktijkvoorbeelden om goedkoop onderwijs te organiseren. Zo organiseren ze ieder jaar de Vlaamse beurs voor goedkoop onderwijs. •
www.welzijnszorg.be Huidevetterstraat 165 1000 Brussel Tel (02) 502 55 75 Fax (02) 502 58 09
Armoede en achterstelling spelen door in het onderwijs en de opleiding. Een school kan de armoede niet uitschakelen. Ook de publicatie van boeken, van handleidingen of van educatieve spelen kan dat niet. Maar een school, een jongerengroep of jeugdbeweging kunnen belangrijke schakels zijn in de armoedebestrijding. Op de website van Welzijnszorg vind je boeken, materiaal e.d om rond dit thema te werken en alle gegevens van plaatselijke afdelingen waar je het materiaal kan ontlenen of kopen. •
http://perswww.kuleuven.ac.be/~u0014508/interactum/index.html Interactum is een samenwerkingsverband tussen vijf vrije hogescholen (K.H.Kempen, K.H.Limburg, Karel de Grote Hogeschool, K.H.Brussel en K.H.Brugge-Oostende.
Eén van de gezamenlijke nascholingsprojecten (in 2002-2003) van de departementen lerarenopleiding ging over het "Werken aan gelijke onderwijskansen: met élk van onze leerlingen naar de eindstreep". Het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) werkte mee aan het kernprogramma en ontwierp een materialendatabank ter ondersteuning
36
Versie 12/2006
van de nascholingen. Het projectteam besliste nadien om deze databank open te stellen voor alle geïnteresseerden. Je vindt hier uitgebreide informatie over strategieën voor meer gelijke kansen, hoe sociale achterstelling in de school (h)erkennen, projecten, didactisch materiaal, publicaties,… de moeite! •
http://www.antwerpen.be/eCache/BTH/5/244.cmVjPTQ2Nzc.html Het project Kansen in Onderwijs (KiO) Contactpersoon: Pat Kussé Lange Gasthuisstraat 29 2000 Antwerpen Tel 03 201 32 53 E-mail:
[email protected]
De buitenkant van armoede herkennen we meestal nog: weinig geld, slechte woning, moeilijkheden op de arbeidsmarkt… Maar de ‘gekwetste binnenkant’ van deze mensen is onbekend. Daarom is de kloof tussen de wereld van de armen en de onderwijswereld groot. Er is weinig of geen contact. Het team Kansen In Onderwijs sensibiliseert schoolteams, onderwijspartners en lerarenopleidingen voor de armoedeproblematiek. Schoolrekeningen en een moeilijke communicatie zijn hierbij twee onderwerpen die in deze context vaak ter sprake komen. Wij helpen scholen om rond deze thema’s aan de slag te gaan. Wij ondersteunen initiatieven van schoolteams die de gevolgen van armoede op school terugdringen. Daarnaast heeft KiO ook een adviserende en beleidsondersteunende rol. •
www.school-ecole-plus.be School plus is een internetplatform dat wordt beheerd door het Hoger Instituut voor Arbeid (HIVA). Het is een platform voor een school zonder uitsluiting. Je vindt er o.m een materialenbank rond verschillende thema’s die met gelijke onderwijskansen te maken hebben, er zijn goede praktijkvoorbeelden, enz…
•
www.vlaams-netwerk-armoede.org Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het woorden nemen Vooruitgangsstraat 323 1030 Brussel tel 02/204 06 50 fax 02/204 06 59
[email protected]
•
www.armstenaanhetwoord.be Beweging van Mensen met Laag Inkomen en Kinderen vzw Huis van de Mensenrechten Nieuwebosstraat 3 B-9000 GENT tel +32 (0)9 224 12 15 fax +32 (0)9 233 10 63
37
Versie 12/2006
Je kan er onder andere de volledige catalogus raadplegen van de uitgebreide collectie van het Onderzoeks- en documentatiecentrum. Je vindt er leesboeken, videoreportages, naslagwerken, enz. Het Onderzoeks- en documentatiecentrum bevindt zich in het Huis van de mensenrechten. Je kan er op bepaalde dagen gewoon eens binnenspringen. Informeer je wel vooraf over de openingsuren. •
www.armoedebestrijding.be Website van het steunpunt tot bestrijding van armoede, uitsluiting en sociale onzekerheid. Het Steunpunt houdt de beleidsmakers op de hoogte van de vaststellingen, analyses en voorstellen die voortvloeien uit het overleg dat het Steunpunt met de betrokken actoren organiseert: verenigingen waarin armen zich herkennen, OCMW's, vakbonden, beroepsmensen uit verschillende sectoren, administraties… Het Steunpunt biedt geen hulp aan particulieren.
•
www.duurzame-info.be Duurzame ontwikkeling is een betrekkelijk nieuwe ontwikkelingsvisie die nog volop in beweging is. "Het is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Twee concepten zijn inherent aan dit begrip: het concept "behoefte", en meer bepaald de essentiële noden van de minstbedeelden, waaraan voorrang moet worden verleend, en het idee dat de stand van onze techniek en onze sociale organisatie beperkingen opleggen aan de capaciteit van het milieu om aan onze huidige en toekomstige behoeften tegemoet te komen." Bij de thema's 'Welzijn' en 'Samenleving' vind je o.a. artikels rond armoede.
•
www.samenlevingsopbouw.be Vooruitgangstraat 323 bus 2, 1030 Brussel T02/2010565 F02/2010514
[email protected]
38
Versie 12/2006
3.3. Organisaties/websites met informatie/materiaal rond etnisch-culturele minderheden •
www.kifkif.be Bondgenotenstraat 52 1190 Brussel Tel.: 02/346.08.04 GSM: 0498/11.32.36
[email protected] Kif Kif wil meebouwen aan een interculturele samenleving die de actieve participatie van àlle burgers in onze democratische rechtstaat bevordert. Via onafhankelijke, interactieve en sensibiliserende initiatieven wil Kif Kif een diversiteit aan stemmen en verhalen een forum bieden.
•
www.paj.be Platform allochtone Jeugdwerkingen Oudstrijdersstraat 9 2140 Antwerpen tel: 03-204 10 10
[email protected] Het Platform Allochtone Jeugdwerkingen breekt een lans voor allochtone jongeren in Vlaanderen die bezig zijn met jeugdwerk in hun vrije tijd. Door spel, interactie, vorming en ontmoeting werkt het PAJ aan maatschappelijke participatie, ontvoogding, gelijke kansen, educatie en diversiteit van alle jongeren op Vlaamse bodem. Het PAJ biedt allochtone jongeren de ruimte om in het jeugdwerk te experimenteren en om zo te groeien tot maatschappijkritische en bewuste burgers van morgen.
•
www.schoolzonderracisme.be Nationaal secretariaat Cellebroerstraat 37 1000 Brussel Tel.: 02/511 16 36
[email protected] Deze organisatie heeft materiaal ter beschikking als je rond dit thema iets wil doen. Ze geven ook workshops aan jongeren. Op hun website kan je ook een aantal folders, publicaties raadplegen. School Zonder Racisme heeft o.a. het handboek " Maak van je school een School Zonder Racisme ". Het kost 6€ (+ portkosten) en is bestelbaar op het secretariaat per telefoon of per mail. In dit handboek vind je duizenden tips en redenen om de school racismevrij te maken. Leerkrachten en leerlingen vertellen hoe zij het in hun school deden. In dit handboek vind je ook een lijst met films, boeken en brochures om in de klas te bespreken.
•
www.samv.be Steunpunt voor Allochtone Meisjes en Vrouwen Koningsstraat 136 B - 1000 Brussel
39
Versie 12/2006
tel. : 02-209 34 69
[email protected] Je vindt er informatie over hun activiteiten, je kan er o.m de gids “opvoedingsondersteuning voor allochtone ouders” bestellen. Daarin zit ook een gedeelte over onderwijs. Je kan ook doorklikken naar “dossiers”, het standpunt van het SAMV over de hoofddoek, enz.
•
www.diversiteit.be De website van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding Koningsstraat 138, 1000 Brussel Tel: +32(0)2 212 30 00 - Fax: +32(0)2 212.30.30 Groen nummer: 0800/17364
•
www.shoufshouf.be Koningsstraat 136 1000 Brussel 02/209 34 69 De interculturele jongerensite van Vlaanderen.
•
www.provincialematerialenbank.be Carnotstraat 110 2060 Antwerpen 03/2277160
[email protected] Het Provinciaal Documentatiecentrum Atlas is een documentatie- en leermiddelencentrum dat gespecialiseerd is in de thematiek van de multiculturele samenleving. De materialenbank biedt zowel achtergrondliteratuur als les- en vormingsmateriaal voor het onderwijs en de volwasseneneducatie. Naast informatie, geven de medewerkers ook advies en vorming over Nederlands voor anderstaligen en intercultureel onderwijs. Op de website kan je onder meer de catalogus raadplegen, overzichtslijsten van de meest gebruikte lesmaterialen downloaden en de lijst van de nieuwe aanwinsten inkijken. Er is ook een zeer grote collectie videomateriaal rond de meest uiteenlopende thema’s.
40
Versie 12/2006
3.4. Andere organisaties/websites •
http://www.limburg.be/opvoedingsondersteuning Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt 011/23 82 21
Als je op de website op “materialenbank” klikt, dan kan je voor de rubriek “onderwijs” kiezen. Je krijgt dan een lijst met o.a. boeken, thema pakketten (lesmateriaal, maar ook video’s) over verschillende thema’s zoals studiekeuze, ouderbetrokkenheid, huiswerk begeleiden, enz. . Heel wat materiaal is bovendien in verschillende talen beschikbaar. Het centrum heeft ook een themapakket uitgewerkt over het gebruik van de thuistaal bij allochtonen. •
www.turnhout.be Op de website van de stad Turnhout vind je onder de rubriek onderwijs en vorming informatie over de cel onderwijs van Turnhout. Je kan er een document “signaallijst kansarmoede” downloaden en je vindt er nog andere interessante info rond gelijke onderwijskansen. Bij de rubriek “anderstalige nieuwkomers” kan je van vertalingen vinden in verschillende talen van documenten die vaak op school gebruikt worden (uitnodigingen oudercontact, afspraken®els,…).
41
Versie 12/2006
3.5. Didactische Spelen / methodieken •
Uitgespeeld ‘Uitgespeeld’ is een informatief spel dat de deelnemers laat ervaren wat kansarmoede is en hoe moeilijk het is om uit de kringloop van armoede te breken. Kansarmoede is niet alleen een inkomensprobleem. Armoede manifesteert zich op verschillende levensdomeinen tegelijkertijd: huisvesting, gezondheid, onderwijs enz. Het spel speel je met een groep of met de hele klas. Iedere speler krijgt een personage toegekend en een dobbelsteen, die je een hoeveelheid geluk in dit spel toekent. Het doel van het spel is hoger op de sociale ladder te geraken, zonder één van je persoonlijke eigenschappen te verwaarlozen. Verder moeten ook de verschillende levensgebieden in evenwicht zijn. Zo mag je werksituatie bijv. niet verbeteren zonder dat je huisvesting en gezondheid mee verbeteren. ‘Uitgespeeld’ geeft een realistisch en vereenvoudigd beeld van de maatschappij waarin rijken rijker worden en mensen in armoede moeten vechten om niet verder in de kringloop weg te zakken. ‘Uitgespeeld’ kan je samen met een begeleider reserveren bij het Centrum Informatieve Spelen (C.I.S.), Naamsesteenweg 130, 3001 Leuven, T. 016 22 25 17, www.spelinfo.be of huren op de regionale dienst van Welzijnszorg in jouw provincie www.welzijnszorg.be.Het Centrum voor Informatieve Spelen heeft nog een aantal spelen die kaderen in het thema Gelijke Kansen. Meer info op de website of je kan de brochure ook telefonisch bestellen.
•
www.jeugdenvrede.be Jeugd & Vrede vzw Kon. Astridlaan 160- 2800 Mechelen tel. 015/43 56 96- fax 015/43 56 97
Deze mensen zijn bezig met educatieve programma’s rond geweld, kinderrechten, racisme en pesten. Je vindt er materiaal voor leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs. Je kunt hun materiaal/publicaties bestellen of je kan ze ook uitnodigen om een workshop te begeleiden. •
“Blij u te leren kennen” Het project “Blij u te leren kennen” wil kinderen van vluchtelingen een gezicht geven. In dit boekproject komen de kinderen zelf aan het woord. Deze kinderen getuigen over hun vlucht, ze vertellen over hun thuisland, hun toekomstdromen, Vlaanderen,… Dit boek geeft deze kinderen een gezicht. Ook letterlijk, want het is ook een fotoboek én een verhalenboek én een poëziebundel. Bij het boek hoort een methodiekenmap om rond dit thema met kinderen en jongeren te werken. De redactie hiervan was een samenwerking van het Steunpunt Intercultureel Onderwijs (ICO) met de pedagogische begeleidingsdienst Gent.
42
Versie 12/2006
Het boek en de bijbehorende methodiekenmap is een uitgave van Jeugd en Vrede in samenwerking met Bakermat Uitgevers. Verkoopprijs boek: 13 euro, methodiekenmap: 8 euro, boek + map: 20 euro Wil je enkele verhalen lezen, dan kan je ook terecht op volgende website: www.blij-u-te-leren-kennen.zvl.org
•
www.vormen.org Vlaamse Organisatie voor mensenrechteneducatie (VORMEN) Lange Gasthuisstraat 29 2000 Antwerpen (België) Tel: 03 / 293 82 15 Fax: 02 / 611 75 18
Via de website van Vormen krijg je toegang tot heel wat materiaal/methodieken om rond discriminatie en xenofobie, armoede en algemene mensenrechten te werken. Je kan het materiaal bestellen, maar je kan het gewoon ook downloaden via de website.
43
Versie 12/2006
3.6. Boeken •
Een meisje van karton Auteur: Boonen Stefan Clavis, ISBN: 90-448-0065-5, 2003. Type: leesboek Illustraties: kleur Illustrator: Bosschaert Greet Leeftijd: +8 jaar
Een jaar geleden was alles heel anders voor Linde. Toen zouden ze nog gewoon op vakantie gaan. Toen was een paar nieuwe schoenen geen punt. Ondertussen veranderde er veel. Haar vader is zijn werk kwijt en hij is erg depressief. Lindes moeder probeert de eindjes aan elkaar te knopen en zoekt een extra baantje. . •
Kermis voor Sam? Auteur: Elias Bettie Clavis, ISBN: 90-448-0064-7, 2003. Type: prentenboek Illustraties: kleur Illustrator: Meersman Marijke Leeftijd: peuter
Er is kermis in de stad. Maar niet voor Sam, want Sam heeft geen geld. Thuis is er een zusje geboren. En nieuwe zusjes kosten handenvol geld, zegt mama. Toch gaat Sam stiekem een kijkje nemen. Naar het reuzenrad, naar de loterij en de paardenrace. Zijn handen jeuken om mee te doen. Eén keertje maar. •
Bloemen op de muur Auteur: Dieltiens Kristien Clavis, ISBN: 90-448-0066-3, 2003. Type: leesboek Illustraties: Illustrator: Meersman Marijke Leeftijd: +14 jaar
Als oudste dochter van een groot gezin heeft Sandy het niet gemakkelijk. Zoals elke tiener twijfelt ze aan zichzelf - te dik, te wit. En ze droomt van een betere toekomst - met Alex, met werk. Maar het nest waaruit ze komt, laat haar niet los. Met veel levenskracht en een sterke verantwoordelijkheidszin probeert Sandy zichzelf en haar familie in moeilijke omstandigheden recht te houden. Toch zal ze ooit de keuze moeten maken tussen blijven of gaan. Sterk en genuanceerd portret van een tienermeisje dat opgroeit in een kansarm gezin. In samenwerking met Welzijnszorg vzw. .
44
Versie 12/2006
•
Kleuren Auteur: Descamps Luc Facet, ISBN: 90-5016-336-X, 2001. Type: leesboek Illustraties: Leeftijd: +12 jaar
Steven is net veertien geworden. Zijn vader houdt er sterke rechtsextremistische ideeën op na. Zijn moeder is de rust zelf. De laatste tijd zijn er nogal wat spanningen in het gezin, en Steven is bang dat er op een dag geen verzoening meer mogelijk zal zijn. Bij de vaak nogal heftige discussies in de klas over een multiculturele samenleving houdt hij zich het liefst afzijdig, ervan overtuigd dat iedereen respect verdient. Op een dag vertelt zijn vriend Kobe hem over een nieuw computerspel, waarin je als vreemdeling terechtkomt in een nieuwe wereld, waar je huidskleur een belangrijke rol speelt, waar je een nieuwe taal moet leren en werk moet zien te vinden, en het moeilijkste van alles is dat je er ook vrienden moet proberen te maken. Hij raakt haast verslaafd aan het spel. Ook al omdat hij zich in het werkelijke leven geconfronteerd ziet met soortgelijke dingen, want op de dag dat hij verliefd wordt op Amina, een Marokkaans meisje, wordt zijn wereld totaal op zijn kop gezet. Dan ontdekt Amina dat haar broer, die het hun knap lastig maakt, zich bezighoudt met dingen die het daglicht niet verdragen. •
Brodala, Jan; Cuyvers, Guido; Van den Eeckhaut, Gie (Ed.) 1999 Kanttekeningen: Bouwen aan kansen op recht en toegang 9053508988
•
Dierckx, Danielle (Ed.) 2001 Moeder, waarvan leven wij? Over armoede in België 76970041
•
Vanhee, Lieve; Laporte, Kim; Corveleyn, Jozef 2001 Kansarmoede en opvoeding: wat de ouders erover denken
•
In vrije val Auteur: Bart Demyttenaere ISBN 90 223 1796 x Een uitgave van Manteau
Vlaanderen behoort tot de meest welvarende regio’s ter wereld. Politici kloppen zich trots op de borst. Toch is er geen reden om hoog van de toren te blazen. Het steeds groeiende aantal armen is een smet op het schitterende blazoen. Steeds meer mensen glippen door de mazen van onze welvaartsstaat. http://www.villakakelbont.be/html/auteurs/auteursContent.asp?show=id& id=215 Auteur Bart Demyttenaere trok een tijdlang door de marge van Brussel. Zijn confrontatie met de schemerzone van Europa’s hoofdstad leverde
45
Versie 12/2006
geen fraai toeristisch plaatje op. De zeven diepteportretten van kansarme Vlamingen grijpen naar de keel. Naast generatiearmen komen ook de nieuwe armen aan het woord. Voorts wordt uitgebreid ingegaan op de gekwetste binnenkant van mensen, waardoor het begrip armoede een veel ruimere dimensie rijgt. Ten slotte focust Bart Demyttenaere op een aantal instellingen en voorzieningen die vaak mee aan de basis liggen van het bestendigen van armoede. Armoede is een totaalprobleem dat structureel moet worden opgelost. De samenleving heeft de plicht mensen in de armoede die rechten terug te geven die ze hen jarenlang heeft ontzegd. Niemand kiest immers voor een leven in armoede.
46
Versie 12/2006
3.7. Film / Documentaire / Video •
www.provincialematerialenbank.be (Zie ook 3.3) Op de website van de Provinciale Materialenbank kan je een zeer uitgebreide lijst (248 pagina’s!) van videomateriaal raadplegen. Er zijn video’s/DVD’s rond de meest uiteenlopende thema’s.
•
Gelijke onderwijskansen voor elk kind, scholen maken er werk van! Deze video werd gemaakt door de lokale overlegplatformen i.s.m de stad Antwerpen. De video is verkrijgbaar bij VOEM (Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims) Stuivenbergplein 33 2060 Antwerpen Tel./Fax: 03/272 35 07
[email protected]
Een aantal van de films die hieronder vermeld worden zijn in de videotheek te verkrijgen op video of DVD. Alle hieronder vermelde films kunnen, eventueel vergezeld van een filmpedagogisch dossier (o.a werkmodel voor leraren/ouderverenigingen, achtergrondinformatie,…) ontleend worden bij: Bevrijdingsfilms Quinten Metsijsplein 4 3000 Leuven Tel. & fax 016/23 29 35
[email protected] www.bevrijdingsfilms.be De films Raining Stones, Rosetta, Ca commence aujourd’hui zijn ook te verkrijgen in de plaatselijke afdelingen van Welzijnszorg. Gegevens op www.welzijnszorg.be (zie ook 3.2.)
•
Raining Stones Speelfilm, 90 min. Eng./Ned. GB, 1993 Thema: arbeid & werkloosheid, armoede Film over kansarmoede in Manchester. Twee werklozen, Bob en Tommy, zijn bereid alle mogelijke en onmogelijke klussen op te knappen om hun gezinnen te onderhouden. Alleen via zwartwerk kunnen ze het hoofd boven water houden. Bobs dochtertje kijkt uit naar haar plechtige communie, maar Bob heeft geen geld om zijn dochter een mooie jurk en nieuwe schoenen te kopen. Hij besluit geld te lenen, maar hij raakt hierdoor van de regen in de drop, in de strikken van gewetensloze geldschieters, … Raining Stones is een film die sociale kritiek aanbrengt op een verteerbare en ontroerende wijze, een combinatie van humor en woede op de frontlinie van de sociale verdrukking.
47
Versie 12/2006
•
Ca commence aujourd’hui Speelfilm, 117 min. Fr./Ned. Frankrijk 1999 Thema: armoede, kinderen Daniel Lefèbre is directeur van een lagere school in Hernaing, een dorp in Noord-Frankrijk. Voor Daniël, een mijnwerkerszoon, is lesgeven een passie. Hij werkt in een regio die ooit welvarend was, maar nu geplaagd wordt door schrijnende werkloosheid. Zijn collega’s zijn minstens zo bekwaam en toegewijd en samen proberen ze het beste uit de kinderen te halen en hen spelenderwijs de nodige vaardigheden bij te brengen. Op een avond komt mevrouw Henry haar dochtertje Laetitia van school ophalen. Ze is veel later dan gewoonlijk. Als ze haar kind wil knuffelen, valt ze op de grond. Ze blijkt dronken te zijn. Uit schaamte vlucht ze weg en laat ze Laetitia en een jonger zusje alleen achter. Daniël roept de hulp in van de Sociale Dienst. Zij sturen hem echter met een kluitje in het riet, waarna hij besluit de kinderen zelf naar huis te brengen, hoewel dat tegen de schoolvoorschriften indruist. Maar Daniël is vastbesloten in zijn strijd voor een betere toekomst voor zijn leerlingen.
•
Door armoede getroffen Documentaire, 55 min. Ned. Versie België, 1977 Thema: armoede, vrouwen “Door armoede getroffen” bezocht vijf vrouwen die in zware financiële problemen zitten, vrouwen die armoede aan den lijve ondervinden en ondanks alles het hoofd boven water houden.
•
The Yarn Princess Speelfilm, 94 min. Eng./Ned. VSA, 1994 Thema: vrouwen, armoede, kinderen Ongeschikt verklaard om haar zes kinderen op te voeden, weigert Marjorie Thomas te aanvaarden dat haar kroost van haar wordt weggenomen. Meer nog, ze vindt de innerlijke kracht om voor haar kinderen te vechten, de strijd met de bureaucratie aan te gaan en een polemiek te ontketenen rond geschikt ouderschap.
•
Exodus Documentaire, 52 min. Ned. Gesproken Lode Desmet/Canvas België, 1999 Thema: vluchtelingen, integratie De vijfjarige Vina en haar vader maken een hectische reis vanuit Zweden naar Noord-Irak om haar grootvader en oom te bezoeken. Ook haar broer heeft hulp nodig om Irak te kunnen ontvluchten. De documentaire sleept de kijker mee in een draaikolk van geheimen, soldaten, de bedreiging van bombardementen, smokkelaars en emoties. Op het einde van de reis neemt Vina afscheid van haar grootvader zonder te weten of ze hem ooit
48
Versie 12/2006
nog zal weerzien. Drie maanden later komt Vina’s oom aan in het station van Stockholm. Hij is illegaal uit Irak gevlucht. Exodus toont aan dat fort Europa niet zo’n onneembare burcht is. In de laatste 15 jaar is in de Europese steden een parallelle samenleving gegroeid van honderdduizenden vluchtelingen. Ze zijn goed georganiseerd en lossen hun problemen noodgedwongen zelf op. De meeste van hen zijn geen criminelen of slachtoffers van criminelen. Het zijn gewone mensen die in de legaliteit willen leven. •
Het gelijk van de sterkste (La raison du plus fort) Documentaire, 88 min. Fr./Ned. België 2003 Thema: armoede, ongelijkheid, onrechtvaardigheid, migratie “In plaats van armoede te bestrijden, bestrijdt men de armen.” Dit is de slagzin van deze documentaire, die het heeft over enkele hete topics van onze tijd: armoede, delinquentie en immigratie. De film brengt een persoonlijk standpunt over de wijze waarop onze samenleving omgaat met “vreemden”. De bange blanke man wordt geconfronteerd met de “vreemden” die in onze steden wonen. De verteller reist van stad tot stad en toont ons dat de Europese democratie waar het zogezegd goed is en waar iedereen alle kansen krijgt, een illusie is. Patric Jean trok onder meer naar Brussel, Amiens, Lyon en Marseille. Hij verbleef in de troosteloze banlieues en filmde in de rechtszaal en in de gevangenis. Hij onthult doorheen de reis de onrechtvaardige werkelijkheid en het sociale geweld waarvan de immigranten slachtoffer zijn.
•
School nr. 1 Documentaire, 45 min. Fr/Ned. Canvas 2003 Thema: lager onderwijs, achterstand, migratie “De les van Schaarbeek” is een reportage over positieve discriminatie in een Brusselse school. De Josaphatstraat is niet meteen Brussels mooiste. De meeste huizen zijn aan een opknapbeurt toe, sluikstorters deponeren er hun afval. Toch trekt één gebouw de aandacht: l’école n.°1. De overgrote meerderheid van dit schooltje bestaat uit migrantenkinderen met heel wat taalproblemen. Daarom krijgen ze extra middelen voor o.a. taallessen en een psychologe. Er zijn speciale klasjes voor kinderen met leerproblemen en taalachterstand. Roger Beeckmans volgt een les waarin een lerares op overtuigende wijze de mechanismen van uitsluiting en racisme uitlegt aan deze diverse groep. De les toont aan welke filosofie de school en haar directie hanteert: respect voor anderen en verdraagzaam leren zijn, staat centraal. Een groep Kossovaarse vluchtelingen overleeft dankzij de hulp van de directeur en een schoonmaakploeg die soms voor de kinderen kookt omdat ze geen eten bij zich hebben. Een film die laat zien dat het ook” anders” kan.
49
Versie 12/2006
•
Samia Speelfilm, 73 min. Fr. en Ar. gesproken, Ned. Ondertiteld Frankrijk 2000, Philippe Faucon en Soraya Nini, gebaseerd op haar boek: “Ils disent que je suis une beurette” Thema: meisjes, opvoeding, religie, liefde De vijftienjarige Samia leeft in Marseille als één van de acht kinderen van een zeer traditionalistisch Algerijns gezin. Ze stikt onder het gewicht van een op geloofs- en verbodsbepalingen gebaseerde moraal die zij niet meer deelt. Samia’s slechte schoolresultaten hebben tot gevolg dat zij tegen haar zin in een technische richting wordt ondergebracht. “Het verhaal van Samia leidt ons binnen in de wereld van een Maghrebijnse familie in het hedendaagse Marseille, met haar codes en taboes die zowel warm en krachtig als strak en onderdrukkend kunnen zijn. Op een “buitenwereld” die als agressief en vijandig wordt ervaren, wordt gereageerd door zich af te sluiten en op zichzelf terug te plooien. In dit verhaal is het racisme gedeeld, het onbegrip wederzijds.”
•
De jongen die niet meer praatte Speelfilm, 108 min. Ned. Nederland 1995 Thema: migranten, kinderen Memo is een negenjarige Koerdische jongen, die met zijn moeder en zusje in Oost-Turkije woont. Zijn vader woont in een grote zeehaven in Nederland. Als er oorlog dreigt in het gebied waar Memo woont, besluit de vader om zijn gezin definitief naar Nederland te halen. Maar Memo wil zijn vrienden niet achterlaten. Hij gaat er naar school en heeft een baantje dat hij heel graag doet: hij brengt post rond en leest sommige mensen die niet goed kunnen lezen, hun post voor. Als Memo merkt dat hij voorgoed in Nederland moet blijven, besluit hij uit protest niet meer te praten.
•
Aller simple vers l’hiver Speelfilm, 50 min. Fr./Ned. België 1999 Thema: vluchtelingen/kinderen In het putje van de winter komt de 13-jarige Malika aan in een Ardeens dorpsschooltje. Ze is niet te best gekleed, eerder gesloten en beantwoordt alle vragen steevast met een “comprends pas!” “Reis naar de winter” is het verhaal van een lange reis naar Europa: van de oorlog in de woestijn naar de bidonvilles en uit de sloppenwijken als verstekeling in het smerige ruim van een vrachtschip. Het is het verhaal van huiszoekingen en van arrestaties van “mensen zonder papieren”. Van gesloten centra voor vluchtelingen én van solidariteitsacties. “Reis naar de winter” vertelt het verhaal van een jonge vluchtelinge die op haar tanden bijt om niet te huilen en die haar vuisten balt om niet te vergeten.
50
Versie 12/2006
•
De vrouw in de tram Kortfilm, 8 min. Frans/Ned. België 1993 Thema: racisme In openbare plaatsen, op tram en bus voelen zich nogal eens snel geïrriteerd door vreemde snuiters. De grens tussen onverdraagzaamheid en racisme vervaagt naarmate men zich in zijn gedrag gesterkt waant door het eigen volk. Maar het loopt soms anders af dan men zich voorgesteld had. Deze kortfilm is uitermate geschikt als inleiding rond onverdraagzaamheid, temeer daar de kijker zichzelf herkent in deze komische zedenschets. Humor blijkt dikwijls een sterker tegengif tegen onverdraagzaamheid dan een lange loodzware film.
De vriendinnen uit de klas van Sofie (4de leerjaar basisonderwijs) kunnen perfect uitleggen welke spelletjes Sofie graag met hen speelt. Bij ‘rekkertje spelen’ wordt de rekker aan de voeten van Sofie bevestigd onder de velcro die haar voeten in de spalken van haar rolstoel houdt zodat ze kan ‘staan’ (een zeer belangrijke functie in het rekkerspel). (uit het tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrechten oktober 2003)
Sommige klasgenoten van Sofie waren bij het begin van groepsvorming onwennig omdat Sofie over geen verbale communicatie beschikt. De leerkracht en de klasassistenten informeerden de klas over het feit dat er ook andere (non-verbale) manieren zijn om te communiceren. De medeleerlingen leerden bijvoorbeeld om zodanig vragen te stellen dat Sofie met ja-knikken of nee-schudden voor basale antwoorden kon zorgen. (uit het tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrechten oktober 2003)
51
Versie 12/2006
AFKORTINGEN AFKORTINGEN ABVV
ACLVB
ACOD sector onderwijs
ACV
AGIOn
ALDI ARAB
ARGO
ARKO
APGA
VERKLARINGEN Algemeen Belgisch Vakverbond Algemene Centrale der Liberale Vakverbonden Algemene Centrale der Openbare Diensten
Algemeen Christelijk Vakverbond Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs Algemeen directeur Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming
Autonome raad voor het gemeenschapsonderwijs Algemene Raad van het Katholiek Onderwijs Antwerps platform generatie armoede
ASBL
Aanvullende Secundaire Beroepsleergangen
ASBO
Aanvullend Secundair Beroepsonderwijs Aanvullend Secundaire Beroepsschool Algemeen Secundair Onderwijs
ASBS
ASO
ASV
AV AV
Algemene en Sociale Vorming Algemeen Vak Algemene vergadering
52
OMSCHRIJVING Socialistische vakbond
Liberale vakbond
Socialistische vakbond voor de mensen die in onderwijs werken Christelijke Vakbond
Geheel van wetten en reglementen die opgemaakt zijn om de mensen die arbeid verrichten te beschermen (veiligheid en welbevinden) Bestuursorgaan van het gemeenschapsonderwijs Onderwijs, bestuur van het Katholiek Onderwijs Samenwerkingsverband tussen alle Antwerpse verenigingen waar armen het woord nemen Onderwijs, bijkomende mogelijkheden om te leren op secundair niveau Onderwijs
Onderwijs
Onderwijsvorm met verschillende studierichtingen vanaf de 2de graad van het secundair onderwijs Onderdeel van het deeltijds onderwijs Onderwijs Algemene vergadering in een LOP (lokaal overlegplatform)
Versie 12/2006
BaO BAP BGV BHG
basisonderwijs Brussels armoedeplatform Beroepsgerichte Vorming Brussels hoofdstedelijk gewest
BITS²
Brussels impuls voor technologie en software op school Buitenschoolse kinderopvang
BKO
BL BNO
BOCO
BON
BOP BPA BPT
BROSO
BRUTUS
BS BS BSBO
BSO BuBaO
BuKLO
BuLO
BuO BuSO
BWR CABO
Beperkt Leerplan Brussels Nederlandstalig onderwijs Brussels overleg-en coördinatiecentrum voor het officieel onderwijs Brussels onthaalbureau voor nieuwkomers Brussels onderwijspunt Brussels platform armoede Bijzondere Pedagogische Taken
Onderwijs
Een van de drie gewesten in België, bestuurlijke eenheid
Door Kind en Gezin erkende inrichting voor de opvang van kinderen voor en na school
Deel van het lestijdenpakket dat scholen kunnen gebruiken om speciale pedagogische taken uit te voeren.
Brussels ondersteuningscentrum secundair onderwijs Brusselse tutors voor scholieren Basisschool Belgisch Staatsblad Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs Beroepssecundair Onderwijs Buitengewoon Basisonderwijs Buitengewoon Kleuteronderwijs Buitengewoon Lager Onderwijs Buitengewoon Onderwijs Buitengewoon secundair onderwijs Brussels welzijnsraad Commissie van Advies voor het Buitengewoon Onderwijs
53
Versie 12/2006
CAW CBE CCOD
CDO
CEGO
CEPOC
CERVO
CLB
CLIM
CMO
COC
CODI
CODIS
COOVI
COV
CPB
CVPO
CVO
DBSO
DIGO
DIVA
DKO DO
Centrum Algemeen Welzijn Centrum voor basiseducatie Christelijke Centrale van de Openbare Diensten Centrum voor Deeltijds Onderwijs Centrum voor ervaringsgericht onderwijs Centraal Pedagogisch Overlegcomité Centrum voor Regionaal Volwassenenonderwijs Centrum voor Leerlingenbegeleiding
Coöperatief leren in multiculturele groepen Centrum voor Middenstandsopleiding Christelijke Onderwijscentrale Coördinerende Directeur
Contactcomité van de Directies van het Secundair Onderwijs Centrum voor onderricht en opzoeking der chemische en voedingsindustrieën Christelijk Onderwijzersverbond Comité voor Preventie en Bescherming op het werk
Cel voor Provinciaal Onderwijs Centrum voor Volwassenenonderwijs Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs Dienst voor infrastructuurwerken van het gesubsidieerd onderwijs Dienst informatie en vorming en afstemming Deeltijds Kunstonderwijs Deeltijds Onderwijs
54
Maatschappelijk welzijn
Christelijke vakbond
Onderwijsaanbod
Zit mee in het steunpunt GOK samen met NT2 ICO Beleid onderwijsoverleg
Onderwijsaanbod
Centrum als schakel tussen school, ouders en leerlingen. Onderwijs, opvoeding, begeleiding, oriëntatie van de studieloopbaan, … Methodiek
Onderwijsaanbod
Christelijke onderwijsvakbond Directeur van een scholengemeenschap Onderwijsoverleg in het vrij onderwijs
Christelijke onderwijzersvakbond Arbeidsvoorwaarden, reglement in het kader van de wet op het welzijn Onderwijsbeleid
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Beleidsorgaan voor bouwprojecten in het gesubsidieerd onderwijs Beleidsorgaan
Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod, deels werken, deels leren
Versie 12/2006
DPB
Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst
DSKO
Diocesaan secretariaat katholiek onderwijs Decreet Secundair Onderwijs,
DSO
DVO
Dienst voor Onderwijsontwikkeling
EDPB
EMA
Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk Europese hogeschool Brussel Extra-muros activiteiten
EOP
Eigen Opvoedkundig Project
ET
Eindterm
EVC
Elders verworven competentie
FIM
Federaal impulsfonds voor het migrantenbeleid Gesubsidieerde contractuelen
EHSAL
GECO
GO GOK
GON
GPB
HIVA
Gemeenschapsonderwijs Gelijk onderwijskansendecreet Geïntegreerd onderwijs
Getuigschrift pedagogische bekwaamheid Hoger Instituut van de Arbeid
55
Begeleidingsdienst per bisdom die de scholen ondersteunt en helpt om hun taken correct uit te voeren
regels en wetten die het secundair onderwijs organiseren Dienst in het departement onderwijs waar men de laatste ontwikkelingen in onderwijs opvolgt en verzamelt. Arbeidsvoorwaarden en reglement
Activiteiten buiten de schooluren Visie van waaruit een school uit het vrij onderwijs haar werking opzet Doelen die scholen met hun kinderen/leerlingen moeten bereiken Erkenning van de kennis en de vaardigheden die men ergens anders heeft verworven en die bruikbaar zijn voor de verdere (studie)loopbaan.
Mensen die via speciale subsidies van de overheid tewerk gesteld worden Onderwijs Wet voor de regeling van gelijke kansen in onderwijs Onderwijsvorm met extra ondersteuning waarbij kinderen met een handicap in het gewone onderwijs les kunnen volgen.
Afdeling van de universiteit van Leuven die sociaal-
Versie 12/2006
HLTO
HO
HSBL
HSBO
HSBS
HSKO
HSO HSTL
HSTO
HSTS
HTO HZS IBO
Hogere Leergangen voor Technisch Onderwijs Hoger onderwijs
Hogere Secundaire Beroepsleergangen Hoger Secundair Beroepsonderwijs Hogere Secundaire Beroepsschool Hoger Secundair Kunstonderwijs Hoger Secundair Onderwijs Hogere Secundaire Technische Leergangen Hoger Secundair Technisch Onderwijs Hoger Secundaire Technische school Hoger Technisch Onderwijs Hogere Zeevaartschool Initiatief buitenschoolse opvang
ICO ICT
Intercultureel onderwijs Informatie- en communicatietechnologie
IKA
IKZ
Instituut voor Kunstambachten Interne Kwaliteitszorg
IM
Inrichtende Macht
IPB
KA
Interne Pedagogische Begeleider Interdiocesaan Pastoraal beleid Koninklijk Atheneum
KB
Koninklijk Besluit
IPB
56
economische onderzoeken doet Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod na de leerplicht 18+ Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod Initiatief voor de opvang van kinderen voor en na school
Alle technieken die verband hebben met informatie en communicatie Onderwijsaanbod
Geheel van maatregelen die een instelling plant en uitvoert om de kwaliteit van de werking te verbeteren. Onderwijsbeleid, de vereniging, de instelling die een school of een aantal scholen opricht en bestuurt. Schoolbegeleiding
Beleidsorgaan binnen de katholieke kerk Onderwijsaanbod, secundaire school van het gemeenschapsonderwijs Regel, wet door het parlement gestemd en door
Versie 12/2006
KD KH KINT
KLO
Klassendirectie Kunsthumaniora Koninklijk instituut voor duurzame beheer van de natuurlijke rijkdommen en de bevordering van schone technologie Kleuteronderwijs
KMS
Koninklijke Militaire School
KOCB
Katholiek opvoeding en cultuur Brussel Koepel van Ouderverenigingen van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs Klassenraad
KOOGO
KR
KS KSO KTA
LAF
Kleuterschool Kunstsecundair onderwijs Koninklijk Technisch Atheneum Katholieke Universiteit Brussel Katholieke Universiteit Leuven Lokaal armoedeforum
LO
Lager Onderwijs
LOGO
Lokaal gezondheidsoverleg
LOP LS LSBL
Lokaal Overlegplatform Lagere School Lagere Secundaire Beroepsleergangen Lager Secundair Beroepsonderwijs Lagere Secundaire Beroepsschool Lager Secundair Onderwijs Lager Secundaire Technische Leergangen Lager Secundair Technisch
KUB
KUL
LSBO
LSBS
LSO LSTL
LSTO
57
de koning ondertekend. Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod vanaf 2,5 jaar tot 5 jaar Onderwijsaanbod, opleiding tot officier Beleidsorgaan katholiek onderwijs Brussel Ouderverenigingen
Onderwijs, vergadering van leerkrachten over leerlingen Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Lokaal overlegorgaan en communicatieplatform met het lokale beleid voor organisaties die rond armoede werken Onderwijsaanbod voor leerlingen van 6 tot 12 jaar (maximum tot 14 jaar) Lokaal Overlegorgaan voor de gezondheidssector
Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Versie 12/2006
MA
Onderwijs Leergangen voor Technisch Onderwijs Limburgs Universitair Centrum Muziekacademie
MB
Ministerieel Besluit
MIA MO
Mensen in armoede Ministeriële Omzendbrief
MOS MPI
MS
Milieuzorg op school Medisch-pedagogisch instituut Middenschool
MST
Medisch Schooltoezicht
NCC
Nederlandse cultuurcommissie Nationale Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen van de Vlaams Gemeenschap Natuur- en milieueducatie Nederlands als tweede taal omgevingsanalyse
LTO
LUC
NCOV
NMe NT2 OA
OBC
OD
Observatie- en behandelingscentrum Ontwikkelingsdoel
OGO
Officieel Gesubsidieerd Onderwijs
OI OKAN
onderwijsinstelling Onthaalklas anderstalige nieuwkomers
OKO
Organisatie Kleine Onderwijsverstrekkers
58
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod, muziekschool Beslissing van de ministerraad met kracht van wet Welzijn Brief waarmee de minister een decreet in praktische richtlijnen omzet
Geneeskundig en opvoedkundig instituut 1ste graad van het secundair onderwijs ( de eerste twee jaren) Schoolarts en verpleegsters die in samenwerking met de CLB’s scholen begeleiden.
Ouderverenigingen
Studie van alle elementen die lokaal meespelen, verplichte opdracht van het LOP
Doelen die scholen met hun kleuters moeten bereiken Onderwijsaanbod, koepel van onderwijs van steden en gemeenten
Speciale klas voor nieuwkomers die het Nederlands niet machtig zijn (slechts 1 schooljaar te volgen) Overleg van (hoofdzakelijk) methodescholen
Versie 12/2006
OOTB
OOW
Overleg opleidings- en tewerkstellingsprojecten Brussel Onderwijsopbouwwerk
OP
Opvoedkundig Project
OPB OSP
Onthaal en promotie Brussel Onderwijs voor Sociale Promotie
OV OVB
Onderwijsvorm Onderwijsvoorrangsbeleid (verdwenen)
OVSG
Onderwijssecretariaat Vlaamse Steden en Gemeenten Permanent armoedeoverleg Provinciale Hogeschool Pedagogisch Project Gemeenschapsonderwijs
PAO PHS PPGO
PR
Participatieraad
PSV
Programma preventie schoolverzuim Praktisch Vak Permanente werkgroep risicogroepen Raad Gemeenschapsonderwijs
PV PWR
RaGO
59
Organisatie die lokaal kansarme gezinnen ondersteunt in onderwijszaken De visie van waaruit een inrichtende macht of een onderwijskoepel vertrekt om haar onderwijs op te richten en uit te voeren.
Onderwijsaanbod, avondleergangen – weekendonderwijs
Geheel van maatregelen waarmee scholen extra lestijden kregen om kansarme leerlingen beter te kunnen opvangen en ondersteunen. Voorloper van het GOK Onderwijsbeleid secretariaat van de stads – en de gemeentescholen Beleidsorgaan Onderwijsaanbod Visie van waaruit het gemeenschapsonderwijs zijn werking opzet Comité dat in katholieke, gemeentelijke en provinciale scholen de participatie tussen directie, personeel, ouders en de lokale gemeenschap organiseert. Dit comité kan advies geven aan de directie. Deelname aan het beleid van de school. Wordt om de vier jaar verkozen.
Onderwijsaanbod
Onderwijsbeleid
Versie 12/2006
RIC
RM
ROGO
RT
SBK
SBSO
SERV
Foyer:regionaal integratiecentrum Foyer Remedial. Teacher
Raad van Ouders van het Gemeenschaponderwijs Ronde Tafel
School voor Beeldende Kunsten School voor Buitengewoon Secundair Onderwijs
SIF
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Sociaal impulsfonds
SIT SG
schoolinterventieteam Scholengemeenschap
SGr
Scholengroep, aantal scholen uit alle niveaus die samenwerken in een groep Secundair Onderwijs
SO
SO-OSP
SR
STIMOB
SWP
Secundair Onderwijs – onderwijs voor sociale promotie Schoolraad
Stimulering meertalig onderwijs Brussel Schoolwerkplan
TG
Tehuis voor kinderen wier ouders geen vaste verblijfplaats hebben
TLKR
Taakleerkracht
60
Brussels integratiecentrum
Leerkracht die kinderen met leerachterstand en leerproblemen zo vlug mogelijk bijwerkt Ouderverenigingen, beleid
Overlegvergaderingen voor vertegenwoordigers van niet-onderwijsverstrekkers in LOPs Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod, secundaire school voor kinderen met leer en of gedragsproblemen, handicaps Beleid
Afgeschaft, fonds voor steden en gemeenten met speciale sociale noden
Aantal scholen (basis en/of secundair onderwijs) die samenwerken in een groep Gemeenschapsonderwijs
Onderwijsaanbod, onderwijs vanaf 12 jaar tot 18 jaar Secundair onderwijs avondleergangen of weekendonderwijs Schoolbeleid, participatie voor derden in het beleid van scholen
Beschrijving van de werking van de school (Wat, wie, waar, waarmee, hoe) Welzijn, onderwijs voor kinderen van schippers, foorreizigers, circusartiesten, … Leerkracht die kinderen
Versie 12/2006
TNN
Thuistaal niet Nederlands
TSO
Technisch Secundair Onderwijs Technisch vak Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen Universiteit Gent Voorrangsbeleid Brussel Vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
TV UFSIA
UG VBB VCLB
VCOV
VDAB
VG VGO
VIBOSO
Vlaamse gemeenschap Vrij Gesubsidieerd Onderwijs Vlaams Instituut voor Samenlevingsopbouw
VIZO
Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen
VL
Volledig Leerplan
VLOR
Vlaamse Onderwijsraad
VO
Vrij Onderwijs
VOE(T)
Vakoverschrijdende eindtermen
VOOP
Vlaams Onderwijs Overleg Platform Vlaams Regionaal Comité
VRC
61
met beperkte leerachterstand zo vlug mogelijk bijwerkt Mensen van wie de gebruikelijke taal niet het Nederlands is Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod Onderwijsaanbod
Onderwijsaanbod
CLB van het vrij onderwijs
Vereniging van ouderverenigingen van het katholiek onderwijs Instelling die zich bezig houdt met arbeidsbemiddeling en tewerkstelling
Onderwijsaanbod
Organisatie die zich bezig houdt met de maatschappelijke problemen Organisatie die onder andere het deeltijds leren mee organiseert en begeleid Onderwijsaanbod, geheel van doelen die een school moet bereiken Overlegorgaan voor alle onderwijspartners Onderwijsaanbod, alle onderwijs dat niet tot het gemeenschapsonderwijs, het provinciaal onderwijs of het onderwijs van steden en gemeenten behoort. Doelen die scholen met hun leerlingen moeten bereiken en die niet in 1 vak te beschrijven zijn Onderwijsbeleid, kleine onderwijsverstrekkers
Versie 12/2006
VSK
VSKO
VSOA
VUB VVKBaO
VVKBuO
VVKHO
VVKSO
VVP
VWAWN
ZoCo
(ACV) Vlaamse Scholierenkoepel
Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Vrije Universiteit Brussel Vlaams Verbond Katholiek Basisonderwijs Vlaams Verbond Katholiek Buitengewoon Onderwijs
Vlaams Verbond Katholiek Hoger Onderwijs Vlaams Verbond Katholiek Secundair Onderwijs
Vereniging van Vlaamse provincies vereniging waar armen het woord nemen
zorgcoördinator
62
Organisatie die de belangen van de scholieren in onderwijs behartigt Hoofdkwartier van het katholiek onderwijs Liberale vakbonden
Onderwijsaanbod Onderdeel van het VSKO voor het basisonderwijs Onderdeel van het VSKO voor het buitengewoon onderwijs Onderdeel van het VSKO voor het hoger onderwijs Onderdeel van het VSKO voor het secundair onderwijs
Netwerk van verenigingen die vanuit het armoededecreet mensen in armoede opzoeken, verenigingen om hen ervaringen te laten delen zodat ze de kracht zouden vinden om een volwaardige plaats in de maatschappij te kunnen innemen. Persoon die het zorgbeleid van 1 of meer scholen coördineert. Deze opdracht is een onderdeel van het GOKdecreet
Versie 12/2006
Gegevens LOP-begeleiders
Wens je inlichtingen over één van de deelnemende organisaties, contacteer gerust de aanspreekpersonen via telefoon of via e-mail.
Samenlevingsopbouw Vlaanderen
[email protected] Luc Vanden Bogaerde 02 201 05 65
COV
Trudo Beckers
COC
Monique Wauters,
02 285 04 20
[email protected] www.coc.be
ACOD
Fred Braeckman,
09 269 93 42
[email protected] www.acod.be
VSOA
Francis De Vries
02 529 81 30
[email protected] www.vsoa.be
VMC
Maurits Eycken
02 205 00 50
[email protected] www.vmc.be
ECM
Jacqueline Verlinden
02 204 07 83
[email protected] www.minderhedenforum.be
VCOV
Ludo Claes
016 38 81 14
[email protected] www.vcov.be
VCOV
Jo Colaers
016 38 81 13
[email protected] www.vcov.be
KOOGO Bart Van Dijck
02 227 41 60
www.samenlevingsopbouw.be
02 506 41 69
09 242 01 97
[email protected] www.cov.be
[email protected] www.ovsg.be =>ouders=>KOOGO
ROGO
Marijke Vanthomme
VSK
Chris Cnop
02 215 32 29
VN
Werner Gebruers
02 204 06 52
[email protected] www.vlaams-netwerk-armoede.be
63
[email protected] www.rogovzw.be
[email protected] www.vsknet.be
Versie 12/2006
64
Versie 12/2006
Deel 2
Specifiek deel voor LOP-vertegenwoordigers vakorganisaties
1
Bent u afgevaardigde van een vakorganisatie in het LOP, dan is het aangewezen, volgende bijdragen te lezen Als LOP-gemandateerde onderschrijft u de voorwaarden voor het uitoefenen van het mandaat zoals gestipuleerd in: - het vademecum voor de LOP-gemandateerde; - de engagementsverklaring van de VLOR. - De mandaatbevestiging die door uw vakorganisatie werd doorgestuurd naar de voorzitter van het LOP waar U afgevaardigde bent. De voorzitter van het LOP zal zelf contact zoeken met U om de plaats, de data en de agenda van de LOPbijeenkomsten door te geven.
2
Inhoudstafel Hoofdstuk 1: Welke zijn de vakorganisaties 1. 2. 3. 4.
COC COV ACOD onderwijs VSOA-Onderwijs
Hoofdstuk 2: Over je mandaat als LOP vertegenwoordigers 1. 2. 3. 4.
Algemeen Verwachtingen van de vakorganisatie Wat biedt de vakorganisatie de LOP-gemandateerde? Aandachtspunten in het huishoudelijk reglement a. Samenstelling b. Voorzitter en deskundige c. Bevoegdheden en opdrachten d. Vergadering e. Agenda f. Besluitvorming g. Verslag h. Wijziging huishoudelijk reglement
Bijlage: Contactadressen LOP-begeleiders van de vakorganisaties Bijlage: Contactadressen LOP-voorzitters, LOP-deskundigen, LOPgemandateerden van de eigen vakorganisatie
3
Hoofdstuk 1
WELKE ZIJN DE VAKORGANISATIES ?
1. COC De Christelijke Onderwijscentrale, waarnaar meestal met het letterwoord COC wordt verwezen, is een ACV-centrale die op 1 juni 1993 ontstond uit een fusie van de Vlaamse Vleugels van drie van de vier toen bestaande onderwijscentrales, met name de Christelijke Centrale van het Personeel bij het Technisch Onderwijs (CCPTO); de Christelijke Centrale van het personeel bij het Vrij Middelbaar en Normaalonderwijs (CVMNO) en de Christelijke Unie van personeelsleden bij het Rijksonderwijs (CURO). COC is geen onderdeel van een politieke partij maar een christelijk geïnspireerde vakbond met eigen standpunten, eigen accenten en een eigen visie. COC verdedigt de belangen van haar leden. Om dat op de meest adequate manier te kunnen doen, is COC niet alleen nationaal georganiseerd, maar ook plaatselijk en provinciaal. Op nationaal vlak zijn er de verschillende comités die sectorgebonden of sectoroverschrijdende materies opvolgen. Op provinciaal vlak zijn er de provinciale comités. Deze laatste zijn bevoegd voor aangelegenheden die provinciegebonden zijn. Op school wordt COC vertegenwoordigd door zijn schoolafgevaardigden. Het organisatiemodel van COC vertaalt zich ook in de dienstverlening. Als de plaatselijke vakbondsafgevaardigde in een school een lid niet kan helpen, contacteert dat lid of de afgevaardigde het provinciaal secretariaat. Dat neemt, indien nodig, contact op met het nationaal secretariaat. Omdat de personeelsleden op het lokale niveau niet in de steek mogen gelaten worden, vormt COC zijn afgevaardigden. Niet alleen zijn vakbondsafgevaardigden, maar ook zijn afgevaardigden in de overlegorganen in de scholen, scholengemeenschappen en scholengroepen . Deze vorming gebeurt meestal op provinciaal niveau. COC behartigt de beroepsbelangen van actieve personeelsleden uit de verschillende onderwijssectoren (het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het buitengewoon onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs, het volwassenenonderwijs, het hoger onderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding, de internaten, de opvangcentra, de kinderdagverblijven, de inspectie- en begeleidingsdiensten), om het even in welke categorie, op welk niveau of in welk onderwijsnet ze tewerkgesteld zijn, met uitzondering van de personeelsleden in het basisonderwijs en het buitengewoon
4
basisonderwijs in het vrij en het officieel gesubsidieerde onderwijsnet, die door het Christelijk Onderwijzersverbond(COV) vertegenwoordigd worden. De belangen van gepensioneerde personeelsleden, werkzoekende leraars, studenten in de lerarenopleiding en schoolverlaters worden eveneens behartigd door COC. 2. COV Ruim 40.000 personeelsleden uit het gesubsidieerd kleuter- en lager onderwijs vormen samen de grootste vakbond voor het personeel uit het basisonderwijs. Het COV (het Christelijk Onderwijzersverbond) is een onderwijscentrale van het ACV. Het COV is er voor onderwijzers, kleuteronderwijzers, leermeesters, kinderverzorgers, directeurs, paramedici, administratief medewerkers, inspecteurs en pedagogisch begeleiders. Honderden kaderleden staan ter beschikking: • in elke school is er een vakbondsafgevaardigde. Deze is de vertegenwoordiger van de gesyndiceerde leerkrachten van de school. De VA is de eerstelijnsvertegenwoordiger van de organisatie, de collega die ervoor zorgt dat de stem van de leden kan meeklinken in het debat. De vakbondsafgevaardigde staat de leden met raad en daad bij en helpt bij administratieve problemen, ook in relatie met de vakbond zelf; • elk gewest heeft een kring- of regiobestuur; • elke provincie heeft een provinciaal bestuur; • op tientallen plaatsen worden maandelijks zitdagen voor dienstbetoon georganiseerd; • in elke provincie is er een COV-secretariaat; • op het algemeen secretariaat in Brussel staan gespecialiseerde diensten paraat om de leden te helpen: statutaire problemen, juridische problemen, wedden- en pensioenproblemen… COV-leden kunnen gratis deelnemen aan de syndicale en pedagogische activiteiten in de provincie, regio of kring. Voor jonge collega’s is er een jongerenlijn (elke woensdagnamiddag op het telefoonnummer 02-227 41 48). COV-vertegenwoordigers in de lokale overlegplatforms kunnen voor informatie en hulp terecht op de LOP-lijn (elke dinsdag en donderdag van 9.00 uur tot 17.15 uur op het telefoonnummer 02-227 41 60) Het COV heeft een ombudsdienst voor directeurs. Het COV publiceert een veertiendaags ledenblad Basis met Schoolwijzer als pedagogisch katern. Basis is het toonaangevend vakblad voor het personeel van het basisonderwijs. In Basis worden de leden op de hoogte gehouden van breed maatschappelijke, actueel pedagogische en syndicale thema’s. Alle leden krijgen Basis gratis aan huis bezorgd. Via allerlei overleg- en onderhandelingsorganen, zowel op het niveau van de school als op het algemene vlak, proberen kaderleden de belangen van de COV-leden te verdedigen.
5
3. ACOD Onderwijs Op 19 augustus 1945 werden verschillende socialistische overheidsvakbonden samengesmolten tot de Algemene Centrale der Openbare Diensten. Die bestond uit 10 sectoren, waaronder de sector Onderwijs. Omdat deze sector door de jaren heen steeds meer te kampen had met specialisatie, vorming van deskundigen en afgevaardigden werd in 1987 omgeschakeld van een grote nationale onderwijssector naar een Vlaamse autonome vakbondsstructuur. Sindsdien bestaat de naam ACOD Onderwijs. ACOD Onderwijs komt op voor de individuele belangen en ontplooiingskansen van elke werknemer in het onderwijs en voor alle onderwijsmensen als een collectief geheel. Al van in het begin strijdt ACOD voor een betere vergoeding van het onderwijzend personeel en is een voorstander om neutraal en kosteloos openbaar onderwijs voor iedereen verder uit te bouwen en te verbeteren, waarbij verschillende ideologische, filosofische en politieke overtuigingen kunnen aan bod komen. Als representatieve vakorganisatie vertegenwoordigt ACOD zijn leden in de onderhandelingen en het overleg met de Inrichtende Macht. Een lid kan zijn afgevaardigde steeds vragen een bepaald punt te agenderen. De leden worden regelmatig geraadpleegd over de standpunten die ACOD in deze comités inneemt. De eigen regelgeving van de verschillende Inrichtende Machten (gemeenschaps-, gemeentelijk, provinciaal onderwijs, hogescholen,…) dient voorafgaandelijk syndicaal onderhandeld te worden. Ook hier probeert ACOD zijn standpunten door te drukken en wijzigingen in het belang van de leden te bekomen. Op school is ACOD Onderwijs vertegenwoordigd door zijn schoolafgevaardigde. Deze houdt zich via publicaties en vormingsdagen op de hoogte van de evolutie in de onderwijswetgeving. Voor bijstand en advies kan elk lid uiteraard ook rechtstreeks contact opnemen met de provinciaal of regiosecretaris. ACOD Onderwijs verdedigt de belangen van personeelsleden die werken in: -
het het het het
Gemeenschapsonderwijs Officieel Gesubsidieerd Onderwijs (steden, gemeenten, provincies) Vrij Gesubsidieerd Onderwijs hoger onderwijs (hogescholen en universiteiten)
Gepensioneerde personeelsleden, werkzoekende leraars, studenten in de lerarenopleiding en schoolverlaters kunnen eveneens aansluiten bij ACOD. 4. VSOA-Onderwijs Het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt, afgekort V.S.O.A., is ontstaan uit een in 1972 uitgevoerde fusie tussen twee vakbonden, waarvan één gesticht was in 1923. Het V.S.O.A. vormt de openbare sector van de A.C.L.V.B. 6
In het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt vertegenwoordigt de Groep Onderwijs alle personeelsleden (zowel actieven als gepensioneerden) en studenten uit de onderwijswereld die onze visie en onze doelstellingen onderschrijven. Gebaseerd op vier essentiële principes - meer bepaald de vrijheid, de vrijwillige solidariteit, de plicht tot het opnemen van verantwoordelijkheid en de verdraagzaamheid - eerder dan de onderlinge verschillen te laten primeren, oefent het VSOA zijn syndicale werkzaamheden uit in een filosofische en politieke onafhankelijkheid Belangrijk: Vanaf oktober 2005 houdt VSOA-Onderwijs, op woensdagnamiddag, een zitdag in iedere Vlaamse provincie. De exacte locaties/adressen kunnen op onze website geraadpleegd worden( of kunnen telefonisch/per mail opgevraagd worden). Wie vertegenwoordigen wij? Het VSOA-onderwijs vertegenwoordigt alle personeelsleden die tewerkgesteld zijn in : -
het het het het
Gemeenschapsonderwijs Officieel Gesubsidieerd Onderwijs (steden-gemeenten-provincies) Vrij Gesubsidieerd Onderwijs Hoger Onderwijs ( hogescholen en universiteiten)
Waar zijn we vertegenwoordigd? -
in onderhandelings- en overlegcomités op alle niveaus als waarnemer bij selectieproeven en examens als raadsman bij de behandeling van tucht- en ordemaatregelen juridische bijstand in rechtszaken in raden en commissies van de VLOR in reaffectatiecommissies in EVV (Europese Vakverbond)
7
Hoofdstuk 2:
Het mandaat van de vertegenwoordiger van een vakorganisatie 1. Algemeen -
Het personeel wordt in het GOK-decreet als belangrijke betrokken partij gezien: de leerkrachten moeten het onderwijs immers dagelijks in de praktijk brengen en waar maken. Zij zijn het best geplaatst om door hun direct contact met de leerlingen en cursisten nieuwe ontwikkelingen waar te nemen en lacunes in ons onderwijssysteem te detecteren. De LOP-gemandateerde heeft dan ook een belangrijke signaalfunctie te vervullen waar het erom gaat de kwaliteit van ons onderwijs te garanderen door knelpunten in het LOP aan te kaarten.
-
Het spreekt vanzelf dat hij op de eerste plaats bevoegd is voor aangelegenheden die het personeel aanbelangen met dien verstande dat hij zich niet laat leiden door eigen belang en steeds het belang van de leerling voor ogen houdt.
-
Voor de personeelsafgevaardigde is het bijgevolg belangrijk dat hij voldoende voeling heeft met zijn achterban, het personeel in de eigen school maar ook met het personeel van andere scholen uit de LOP-regio (via andere syndicale mandaten, b.v. syndicaal afgevaardigde).
-
Gezien de beperkte vertegenwoordiging van het personeel in het LOP(maximum 3 gemandateerden) zijn afspraken met de gemandateerden van de andere vakorganisaties belangrijk. Zo sta je sterker wanneer je over personeelszaken (b.v. verhoogde werkdruk) op voorhand een aantal afspraken maakt. Zo kan b.v. ook een compromitterende situatie vermeden worden wanneer knelpunten moeten aangebracht worden die vooral in de eigen school te situeren zijn. Als je in die omstandigheid je collega van een andere vakvereniging kan aanspreken, liggen de zaken heel wat gemakkelijker.
-
Elke vakorganisatie heeft van de Vlaamse minister van Onderwijs de bevoegdheid gekregen om per lokaal overlegplatform een mandaat aan een leerkracht toe te wijzen. Elk toegewezen mandaat wordt schriftelijk bevestigd. Geen enkele persoon mag een mandaat namens de vakorganisatie opnemen in een lokaal overlegplatform tenzij deze daartoe uitdrukkelijk werd gemandateerd door de provinciaal vrijgestelde of door zijn organisatie.
-
Het mandaat is onbeperkt maar loopt ten einde als: De vakorganisatie een einde stelt aan het mandaat; 8
de gemandateerde zelf ontslag neemt. Er wordt door de vakorganisatie dan een andere gemandateerde aangeduid. -
Naast de effectieve LOP-gemandateerde moet de vakorganisatie ook een plaatsvervanger aanduiden.
2. Verwachtingen van de vakorganisatie t.a.v. de LOP-gemandateerde De vakorganisatie verwacht van de gemandateerden dat: - ze de algemene vergadering van het LOP bijwonen (ongeveer 2x per jaar); -
ze, indien mogelijk, deelnemen aan het dagelijks bestuur en/of één van de andere werkgroepen;
-
ze hun plaatsvervanger verwittigen indien ze zelf niet aanwezig kunnen zijn op de vergadering en, indien er geen plaatsvervanger is, ze de LOPbegeleider van hun vakorganisatie contacteren.
-
Het is van het grootste belang dat de vertegenwoordigers van de vakorganisaties aanwezig zijn in het LOP en bijgevolg is het ook noodzakelijk de vervanger te verwittigen als de gemandateerde zelf niet naar de vergadering kan gaan. Het LOP is voor leerkrachten een belangrijk forum om onderwijsproblemen via de deskundige-ondersteuner, de voorzitter en hun vakvereniging aan het beleid te signaleren.
-
ze de agenda en de verslagen van de LOP-vergaderingen evenals andere documenten doorsturen naar de LOP-begeleider;
-
ze de vormingsmomenten/sessies bijwonen;
-
ze inschrijvingsproblemen en verdoken weigeringen of doorverwijzingen aan deskundige van hun LOP en aan de LOP-begeleider melden;
-
ze beroep doen op de LOP-begeleider indien bepaalde agendapunten dit vereisen;
-
ze contact houden met hun achterban, d.w.z. ook zo veel mogelijk met het personeel van andere scholen in de LOP-regio;
-
ze contact opnemen met de gemandateerden van de andere vakorganisaties indien de agendapunten personeelsgebonden materie betreffen om het personeelsstandpunt te versterken en meer bepaald erover te waken dat de planlast en de werkdruk bij het personeel niet toenemen.
9
-
ze zelf agendapunten aanbrengen eventueel in samenspraak met de vertegenwoordiger(s) van de andere vakorganisaties, van andere geledingen en van de LOP-begeleider.
-
Ze binnen het LOP erop letten dat de besluitvorming democratisch en conform de bepalingen van het huishoudelijk reglement verloopt.
-
dat ze interesse vertonen voor de brede maatschappelijke problemen en discussies rond gelijke onderwijskansen en dat ze daarin het standpunt van hun vakorganisatie onderschrijven en vertolken.
-
Het strekt tot aanbeveling dat de afgevaardigden op de hoogte zijn van de GOK-regelgeving.
3. Wat biedt de vakorganisatie de LOP-gemandateerde? De vakorganisatie zorgt t.a.v. de LOP-gemandateerde: -
voor de begeleiding en de ondersteuning door de LOP-begeleider zowel op vraag van de gemandateerde als op initiatief van de vakorganisatie;
-
voor het aanbieden van vorming om de deskundigheid van de gemandateerde te verhogen;
-
dat er relevante informatie rond de thematiek wordt doorgegeven per mail of brief
-
voor het organiseren van contacten met personeelsafgevaardigden in de regio.
-
veel voorkomende knelpunten zullen door de LOP-begeleider via de geijkte kanalen aan de overheid gemeld worden.
-
Verplaatsingskosten naar LOP-vergaderingen en LOP-vormingen van de COCLOP-afgevaardigde worden door COC terugbetaald. De LOP-gemandateerde dient zijn verplaatsingskosten in te dienen bij de provinciaal vrijgestelde.
4. Aandachtspunten in het huishoudelijk reglement WAAROP LETTEN IN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT? a. Samenstelling Belangrijk is erover te waken dat de vertegenwoordiging van de representatieve vakorganisaties voorzien is, ook in het dagelijks bestuur/ de stuurgroep.
10
b. Voorzitter en deskundige De taakomschrijving van de voorzitter en de deskundige dient goed omlijnd te zijn, zoals b.v. wie het LOP naar buiten (persmededelingen) vertegenwoordigt. B.v. “De voorzitter is de enige officiële woordvoerder van het LOP”. c. Bevoegdheden en opdrachten Je dient erover te waken dat de taken, voorzien in het decreet, ook uitgevoerd worden (zoals omgevingsanalyse, bemiddelingsrol, opvang van anderstalige nieuwkomers, …) d. Vergaderingen Het is voor de continuïteit van de LOP-werking van het grootste belang dat de vergaderingen zó gepland worden dat alle leden in staat zijn deze bij te wonen. Dit geldt zowel voor het tijdstip als voor de plaats (= verplaatsingsafstand) van de vergadering. De mogelijkheid van een extra vergadering dient opgenomen te worden in het huishoudelijk reglement. Een extra vergadering dient bijeengeroepen te worden van zodra gemandateerden uit minstens 2 verschillende geledingen daarom verzoeken. Dit verzoek gebeurt schriftelijk met opgave van redenen en agendapunten, en gericht aan de voorzitter. e. Agenda Op gemotiveerde aanvraag van de gemandateerde wordt elk onderwerp, dat binnen de bevoegdheid van het LOP valt en ingediend werd bij de voorzitter volgens de in het HHR opgenomen voorwaarden/procedure, op de agenda geplaatst. f. Besluitvorming Je dient erover te waken dat de besluitvorming op een democratische wijze gebeurt en dat zo veel mogelijk naar een consensus wordt gestreefd. Indien geen consensus wordt bereikt wordt er beslist bij stemming. Beslissing bij stemming wordt genomen bij 2/3 de meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Elk rechtmatig aanwezig lid of zijn gemandateerde heeft 1 stem. Wanneer er belangrijke beslissingen moeten genomen worden in de algemene vergadering, is het raadzaam dit in de uitnodiging te vermelden en dit om te vermijden dat het verplichte quorum van aanwezige participanten niet gehaald wordt. g. Het verslag
11
In de regel wordt het verslag goedgekeurd tijdens de volgende algemene vergadering. De participanten kunnen evenwel volgens de in het HHR voorziene procedure en termijn, hun opmerkingen schriftelijk aan de voorzitter overmaken. h. Wijziging huishoudelijk reglement In het HHR moet duidelijk gesteld worden dat dit ten allen tijde kan gewijzigd worden. Een eventuele wijziging kan slechts aangebracht worden na overleg en in consensus met alle participanten.
12
Contactadressen LOP-begeleiders vakorganisaties COC
COD ONDERWIJS
Monique Wauters Trierstraat 33 1040 Brussel Tel (02) 285 04 20 e-mail:
[email protected] www.coc.be COV Trudo Beckers Koningsstraat 203 1210 Brussel Tel. (02) 227 41 60
[email protected] www.cov.be
Fred Braeckman Bagattenstraat 158 9000 Gent Tel (09) 269 93 42
[email protected] www.acodonderwijs.be
VSOA Francis De Vries Poincarélaan 72-74 1070 Brussel Tel. (02) 529 81 30
[email protected] www.vsoa-onderwijs.be
13
14
CHRISTELIJKE ONDERWIJSCENTRALE Trierstraat 31-33 1040 BRUSSEL
2007-01-16
LOKALE OVERLEGPLATFORMS - SO Clusternr. LOP 42 Aalst
Voorzitter Fons Wauters
43
Bea Cantillon Bloemenlei 2640 Mortsel 03-448 17 27
Antwerpen
FCSOD-vertegenwoordiger Effectief Plaatsvervanger Rik Waumans Johan De Smet Leedshouwken 21 Mellepontweg 36 9340 Lede 9230 Wetteren 053.77.87.32 09.324.00.28
Deskundige Fadime Köse Parkplein 21 9000 Gent 0473.93.89.30
[email protected]
[email protected] [email protected]
Nicole Deryckere Papenboslaan, 16 2950 Kapellen 0479.44.00.14
Dirk Daems Den Dijk 1 2920 Kalmthout 03.666.30.12
bea.cantillon@u a.ac.be
[email protected]
[email protected]
Wim Plas Duivendongenstraat 6 – 2300 Turnhout 014.42.32.89
44
Arendonk – OudTurnhout – Turnhout
Herman Sanne Marc Van De Maele Van Leenstraat 33 2140 Borgerhout 0473.93.89.37
45
Beersel–Hoei-laart – Linkebeek – Overijse – Sint-GenesiusRode– Sint-Pieters-Leeuw
Christian Reunes Postweg 185 1602 Vlezenbeek
[email protected]
[email protected]
Muriel Lomme Vandenschriekstraat 101 1500 Halle 0473.93.89.32
Eddy Lavrijsen Doylijkstraat 95 1701 Itterbeek 02.569.15.23
[email protected]
[email protected]
15
Eddy Verstraelen P. Benoitstraat 12 2300 Turnhout 014.41.14.77
46
BeringenLeopoldsburg
Jan Bergans
[email protected]
47
Blankenberge – Brugge
Nicole Vancoillie
48
Boom – Willebroek
Luc Triest
49
Dendermonde
Els Schelfhout
50
Diest
Marie-Paule Rubens
Hubert Jeunen Watertorenstraat 37 3960 Bree 0473.93.89.29
Robert Stijnen Roosbeekstraat 9 3800 Sint-Truiden 011.68.35.69
[email protected]
[email protected]
Anne Sabbe Predikherenlei 46 8000 Brugge 0473.93.89.26
Piet Vercruysse Oude Gentweg 1d 9990 Maldegem 050.71.77.11
[email protected]
[email protected]
Eddy Lamberts Muizensteenweg 46 2820 Bonheiden 0473.93.89.41
Antoine Vandenberghe A. Vesaliuslaan 45 2650 Edegem 03.440.13.98
[email protected]
[email protected]
Fadime Köse Parkplein 21 9000 Gent 0473.93.89.30
Rudy Poppe Kauterstraat 8 9220 Moerzeke 052/47.26.29
[email protected]
[email protected]
Marleen Branders Woutersstraat 46 3500 Hasselt 0478.58.61.05
Jan De Geest Linneveld 10 3020 Herent 016.29.96.58
[email protected]
[email protected]
16
Jos Van Dooren Cogels Osylei 47/2 2600 Berchem
51 Dilsen-Stokkem – Leo Kwanten Maasmechelen
[email protected]
[email protected]
Jan Mutert Zijpstraat 28 2570 Duffel 015.31.74.29
[email protected]
[email protected]
Dirk Herfs Damhertstraat 30 3630 Maasmechelen 0474.32.37.59
Wilfried Reyskens Ballewijerweg 28 3520 Zonhoven 011.82.10.75
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Marc Spoelders Henri Dunantlaan 1 9000 Gent 09-26.46.381
Emiel Bogemans Kortrijksest.weg 753 9000 Gent 0473.93.89.22
Luc Van Acker Koning Leopold II-laan 21 9000 Gent 09.225.29.72
J. Van Herreweghe Jan Van Aelbroecklaan 16 9050 Gentbrugge (09)230 35 25
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Willy Vets
53 Genk
Nihal Demir
55 Geraardsbergen – Oudenaarde – Ronse
Irma Scheepers Dorpsstraat 45 3665 As 089 65 74 69
Jill Peiffer Kerkstraat 19A 2500 Lier 0473.93.89.33
52 Duffel – Lier
54 Gent
Heidi Frederix Nanofstraat 13 3590 Diepenbeek 0475-30.33.92
Jan Vanovermeire
Gil Thys Bijlokevest 29 9000 Gent 0475 52 37 14
Lieven Van Rijckeghem (AV) Cl.De Niestraat 26 9600 Ronse 055.20.74.39 Eva Van Tilburgh (DB)(ACOD) Grand Monchautstr 24A 7890 Ellezelles
[email protected]
17
56
Grimbergen – Machelen – Vilvoorde
Hubert Buys
Lucrère Matthijs Hoogbos 38 9660 Brakel 0473.93.89.24
57
Haacht – Mechelen – Sint-KatelijneWaver – Keerbergen
Geert Bervoets
Veerle Vandevelde Rechtstraat 122 2570 Duffel 0473.93.89.36
Bart De Haes Provinciale Steenweg 74 2620 Hemiksem (03) 887 13 97
[email protected]
[email protected]
58
Hamme – Zele
Christine Drieghe
59
Hasselt
Ria Rector
Hilde Van Dormael Roodakker 15 3960 Bree 0479.44.00.18
Guy Vandersmissen Sint-Jorisstraat 77 3570 Alken 011.31.18.05
[email protected]
[email protected]
[email protected]
60
Heusden-Zolder Patrick Martens – HouthalenHelchteren
lucrè
[email protected]
Ludo Dewilde Sparrestraat 63 9920 Lovendegem (0499) 59 35 09 ludo.dewilde@ ond.vlaanderen.be
[email protected]
Hubert Jeunen Watertorenstraat 37 3960 Bree 0473.93.89.29
[email protected]
18
61
Kapellen
Herman Vandromme
Pierre Barbier Schepersveldlei 82 2180 Ekeren 0473.93.89.21
Danny Helsen Poeldreef 105 2950 Kapellen
[email protected]
0475.71.11.51
[email protected]
62
Kortrijk – Menen Martin Depraetere
Johan De Backere Sint-Alfonsusstraat 30 8800 Roeselare 0473.93.89.27
Daniël Boucquet Bohemenberg 16 8500 Kortrijk 056.22.61.15
Claude Debonne Parkstraat 47 8930 Menen 056.53.28.56
[email protected]
[email protected]
[email protected]
63
Leuven
Jan Boon Waterstraat 65 3300 Tienen 0473.93.89.23
Els Lauwens Pleinstraat 90 3001 Heverlee 016.22.68.93
[email protected]
An Hermans
jan.boon@ ond.vlaanderen.be
64
Lokeren – Moerbeke Waas
Veerle Van Den Broecke
65
Middelkerke – Oostende
Jean-Pierre Markey
Ingrid Bracke Molenstraat 137 9160 Lokeren 0478.56.71.98 ingrid.bracke@ ond.vlaanderen.be Liesbeth Croene Breeweg 28 8020 Hertsberge 0473.93.89.25
Miek De Beule Daknam-Dorp 86 9160 Daknam 09.348.98.09
[email protected]
Gerard Boussemaere Stokstraat 15 A 8650 Klerken 051.50.24.11
Willy Van Putte San Cirolaan 28 8400 Oostende 059.80.82.33
[email protected]
[email protected]
19
Annemie Vanmol Duinhelmstraat 19 8400 Oostende 059.80.56.01
Roeselare
Sara De Meerleer Vlierstraat 87 9000 Gent (0499)59 35 11
Raymond Hoet M..Demeulenaerestr 3 8800 Roeselare 051.21.08.31
Erwin Vanbelle Hazelstraat 54 8810 Lichtervelde 0497.53.37.76
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Nelly Maes Hooimanstraat 12 9112 Sinaai 03 772 65 05
Emiel Bogemans Kortrijksesteenweg 753 9000 Gent 0473.93.89.22
Anna Maria Charlier Schoonhoudtstr. 56 9111 Belsele 03.772.46.00
[email protected] [email protected]
[email protected]
[email protected]
Carina Thomis Nieuwe Winningsstraat 58 3500 Hasselt 0476.41.00.57
Fritz Geerts Brandhoutstraat 43 3800 Sint-Truiden 011.67.48.49
[email protected]
[email protected]
Jan Boon Waterstraat 65 3300 Tienen 0473.93.89.23
Daniëlle Chaltin Hertogenlaan 21 3210 Linden 016.25.79.85
[email protected]
[email protected]
Jill Peiffer Kerkstraat 19A 2500 Lier 0473.93.89.33
Eddy Lavrijsen Doylijkstraat 95 1701 Itterbeek 02.569.15.23
Lina Demeersman Termolenhoflaan 8 1731 Zellik 02.463.03.82
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Filip Deboutte
66
67
68
69
70
Sint-Niklaas – Temse
Sint-Truiden
Tienen
Johan Boucneau Dieplaan 2 3600 Genk Omer Borgers
Tweetalig gebied Vic Anciaux BrusselHoofdstad
20