PROTECT 48
Bulletin
Onze ervaring, uw zekerheid
Trimestriële nieuwsbrief van Verzekeringsmaatschappij Protect
Jaargang 13 - nummer 48 - 2009
Nieuw: onze package ‘Protect®-garantie gevelrenovatie’ Een gevelrenovatie geeft een gebouw een nieuw gezicht en extra meerwaarde. Maar net zoals bij andere (ver)bouwwerken kan ook hier het een en ander verkeerd lopen, ondanks optimale aandacht voor conceptie en uitvoering. Als blijkt dat de hele investering niet het gewenste resultaat oplevert en er zich snel herstellingen opdringen om de uitstraling en soms zelfs de functionaliteit van het gebouw niet in het gedrang te brengen, biedt Protect®-garantie gevelrenovatie soelaas. Met deze pakketpolis kan de opdrachtgever, aannemer of plaatser zich tegen dergelijke financiële tegenspoed verzekeren. Wat is verzekerd? De Protect®-garantie gevelrenovatie waarborgt de beschadiging aan: · gerenoveerd of nieuw geplaatst buitengevelparament; · betonherstelling; · gerenoveerde of nieuw geplaatste borstweringen; · waterdichting van balkons en terrassen; · dakbedekking. Het loskomen, barsten, afpellen of het niet meer waterdicht zijn van de aangebrachte producten wordt verzekerd. Omvang, verzekeringnemer, waarde werken Terwijl bij een gevelrenovatie vroeger elk onderdeel apart verzekerd moest worden, wordt met de pakketpolis Protect®-garantie gevelrenovatie meteen de volledige gevelrenovatie gedekt. Dat maakt deze formule zo interessant. Het gaat bovendien om een zaakschade verzekering. Dit betekent dat we niet naar aansprakelijke zoeken en dat de schade sneller geregeld kan worden. Met de garantieverzekering is de herstelkost gedekt, ook al is de aannemer of plaatser ondertussen failliet. De verplichte technische controle zorgt bovendien voor een extra kwaliteitsgarantie. Deze controle
wordt uitgevoerd door een door Protect erkend controlebureau. Alle betrokken partijen kunnen de polis Protect®garantie gevelrenovatie onderschrijven: bouwheer, mede-eigenaars, aannemers, syndicus,... De begunstigde van de polis is echter steeds de eigenaar van het gebouw waaraan de werken uitgevoerd werden. Het verzekerde bedrag bepaalt de verzekeringnemer zelf op basis van de kostprijs van de gebruikte producten en materialen, verhoogd met het arbeidsloon voor de voorbehandeling en uitvoering van de eigenlijke werken plus eventueel de bijkomende kosten om de werken te kunnen uitvoeren, zoals de huur van een stelling. We raden bovendien aan om de niet-recupereerbare btw op de werken mee te verzekeren. Zo kunnen we bij schade ook de btw op de herstelkost in de schadeloosstelling opnemen. De polis kan afgesloten worden voor 5 of 10 jaar, naargelang de keuze van de verzekeringnemer. De te verwachten premievoet (excl. kostprijs voor de controle) bedraagt: · voor een waarborg van 5 jaar: 2,5% à 3% op de waarde van de werken. · voor een waarborg van 10 jaar: 3,5 % à 4% op de waarde van de werken. Voorbeelden van schadegevallen De polis komt bijvoorbeeld tussen in de herstelkost als er 5 of 10 jaar na de gevelrenovatie barsten ontstaan in de crepi, of wanneer nieuw geplaatste balustrades na 2 jaar beginnen te oxideren door de zoute zeelucht. Een ander voorbeeld: jaren na een betonherstelling worden de herstelde delen opnieuw los geduwd door corrosie van de wapening. Conclusie Met deze nieuwe polis zet Protect zijn visie opnieuw kracht bij. Wij willen ontwerpers in de bouw- en aanverwante sectoren ondersteunen en beschermen.
De garantie gevelrenovatie vormt een perfect alternatief voor de 10-jarige-aansprakelijkheidspolis (ook decenale polis genoemd). Laatstgenoemde is vaak niet geschikt voor gevelrenovaties omdat er meestal geen stabiliteitstechnische werken aan te pas komen waarop de decenale aansprakelijkheid van de architect en de aannemer van toepassing is. Dit is een aandachtspunt voor architecten, studiebureaus en vastgoedmakelaars die hun opdrachtgever hierover correct willen informeren. Ook zij hebben er immers belang bij dat deze polis onderschreven wordt. De nieuwe pakketpolis is bovendien niet te versmaden voor syndici die optreden voor medeeigenaars van appartementsgebouwen (vooral aan de kust), overheden en andere bouwheren die onderlinge discussies willen vermijden en financiële zekerheid wensen. Op het privaat klantenluik van www.protect.be kunt u meer informatie en de aangepaste lastenboekclausules downloaden.
Rebecca Ramboer Bestuurder-directeur
In dit nummer: • Nieuw: onze package 'Protect® garantie gevelrenovatie' • Betekening van levensbelang voor schadedossier • De aangifte van erelonen bij tussenkomst van gespecialiseerde raadgevers • Schadecase • Terugblik thema-avond over DBFM overeenkomsten • Bijlage: tevredenheidsenquete
1 2 4 5 6
Betekening van levensbelang voor schadedossier 1. Inleiding Bij de behandeling van schadeaangiftes is het voor uw belangenverdediging essentieel dat zowel de verzekeraar als de aangestelde advocaat en/of expert alle stukken en informatie ontvangen. Uiteraard laat de schadebeheerder u zo veel mogelijk weten welke stukken hij van u verwacht, maar u moet er ook zelf op letten dat u gerechtsbrieven, uitnodigingen voor gerechtsexpertises, betekeningsakten, enz. op tijd aan uw verzekeraar en uw advocaat bezorgt. Meer bepaald de betekeningsakte is bijzonder belangrijk voor de correcte afhandeling van een schadegeval. 2. Medewerking in het algemeen Artikel 7.1. van de algemene polisvoorwaarden en de Wet op de Landsverzekeringsovereenkomst in het algemeen leggen de verzekeringnemer en de verzekerde de verplichting op om de verzekeraar onmiddellijk medewerking te verlenen, de nodige documenten te bezorgen en op alle vragen te antwoorden om de omvang van de schade te kunnen vaststellen en de verdediging van verzekerde en verzekeraar te kunnen waarnemen. Als de verzekerde deze verplichting niet
nakomt en de verzekeraar daardoor benadeeld wordt, kan laatstgenoemde, conform artikel 7.2. van de algemene polisvoorwaarden, de prestaties verminderen ten belope van het geleden nadeel.
verzekerde elke schade-eis, elk bericht, elke ingebrekestelling en in het algemeen elke gerechtelijke of buitengerechtelijke akte zo snel mogelijk aan de verzekeraar moet bezorgen.
Deze verplichtingen dienen in de eerste plaats om de belangen van de verzekerde te verdedigen. nv Protect kan echter als verzekeraar - al dan niet via de aanstelling van een juridische en technische bijstand - pas de leiding van het geding nemen en de verdediging van de gemeenschappelijke belangen waarnemen, als de maatschappij daartoe de middelen en informatie krijgt van de verzekerde. Enkel laatstgenoemde heeft immers het project opgevolgd en kan bijgevolg de concrete situatie toelichten of documenteren. Met zijn informatie kan de juridische of technische raadsman aan de slag. Wij rekenen dan ook op uw medewerking!
Deze informatie is cruciaal: als bepaalde aktes (te) laat bij ons binnenkomen, kan dit zeer nadelige gevolgen hebben voor de afhandeling van het dossier.
3. Medewerking in het bijzonder: betekening Naast de gebruikelijke verplichtingen inzake schadeaangifte en algemene medewerking voorziet artikel 7.1. van de algemene polisvoorwaarden ook dat de verzekeringnemer of de
We denken hierbij aan de gewone dagvaarding, maar meer nog aan andere gerechtsbrieven of uitnodigingen voor expertises. Gerechtsbrieven bijvoorbeeld kunnen vervaltermijnen bevatten voor de verdediging van uw belangen. Daarnaast vestigen we meer in het bijzonder uw aandacht op de betekeningsakte van een vonnis of arrest. Een gerechtelijke uitspraak is soms vatbaar voor kritiek en kan eventueel door een hogere rechtsinstantie herroepen worden. Maar als we rechtsmiddelen willen inschakelen om de uitspraak van een rechtsinstantie aan te vechten, moeten we strikte termijnen respecteren. Deze termijnen beginnen te lopen met de betekeningsakte. En zelfs als het niet de bedoeling is om de gerechtelijke beslissing aan te vechten, mogen we de betekeningsakte niet zomaar naast ons neerleggen. Ze vormt immers de eerste stap naar de uitvoering van de gerechtelijke beslissing. Het is dan ook zeer belangrijk om deze aktes onmiddellijk aan de in het schadedossier aangestelde advocaat en nv Protect door te spelen. 4. Begrippen Een betekening is een formele kennisgeving. Onder het begrip betekening zoals voorzien in artikel 32 van het Gerechtelijk Wetboek moet worden verstaan: “de afgifte bij gerechtsdeurwaardersexploot, van een eensluidend afschrift van
- 2 - Protect
Bulletin
>>>
een akte die de gerechtsdeurwaarder moet laten betekenen.” Wanneer aan u ‘in persoon’ betekend werd, wil dit zeggen dat de gerechtsdeurwaarder u persoonlijk heeft aangetroffen bij het overhandigen van het vonnis.
arrest in al zijn aspecten definitief en onherroepelijk. Er resten ons dan geen rechtsmiddelen meer, waardoor we niets anders kunnen dan het vonnis of het arrest te aanvaarden en uit te voeren, hoe nadelig het ook mag zijn.
Is de persoon aan wie betekend moet worden niet aanwezig op het moment van de betekening, dan laat de gerechtsdeurwaarder een afschrift van het exploot achter en stuurt hij op de eerste werkdag die volgt op de aanbieding van het exploot een aangetekende brief naar de woonplaats van de persoon aan wie betekend moet worden. Daarin vermeldt hij duidelijk de datum van de aanbieding en biedt hij de persoon in kwestie aan om een exemplaar van de betekeningsakte op het gerechtsdeurwaarderskantoor af te halen (artikel 38 GWB ).
Daarnaast is de betekening meestal een voorloper van een gedwongen tenuitvoerlegging. Eens een vonnis betekend wordt, bestaat meteen de kans dat men de veroordeling ook effectief uitvoert, inclusief kosten en uitvoerend beslag op goederen. Omdat een betekening persoonlijk is, ondergaat enkel de verzekerde deze onaangename maatregelen als hij nv Protect niet tijdig op de hoogte gebracht heeft. Een reden te meer dus om een betekening onmiddellijk aan onze maatschappij te melden. Daarnaast kunnen wij eventueel weigeren om de uitvoeringskosten te dragen die uitsluitend veroorzaakt zijn doordat betekenisakten niet op tijd meegedeeld werden. U dreigt dus als verzekerde zelf voor deze kosten op te draaien.
Door de betekening van het vonnis begint de termijn van verzet, beroep of cassatie te lopen. De termijn om verzet of hoger beroep aan te tekenen, bedraagt één maand, te rekenen vanaf de betekening van het vonnis (artikel 1051 GWB), terwijl de termijn om cassatie aan te tekenen drie maanden is, te rekenen vanaf de dag waarop de bestreden beslissing is betekend (artikel 1073 GWB). Aangezien de betekening enkel gebeurt aan de in het vonnis of arrest vermelde partij - in 99% van de gevallen de verzekeringnemer of verzekerde krijgt enkel deze partij kennis van de betekening, en niet de verzekeraar, noch de advocaat. Enkel wanneer zij formeel bevestiging krijgen van de verzekerde kunnen ze initiatieven nemen voor beroep of cassatie, dan wel voor de regeling van het dossier. Deelt de verzekerde de ontvangst van de betekeningsakte niet mee, dan kan de beroeps- of cassatietermijn al verstreken zijn op het moment dat de advocaat of de verzekeraar kennis krijgt van de datum van betekening. Op dat moment is het vonnis of
5. Conclusie Wij kunnen een schadedossier pas goed beheren en afhandelen als we van u de nodige medewerking krijgen. Dit betekent niet alleen dat u ons de technische informatie en stukken bezorgt, maar ook dat wij van u alle belangrijke gerechtelijke en buitengerechtelijke akten ontvangen, en in het bijzonder de betekeningsakte. Onze schadedienst en uw dossierbeheerder staan altijd te uwer beschikking om uw vragen te beantwoorden in een specifiek schadedossier of over een mogelijk schadegeval.
Nathalie Heymans Juriste Protect
“
Het is cruciaal voor de afhandeling van een schadedossier dat iedere dagvaarding, gerechtsbrief of zelfs uitnodiging voor expertise onverwijld aan uw verzekeraar wordt bezorgd.
Bulletin
Protect -3--5Protect Bulletin
De aangifte van erelonen bij tussenkomst van gespecialiseerde raadgevers Voor bepaalde onderdelen van zijn opdracht doet een architect een beroep op gespecialiseerde raadgevers of studiebureaus. Werken zij voor hem als subcontractant, dan is de architect voor hen aansprakelijk en moet hij hun erelonen in zijn jaarlijkse aangifte opnemen. Doet hij dit niet, dan loert in zijn beroepsaansprakelijkheidspolis de evenredigheidsregel om de hoek.
De tussenkomst van deze gespecialiseerde raadgevers kan contractueel op twee manieren geregeld worden: In een eerste mogelijkheid sluit de raadgevend ingenieur voor zijn tussenkomst rechtstreeks een contract af met de bouwheer. De aansprakelijkheid van de architect beperkt zich dan tot de coördinatie van deze gespecialiseerde studies en een algemene controle.
Contractuele mogelijkheden De burgerlijke aansprakelijkheid van de architect wordt grotendeels bepaald door de inhoud van de opdracht die hij van de bouwheer krijgt. Sommige onderdelen van deze opdracht liggen bij wet vast omdat ze voorbehouden zijn aan architecten die op de rol van de Orde ingeschreven staan. Zo staat de architect, volgens artikel 4 van de wet van 20 februari 1939, in voor het ontwerp van elk gebouw dat onderworpen is aan een stedenbouwkundige vergunning en moet hij ook controle uitoefenen op de bouwwerken. Voor bepaalde onderdelen van het ontwerp of de controle op de uitvoering van de werken, doet de architect een beroep op gespecialiseerde raadgevers, zoals stabiliteitsingenieurs of studiebureaus voor technische uitrustingen van gebouwen.
Een tweede mogelijkheid bestaat erin dat de raadgevend ingenieur een contract afsluit met de architect en als diens subcontractant zijn studies uitvoert. De architect is dan ten aanzien van de bouwheer niet alleen aansprakelijk voor de coördinatie en de algemene controle, maar ook voor de inhoudelijke gebreken in de studies van de raadgevend ingenieur. Als de bouwheer schade lijdt door een fout van de raadgevend ingenieur, zal hij zijn schade-eis dan ook tot de architect richten. De architect en/of zijn verzekeraar hebben wel het recht om verhaal uit te oefenen op de raadgevend ingenieur. Invloed op de aangifte van de erelonen Als een architect voor gespecialiseerde studies met subcontractanten werkt, is hij ervoor aansprakelijk en
dient hij bijgevolg in de jaarlijkse aangifte ook de erelonen aan te geven die aan de subcontractanten betaald werden. Enkel wanneer een verzekeringsattest aantoont dat de subcontractant voor zijn beroepsaansprakelijkheid op een gelijkwaardige manier verzekerd is als de architect zelf, kan de architect de erelonen afzonderlijk vermelden op de aangifte en zullen ze bij de berekening van de definitieve premie in mindering gebracht worden van zijn eigen erelonen. Een architect die met subcontractanten werkt, moet dus in eerste instantie alle erelonen die hij aan de bouwheer opvraagt in de aangifte vermelden. Ook deze die aan de subcontractant doorbetaald worden. Gevolgen van onvolledige aangifte Geeft de architect voor een bepaald project niet alle opgevraagde erelonen aan en ontstaat er nadien schade waarvoor hij aansprakelijk is, dan voorzien de algemene voorwaarden van de beroepsaansprakelijkheidspolis in de toepassing van een evenredigheidsregel op de schadevergoeding. Met andere woorden: de schade wordt vergoed in verhouding tot de aangegeven erelonen en niet volgens de erelonen die werkelijk aan de bouwheer opgevraagd werden. Conclusie Als u voor gespecialiseerde studies met subcontractanten werkt, doet u er goed aan om ook de erelonen van deze subcontractanten aan te geven en uitsluitend een beroep te doen op subcontractanten die voldoende verzekerd zijn voor hun beroepsaansprakelijkheid. In het kader van uw eigen aansprakelijkheid is het echter nog beter om de gespecialiseerde raadgevers rechtstreeks met de bouwheer te laten contracteren.
- 4 - Protect
Bulletin
Marcel Mertens Directeur Productie
Schadecase: Waterinfiltratie in ondergrondse luchtkanalen De oorzaak van infiltratieproblemen in ondergrondse constructies dient op heden nog te vaak te worden toegeschreven aan het niet of onvoldoende nagaan van de ligging van het grondwaterpeil en de mogelijke schommelingen ervan ten gevolge van de seizoensvloeden. Dit geldt niet alleen voor de klassieke ondergrondse constructies, zoals kelders, maar evenzeer voor minder gebruikelijke constructies die in de ondergrond worden geplaatst, zoals kanalen die deel uitmaken van het verdeelsysteem van een verwarmingsinstallatie. Deze case behandelt een typevoorbeeld van schadegevallen waarmee onze schadedienst al meer dan eens mee te maken gehad heeft. Feiten en omstandigheden Een architect heeft een volledige opdracht voor de oprichting van een nieuwbouwwoning. De woning is deels onderkelderd en wordt voorzien van een verwarmingsinstallatie met verdeling van warme lucht. Een deel van de warmelucht-kanalen wordt aangebracht in volle grond onder de plaat van het gelijkvloers. De plannen en het bestek van de verwarmingsinstallatie werden opgemaakt door een gespecialiseerd installateur die de volledige installatie ook geplaatst heeft. Kort na ingebruikname van de woning, werd de aanwezigheid van water vastgesteld in de warmelucht-kanalen die zich in volle grond bevinden en tegelijkertijd ook infiltraties in de kelder ter hoogte van de doorgang van de warmelucht-kanalen doorheen de kelderwand. De werking van de verwarmingsinstallatie kwam hierdoor in het gedrang zodat, naast een oplossing voor definitief herstel, ook tijdelijke maatregelen noodzakelijk waren.
Procedure Er werd snel een minnelijke expertise opgestart waarbij in de eerste plaats overeengekomen werd om een tijdelijke bronbemaling aan te brengen. Na het akkoord rond de definitieve herstelwijze, bleef de omvang van de schadeeis van de bouwheer het enige struikelblok om tot een minnelijke regeling te komen waardoor we betrokken werden in een gerechtelijke procedure. Om dezelfde reden als bij de minnelijke onderhandelingen kon niet tot een schikking gekomen worden op basis van het eindverslag van de gerechtsdeskundige en diende het geschil verder te worden behandeld voor de Rechtbank. Aansprakelijkheid Zowel de gerechtsdeskundige als de rechter hebben geoordeeld dat de aansprakelijkheid volledig diende toegewezen te worden aan de architect. De installateur die naast de plaatsing ook alle uitvoeringsdocumenten had opgemaakt, ging in dit geval vrijuit. De installateur had immers op de plannen en in de bestekteksten duidelijk vermeld dat bij uitvoering van de warmeluchtkanalen in volle grond de bouwheer en/of de architect er steeds diende voor te zorgen dat de waterlijn (van zowel grond- als oppervlaktewater) min. 20 cm lager zou liggen dan de onderkant van de kanalen. De gerechtsdeskundige en de rechter waren dan de mening toegedaan dat de architect de enige partij was die de problematiek had moeten onderkennen en bijgevolg de nodige voorzorgsmaatregelen had moeten treffen ofwel de uitvoering met de kanalen in volle grond had moeten weigeren.
Oorzaak van de gebreken
Besluit
De oorzaak van de infiltratieproblematiek was onmiskenbaar te wijten aan het niet waterdicht zijn van de warmeluchtkanalen en aan het feit dat het niveau van het grondwater kon stijgen tot boven de onderkant van de kanalen.
Dit geval toont nog maar eens aan dat de kennis i.v.m. de ligging van het grondwaterpeil van cruciaal belang is voor het ontwerp en de uitvoering van alle ondergrondse constructies.
We herhalen daarbij dat de informatie i.v.m. de grondwaterstand verkregen door de opmetingen bij de sondering niet betrouwbaar zijn. Ook in dit behandelde geval had de architect zich voor de ligging van de grondwaterstand gebaseerd op de resultaten van de grondsondering. In werkelijkheid lag het grondwaterniveau beduidend hoger of waren de schommelingen veel belangrijker dan werd aangenomen op basis van de sondeerresultaten.
ir. Christophe Roelandt Directeur Schadedienst
Protect
Bulletin
-5-
Terugblik thema-avond over DBFM overeenkomsten
De belangstelling voor de publiekprivate samenwerkingsprojecten (PPS) zit al een tijdje in de lift. De afgelopen jaren werden er in de Europese regio voor meer dan 200 miljard euro aan PPS-contracten afgesloten voor de realisatie van allerhande projecten, zoals wegen, gebouwen, sportinfrastructuur,... Veel PPSovereenkomsten nemen in de praktijk de vorm aan van een D (Design) B (Build) F (Finance) en M (Maintenance) overeenkomst, kortweg de DBFMovereenkomst. Architectenkantoren en studiebureaus krijgen meer en meer te maken met deze vorm van contract en samenwerking. Protect nodigde op woensdag 3 juni ll. een 50-tal architecten-ingenieurs uit in het prestigieuze Empainhotel aan het Brusselse Warandepark voor een dinerconferentie over dit onderwerp. Visie van de aannemer-promotor Dhr. Lieven Verheye, directeur van ARTES Projects, stak van wal met een overzicht van het theoretische kader van DBFM-
- 6 - Protect
Bulletin
samenwerkingsvormen. DBFM-contracten vormen als geïntegreerde langetermijncontracten voor aannemer-promotoren een nieuwe markt met nieuwe opportuniteiten. Deze projecten vragen evenwel een aangepaste aanpak omwille van de vele disciplines die samen moeten werken om efficiënte langetermijnoplossingen te vinden. Als de uitvoering van een DBFM-contract een bedrijf op zich is, dan is de opmaak van een offerte reeds een project op zich. Transparante communicatie en discipline zijn daarbij cruciaal. De achterliggende filosofie van DBFM-contracten is intrinsiek logisch en interessant, maar vandaag vragen private partners zich steeds meer af of de hoge kost van de offerte nog langer opweegt tegen de lage slaagkans dat een opdrachtgever het contract effectief en transparant gunt. De toekomst van DBFM ligt dan ook in standaardisatie van bestekken en contracten, alsook in een gedragscode voor opdrachtgevers met betalende offertes. In die zin opperde Lieven Verheye dat de tijd misschien rijp is om naar analogie met de code-Lippens en de code-Buysse te pleiten voor een DBFM-code Protect.
De voordelen bij samenwerking met een Maintenance-partner Daarna lichtte Dhr. Devolder, business development manager van Cegelec Building Solutions, de toegevoegde waarde toe van de situatie waarbij de Maintenance-partner reeds in de startfase betrokken wordt. Bij een vroege, actieve inbreng van de M-partner wordt meteen aandacht besteed aan duurzaamheid en lange termijn. Het onderhoudsprogramma, Service Level Agreement-overeenkomsten, de Key Performance Indicators, de technische audit en energiebeheer komen reeds bij de ontwerpfase aan bod, wat meteen tot een geïntegreerde aanpak leidt. De verschillende partners zijn meer betrokken in het M-gebeuren, waardoor reeds van bij de startfase op een unieke manier knowhow verzameld wordt. Het resultaat is uiteindelijk een duurzamer en energiezuiniger gebouw en een installatie die de investeerder op lange termijn meer optimalisatie biedt en de gebruiker een betere werkomgeving. Belangrijk is wel dat het project geschikt
is voor DBFM, zowel op het vlak van kritische massa (circa 20 miljoen euro), als inzake langetermijncontract. Argumenten van de overheid Dhr. Werner Decrem, business unit manager PPS bij Participatiemaatschappij Vlaanderen, gaf daarna zijn visie als opdrachtgever mee. De trigger om vanuit de overheid private financiering toe te laten, is uiteraard de ontlasting van de overheidsbegroting. Daarnaast vormen risicobeheersing en ruimte voor innovatie en optimalisatie ook voor de opdrachtgever een duidelijke meerwaarde in DBFM-projecten. Het feit dat de markt een blijvende belangstelling voor deze projecten toont, is dan ook heel welkom, hoewel de overheid vandaag wel beseft dat een aantal zaken in het DBFM-gebeuren bijgeschaafd kunnen worden. Zo is er vooral veel kritiek op het aanbestedingstraject. Een gefaseerd aanbestedingstraject met een voorspelbaar procesverloop, aandacht voor de studiekosten en standaardisatie zijn volgens hem de boodschap.
Deontologische en juridische kijk op DBFM Meester Honoré van het advocaten kantoor Honoré en Gits rondde af met zijn juridisch-deontologische visie op samenwerkingsverbanden in DBFMvorm: "Het monopolie van de architect met de daaraan gekoppelde onverenigbaarheid met het beroep van aannemer is 70 jaar oud. Het beroep van aannemer en van architect is sindsdien sterk geëvolueerd. Aan beide zijden zien we een sterke professionalisering en schaalvergroting, waardoor beide beroepen steeds meer op elkaars terrein komen. Ook de verwachtingen van de bouwheren zijn gewijzigd. Zij zien de actoren op een werf als één team dat door onderlinge samenwerking het beoogde resultaat moet afleveren binnen de overeengekomen termijn en met respect voor het afgesproken budget. Bij de particuliere bouwheren manifesteert deze tendens zich in sleutel-op-de-deur en promotiebouw. Bij de overheid is de DBFM-opdracht een voorbeeld van dezelfde bekommernis. De wet van 20 februari 1939 staat een
horizontale teamvorming in de weg waarbij aannemer en architect zich (samen met anderen)via een projectvennootschap verenigen om het project voor de overheid te realiseren. Ook bij een DBFM blijft de tussenkomst van een architect uiteraard noodzakelijk en essentieel, maar dan in de klassieke relatie opdrachtgever(lees promotor)architect. Een partnership met de daaraan verbonden grotere inbreng in het project en deling in winst of verlies kan vandaag niet." Monopolies hebben hun prijs. Meester Honoré rondde af met de vraag of het monopolie van de architect vandaag nog maatschappelijk relevant is én voor de architect niet eerder een belemmering vormt bij de uitoefening van zijn beroep, dan wel (een bescherming)en een voordeel.
Rebecca Ramboer Bestuurder-Directeur
Protect
Bulletin
-7-
Protect seminaries: Gratis voor Protect-verzekerden
Protect organiseert in het najaar 2009 opnieuw infoavonden. Reeds gepland:
Uw beroepsaansprakelijkheid in de praktijk - donderdag 17 september: Hasselt, Kamer van Koophandel Limburg - dinsdag 22 september: Antwerpen, Het Ingenieurshuis - donderdag 24 september: Gent - De Pinte, Viteux - dinsdag 29 september: Lichtervelde, kantoren nv Ides Ramboer - donderdag 1 oktober: Brussel, hoofdzetel Protect
Een avond over de praktische uitwerking van de overeenkomst tussen architect en opdrachtgever, gevolgd door een uiteenzetting over veel voorkomende schades en hoe die kunnen voorkomen worden, tips van aangifte tot regeling. Meer informatie over het programma en de inschrijvingen: www.protect.be/seminaries Dergelijke seminarie kunnen op uw vraag ook in house georganiseerd worden (vanaf een 10-tal deelnemende medewerkers) neem hiervoor contact op met Rebecca Ramboer via
[email protected]
Protect Pensioenfonds
Fonds: Accent Global Fund
30.06.2003: 188,820 (start)
31.12.2004: 213,580
31.12.2006: 243,320
31.12.2008: 192,06
30.03.2009: 183,10
10.06.2009: 202,22
De aangeslotenen bij het P.P.F. vinden hier de stand van het fonds waardoor het rendement van hun pensioenkapitaal kan worden nagegaan. Het negatieve financiële klimaat van de laatste maanden heeft de stand volledig teruggedrongen naar het startniveau eind 2003.
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden Protect nv - Jetsesteenweg 221, B-1080 Brussel T 02 411 41 14 - F 02 411 19 29
[email protected] - www.protect.be Redactie: Ides Ramboer, Rebecca Ramboer, Marcel Mertens, Christophe Roelandt Verantwoordelijke uitgever: Ir. Ides Ramboer Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009
- 8 - Protect
Bulletin