HERVORMDE GEMEENTE DAARLE BELEIDSPLAN 2013-2018
INHOUDSOPGAVE
Inleiding
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
1. Visie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 1.1. Roeping van de gemeente . . . . . 1.2. Omgeving waarin de gemeente zich bevindt 1.3. Profiel van de gemeente . . . . . 1.4. Visie voor het beleid . . . . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
2 2 3 3
2. Structuur van kerkenraad, geledingen en commissies . . . . . . . . . 5 3. Beleid voor het gemeentewerk . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3.1. Eredienst en liturgie . . . . . . . 3.1.1. Zondagse eredienst. . . . . . 3.1.2. Gezinsdiensten . . . . . . 3.1.3. Huwelijks- en rouwdiensten 3.1.4. Overige diensten en samenkomsten .
. . .
. . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
6 6 7 7 8
3.2. Kerkenraad . . . . . . . . . . . . . 3.2.1. Samenwerking met Gereformeerde Kerk . . . . 3.2.2. Diverse overige beleidsvoornemens van de kerkenraad 3.2.3. Toerusting van de gemeente tot geestelijke groei . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
8 8 9 9
3.3. Pastoraat – Consistorie en bezoekdames .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
9
3.4. Diakonaat – College van diakenen
.
. . . . .
. . . . .
. . . . .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
10
3.5. Apostolaat . . . . . . 3.5.1. Evangelisatiecommissie . 3.5.2. Zendingscommissie . . 3.5.3. Zendingskaartencommissie
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
11 11 11 11
3.6. Vorming en toerusting . 3.6.1. Jongerencatechese 3.6.2. Volwassencatechese 3.6.3. Kringwerk . . . 3.6.4. Jeugdwerk . . . 3.6.5. Zondagsschool. .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
12 12 13 13 13 14
3.7. Andere gemeenteaktiviteiten – Aktiviteitencommissie .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
16
3.8. Beheer – College van Kerkrentmeesters en Commissie van Advies .
.
.
.
.
.
.
.
16
. . . . . .
. . . . . .
4. Prioriteiten in beleidsvoornemens, jaarplanning en verantwoordelijkheid . . 17 4.1. Prioriteiten in beleidsvoornemens . 4.2.Jaarplanning . . . . . . 4.3. Verantwoordelijkheid en evaluatie
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
INLEIDING De ontwikkeling van dit beleidsplan is in het najaar van 2012 in de kerkenraad gestart. De kerkenraad merkte al enige tijd dat het oude beleidsplan als richtingaanwijzer niet meer toereikend was, terwijl vragen over het leven en opbouw van de gemeente doordacht en beantwoord moesten worden. De kerkenraad heeft bewust de gemeente betrokken bij de ontwikkeling van dit nieuwe beleidsplan. Hiermee wordt de wijsheid van velen meegenomen en het draagvlak zo groot mogelijk gemaakt. Daarom is in de fase van visievorming een gemeenteavond belegd. En voor de doordenking van al het gemeentewerk is aan commissies en geledingen gevraagd hun stukje gemeentewerk vanuit het licht van de visie te doordenken en advies voor beleid uit te brengen aan de kerkenraad. Als eindverantwoordelijke heeft de kerkenraad alles doorgenomen, indien nodig aangepast en in dit plan tot één geheel gemaakt. Dit beleidsplan is bedoeld om richting te geven aan het leven en de opbouw van de gemeente in de komende jaren. Daarom is het een belangrijk document voor elk betrokken gemeentelid en in het bijzonder voor de kerkenraad en commissies en geledingen. Een beleidsplan is geen eeuwige waarheid. Het heeft slechts een blikveld van enkele jaren en pretendeert geen goddelijke inspiratie. Toch is bij de ontwikkeling van dit beleidsplan gebeden om de leiding van de Heilige Geest. Naar deze leiding is ook gezocht door het luisteren naar het Woord van God en door het onderlinge gesprek over het gemeentewerk in alle facetten. Het gebed van de kerkenraad is nu dat de Here dit beleidsplan tot zegen van Zijn gemeente zal laten zijn.
Dit beleidsplan is in de kerkenraadsvergadering van 25 september 2013 goedgekeurd.
Voorzitter: Ds. A. Theunisse Scriba: G.D. Jansen Voorzitter College van Diakenen: G.J. KleinJan Voorzitter College van Kerkrentmeesters: G.H. Nijkamp
1
1. VISIE 1.1. Roeping van de gemeente God roept door Zijn Woord Zijn gemeente op deze aarde in het leven. Hieronder volgen enkele van de teksten die de kerkenraad beluisterd heeft en waaruit zij de roeping van de gemeente verstaat: 1 Petrus 2: 1-10 God de Vader bouwt op de hoeksteen Christus een gemeente van levende stenen. Hand. 2: 41-47 Het leven van de eerste gemeente: verkondiging, gemeenschap, heilig avondmaal, gebeden, diakonaat. Efeze 4: 1-16 Christus geeft ambten en gaven. Ambten om de gemeente, bestaande uit gelovigen met verschillende gaven, bij haar roeping en eenheid te bewaren. Deut. 6: 1-15 God geeft Zijn volk de zegeningen van het verbond en roept hen op Hem alleen te dienen, anders houdt het verbond geen stand. Matt. 5: 13-16 De gemeente is zout der aarde, licht der wereld en stad op een berg. Joh. 15: 1-27 Alleen in verbondenheid met Christus kan de gemeente vrucht dragen. De onderlinge liefde is hierbij wezenlijk. Maar net als Jezus zal ook de gemeente in de wereld weerstand ondervinden. Hebr. 10: 19-39 Oproep tot meeleven met de gemeente van God om niet af te dwalen van de genade in Christus.
1.2. Omgeving waarin de gemeente zich bevindt De gemeente bevindt zich in een klein Twents dorp met als overwegende beroepsgroepen veehouders en arbeiders. Er is een hechte dorpsgemeenschap; wat ‘men’ vindt, weegt zwaar. Tradities en gewoonten spelen hierin een belangrijke rol. Vanuit het verleden zijn veel gewoonten christelijk gestempeld, maar dat is in verandering. Er is een gelijkmatige leeftijdsopbouw in het dorp en een breed verenigingsleven. Een kern van vrijwilligers doet veel taken in allerlei verbanden. Naast de Hervormde gemeente is er een Gereformeerde Kerk. Er is inhoudelijke herkenning en groeiende samenwerking. De secularisatie gaat ons dorp niet voorbij. Men neemt meer dan vroeger een eigen houding aan in het leven, ook wanneer dit op gespannen voet staat met tradities van het dorp of met het Evangelie dat in de kerk wordt uitgedragen. Dit wordt onder andere zichtbaar in afnemende kerkelijke betrokkenheid, ongehuwd samenwonen en afnemende zondagsheiliging. Gemakkelijk leidt dit tot spanningen, binnen families en in de kerk. Ook de financiële crisis raakt een heel aantal mensen. Er vallen ontslagen of de inkomsten worden minder terwijl de prestatiedruk stijgt. Bij velen is baanonzekerheid. Kansen voor het gemeenteleven liggen in de stabiele gezinsstructuren en in de vastheid van tradities. Diakonale activiteiten zouden makkelijk aansluiting moeten kunnen vinden bij de praktische volksaard. Geloofstoerusting in de groeiende mondigheid is onmisbaar. Twee kerken hebben een breed bereik onder de bevolking. In het evangelisatiewerk kunnen de gemeenten laagdrempelig inzetten op thema’s voor het hele dorp. Bedreigingen voor het gemeenteleven liggen in de secularisatie. Men laat zich minder verlossen, vernieuwen en gezeggen door het koningschap van de Here Jezus. Hiermee seculariseert ook de publieke opinie, die veel invloed heeft. Bij spanningen tussen het (post)moderne leven en het Evangelie is er een neiging de spanningen op te lossen door de interpretatie van het Evangelie aan te passen. De secularisering werkt ook door in de
2
tijdsbesteding van de mensen. Naast het arbeidsproces leggen veel bezigheden beslag op de tijd. Het gemeenteleven krijgt niet meer vanzelfsprekend prioriteit.
1.3. Profiel van de gemeente De gemeente heeft een klassiek gereformeerd profiel op basis van de belijdenis dat de bijbel Gods onfeilbaar Woord is. De gemeente onderschrijft van harte het belijden van de Protestantse Kerk in Nederland, zoals verwoord in de Apostolische geloofsbelijdenis, de geloofsbelijdenis van Nicea en de geloofsbelijdenis van Athanasius – waardoor zij zich verbonden weet met de algemene christelijke kerk – en zoals verwoord in de catechismus van Geneve, de catechismus van Heidelberg, de Nederlandse geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels – waardoor zij zich verbonden weet met de gereformeerde traditie. Het klassiek gereformeerde profiel wordt in de eredienst bijvoorbeeld zichtbaar in de centrale plaats van het Woord van God en de verkondiging hiervan, voorafgegaan door het gebed om de Heilige Geest. Liturgische formulieren uit de klassieke traditie worden gebruikt en er worden overwegend psalmen gezongen. Via het pastoraat ontvangt heel de gemeente om de twee jaar huisbezoek. Diakenen doen dienst bij het Heilig Avondmaal en ondersteunen goede doelen. Er is uitgebreid jeugdwerk met clubs en catechisatie. De gemeente is in verandering. Tegenover de druk van de secularisatie is er ook bewustwording van het geloof. De samenwerking met de Gereformeerde Kerk groeit. En ook in de eredienst is er de laatste jaren een aantal veranderingen doorgevoerd. Deze ontwikkelingen lijken samen te hangen met een veranderende stemverhouding in de gemeente en in de kerkenraad tussen enerzijds meer conservatieve en anderzijds meer progressieve mensen. Als mogelijkheid voor de opbouw van de gemeente dienen in de eerste plaats de gezinsstructuren zich aan. Investeren in kinderen, jongeren en hun ouders. Kunnen social media benut worden om verbonden te blijven en een diakonaal project een steentje bijdragen om betrokken te raken? Voor toerusting van volwassenen liggen er wellicht mogelijkheden in kringwerk. De gemeente wil breed toegankelijk zijn. Bedreigingen voor de gemeente liggen in twee spanningsvelden. Er is een toenemend spanningsveld tussen het Evangelie en (post)moderne leefpatronen die hiermee op gespannen voet staan. Een weg vinden zonder het Evangelie aan te passen, de dienst aan God uit te hollen en onnodig mensen van de gemeente te vervreemden is de opgave. Een ander spanningsveld is tussen traditie en vernieuwing. Het gevaar van tweestrijd is aanwezig in de gemeente.
1.4. Visie voor het beleid Uit de overwegingen van bovenstaande paragrafen heeft zich aan de kerkenraad een visie voor de gemeente geopend in vier hoofdlijnen, die met aandachtsstreepjes verder zijn uitgewerkt. 1. God de Vader bouwt op hoeksteen Christus door Woord en Geest een gemeente van levende stenen (1 Petrus 2: 1 - 10). - God de Vader bouwt: Wij bouwen de gemeente niet, maar Hij! Houvast! Hoop! - Christus de hoeksteen: Alles draait om Zijn offer voor onze zonde aan het kruis en om Zijn opstanding. Het gaat om het geloofsleven met Hem en uit Hem.
3
- Door Woord en Geest: Prediking van het Woord en onderwijs in het Woord blijven altijd wezenlijk belangrijk. Daar werkt de Geest in het bijzonder door. - Levende stenen: Het komt meer dan ooit aan op een levend geloof in de Here en een levendige betrokkenheid bij de gemeente. We willen in toenemende mate het geloof beléven (ook in de kerkdiensten). In de toenemende mondigheid is toerusting en verdieping in het geloof onmisbaar om lévende stenen te zijn. Inzet van gemeenteleden met verschillende gaven hoort ook bij de levendigheid van de stenen. Alleen door een levend geloof worden we behouden. 2. Hart van onze gemeente is de zondagse eredienst. Hier omheen is het andere gemeentewerk gegroepeerd (Hand. 2: 41 - 47). - In de eredienst wordt de Wet gelezen, het Evangelie verkondigd, de sacramenten bediend, gebeden, de lof van God gezongen, de gaven gegeven, enzovoort. Hier komt héél de gemeente en al het gemeentewerk samen. - Pastoraat, diakonaat, catechese, jeugd-, kring-, zendings- en evangelisatiewerk liggen hier omheen. Het Evangelie straalt door in de gemeente en ook naar buiten. - Diakonaat lijkt goed aan te sluiten bij de praktische aard van de leden van onze gemeente. 3. Vanuit het verbond: God wil werken in gezinnen en gezinsstructuren (Deut. 6: 1 – 15). - De gezinsstructuren in de gemeente kunnen voor de gemeenteopbouw optimaal benut worden. - Oproep aan en toerusting van ouders om geloof aan kinderen door te geven. - Het verbond drukt ook uit dat Gods keuze voor ons aan onze keuze voor Hem voorafgaat. De beloften en de roeping van het Evangelie waaieren door het verbond breed uit in de gemeente. Zo zijn we vanouds een volkskerk. God vraagt ons antwoord op het verbond in een leven van geloof en bekering; vrijblijvendheid is geen optie. 4. Eenheid van de gemeente in Christus is gáve. Tegelijk: ópgave om daarin te leven. Dán wordt het lichaam van Christus gebouwd (Efeze 4: 1 – 16). - De kerkenraad dient daarin voorop te gaan in onze brede gemeente met (a) een spanningsveld tussen traditie en vernieuwing en (b) het spanningsveld tussen Gods Woord en de seculariserende dorpsgewoonten (samenwonen; zondagsontheiliging; niet meeleven met gemeente; enz.). - Maar: het gaat wel om de eenheid in Christus! Wanneer we omwille van de eenheid Christus of het Evangelie gaan relativeren, lijkt misschien voor het moment de eenheid bewaard, maar raken we alles kwijt, want dan verlaten we het fundament! - Naar Christus’ eigen woord hebben we te rekenen met afwijzing, ongeïnteresseerdheid of weerstand tegen het Evangelie. Dat is niet vreemd, maar van alle tijden (Joh. 15). - Dit moet ook de blik naar binnen richten en ons de vraag stellen: zijn wij gemeente zoals God het vraagt? Laten we onszelf onderzoeken en steeds met berouw tot Christus terugkeren! - Maar niet vanuit een gevoel van machteloosheid over het verdampen van het geloof in onze tijd allerlei ‘truckjes’ uit de kast halen. God alleen bereikt harten. Van ons en van anderen.
4
5
KOSTERS EN ORGANISTEN
ZENDINGSKAARTENCOMMISSIE
kerkrentmeesters
DIAKENEN
AKTIVITEITENCOMMISSIE
ouderling-
COLLEGE VAN
BLOEMENCOMMISSIE
AMBTELIJKE AFVAARDIGINGEN
KRINGWERK
diakenen
ouderling-scriba
jeugdouderling
wijkouderlingen
predikant
CONSISTORIE
ZENDINGSCOMMISSIE
EVANGELISATIECOMMISSIE
ZONDAGSSCHOOLLEIDING
JEUGDWERKCOMMISSIE
CATECHESETEAM
GEZINSDIENSTCOMMISSIE
VAN ADVIES
COMMISSIE
BEZOEKDAMES
2. Structuur van kerkenraad, commissies en geledingen
voor zitter
COLLEGE VAN
KERKRENTMEESTERS
K E R K E N R A A D
CONTACTEN ZONDER AFVAARDIGING
3. Beleid voor het gemeentewerk 3.1. Eredienst en liturgie De eredienst valt onder directe verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Ook de gezinsdienstcommissie draagt op dit terrein haar steentje bij. 3.1.1. Zondagse eredienst Het hart en de bron van de gemeente is de lezing en de verkondiging van het Woord van God in de zondagse erediensten. Prediking: De bijbelse boodschap van de genade van God door Jezus Christus voor zondige mensen dient verkondigd te worden. Ontdekking van de zonde is nodig. Verkondiging van de genade is het leven. De toepassing hiervan door de Heilige Geest is onmisbaar. Want er zijn naar Christus’ woord twee wegen: een weg tot behoud door Christus’ bloed en een weg naar het verderf voor wie daaraan geen geloof schenkt. Daarom wil de gemeente vanuit een grondige exegese van het Schriftgedeelte het Woord pastoraal en praktisch ontvangen voor het hart en het dagelijkse leven. Met enige regelmaat wordt uit de Heidelbergse Catechismus gepreekt. Liturgie: In de morgendienst wordt ter verootmoediging en als regel voor het nieuwe leven de Wet des Heren gelezen. In de middag- of avonddienst wordt in gehoorzaamheid aan de Schrift het geloof beleden. Ook wordt de lof van God gezongen. De gemeente zingt in de dienst overwegend psalmen uit de berijming van 1773. Daarnaast ook een psalm uit de berijming van 1967 en een gezang uit het Liedboek. In de voorzang worden de psalmen in de berijming van 1967 opeenvolgend gezongen, met uitzondering van de morgendienst van de 1e en 3e zondag van de maand (het lied van school en kerk) en de advent- en lijdenstijd (een passend gezang uit het Liedboek). Van tijd tot tijd wordt het ‘Onze Vader’ gezongen als afsluiting van de gebeden. In bijzondere diensten met jongeren (gezinsdiensten, opening en sluiting winterwerk) wordt ook uit de bundel Op Toonhoogte gezongen. De kerkenraad neemt voor zich te bezinnen op de vraag of het zingen uit de psalmberijming van 1773 zal worden voortgezet en of het gebruik van de bijbelvertaling van 1951 nog goed begrijpelijk is, met name met het oog op jongeren en kinderen. Sacramenten: Het Heilig Avondmaal wordt vier keer per jaar bediend met een voorbereidings- en een nabetrachtingsdienst. In de week van voorbereiding is er gelegenheid tot censura morum. Belijdende leden worden opgeroepen deel te nemen. De Heilige Doop vindt plaats naar behoefte, na een voorafgaand doopgesprek over de betekenis van het sacrament. Wanneer ouders geen belijdenis hebben gedaan, wordt hier vanuit de betekenis van het sacrament over doorgesproken. Wanneer ongehuwd samenwonende ouders een kind ten doop willen houden, wordt hen vanuit Gods Woord de weg van het huwelijk gewezen, dat immers een afspiegeling is van Gods verbond (Ef. 5). Willen zij deze weg van bekering niet gaan, dan wordt per situatie door de kerkenraad een afweging gemaakt over de doopaanvraag. De kerkenraad neemt zich voor te onderzoeken of er bondigere formulieren zijn om bij de sacramenten te lezen, die toch duidelijk het klassiek gereformeerde onderwijs en geloofsklimaat uit de Schrift vertolken.
6
Gebedshouding: De kerkenraad gaat zich bezinnen op het gebruik dat dienstdoende ambtsdragers en leden van commissie van advies staan tijdens de gebeden van de eredienst. Visuele hulpmiddelen: De kerkenraad neemt voor zich te bezinnen op het wel of niet gebruiken van een beamer in de eredienst. Eerste dienst van de maand: Met ingang van september 2013 zal in elke eerste dienst van de maand extra aandacht aan kinderen worden besteed. Dit, in combinatie met de nieuwe zondagsschoolstructuur, om het ingroeien van kinderen in de eredienst te stimuleren.1 Bij het maken van nieuwe preekroosters wordt in deze dienst zoveel mogelijk de eigen predikant ingeroosterd. Naast het zingen van het lied van kerk en school zal de predikant tenminste één keer in deze dienst speciaal aandacht aan de kinderen geven. Het blijft verder een gewone kerkdienst en wordt geen speciale kinderdienst. 3.1.2. Gezinsdiensten Driemaal per jaar bereidt de gezinsdienstcommissie een laagdrempelige dienst voor. Naast de psalmen en de gezangen uit het Liedboek wordt ook gezongen uit Op Toonhoogte, de Evangelische Liedbundel of Johannes de Heer. De kerkenraad waardeert het brede zangrepertoire, waardoor er voor iedereen een herkenbaar lied is te zingen. Vaak is er een muzikale of vocale bijdrage in de gezinsdienst, waarbij – naast koren en groepen van buiten – ook oog is voor talenten die in de eigen gemeente aanwezig zijn. Eenmaal per jaar kan er een gospelgroep of een band worden uitgenodigd. Het Woord van God staat ook in gezinsdiensten centraal. In de verkondiging zoekt de predikant het Woord kinderlijk eenvoudig bij de hele gemeente en in het bijzonder bij kinderen neer te leggen. Taak van de commissie is om te zoeken naar thema’s en vormgeving van de liturgie waardoor de kinderen ontdekken dat God ook hen aanspreekt door Zijn Woord. De commissie bekijkt of via het liturgieboekje ook het gesprek na afloop van de dienst tussen ouders en kinderen gestimuleerd kan worden. Er vindt na iedere gezinsdienst een terugkoppeling plaats met feedback vanuit de kerkenraad door de predikant en de andere ambtsdrager die in de commissie zitting heeft naar de gezinsdienstcommissie. De planning van de gezinsdiensten zal in de komende jaren verlegd gaan worden naar een eerste zondag van de maand en zoveel mogelijk op een eerste zondag van een nieuw kwartaal, zodat er na afloop gelegenheid is tot koffiedrinken in Rehoboth. De kerkenraad neemt zich voor de gezinsdiensten per twee jaar intern te evalueren. 3.1.3. Huwelijks- en rouwdiensten De kerkelijke inzegening van een huwelijk vindt plaats nadat de predikant met het bruidspaar heeft gesproken over de bijbelse noties van het huwelijk. Ongehuwd samenwonenden krijgen hiertoe ook de mogelijkheid, waarbij in het gesprek vanuit de bijbel over het ongehuwd samenwonen gesproken wordt en de weg naar het huwelijk gestimuleerd wordt. Bij een huwelijk van een gelovige met een ongelovige wordt mede over de gevolgen van dit diepe verschil gesproken met het bruidspaar. Indien zij dit wensen, wordt voor hen een gebedsdienst belegd, waarin om de zegen van de Here voor het bruidspaar wordt gebeden. 1
Zie ook § 3.6.5, p. 14 en 15 (zondagsschool)
7
Bij een huwelijk met iemand uit de Rooms-katholieke Kerk wordt gesproken over de wenselijkheid vanuit pastoraal oogpunt om samen tot dezelfde gemeente te gaan behoren en in die gemeente de zegen te ontvangen. Blijft het bruidspaar toch vasthouden aan de wens van een oecumenische dienst, dan wordt daaraan meegewerkt, mits gevoelige elementen tussen beide tradities in de dienst geen plaats krijgen. Het laten inzegenen van andere levensverbintenissen dan tussen man en vrouw is in onze gemeente niet mogelijk. Bij huwelijks- en rouwdiensten wordt graag ruimte gegeven voor inbreng in de keuze van liederen door de familie. Dit verhoogt de persoonlijke betrokkenheid bij de dienst. De predikant blijft de eindverantwoordelijkheid dragen voor de liturgie. De kerkenraad wenst wel dat muziek en zang binnen de breedte van de christelijke traditie blijven. Mooie seculiere liederen vallen hierbuiten.
-
-
3.1.4. Overige diensten en samenkomsten Met bid- en dankdag worden de morgendiensten voorbereid met basisschool De Ark. Zowel de morgen- als de avonddienst is gezamenlijk met de Gereformeerde Kerk. De avonddienst van Goede Vrijdag is ook gezamenlijk met de Gereformeerde Kerk. De evangelisatiecommissie belegt rond koningsdag een tentdienst en in de zomer een openluchtdienst op de evenementenweide. Op Kerstavond wordt een samenkomst georganiseerd door de christelijke muziekvereniging EMOS en op de avond van Palmpasen door het christelijke koor Soli Deo Gloria. Op de morgen van de Tweede Kerstdag vindt de kerstfeestviering van de zondagsschool plaats.
3.2. Kerkenraad De kerkenraad is de vergadering van allen die namens Christus het ambt dragen in de gemeente, te weten de predikant, de ouderlingen(-kerkrentmeester) en de diakenen. Naast de primaire verantwoordelijkheid voor de eredienst (uitgewerkt in bovenstaande paragraaf) en de verantwoordelijkheid voor pastoraat, diaconaat, vorming en toerusting en beheer (uitgewerkt in de volgende paragrafen), draagt de kerkenraad nog een aantal verantwoordelijkheden. Deze worden hieronder uitgewerkt. 3.2.1. Samenwerking met Gereformeerde Kerk De gave en opgave van de eenheid van Gods gemeente in Christus maakt dat samenwerking met de Gereformeerde Kerk gezocht wordt. Hierbij is overigens van belang de geschiedenis van beide kerken en de onderlinge gevoeligheden te onderkennen, om er niet over te struikelen. De inhoudelijke herkenning in geloof en prediking heeft vanouds tot samenwerking geleid. Voorbeelden hiervan zijn gezamenlijke diensten op bid- en dankdag en op Goede Vrijdag en een gezamenlijk georganiseerde vakantiebijbelweek. Laatste jaren is de samenwerking verder gegroeid. Vanwege een afnemend aantal betrokken jongeren zijn de jeugdclubs samengegaan. Er is een gezamenlijke evangelisatiecommissie gekomen en beide zendingscommissies steunen gezamenlijk een project. Daarnaast is tweemaal per jaar kanselruil gekomen, gezamenlijke 8
volwassencatechese door beide predikanten en in aansluiting op een initiatief van vroeger een gezamenlijke kerkenraadsvergadering. Met het oog op de komende jaren neemt de kerkenraad zich de volgende punten voor met betrekking tot deze samenwerking: - De samenwerking die plaatsvindt ondersteunen en oog hebben voor spontaan groeiende samenwerking. - Samenwerking van jeugdclubs verder in gemeentewerk integreren (parallel of gezamenlijk maken van opening en sluiting winterwerk; afname dubbele vergaderingen clubleiding).2 - Jaarlijks enkele zondagse avonddiensten in de zomer gezamenlijk houden. - Eens per twee jaar een bijeenkomst van beide kerkenraden om elkaar op niveau van de kerkenraad te ontmoeten rondom een voor beide kerkenraden relevant thema. Daarnaast zou op zo’n bijeenkomst gesproken kunnen worden over zaken die samenwerking aangaan. Besluitvorming blijft echter in de afzonderlijke kerkenraadsvergaderingen. - Onderzoeken of een gezamenlijke huwelijkstoerusting kan plaatsvinden, waarbij (aanstaande) bruidsparen in kringverband enkele avonden gerichte huwelijkstoerusting ontvangen.3 3.2.2. Diverse overige beleidsvoornemens van de kerkenraad De kerkenraad wil zich in de komende jaren bezinnen op: - Bijbelse richtlijnen en vragen voor het gemeenteleven op het gebied van homoseksualiteit. - De wijze waarop de ambtsdragersverkiezingen plaatsvinden. - Hieraan verbonden de vraag of het wenselijk is een bepaalde verhouding in het aantal mannelijke en vrouwelijke ambtsdragers na te streven, nu sinds september 2012 een vrouwelijke ambtsdrager in de kerkenraad is gekomen. - Nu de vrouwelijke ambtsdrager aanvaard is, wil de kerkenraad de vraag van het wel of niet uitnodigen van vrouwelijke voorgangers onder ogen zien. 3.2.3. Toerusting van de gemeente tot geestelijke groei De voornaamste taak van de kerkenraad is het toerusten van de gemeente in de groei naar haar Here en Heiland. Met het oog op deze taak wordt de eredienst, het pastoraat, de catechese, het diaconaat en al het gemeentewerk vormgegeven. Hierbij wil de kerkenraad komende jaren in het bijzonder het kringwerk en het diaconaat stimuleren. Maar uiteindelijk is groei naar de Here geen zaak die zich beleidsmatig af laat dwingen. Het is bovenal een geestelijke zaak, die gebed en persoonlijke toewijding aan de Here vereist.
3.3. Pastoraat – Consistorie en bezoekdames Omzien naar elkaar in de gemeente en daarbuiten is een roeping voor elk gemeentelid. Daarnaast wordt gerichte pastorale zorg geboden door de predikant en de wijkouderlingen, daarin bijgestaan door een team van bezoekdames. De predikant vormt met de wijkouderlingen en de jeugdouderling het Consistorie. Elke wijkouderling is verbonden aan 2 3
Zie ook § 3.6.4, p. 14 (jeugdwerk) Zie ook § 3.6.3, p. 13 (kringwerk)
9
een bezoekdame, die in overleg met de wijkouderling in hetzelfde gebied bezoekwerk verricht onder ouderen, eenzamen of zieken. Elk gemeentelid ontvangt eens per twee jaar huisbezoek van de ouderlingen. Vanaf 75 jaar ontvangen gemeenteleden rond hun verjaardag bezoek van de ouderling, vanaf 80 jaar van de predikant en in beide gevallen ook na enige tijd van de bezoekdames. Bij ouderen, alleenstaanden of andere geïnteresseerden wordt bovendien zes maal per jaar het blad ‘Lichtspoor’ rondgebracht door afwisselend de ouderlingen en de bezoekdames. De predikant richt zich op het crisispastoraat en naast bovengenoemd ouderenbezoek op pastoraat aan jongeren en jonge gezinnen. In het pastorale gesprek wordt gesproken over het dagelijks leven voor het aangezicht van God. Hierbij krijgt het persoonlijke geloofsleven, de doorwerking van de prediking en het samen gemeente van Christus zijn goede aandacht. Gewoonlijk komt het Consistorie in september, januari en mei in vergadering bijeen om zaken van orde voor het pastoraat te bespreken en toerusting te ontvangen. Het Consistorie neemt zich voor in de vergaderingen ruimere tijd en aandacht te reserveren voor toerusting. In de januarivergadering kunnen voor het onderlinge contact en heldere afspraken de bezoekdames worden uitgenodigd. De kerkenraad neemt zich voor iemand in de gemeente te zoeken die zich – in afstemming met de jeugdouderling – speciaal voor het pastoraat aan jongeren in zal zetten. Deze wens uit het Consistorie klonk ook vanuit het catecheseteam en het jeugdwerk.4
3.4. Diakonaat – College van Diakenen De hele gemeente is in navolging van de Here Jezus geroepen tot de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid, in wederkerigheid. Barmhartigheid voor mensen in allerlei noden. Gerechtigheid omdat God mensen wil verlossen van onrecht en tot Zijn recht wil laten komen. In wederkerigheid omdat de naaste geen object van onze hulp is, maar een mens of groep die respect verdient en ons iets te zeggen heeft. De diakenen, verenigd in het College van Diakenen, gaan de gemeente in deze dienst voor en rusten haar hiervoor toe. Zo zorgen zij voor de inzameling van de gaven in de eredienst en voor een goede besteding van deze gelden. Zij stellen een begroting op en leggen verantwoording van het gevoerde beleid af door middel van een jaarrekening die op de jaarlijkse gemeenteavond gepresenteerd wordt. Zij maken door publicaties de gemeente bewust van de noden die er zijn en nemen deel aan gemeentelijke en classicale verbanden waar diakonale aanwezigheid gevraagd wordt. Zij doen dienst bij de viering van het Heilig Avondmaal, zowel in de gemeente als bij mensen thuis. Ook valt het beheer van de kerkradio onder hun taken. Om de vier jaren vraagt het college voor wat voor soort taken in het gemeentewerk gemeenteleden zich zouden willen inzetten. Deze inventarisatie gebeurt met behulp van een vragenlijst die bij de formulieren voor de vrijwillige bijdrage aan alle gemeenteleden wordt verstrekt. Het college verwerkt de gegevens en stelt deze beschikbaar, zodat mensen gericht voor bepaalde taken benaderd kunnen worden. Voor de komende jaren neemt het College zich voor te investeren in de toerusting van gemeenteleden tot praktisch diakonaal werk. Hierbij heeft zij drie dingen voor ogen:
4
Zie ook § 3.6.1, p. 12 (jongerencatechese) en § 3.6.4, p. 14 (jeugdwerk)
10
- Jongeren stimuleren mee te doen met diakonale projecten, zoals bijvoorbeeld World Servants verzorgt. Hen indien nodig – en voor zover wordt voldaan aan de criteria waaraan aktiviteiten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor diakonale gelden – financieel ondersteunen en praktisch begeleiden. - Een autodienst opzetten voor ouderen of zieken, bijvoorbeeld voor een bezoek aan huisarts, ziekenhuis of aan de kerk. Voor de zondagse autodienst worden vooral chauffeurs uit de jongeren van de gemeente gezocht om juist hen op deze manier te betrekken bij dit praktische diakonaat en bij de kerkdienst. - Onderzoeken of in verband met afnemende subsidies en zorg van de kant van de overheid het opzetten van een diakonale vrijwilligersdienst wenselijk en mogelijk is ter ondersteuning van mantelzorgers.
3.5. Apostolaat 3.5.1. Evangelisatiecommissie De Evangelisatiecommissie bestaat naast leden uit de Hervormde gemeente ook uit leden van de Gereformeerde Kerk. Zij werkt onder verantwoordelijkheid van beide kerkenraden. De commissie zorgt voor materiaal voor de week van het gebed. Ze organiseert in de stille week een vesper, rond Koningsdag een tentdienst, in de zomer een openluchtdienst en in het voor- of najaar een thema-avond met een spreker. Verder staat ze op een Tipdag met een boekenkraam en deelt ze met Pasen en Kerst het blad ‘Leven.nu’ uit. Om de brede ingang van beide kerken in het vanouds christelijke dorp te benutten, neemt de commissie zich voor eens per twee jaar op een laagdrempelige locatie een laagdrempelige thema-avond te organiseren rondom een onderwerp dat voor velen in het dorp relevant is en het christelijke geloof raakt. 3.5.2. Zendingscommissie De zendingscommissie zorgt voor financiële middelen om zendingswerk te ondersteunen door de verkoop van GZB-dagboekjes en de inzameling en verkoop van postzegels. Ook wordt vier keer per jaar een diakonale collecte bestemd voor de Gereformeerde Zendingsbond (GZB). Afgelopen jaren werd samen met de zendingscommissie van de Gereformeerde Kerk de familie Hansum ondersteund, die namens de GZB was uitgezonden in Libanon. Een nieuw gezamenlijk project is gevonden in financiële ondersteuning van het werk van Jelle en Jody Manenschijn bij Jeugd met een Opdracht. De commissie neemt zich voor meer naar buiten te treden met haar werkzaamheden. Daarbij denkt zij onder andere aan: - Via kerkblad aankondigen wanneer de GZB-dagboekjes worden rondgebracht, hoeveel de verkoop heeft opgeleverd en waar dit geld aan besteed wordt. - Proberen naast het gestaag krimpende aantal vaste afnemers ook nieuwe afnemers van de GZB-dagboekjes te vinden. - Zoeken naar wegen en middelen om geregeld het zendingswerk onder de aandacht van de gemeente te brengen. 3.5.3. Zendingskaartencommissie Een aantal gemeenteleden komt van tijd tot tijd bij elkaar om mooie kaarten te maken die verstuurd kunnen worden ter gelegenheid van de verjaardagen van zendingswerkers die 11
uitgezonden zijn via de GZB. De kaarten worden geschreven en geadresseerd achterin de kerk gelegd. Gemeenteleden kunnen bij het uitgaan van de kerk de kaarten meenemen, van een postzegel voorzien en posten.
3.6. Vorming en toerusting In het verlengde van de lezing en verkondiging van het Woord van God op de dag des Heren is nadere vorming en toerusting van jongere en oudere gelovigen belangrijk om als levende stenen door de Here gebruikt te kunnen worden voor de bouw van de geestelijke tempel voor de Here. In de volgende paragrafen worden vormings- en toerustingsaktiviteiten besproken. 3.6.1. Jongerencatechese Jongerencatechese is geloofsonderricht aan jongeren van de gemeente om hen hun doop te leren verstaan en zo te brengen tot het beantwoorden van het verbond met God in een leven van geloof en bekering, gemarkeerd door de openbare belijdenis van het geloof. Aan de openbare geloofsbelijdenis gaat een jaar van speciale voorbereiding vooraf: de belijdeniscatechese. Een jaar na de openbare geloofsbelijdenis nodigt de predikant de groep nog een keer uit voor een toerustingsavond. De catechese vindt op maandag-, dinsdag- en vrijdagavond plaats door de predikant en een externe catecheet. De belijdeniscatechese wordt in overleg met de belijdeniscatechisanten indien mogelijk op dinsdagavond door de predikant gegeven. Elk winterseizoen bereidt de predikant met alle verschillende groepen catechisanten een aantal kerkdiensten voor. Zo wordt voor de jongeren een verbinding met de kerkdienst gelegd en ontmoet de predikant ook jaarlijks de jongeren van de groepen die gewoonlijk door de externe catecheet geleid worden. Als kapstok voor de catechese dient de methode ‘Leer ons kennen’, ‘Leer ons geloven’ en ‘Leer ons belijden’ van de HGJB. Daarnaast worden elk jaar één of twee catecheselessen over liefde, seksualiteit en relaties gegeven. Met de overgang naar het voortgezet onderwijs ontvangen de jongeren een uitnodiging en oproep voor de catechese. Aan het begin van het seizoen worden ouders van nieuw instromende catechisanten door de predikant uitgenodigd voor een bijeenkomst om hen toe te rusten de catechese vanuit thuis zo goed mogelijk te stimuleren. Voor de komende jaren zijn er de volgende aandachtspunten: - Aandacht besteden aan de doorstroming van jongeren van de gewone catechese naar de belijdeniscatechese. - Iemand in de gemeente zoeken die – in afstemming met de catecheten – pastorale aandacht geeft aan jongeren die niet naar de catechisatie komen, gedurende het seizoen afhaken of bij de overgang naar een nieuw seizoen afhaken. 5 - Iemand in de gemeente zoeken (liefst een enthousiaste jongere) die actief ‘social media’ inzet om ook op dit terrein de verbinding te leggen tussen enerzijds de gemeente, gemeenteaktiviteiten, geloof en bijbel en anderzijds de jongeren.6 - In overleg met de Gereformeerde Kerk en basisschool De Ark mogelijkheden van basiscatechese onderzoeken. 5 6
Zie ook § 3.3, p.10 (pastoraat) en § 3.6.4, p. 14 (jeugdwerk) Zie ook § 3.6.4, p. 14 (jeugdwerk)
12
3.6.2. Volwassencatechese Samen met de Gereformeerde Kerk wordt volwassencatechese gegeven. Er zijn vijf tot zes bijeenkomsten per winterseizoen, die door beide predikanten om beurten geleid worden. Met elkaar wordt in de bijbel gelezen, worden bijbelse verbanden ontdekt en bijbelkennis opgedaan. Daarbij worden ook verbindingen naar de hedendaagse tijd gezocht en gelegd, zonder dat de catechese het karakter van een gesprekskring krijgt. 3.6.3. Kringwerk Voor toerusting in het geloof in een steeds mondigere samenleving kan naast catechese ook kringwerk belangrijke diensten bewijzen. Op de kring hoort men anderen spreken over het geloof, leert men zelf in die vertrouwde omgeving erover spreken, gaat het Woord van God open en komen onderwerpen op het snijvlak van geloof en dagelijks leven ter sprake, waar allen mee te maken hebben. Gesprekskringen: Er is in de gemeente een vrouwengesprekskring en een jongerengesprekskring. De kringen zijn onafhankelijk van elkaar. Ze volgen elk hun eigen programma dat in overleg met de eigen kringleden wordt vastgesteld. Gemeenschappelijk is de jaarlijkse preekbespreking die in januari door de kringen voor heel de gemeente georganiseerd wordt. Gelegenheidskringen: Naast deze gesprekskringen zijn er doopouderkringen. Ouders die hun kind in een bepaald jaar (gerekend van zomer tot zomer) hebben laten dopen, worden uitgenodigd deel te nemen aan de doopouderkring van die jaargang. De doopouderkring komt vier jaar lang tweemaal per jaar bij elkaar en is gericht op relevante thema’s van geloof en opvoeding. Met het oog op het verder ontwikkelen van het kringwerk voor de opbouw van de gemeente neemt de kerkenraad zich het volgende voor: - De leiding van de jongerengesprekskring toerusting bieden voor het leiden van de kring. - Wanneer bij gemeenteleden het verlangen bestaat of ontstaat tot de vorming van een gebedskring om daardoor het gebed voor de geestelijke opbouw van de gemeente te intensiveren, zal dit gestimuleerd worden. - Onderzoeken of en op welke manier de doopouderkringen na afloop van de voorgenomen vier jaren zouden kunnen blijven voortbestaan. - Onderzoeken of in samenwerking met de Gereformeerde Kerk een huwelijkskring gevormd kan worden, waarbij (aanstaande) bruidsparen in kringverband enkele avonden gerichte huwelijkstoerusting ontvangen.7 - Jaarlijks voor ouders van wie een kind van de zondagsschool komt een toerustingsavond bieden voor het samen met hun kind beleven van de kerkdienst. - Belijdeniscatechisanten stimuleren na de openbare geloofsbelijdenis als kring in één of ander verband verder te gaan met de geloofsverdieping. - Met de leiding van de jongerengesprekskring onderzoeken of er om de zoveel tijd een geloofscursus in de kring geïntegreerd zou kunnen worden met tegelijk een uitnodiging voor de hele gemeente. Te denken is aan een cursus om te leren spreken over het geloof of een Michacursus. 3.6.4. Jeugdwerk 7
Zie ook § 3.2.1, p. 9 (samenwerking met Gereformeerde Kerk)
13
Het jeugdwerk heeft tot doel de kinderen en jongeren op hun niveau inhoudelijk in aanraking te brengen met het Woord van God en het geloof en daarnaast gelegenheid te bieden elkaar te ontmoeten en met elkaar ontspannend bezig te zijn. Voor de kinderen in de leeftijd van groep 5 tot en met 8 van de basisschool zijn op donderdagmiddag de kinderclubs. Voor jongeren van het voortgezet onderwijs zijn op vrijdagavond de jeugdclubs. De jeugdclubs worden gezamenlijk met de Gereformeerde Kerk gehouden. Sinds dit samengaan is de neerwaartse trend van deelnemers gekeerd en blijft een aantal jongeren ook in hogere leeftijden naar de club komen. Voor het clubwerk wordt materiaal van de HGJB gebruikt. Om het reguliere clubwerk heen worden ontspannende activiteiten georganiseerd, zoals schaatsen, zwemmen, clubnacht en clubkamp. Ook worden rond Kerst fruitbakjes bezorgd bij ouderen en zieken als een diakonale activiteit. In januari worden bloemen verkocht als fondswerving. Overige financiële ondersteuning ontvangt het jeugdwerk uit subsidie, collecten en de diakonie. Voor de komende jaren neemt het jeugdwerk zich voor: - Creatief blijven zoeken naar manieren om de inhoudelijke, bijbelse lijn bij kinderen en jongeren (pubers) onder de aandacht te blijven brengen op de club. - Kinderen en jongeren meer inzetten bij diakonale aktiviteiten, zodat zij al van jongs af aan met dit wezenlijke deel van het gemeentewerk leren meedoen. Concreet: (a) fruitbakjes niet door clubleiding, maar door jongeren weg laten brengen (m.b.v. clubleiding); (b) onderzoeken of jongeren mee kunnen helpen met fondswerving voor bijvoorbeeld een project van World Servants van oudere jongeren8; (c) het tweejarige diakonale project van de HGJB gebruiken voor concrete inzet van kinderen of jongeren. - Nadenken over wel of niet samengaan van de kinderclubs met de Gereformeerde Kerk, nu de jeugdclubs samen zijn gegaan. - Wegen zoeken om het aantal vergaderingen van de jeugdclubleiding te verminderen.9 - Iemand in de gemeente zoeken die – in afstemming met de clubleiding – pastorale aandacht geeft aan jongeren die niet naar de club komen, gedurende het seizoen afhaken of bij de overgang naar een nieuw seizoen afhaken. 10 - Iemand in de gemeente zoeken (liefst een enthousiaste jongere) die actief ‘social media’ inzet om ook op dit terrein de verbinding te leggen tussen enerzijds de gemeente, gemeenteaktiviteiten, geloof en bijbel en anderzijds de jongeren.11 3.6.5. Zondagsschool Het doel van de zondagsschool is dat jonge kinderen van de gemeente op hun eigen niveau vertrouwd raken met bijbel en geloof. Omdat de zondagsschool tijdens de kerkdienst plaatsvindt, is er ook aandacht voor het ingroeien van de kinderen in de kerkdienst. Structuur van de zondagsschool (per augustus 2013): Gewoonlijk 1e zondag van de maand Gr. 1 Zondagsschool; terug na preek Kindernevendienst Gr. 2 Zondagsschool; terug na preek Kindernevendienst Gr. 3 Kindernevendienst Kindernevendienst 8
Zie ook § 3.4, p. 10 (diakonaat) Zie ook § 3.2.1, p. 9 (samenwerking met Gereformeerden) 10 Zie ook § 3.3, p.10 (pastoraat) en § 3.6.1, p. 12 (jongerencatechese) 11 Zie ook § 3.6.1, p. 12 (jongerencatechese) 9
14
Gr. 4 Kindernevendienst In de kerk ‘Zondagsschool’ betekent dat de kinderen voor de dienst in Rehoboth starten. ‘Kindernevendienst’ betekent dat de kinderen in de kerk starten. Allen komen steeds in de kerk terug na het lied na de preek. Rondom deze vaste structuur: - Bij doopdiensten komen de jongste zondagsschoolgroepen voor aanvang van de dienst vanuit Rehoboth voor de kerkenraad de kerk in. Voorin zien de kinderen het goed, krijgen ze aandacht en uitleg van de predikant en mogen ze de doopouders een liedje toezingen en een kadootje overhandigen. Met de dopeling gaan zij de kerk uit. - Op 2e Kerstdag is er een Kerstfeestviering van de zondagsschool in de kerk. - Aan het einde van het schooljaar nemen de leerlingen van groep 4 in een kerkdienst afscheid van de zondagsschool en krijgen zij een kinderbijbel kado. - De eerste bediening van het Heilig Avondmaal in het kalenderjaar komen de kinderen na het zingen van het lied na de tweede tafel terug in de kerk. Zij gaan met de leiding voorin zitten. De predikant geeft hen aandacht m.b.t. het Heilig Avondmaal. - De overige bedieningen van het Heilig Avondmaal komen de kinderen na het slotlied terug in de kerk. - Wanneer de zondagsschool bij bijzondere dagen aan een project werkt, kan er bij terugkomst van de kinderen kort iets gepresenteerd worden in de kerk. - Tijdens gezinsdiensten en in de schoolvakanties is er geen zondagsschool; in de zomervakantie echter soms wel. Motivatie nieuwe structuur: - Vraag vanuit gemeente en commissie jongeren en jonge gezinnen om zondagsschool en kindernevendienst te doordenken. - Kinderen horen als kinderen van het verbond helemaal bij de gemeente (doop). - Zondagse eredienst is hart van de gemeente, daarom nieuwe structuur ook gericht op ingroeien van kinderen in eredienst. - Daarom is niet gekozen voor hogere leeftijden. Ook niet omdat de overgang naar ‘de preek’ voor een 12-jarige veel moeilijker blijkt dan voor iemand die er vanaf 8 jaar ingroeit. - Evaluatie nieuwe structuur in zomer 2014 door de kerkenraad. Organisatorisch: - Per groep wordt gestreefd naar 2 leidinggevenden en 2 hulpleidsters - Eén leidinggevende is als voorzitter aanspreekpunt - Eén houdt de financiën bij. Inkomsten uit collecte tijdens de zondagsschool en bijdrage vanuit de diaconie - Eén verzorgt kopij van het kerkblad - Jeugdouderling neemt deel aan de vergaderingen Inhoudelijk: - Methode van ‘Op Stap’ (HGJB) reikt materiaal aan over de bijbel (verhalen, verwerkingen) en ook voor ingroeien in de kerkdienst. Dit past precies bij de dubbele doelstelling. - Zingen: naast (zelfgekozen) kinderliederen ook belangrijk: koppeling met gemeentezang o Op Stap reikt passende liederen uit Op Toonhoogte aan
15
o Het maandlied van kerk en school o Bekende Psalmen en Gezangen uit Liedboek (oude maandliederen) o Zelfgekozen bijbelse liederen voor/door kinderen Beleidsvoornemens: - De vernieuwde structuur en nieuwe methode goed eigen maken - 3-Jarigen op vrijwillige basis bij zondagsschool betrekken
3.7. Andere gemeenteaktiviteiten – Aktiviteitencommissie De Aktiviteitencommissie organiseert ontspannen gemeenteaktiviteiten zoals de jaarlijkse fiets-speldag en de fancy fair. De ontmoeting van gemeenteleden in zulke gelegenheden draagt weer op een andere manier bij aan de gemeenschapszin.
3.8. Beheer – College van Kerkrentmeesters en Commissie van Advies De verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van niet-diakonale aard is door de kerkenraad aan het College van Kerkrentmeesters toevertrouwd. Het college wordt hierin bijgestaan door de Commissie van Advies. Het college bestaat uit twee ouderlingenkerkrentmeester en één niet-ambtelijke kerkrentmeester, die tevens voorzitter is van de Commissie van Advies. Het college ontvangt zijn financiële middelen onder andere uit collecten, verhuur en exploitatie van de gebouwen en uit de jaarlijkse vrijwillige bijdrage van gemeenteleden. Jaarlijks wordt een begroting gemaakt. Ook wordt hiervan en van het gevoerde financiële beleid jaarlijks door middel van een jaarrekening in de kerkenraad en op de gemeenteavond verantwoording afgelegd. Afgelopen jaren zijn veel werkzaamheden door het college, de commissie en de inzet van veel vrijwilligers verricht. Te denken is onder andere aan de renovatie en verbouw van de zalen en de hal van Rehoboth, de renovatie van de kerk, de inrichting en het dak van de pastorie en aan de herbestrating van het kerkplein. Voor de komende jaren staan het groot onderhoud van het orgel en het geluiddempend maken van de zalen van Rehoboth op de agenda, naast alle voorkomende werkzaamheden. Voor toekomstige werkzaamheden zal het college niet alleen bij plaatselijke aannemers, maar ook bij bedrijven in de omgeving offertes aanvragen. Het college neemt zich voor om de vier jaar een meerjarenbegroting voor vier jaar te maken.
16