2014-12375
Inhoudsopgave Inleiding
3
1 Noodzaak en doelstelling nieuwe omgevingsvisie Voorst 1.1 Noodzaak: behoefte aan een actueel beleidskader 1.2 Doelstelling Omgevingsvisie Voorst 1.3 Omgevingswet
4 4 4 5
2 Opzet van de omgevingsvisie Voorst
7
3 Proces 3.1 Burgerparticipatie; Denktank “de Voor(st)trekkers” & Netwerk 3.2 Ambtelijke werkgroep 3.3 Gemeenteraad 3.4 Communicatie 3.5 Werk in uitvoering 3.6 Tijdspad
8 8 8 8 9 9 9
-2-
Inleiding In de programmabegroting is aangekondigd dat een nieuwe ruimtelijke toekomstvisie, een omgevingsvisie, voor de gemeente Voorst wordt opgesteld. Wij streven er naar deze omgevingsvisie in de lijn met het gedachtengoed van de nieuwe Omgevingswet op te stellen. In deze startnotitie geven wij de doelstelling van de nieuwe omgevingsvisie voor de gemeente Voorst weer en gaan wij in op het proces om te komen tot onze nieuwe visie. Hierbij wordt een opzet gegeven voor de omgevingsvisie en worden verschillende rollen beschreven.
-3-
1.
Noodzaak en doelstelling nieuwe Omgevingsvisie Voorst
1.1 Noodzaak: Behoeft aan een actueel beleidskader De Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst (RTV) dateert uit 2004 (vastgesteld in januari 2005) om positie te bepalen in het kader van Ruimte voor de Rivier en de Regionale Structuurvisie Stedendriehoek. De visie is opgesteld in een tijd waarin de nadruk voor het eerst na jaren van restrictief beleid en inbreiden vooral lag op groei en ontwikkeling. Er moest plek gevonden worden voor een ambitieus woningbouwprogramma op basis van de wensen van de inwoners van de verschillende dorpen en binnen de randvoorwaarden van de Voorster ambitie. Inmiddels kunnen we stellen dat het programma in de RTV voor een groot deel is uitgevoerd en er sprake is van een aantal ontwikkelingen die de noodzaak voor het opstellen van een nieuwe omgevingsvisie onderstrepen: De situatie rondom economie en woningbouw is behoorlijk gewijzigd. Waar we in de RTV vooral uitgaan van groei, ligt het accent inmiddels (weer) op herstructureren, hergebruik, inbreiden en creatief omgaan met ruimte, middelen en een kleiner woningbouwprogramma; Naast een afnemende woningbouwproductie is er de komende jaren bovendien sprake vaneen sterk vergrijzende bevolking en een afnemende beroepsbevolking. Dit houdt onder meer in dat er sprake zal zijn van veranderende behoeften van inwoners, maatschappelijke instellingen en bedrijven; Op regionaal en provinciaal niveau wordt (opnieuw) gevraagd om gemeentelijke standpunten op actuele ruimtelijke of ruimtegerelateerde thema’s. Voorbeelden zijn onder andere de energietransitie en de schaalontwikkelingen in het buitengebied. De RTV geeft onvoldoende antwoord op deze vraagstukken; We constateren dat we als overheid een andere werkwijze willen en moeten hanteren. De nadruk ligt hierbij op participatie, niet alleen in het sociaal domein, maar zeker ook in het fysieke domein. Ook de komst van de nieuwe Omgevingswet benadrukt dit. De nieuwe overheid stelt niet uitsluitend meer de kaders om ze vervolgens bij ruimtelijke initiatieven te toetsen. De nieuwe overheid formuleert samen met burgers, organisaties en bedrijven, de kaders en agenda’s en nodigt burgers, bedrijven, organisaties uit om initiatieven te nemen en uit te voeren. Verdere ontwikkeling van de Voorster werkwijze maakt deel uit van de omgevingsvisie. Kortom, er is behoefte aan een actueel beleidskader, een gemeentelijke omgevingsvisie, op verschillende ruimtelijke beleidsvelden waarin op hoofdlijnen uitspraak wordt gedaan over ambitie en identiteit. Deze visie zal onder meer als input dienen voor de nieuwe ruimtelijke vragen. Bovendien speelt een dergelijke visie een belangrijke rol bij het toekennen van bijdragen voor beleidsuitvoering (subsidies) door de provincie, regio e.d.. 1.2 Doelstelling Omgevingsvisie Voorst Doelstelling is een actuele visie op hoofdlijnen, een hoofdkoers, vast te stellen op verschillende ruimtelijke onderwerpen. Hierbij worden de kernkwaliteiten van de gemeente Voorst opnieuw geformuleerd, deze dienen als basis voor vormgeving van beleid. De visie wordt op ‘Voorster Wijze’, dus pragmatisch en zelfbewust, opgesteld. De Voorster ambitie en eigen identiteit worden opnieuw onder de aandacht gebracht. De visie is daarmee tevens een instrument voor de gemeente om zich te profileren op regionaal en provinciaal niveau. In eerste instantie is de omgevingsvisie gericht op de fysieke leefomgeving, echter ook de integratie met de sociale component (wonen en zorg, voorzieningenniveau, onderwijs) moet goed worden vormgegeven.
-4-
1.3 Vooruitlopen op de Omgevingswet Parallel aan onze eigen behoefte aan een actueel beleidskader voor de fysieke leefomgeving, is de Omgevingswet in voorbereiding. Een van de achterliggende gedachten van de Omgevingswet is de veranderende rol van de overheid ten aanzien van participatie. Tevens biedt de nieuwe Omgevingswet ruimte voor lokale afweging. Onze omgevingsvisie willen wij in de lijn met het gedachtengoed van de Omgevingswet opstellen. We zijn hiertoe ook geselecteerd als pilot door het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Doel Omgevingswet (naar verwachting in werking per 1 juli 2018) De Omgevingswet is een nieuwe wet, die gaat over alle fysieke plannen waarmee ons land wordt gemaakt. Deze wet bundelt bijna alle wetten en regels op het gebied van de leefomgeving. Geen 26 wetten meer, maar 1. Doelstelling van de Omgevingswet is dat het makkelijker wordt om ruimtelijke projecten te starten. Regels op het gebied van omgevingsrecht worden gebundeld én vereenvoudigd. Hierdoor kan er bijvoorbeeld meer ruimte voor maatwerk geboden worden, echter hierbij is het wel van belang dat we de lokale afwegingsruimte benutten! Met de Omgevingswet wil het kabinet beter aansluiten op: de samenhang tussen verschillende plannen en activiteiten voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur; duurzame ontwikkelingen; de verschillen tussen regio's; aansluiting bij Europese regelgeving; meer ruimte voor particuliere initiatieven. Een van de instrumenten uit de omgevingswet is de omgevingsvisie (op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau). De omgevingsvisie is de opvolger van de structuurvisie zoals we deze kennen, maar dan verder verbreed. Het wordt hèt strategisch instrumentarium voor beleid voor de fysieke leefomgeving. Het is een lange termijnvisie op de noodzakelijke en gewenste ontwikkelingen binnen een grondgebied. De omgevingsvisie gaat niet alleen over inhoud, maar ook over hoe en met wie de overheid en in welke rol de stip aan de horizon stapsgewijs dichterbij beoogt te brengen. Net als bij de huidige structuurvisie is de vorm van het strategisch instrument vrij. Afhankelijk van ambities, tijdhorizon en thematiek kan daar op een eigen wijze inhoud aan worden gegeven. Pilots omgevingsvisie Vooruitlopend op de beoogde verandering met de Omgevingwet, wordt nu al ervaring opgedaan met het werken in de geest van de omgevingswet, onder de noemer ‘Nu al eenvoudig beter”. In het kader hiervan heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu een pilot ‘Omgevingsvisies’ opgestart. Het doel van de pilot is om ervaring op te doen met de gemeentelijke omgevingsvisie en deze ervaring te delen voordat de Omgevingswet in werking treedt. Hierbij ligt de focus van de pilot op verschillende thema’s; cultuurverandering, planvormingsproces, participatie, integraliteit en samenhang, digitalisering en gerichtheid. Allemaal thema’s die ook in onze omgevingsvisie een rol zullen spelen. Gemeente Voorst heeft zich aangemeld voor deze pilot en is geselecteerd. Overige pilots zijn: Gemeente Utrecht; Gemeente Leiden e.a.; Gemeente Zoetermeer; Gemeente Uden; Gemeente Oirschot; Gemeente Meerssen; Vereniging Markdal; Provincie Groningen. In onderstaande afbeelding is een overzicht opgenomen van de verschillende pilots. -5-
Rondom elke pilot wordt een kennis- en leertraject georganiseerd, dit traject wordt gefinancierd door het ministerie. Het kennis en leertraject ziet er als volgt uit. Elke pilot krijgt een pilotcoach met een ontwikkelingsbudget van 24 uur. Elke pilot krijgt op twee momenten twee experts toegevoegd aan het proces, die specifieke kennis meebrengen op één van de prioritaire thema’s van de pilot. Deze experts krijgen een inspiratiebudget van 16 uur. Elke pilot participeert actief in een masterclass omgevingsvisie, waar in opgedane ervaring wordt gedeeld. Elke pilot krijgt brede toegang tot twee landelijke bijeenkomsten omgevingsvisie Elke pilot kan gebruik maken van een kennismakelaar vanuit de deelnemende bureaus van Beroepsvereniging van Nederlandse Stedenbouwkundigen en Planologen, die verbindingen legt tussen vraag en aanbod in kennis tussen de pilots en de specialisten. Elke pilot krijgt een digitaal exemplaar van de eindnotitie van het leer- en inspiratietraject. De pilot heeft een looptijd tot medio 2016.
-6-
2.
Opzet van de omgevingsvisie Voorst
Hieronder wordt aangegeven welke opzet we hanteren bij de totstandkoming van de omgevingsvisie. Onderdeel 1: Identiteit De omgevingsvisie start met het onderdeel Identiteit: waar staan we voor als gemeente Voorst. In de Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst uit 2005 is al het e.e.a. gezegd over identiteit (landschap, gemeenschap en zeggenschap). Deze beschrijving en bijbehorende algemene uitgangspunten bij planontwikkeling zijn waarschijnlijk grotendeels nog actueel. Dit kan worden voortgezet. Wellicht is op enkele punten enige aanscherping nodig (bijvoorbeeld ten aanzien van schaalontwikkeling in het buitengebied). Vragen die hierbij spelen: Wat maakt ons uniek: kleinschalig, maatwerk, in een landelijke/kleinere gemeente kunnen zaken op een andere manier worden opgelost. In hoeverre speelt regionale context (bijvoorbeeld Cleantech regio) hierin een rol? Check invoeren bij Raad en Denktank, herkennen wij ons hierin? Onderdeel 2: Trends & Actualiteiten Er wordt inzicht gegeven in de trends en actualiteiten die spelen. Deze trends en actualiteiten zijn grotendeels de aanleiding voor het opstellen van een nieuwe omgevingsvisie. Vragen die hierbij van belang zijn: Wat komt er op ons af de komende jaren? Wat speelt er nu al? Wat is het verschil met de oude situatie? Welke nieuwe vragen en behoeften leven er in de maatschappij? Onderdeel 3: Thema’s en gebieden In de omgevingsvisie worden uitspraken gedaan op de schaal van de gemeente. Concrete kansen en opgaven worden benoemd. Hierbij wordt een groslijst opgesteld van thema’s die actueel zijn (bijvoorbeeld voorzieningenniveau in de gemeente, wonen en zorg, leefbaarheid platteland, duurzame energie etc.). Ook is het denkbaar dat enkele gebieden worden genoemd (bv. Polder Nijbroek, gebied Kar/VAR, kansen A1, actieve dorpscentra). De groslijst wordt vervolgens teruggebracht tot een aantal prioritaire thema’s. Het benoemen van de thema’s en de prioritering hiervan zal met name door burgerparticipatie vormkrijgen. Hierover meer in hoofdstuk 4. Vervolgens worden de prioritaire thema’s en/of gebieden uitgewerkt naar richtinggevende uitspraken. Onderdeel 4: Werkwijze Dit is een onderdeel dat gedurende het gehele proces rondom de totstandkoming van de omgevingsvisie van belang is. Vragen die hierbij spelen zijn: Op welke manier geven wij invulling aan participatie binnen het fysieke domein? Welke verantwoordelijkheid hebben wij als overheid, waar overstijgt dit het individuele belang? Wanneer is sprake van gezamenlijke verantwoordelijkheid? Wanneer kunnen/moeten zaken volledig aan de maatschappij worden overgelaten?
-7-
3.
Proces
3.1 Burgerparticipatie; Denktank “de Voor(st)trekkers” & Netwerk Insteek is om de omgevingsvisie met een hoge mate van burgerparticipatie vorm te gaan geven. We willen starten met een inloopbijeenkomst, waarin nut en noodzaak van de omgevingsvisie, de trends en actualiteiten worden weergegeven en waarin we aangeven dat we graag de input van burgers, organisaties en bedrijven gebruiken om deze visie tot stand te laten komen. Wij willen hiervoor een Denktank organiseren waarin circa 10 burgers actief zitting kunnen nemen. Deze denktank, “de Voor(st)trekkers”, wordt bij alle hiervoor beschreven onderdelen betrokken en heeft een meedenkende en adviserende rol. Wat is de identiteit van de gemeente, herkent de denktank zich hierin? Samen stellen we de groslijst met thema’s en gebieden op; Samen prioriteren we de thema’s en werken we ze uit; Welke werkwijze is gewenst, wanneer is er sprake van welke verantwoordelijkheid? Het is zeer waarschijnlijk dat dat naast burgers, tevens organisaties en bedrijven mee willen denken over de toekomst van de gemeente. Voor deze partijen wordt een (digitaal) netwerk - mede op basis van social media- opgezet. Dit netwerk doet mee aan belangrijke punten in het proces. Denk bijvoorbeeld aan een pitch waarin de verschillende partijen (belangenverenigingen, sportverenigingen, bedrijven etc.) binnen een bepaalde tijd hun mening kunnen geven over bijvoorbeeld de prioritering van inhoudelijke thema’s. Indien tijdens het proces van de omgevingsvisie blijkt dat een dergelijk netwerk goed inzetbaar is bij ruimtelijke discussies, dan is het denkbaar dat wij ook na afronding van de omgevingsvisie dit netwerk in stand houden. 3.2 Ambtelijke begeleidingsgroep De omgevingsvisie wordt in eigen beheer opgesteld (de zogenoemde begeleidingsgroep Omgevingsvisie), indien nodig wordt inhoudelijke expertise ingehuurd. Deze begeleidingsgroep begeleidt het proces, coördineert werkzaamheden en stuurt bij indien nodig. Daarnaast worden inhoudelijk experts uit de organisatie betrokken bij de totstandkoming van de omgevingsvisie. Te denken valt aan de vakgebieden cultuurhistorie, milieu, landschap, verkeer, water, economie, grondzaken, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, zorg en welzijn, veiligheid etc. 3.3 Gemeenteraad De rol van de gemeenteraad wordt in lijn met de raadsmededeling van 20 november 2012 ingevuld (2012-38297). In deze raadsmededeling is de rol van de raad in interactieve processen en burgerparticipatie nader omschreven. Deze raadsmededeling is ook bepalend geweest bij het invullen van de rollen bij de drie transities in het sociaal domein in 2014. Kern van deze raadsmededeling is: 'De raad kan in het participatieproces zijn taak pakken door inhoudelijke kaders te stellen (financieel/economisch en ruimtelijk) en zijn controlerende taak door het proces te bewaken (tijd, fasering, mensen aan tafel zoals externe ervaringsdeskundigen). De raad moet zich zeker laten informeren over inhoud en voortgang van het proces en kan ook bij bijeenkomsten aanwezig zijn, maar mag geen inhoudelijke inbreng hebben. Zo'n rol van toehoorder die niets zegt is voor burgers onduidelijk, dus het is zaak dat raadsleden helder maken dat zij informatie komen halen en ideeën komen horen en hun eigen meningen opschorten tot aan de besluitvorming'.
-8-
In het kader van de omgevingsvisie worden de gemeenteraadsleden daarom uitgenodigd voor alle openbare bijeenkomsten inzake de Omgevingsvisie, zoals bijvoorbeeld de startbijeenkomst. Daarnaast wordt u met raadsmededelingen geïnformeerd over relevante ontwikkelingen wanneer de actualiteit daarom vraagt (in ieder geval zal dit zijn het moment van het ter visie leggen van de ontwerp Omgevingsvisie). Hierbij kan de raad een actieve rol nemen door de raadsmededeling(en) te agenderen. Besluitvorming door de gemeenteraad vindt in ieder geval plaats over: Instemmen met de Startnotitie; bepalen identiteit -waar staan we voor, waar willen we naar toe- en prioriteren inhoudelijke thema’s (is startmoment van de uitwerking van de Omgevingsvisie); vaststellen definitieve Omgevingsvisie. 3.4 Communicatie Met de vakgroep Communicatie wordt een communicatiestrategie opgesteld voor het traject rondom de omgevingsvisie. Uitgegaan wordt hierbij van: actief informeren; een eigen webpagina op onze website: www.voorst.nl/omgevingsvisie; actieve communicatie op social media; redactionele bijdragen in het Voorster Nieuws. 3.5 Werk in uitvoering Van belang om te realiseren is dat het traject rondom de omgevingsvisie kan worden aangemerkt als 'werk in uitvoering’. Omdat dit voor ons een nieuwe manier van werken is, komen we vast dingen tegen die we nu nog niet kunnen voorzien en waarbij het nodig is om een wijziging in aanpak door te voeren. Wij staan open voor het onverwachte. Ook de gemeenteraad speelt hierin een rol. Op tijd bijsturen, opschalen of een pas op de plaats maken kan nodig zijn om een beter product te ontwikkelen. Deze flexibiliteit is gewenst en nodig en willen we graag nu al benoemen. 3.6 Tijdspad Indicatieve planning: Behandeling startnotitie gemeenteraad in één keer *): Start/Inloopbijeenkomst: Formeren denktank: Fase 1: Identiteit Fase 2: Groslijst & Prioriteren thema’s Behandeling fase 1 en 2 door gemeenteraad: Fase 3: Uitwerken Ontwerpvisie ter inzage Zienswijzen behandelen en aanpassingen doorvoeren: Vaststellen omgevingsvisie door gemeenteraad:
maart 2015 april 2015 april 2015 3e kwartaal 2015 4e kwartaal 2015 1e kwartaal 2016 2e kwartaal 2016 3e kwartaal 2016 4e kwartaal 2016 4e kwartaal 2016
*) Bij behandeling in twee keer door de gemeenteraad schuift de planning een kwartaal op. NB de planning is vooral afhankelijk van hoe intensief het interactieve proces gaat worden.
-9-