Inkoopbeleid 2015 Geïntegreerde 1e lijns samenwerkingsverbanden
D0087-201408
Inhoud Samenvatting
3
1. Inleiding
4
2. Omvorming systematiek contractering eerstelijns samenwerkingsverbanden
5
3. Op welke wijze krijgt de contractering op basis van criteria waarbij de wijkgerichte aanpak centraal staat vorm?
5
4.
De financiering van de wijkgerichte zorg
6
5.
Prestatieafspraken 2015
7
6. Proces, prestatieafspraken en planning van oudsher gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden
7
7. Proces, prestatieafspraken en planning voor nieuwe 1e lijns samenwerking
9
Bijlage
11
2
Samenvatting Samenvattend is het VGZ beleid op de volgende onderdelen gewijzigd t.o.v. het externe beleid 2014:
• VGZ houdt inhoudelijk vast aan de ingezette richting en de inzet op de wijkgerichte aanpak. Dit beleid is gepubliceerd op de website www.cooperatievgz.nl. De voorwaarden, vereisten en prestatieafspraken staan in dit externe inkoopbeleid beschreven.
• Met de huidige gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden wil VGZ in 2015 prestatieafspraken maken over de prestaties passend bij het VGZ beleid wijknetwerken.
• VGZ wacht het rapport over de kosten van de ondersteuning, infrastructuur en organisatiekosten van de eerstelijnszorg af. In afwachting van dit rapport temporiseert VGZ de financiële ombouw van de van oudsher gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden, of het moet blijken dat uit het kostenonderzoek andere conclusies getrokken moeten worden.
• Hiermee hebben de huidige gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden in principe extra tijd om de exploitatie sluitend te laten zijn zonder afhankelijkheid van de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijnszorgproducten’. Het is aan de 1e lijns samenwerkingsverbanden hoe ze het jaar 2015 willen gebruiken voor de opgave waar ze voor staan, dit voor zowel de ontwikkeling van hun inhoudelijke meerwaarde als hun financiële toekomstbestendigheid. Er kunnen afspraken gemaakt worden over een langere periode voor financiële ombouw dan de eerder genoemde periode tot 2016.
• Nieuwe 1e lijns samenwerkingsverbanden die aan de voorwaarden voldoen en prestatieafspraken over de wijkgerichte zorg willen maken, kunnen vanaf 2015 in aanmerking komen voor financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’.
terug naar Inhoudsopgave
3
1. Inleiding Hierbij treft u het inkoopkader geïntegreerde 1e lijns samenwerkingsverbanden aan van Coöperatie VGZ. Een belangrijke doelstelling van coöperatie VGZ is om verzekerden in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen woonomgeving te blijven leven. Kwaliteit van leven en een goede gezondheid zijn hiervoor randvoorwaarden. De verbinding tussen zorg en welzijn is van cruciaal belang om de kwaliteit van leven van mensen te verbeteren en om waar mogelijk eigen kracht te activeren en passende zorg te bieden. Coöperatie VGZ heeft sinds enige jaren haar focus gericht op de versterking van wijknetwerken.
1.1 Wijkgerichte zorg Het uitgangspunt van VGZ bij de ontwikkeling van wijkgerichte zorg is gericht op de verbinding tussen het zorgdomein en het sociale domein. Dit beperkt zich niet alleen tot de organisatie van wijkteams waar deze domeinen bij elkaar komen, maar juist op het leggen van de verbinding en het integreren van het wijkteam en de 1e en 2e lijns professionals binnen die wijk. Coöperatie VGZ organiseert vanuit een regierol deze samenwerking uitgaande van ieders verantwoordelijkheden.
1.2 Eigen kracht burger Het gezamenlijke uitgangspunt is dat mensen de behoefte hebben om zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen woonomgeving te leven. Het organiseren van voorzieningen omtrent gezondheid en welzijn in de wijk geeft de mogelijkheid om in de nabijheid van zowel professionele als niet professionele hulp, zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de gezondheid. Burgers worden daarbij aangesproken op hun eigen kracht, maar ook wat ze voor elkaar in de wijk kunnen betekenen.
1.3 Sociaal wijkteam (figuur 1) Binnen de (bestaande) wijknetwerken neemt het (sociaal) wijkteam een cruciale rol en positie in. De basis van een wijkteam wordt gevormd door een multidisciplinair team (zorg en welzijn), die, vanuit beschikbaarheid, o.a. invulling geeft aan de coördinatie van bepaalde (complexe) hulpvragen. Het wijkteam maakt middels een keukentafelgesprek de echte behoefte van de cliënt inzichtelijk, waarbij zo veel mogelijk gekeken wordt naar de eigen kracht van burger en omgeving, vervolgens naar inzet van algemene, collectieve voorzieningen in de wijk en daar waar nodig inzet van professionele zorg. Over het algemeen lopen de complexe hulpvragen van kwetsbare burgers via het wijkteam. De enkelvoudige vragen lopen via de reguliere zorg- en welzijnsprofessionals/instellingen. Van belang is wel dat ook zij werken volgens het kantelingsprincipe1. Bij complexe problematiek wordt er multidisciplinair samengewerkt vanuit 1 integraal zorgleefplan.
1 “Kanteling” d.w.z. eerst gebruik maken van eigen kracht van burger en omgeving, vervolgens inzet van algemene, collectieve voorziening in de wijk en daar waar nodig inzet van professionele zorg;
terug naar Inhoudsopgave
4
In haar visie op wijknetwerken richt Coöperatie VGZ zich in haar doelen en samenwerking niet alleen op zorg en doelgroepen vanuit de zorg, maar op alle leefgebieden in de wijk, zoals werk en inkomen, wonen, participatie, onderwijs en jeugd. Elk leefgebied intervenieert met andere leefgebieden. Problemen treden vaak op, op meerdere leefgebieden tegelijkertijd. De oplossing moet dan ook in samenhang gezocht worden met gemeenten, welzijn en zorg.
2. Omvorming systematiek contractering eerstelijns samenwerkings verbanden Coöperatie VGZ zet een duidelijke stap naar de behoefte in de wijken, waarbij coöperatie VGZ samen met burgers, zorgverleners en gemeenten kijkt naar wat de wijk nodig heeft. Om deze stap te maken vormt Coöperatie VGZ de huidige financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijnszorgproducten’ om van een subsidie voor een beperkt aantal 1e lijns samenwerkingsverbanden naar een financiering die de ontwikkeling ondersteunt van georganiseerde samenwerking van zorg én welzijn dichtbij de burger in de wijk. De belangrijkste uitgangspunten betreffende de omvorming van de huidige systematiek zijn:
• VGZ wil de komende jaren meer wijkgerichte geïntegreerde zorg organiseren, die toegankelijk is voor iedere VGZ-verzekerde die dat nodig heeft.
• VGZ wil de huidige ongelijkheid in de toekenning van de financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. de geïntegreerde eerstelijnszorgproducten’ (module GEZ) ongedaan maken.
• De exploitatie van 1e lijns samenwerkingsverbanden moet sluitend zijn zonder afhankelijkheid van de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijnszorgproducten’.
• VGZ wil de financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ inzetten voor de ‘aanjaagfunctie’ bij de verbetering van de (samenwerkings)processen t.b.v. wijknetwerken of zorginnovaties op wijkniveau.
• De inzet van de 1e lijns samenwerkingsverbanden op wijkniveau is voor onze klanten van belang vanuit de samenhang met goede zorg. Door deze samenhang wordt de kwaliteit van leven van de burgers in de wijk beter.
• VGZ wacht het rapport over de kosten van de ondersteuning, infrastructuur en organisatiekosten van de eerstelijnszorg af. In afwachting van dit rapport temporiseert VGZ de financiële ombouw van de van oudsher gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden, of er moet blijken dat uit het kostenonderzoek andere conclusies getrokken moeten worden.
3. Op welke wijze krijgt de contractering op basis van criteria waarbij de wijkgerichte aanpak centraal staat vorm? VGZ wacht het onderzoek naar ondersteuning, infrastructuur en organisatiekosten van de eerstelijnszorg, uitgevoerd door Sirm, af. Begin 2015 wordt de eindrapportage van het onderzoek verwacht. Hierin wordt de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ betrokken. De resultaten van dit onderzoek moeten duidelijkheid geven over (1) welke ondersteuning in de 1e lijn gewenst is in termen van functies en (2) welke organisatie- en samenwerkingsvormen mogelijk zijn – op lokaal/wijk en regioniveau – en welke bekostigingssystematiek mogelijk is via huisartsensegment 1,2 of 3 of via samenwerkingsverbanden in 2e segment. Op basis van deze rapportage en genoemde resultaten zal verder gekeken worden naar de mogelijkheden die VGZ kan en wil geven aan afspraken in het kader van prestaties van 1e lijns samenwerkingsverbanden in de wijk. Als de onderzoeksresultaten bekend zijn wil VGZ hierover in overleg met externe stakeholders zoals InEen en/of GZN. Het organiseren van de wijkgerichte zorg doet VGZ samen met gemeenten. We kijken samen met hen naar de behoeften van een wijk op het gebied van zorg en welzijn. De inzet van samenwerkingsverbanden op wijkniveau kan vanuit een focus op een brede wijkaanpak en ontwikkeling van initiatieven dicht bij de burger ervoor zorgen
terug naar Inhoudsopgave
5
dat de burger in de wijk echt geholpen wordt dichtbij in de buurt en/of in zijn eigen omgeving. De 1e lijns samenwerkingsverbanden (op wijkniveau) moeten hierbij een meerwaarde leveren op de volgende doelen:
• Het stimuleren van zelfredzaamheid en participatie; • Een gemeenschappelijke aanpak van wijkgericht werken, met passende zorg/ hulp-arrangementen in samenhang; • (Vroeg)Signalering, triage en diagnostiek; • In samenhang organiseren van preventie. De 1e lijns samenwerkingsverbanden kunnen hun meerwaarde vorm geven vanuit een rol als procesbegeleider en aanjager voor het ontwikkelen van wijknetwerken. VGZ wil met deze samenwerkingsverbanden doelstellingen afspreken die richting geven aan wijkgerichte zorg. Daarnaast blijft VGZ de goede initiatieven die passen in het beleid c.q. de focus van VGZ ondersteunen.
4. De financiering van de wijkgerichte zorg Om in 2015 in aanmerking te komen voor een financiering in het kader van de wijkgerichte zorg moet er aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan: 1. Het 1e lijns samenwerkingsverband vervult een belangrijke rol bij de ontwikkelingen van wijknetwerken en de verbinding tussen de 1e lijn en de het sociale (wijk) team van de gemeente. 2. Voor de cliëntgebonden inzet voor bepaalde kwetsbare groepen wordt gebruik gemaakt van de inzet van POH S, de POH GGZ en de module ‘kwetsbare ouderen’. 3. Voor hun rol bij de verbetering van de (samenwerkings)processen t.b.v. wijknetwerken of zorginnovaties op wijkniveau kan (ook) een aanvraag gedaan worden voor de reguliere financieringsvormen binnen de nieuwe huisartsenfinanciering segment 2 of 3. 4. De financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ wordt alleen toegekend aan een 1e lijns samenwerkingsverband ter bevordering van structurele multidisciplinaire samenwerking in de eerstelijnszorg. 5. De beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ mag niet ingezet worden om een sluitende exploitatiebegroting te krijgen. 6. Het 1e lijns samenwerkingsverband werkt in een door VGZ benoemde A1 gemeente; 7. Voor de toekenning van financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ kiest VGZ voor de inzet in maximaal twee wijken per A1 gemeente. Een 1e lijns samenwerkingsverband kan een aanvraag doen voor deze financiering als het in een wijk staat waar VGZ prioriteit aan geeft. De selectie van deze wijken staat beschreven in het VGZ beleid wijknetwerken. Een 1e lijns samenwerkingsverband waar tot 2013/2014 vanuit VGZ afspraken mee gemaakt zijn vormen in het kader van de onder 6 en 7 genoemde voorwaarden een uitzondering en vallen in de beschrijving van dit beleid ook onder de status van A1 gemeenten en pilotwijken. Met deze 1e lijns samenwerkingsverbanden kunnen afspraken gemaakt worden in het kader van een proeftuin om te bezien of de samenwerkingsprocessen ook tot stand kunnen komen buiten de A1 pilotwijken en met een 1e lijns samenwerkingsverband als ‘aanjager’. 8. Het 1e lijns samenwerkingsverband wordt geaccepteerd/geselecteerd door partijen in een wijk, zoals burgers, huisartsen en wijkteam om deze beweging tot stand te brengen. 9. Het 1e lijns samenwerkingsverband kan de visie op de verbinding tussen de 1e lijn en het wijkteam vertalen naar concrete werkprocessen. 10. Het 1e lijns samenwerkingsverband brengt de nieuwe werkwijze tot uitvoer en zorgt ervoor dat deze uiteindelijk in de dagelijkse reguliere processen worden geborgd. 11. Het 1e lijns samenwerkingsverband is aantoonbaar in staat om belangen te behartigen binnen een ‘politiek’ gevoelig werkterrein en gaat effectief en vaardig om met tegengestelde belangen. 12. Het 1e lijns samenwerkingsverband kan tegenstellingen/weerstand omzetten in acceptatie. 13. Het 1e lijns samenwerkingsverband heeft zich binnen het preferente gebied van VGZ gecommitteerd aan het standpunt van de brede rol van de zorggroep (zie inkoopbeleid zorgpaden 2015). Een 1e lijns samenwerkingsverband moet hier bij aangesloten zijn. 14. De inzet heeft betrekking op de brede rol van het 1e lijns samenwerkingsverband, binnen de netwerken van zorg en welzijn in de wijk, met aandacht voor de sociale problematiek die verder reikt dan het eigen 1e lijns samenwerkingsverband en de hierbij ingeschreven verzekerden.
terug naar Inhoudsopgave
6
De inzet vanuit de in dit beleid beschreven financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ gaat niet over kosten die toewijsbaar zijn aan één verzekerde maar is gericht op de dienstverlening aan de wijk. Het toerekenen van deze kosten naar een prestatie op cliëntniveau is dan ook (op reële basis) niet mogelijk. De cliëntgebonden zorg wordt op cliëntniveau gedeclareerd. Het wijkteam als multidisciplinair team dat inspeelt op de behoeften van de individuele cliënt moet gefinancierd worden vanuit de bestaande middelen. De cliëntgebonden verbindingen (waaronder de uitvoering van een MDO) met de zorg- en welzijnsorganisaties zijn geen onderdeel van de inzet vanuit de wijkgerichte financiering. Deze verbindingen zijn onderdeel van de reguliere cliëntgebonden financiering.
5. Prestatieafspraken 2015 VGZ zet in 2015 de wijkgebonden financiering (vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’) in om het 1e lijns samenwerkingsverband op wijkniveau te faciliteren in hun rol van procesbegeleider voor het aanhaken van de 1e lijn aan het wijkteam. Het gaat dan om de tijdelijke ontwikkelkosten. VGZ zet de financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ in 2015 en 2016 in voor de hierna beschreven prestatieafspraken. In de wijk worden de volgende processen ingericht: a) de organisatie van (vroeg-)signalering; b) de organisatie van afstemming over vraagverheldering en keukentafel gesprek; c) de organisatie van multidisciplinair zorg- en welzijnsteam die werkt met 1 gezamenlijke systematiek voor probleemanalyse op cliëntniveau en het opstellen 1 zorgleefplan per casus/cliënt; d) de organisatie van toegang tot 2e lijns/specialistische interventies; e) de organisatie van 1 aanspreekpunt voor de cliënt (procesmatig); f) de organisatie van taken en verantwoordelijkheden, wie is waarvoor verantwoordelijk; g) de organisatie van afstemming/evaluatie zorgleefplan huisartspraktijk en wijkteam (MDO) en andere professionals die bij interventies betrokken zijn (procesmatig en niet-cliëntgebonden).
6. Proces, prestatieafspraken en planning van oudsher gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden In de historische financieringslijn bouwt VGZ de financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ om in de periode 2014 t/m 2016. In 2014 is reeds gestart met het ombouwscenario. Per 01-01-2017 rondt VGZ gezamenlijk met de historisch gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden de inhoudelijke en financiële transitie af. In 2015 en 2016 ligt de prioriteit bij de inhoudelijke transitie naar de omvorming op basis van de nieuwe criteria waarbij de wijkgerichte aanpak in de vorm van prestatieafspraken centraal staat. De van oudsher gefinancierde 1e lijns samenwerkingsverbanden kunnen 2015 en 2016 gebruiken om een plan te realiseren voor toekomstgerichte zorg. In deze periode worden met deze samenwerkingsverbanden afspraken gemaakt over de aanpak waarmee het samenwerkingsverband, toekomstgericht, binnen de financiële kaders van het eerste segment van de nieuwe huisartsenfinanciering, financieel gezond kan functioneren. In 2015 dienen deze samenwerkingsverbanden hiervoor een (geactualiseerd) Plan van Aanpak in bij de betrokken zorginkoper van VGZ. In 2015 en 2016 krijgen deze samenwerkingsverbanden de gelegenheid om aan te tonen dat ze doelmatig zijn waarbij, op wijkniveau, de gemiddelde kosten per VGZ verzekerde lager zijn dan de gemiddelde baten die VGZ voor deze verzekerde ontvangt. Mocht het samenwerkingsverband niet aan kunnen tonen dat ze doelmatig functioneert, moet zij in 2015 hiervoor een Plan van Aanpak indienen. In het plan moet beschreven worden welke inzet het samenwerkingsverband extra gaat leveren om tot een resultaat te komen waarbij de opbrengsten/ kosten per verzekerde neutraal of positief zijn. Dit kan bijvoorbeeld door het versterken van de burgers in de wijk, een integrale
terug naar Inhoudsopgave
7
aanpak, het ‘ontzorgen’ van verzekerden of substitutie van 2e naar 1e lijn. De betrokken zorginkopers voeren in 2014, 2015 en 2016 gesprekken met de gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden waarin dit plan besproken wordt. Daarnaast worden met deze 1e lijns samenwerkingsverbanden in 2015 en 2016 afspraken gemaakt over doelstellingen die richting geven aan wijkgerichte zorg. In 2015 moet het samenwerkingsverband een (geactualiseerd) Plan van Aanpak (met concrete doelen) indienen over de rol die ze gaan vervullen bij de ontwikkeling van wijknetwerken. De eerder genoemde prestaties zijn daarbij het uitgangspunt. De betrokken zorginkopers voeren in 2014, 2015 en 2016 gesprekken met deze samenwerkingsverbanden waarin deze plannen besproken worden. Voor 2015 kan, vanuit de historische afspraken met de van oudsher gecontracteerde 1e lijns samenwerkings verbanden, maximaal hetzelfde tarief als in 2014 worden afgesproken. Deze 1e lijns samenwerkingsverbanden kunnen geen (aanvullende) aanvraag doen voor financiering in het kader van het VGZ beleid ‘wijknetwerken’. Voor de 1e lijns samenwerkingsverbanden waar een ombouwscenario mee is afgesproken, is er 2x per jaar face-to-face contact over de doelen, de voortgang en de onderhandelingen. Per half jaar dient de inzet van de financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ door het samenwerkingsverband geëvalueerd te worden op realisatie van de afgesproken doelstellingen. Een verslag hiervan wordt per mail aan de betrokken zorginkoper gestuurd.
6.1 Proces en prestatieafspraken voor van oudsher gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden Van oudsher gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden Doelstelling
Inhoudelijke transitie op basis van de nieuwe criteria waarbij de wijkgerichte aanpak in de vorm van prestatieafspraken centraal staat.
Proces Aanvraag
Geen aanvraag noodzakelijk.
Voorwaarden toekenning financiering
Contracteergesprek(ken) i.k.v. transitiefinanciering
Prestatie-afspraken 2015
– Prestatieafspraken over de processen die in de wijk worden ingericht: a) de organisatie van (vroeg-)signalering; b) de organisatie van afstemming over vraagverheldering en keukentafel gesprek; c) de organisatie van multidisciplinair zorg- en welzijnsteam die werkt met 1 gezamenlijke systematiek voor probleemanalyse op cliëntniveau en het opstellen 1 zorgleefplan per casus/cliënt; d) de organisatie van toegang tot 2e lijns/specialistische interventies; e) de organisatie van 1 aanspreekpunt voor de cliënt (procesmatig); f) de organisatie van taken en verantwoordelijkheden, wie is waarvoor verantwoordelijk; g) de organisatie van afstemming/evaluatie zorgleefplan huisartspraktijk en wijkteam (MDO) en andere professionals die bij interventies betrokken zijn (procesmatig en niet-cliëntgebonden). – Prestatieafspraken over de doelmatigheid op wijkniveau, zijnde: a. een aanpak waarmee het samenwerkingsverband, toekomstgericht, binnen de financiële kaders van het eerste segment van de nieuwe huisartsenfinanciering, financieel gezond kan functioneren (zonder afhankelijkheid van de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijnszorgproducten’); b. een inzet waarbij de kosten/ opbrengsten per verzekerde neutraal of positief zijn of een plan voor een aanpak met een aantoonbare inzet om tot dit resultaat te komen.
Inkooptechniek
terug naar Inhoudsopgave
– 2x per jaar face-to-face contact (Q1 en Q4) over realisatie afgesproken doelstellingen, de voortgang en de onderhandelingen. – 2x per jaar levert 1e lijns samenwerkingsverband een verslag aan over bovengenoemde onderwerpen. Het verslag wordt per mail aan de betrokken zorginkoper gestuurd.
8
6.2 Planning Planning
Doel
Q 3 2014
Met de gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden worden voor 2015 prestatieafspraken gemaakt op het gebied van een wijkgerichte aanpak en doelmatigheid. Er wordt in het kader van het ombouwscenario een aanpak afgesproken waarmee het 1e lijns samenwerkingsverband (binnen de financiële kaders van het eerste segment van de nieuwe huisartsenfinanciering) financieel gezond kan functioneren, welke inzet behouden moet blijven en welke inzet met andere reguliere financiering bekostigd kan worden.
Q4 2014
Gesprek over de overeenkomst 2015
Q1 2015
Aanlevering en overleg over de tussenevaluatie doelen en resultaten 2015, plan van aanpak ombouw scenario, doelmatigheid en wijkgerichte processen.
Q3 2015
Aanlevering tussenevaluatie doelen en resultaten 2015, plan van aanpak ombouwscenario, doelmatigheid en wijkgerichte processen.
Q4 2015
Gesprek over tussenevaluatie en de overeenkomst 2017.
Q1 2016
Aanlevering en overleg over de tussenevaluatie doelen en resultaten 2015, plan van aanpak ombouw scenario, doelmatigheid en wijkgerichte processen.
Q3 2016
Aanlevering tussenevaluatie doelen en resultaten 2015, plan van aanpak ombouwscenario, doelmatigheid en wijkgerichte processen.
Q4 2016
Gesprek over tussenevaluatie en de overeenkomst 2017.
7. Proces, prestatieafspraken en planning voor nieuwe 1e lijns samenwerking Gezien de ingeslagen weg naar een ombouwscenario heeft VGZ in de laatste jaren geen nieuwe 1e lijns samenwerkingsverbanden meer gecontracteerd. De komende periode krijgen 1e lijns samenwerkingsverbanden op wijkniveau die historisch geen financiering kregen uit de beleidsregel ‘geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’, vergelijkbare kansen als de 1e lijns samenwerkingsverbanden die historisch wel financiering ontvingen uit deze beleidsregel. Om in aanmerking te komen voor de financiering moet aan hierboven beschreven voorwaarden worden voldaan. De tarieven worden gebaseerd op de afgesproken prestaties. De hierboven beschreven prestaties vormen daarbij het uitgangspunt.
7.1 De aanvraagprocedure voor nieuwe 1e lijns samenwerking Het proces van nieuwe aanvraag kan gestart worden door een 1e lijns samenwerkingsverband dat voldoet aan de vereisten benoemd bij de voorwaarden. Voor de 1e lijns samenwerkingsverbanden die reeds in 2014 financiering ontvangen vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten’ staat de te volgen procedure elders in dit document beschreven. De aanvraag voor samenwerkingsverbanden die vanaf 2015 een contract met VGZ willen, gaat volgens de volgende procedure:
• VGZ stelt, indien gewenst, een aanvraagformulier beschikbaar. • Na ontvangst van de aanvraag zal VGZ de aanvraag binnen 2 weken in behandeling nemen en stuurt een bericht van ontvangst.
• De aanvraag wordt beoordeeld door de regionale inkoper. • Binnen een periode van 8 weken ontvangt de aanvrager de uitkomst van de interne beoordeling via een schriftelijk bericht.
• Er kan een revisie mogelijkheid aangeboden worden waarbij aangegeven wordt op welke punten de aanvraag verbeterd moet worden om in aanmerking te komen voor goedkeuring.
• Bij afkeur van de aanvraag wordt gemotiveerd aangegeven op welke onderdelen niet aan de randvoorwaarden is voldaan.
• Bij revisie krijgt de aanvrager 4 weken de tijd om een vernieuwde aanvraag te doen. VGZ geeft hierop binnen 2 weken na ontvangst haar definitieve oordeel.
• Na een goedkeuring worden concrete prestatieafspraken vastgelegd op basis van SMART-criteria gerelateerd aan de processen en onderwerpen beschreven in het beleid wijknetwerken.
terug naar Inhoudsopgave
9
Als de aanvraag goedgekeurd wordt, levert het 1e lijns samenwerkingsverband tweemaal per jaar een schriftelijk verslag aan over de realisatie van de afgesproken de doelen. Het verslag wordt per mail aan de betrokken zorginkoper gestuurd.
7.2 Proces en prestatieafspraken voor nieuw te contracteren samenwerkingsverbanden Nieuw gecontracteerde 1e lijns samenwerkingsverbanden Doelstelling
Het 1e lijns samenwerkingsverband biedt meerwaarde vanuit een rol als procesbegeleider en aanjager voor het ontwikkelen (samenwerkings)processen t.b.v. wijknetwerken en wil doelstellingen afspreken die richting geven aan wijkgerichte zorg.
Proces Aanvraag
Samenwerkingsverbanden kunnen een aanvraag doen om voor financiering in aan merking te komen. De procedure staat beschreven op pagina 7 en 8.
Voorwaarden toekenning financiering
Moeten voldoen aan de randvoorwaarden (1 t/m 14) welke beschreven staan op pagina 6 en 7.
Prestatie-afspraken 2015
Prestatieafspraken over de aanjaagrol voor processen die in de wijk worden ingericht: a) de organisatie van (vroeg-)signalering; b) de organisatie van afstemming over vraagverheldering en keukentafel gesprek; c) de organisatie van multidisciplinair zorg- en welzijnsteam die werkt met 1 gezamenlijke systematiek voor probleemanalyse op cliëntniveau en het opstellen 1 zorgleefplan per casus/cliënt; d) de organisatie van toegang tot 2e lijns/specialistische interventies; e) de organisatie van 1 aanspreekpunt voor de cliënt (procesmatig); f) de organisatie van taken en verantwoordelijkheden, wie is waarvoor verantwoordelijk; g) de organisatie van afstemming/evaluatie zorgleefplan huisartspraktijk en wijkteam (MDO) en andere professionals die bij interventies betrokken zijn (procesmatig en niet-cliëntgebonden). Het samenwerkingsverband werkt in de aanvraag een plan van aanpak uit voor 2015 op basis van minimaal 2 elementen van deze prestatieafspraken.
Inkooptechniek
Geen face-to-face gesprekken. 2x per jaar levert 1e lijns samenwerkingsverband een verslag aan over de realisatie van de afgesproken de doelen. Het verslag wordt per mail aan de betrokken zorginkoper gestuurd.
7.3 Planning Planning
Doel
Q4 2014
Vanaf Q4 2014 kan er een aanvraag gedaan worden door een 1e lijns samenwerkingsverband.
Q3 2015
Aanlevering schriftelijk verslag over de realisatie van de afgesproken de doelen via de mail aan de betrokken zorginkoper.
Q1 2016
Aanlevering schriftelijk verslag over de realisatie van de afgesproken de doelen via de mail aan de betrokken zorginkoper.
terug naar Inhoudsopgave
10
Bijlage Minimale basiseisen waar een gecontacteerd 1e lijns samenwerkingsverband gezondheidscentra aan moet voldoen:
• Met het 1e lijns samenwerkingsverband wordt voor de financiering vanuit de beleidsregel ‘samenwerking t.b.v. geïntegreerde eerstelijns zorgproducten één overeenkomst gesloten. Het betreft hier dus geen overeenkomst voor geleverde zorg op patiëntniveau. Daarvoor wordt verwezen naar afspraken in de diverse zorgspecifieke overeenkomsten;
• Het 1e lijns samenwerkingsverband hanteert één AGB code en één bankrekeningnummer. Er is dus sprake van één declarant;
• Het 1e lijns samenwerkingsverband mag de zorgsoorten op verschillende locaties (indien nodig in naast gelegen gemeente) aanbieden;
• Via het automatiseringssysteem/EPD dient managementinformatie (de afgesproken resultaten van de zorgprogramma’s en performance afspraken) te worden geleverd in het kader van evaluatie en monitoring;
• Het 1e lijns samenwerkingsverband omvat tenminste huisartsgeneeskundige zorg, met inzet hierbij van
POH Somatiek, en minimaal twee van de volgende functies, die onderdeel uitmaken van de multidisciplinaire rechtspersoon:
– Paramedische Zorg (in ieder geval fysiotherapie) – Psychosociale zorg – Verloskundige zorg – Farmaceutische zorg – Overige bijvoorbeeld: ouder en kind zorg, ouderenzorg, thuiszorg – Ingeval een benodigde discipline voor de uitvoering van de geïntegreerde eerstelijnszorg, geen deel uitmaakt van het 1e lijns samenwerkingsverband zijn er in ieder geval resultaatgerichte samenwerkingsafspraken gemaakt met die disciplines;
• Alle aangesloten eerstelijnszorgaanbieders bij het 1e lijns samenwerkingsverband hebben een overeenkomst met zorgverzekeraar VGZ;
• De continuïteit van zorgverlening dient gewaarborgd te zijn; • Het 1e lijns samenwerkingsverband levert geïntegreerde populatie gerichte en/of wijkgerichte gezondheidszorg; • Met alle betrokken zorgaanbieders binnen de diverse zorgprogramma’s zijn resultaatgerichte samenwerkingsafspraken gemaakt;
• Het 1e lijns samenwerkingsverband heeft een leveringsplicht, waarbij de aangesloten praktijken open staan en/of toegankelijk zijn voor in ieder geval wijkbewoners;
• Declaraties dienen via VECOZO te worden aangeleverd; • De huisartsen in het samenwerkingsverband hebben één of meerdere praktijkondersteuners somatiek (POH-S); • De huisartsen in het samenwerkingsverband hebben één of meerdere praktijkondersteuners GGZ; • De huisartsen in het samenwerkingsverband zetten de module ‘zorg voor kwetsbare ouderen’ in.
terug naar Inhoudsopgave
11