Inkoop vs afkoop
Optimale ICT ondersteuning voor waardeoverdrachten
Mei 2013 Nicole scheffers Jos de Koning Rien van Kesteren Ad van Leest
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 INLEIDING....................................................................................... 3 1.1 Aanleiding ...................................................................................................... 3 1.2 Opdrachtomschrijving .................................................................................... 3 1.3 Randvoorwaarden .......................................................................................... 4 1.4 Uitgangspunten / Doelstellingen .................................................................... 4 HOOFDSTUK 2 THEORETISCH KADER ..................................................................... 6 2.1 Afkoop ........................................................................................................... 6 2.2 Waardeoverdracht ......................................................................................... 6 2.3 Omvang van waardeoverdracht ..................................................................... 7 2.4. Historie waardeoverdracht en knelpunten ..................................................... 8 2.5 Ontwikkelingen in de polder .......................................................................... 9 2.6 Knelpunten bij waardeoverdracht en afkoop .................................................. 9 2.7 Trends ......................................................................................................... 10 Hoofdstuk 3
Het huidige proces en de ICT ondersteuning ................................... 11
Hoofdstuk 4 Het gewenste proces ............................................................................. 13 4.1 Scenario’s .................................................................................................... 13 4.2 Uitwerking scenario’s ................................................................................... 14 Hoofdstuk 5 Haalbaarheid en uitvoerbaarheid ...................................................... 24 5.1 Pensioenregister .......................................................................................... 24 5.2 T&T(-Vertrouwd verbonden) ........................................................................ 24 5.3 Pensioenfonds(en) ....................................................................................... 25 5.4 Haalbaarheid ............................................................................................... 26 Hoofdstuk 6 Kosten / baten .................................................................................. 28 6.1 Kosten ......................................................................................................... 28 6.2 Baten ........................................................................................................... 29 Hoofdstuk 7 Conclusies en aanbevelingen ............................................................ 30 7.1 Conclusie ..................................................................................................... 30 7.2 Aanbevelingen ............................................................................................. 30 Bijlage Procesplaten op A3 formaat
2
HOOFDSTUK 1
INLEIDING
1.1 Aanleiding In november 2011 is binnen de werkgroep Kansen & Ontwikkelingen het idee gelanceerd om ten tijde van pensionering voor kleine pensioenen inkoop in plaats van afkoop plaats te laten vinden. Met andere woorden: in plaats van het afkopen van kleine pensioenen op pensioendatum zou automatisch een waardeoverdracht naar een ander pensioenfonds plaatsvinden. Uitgangspunt is dat dit proces dan verregaand gedigitaliseerd moet plaatsvinden, bijvoorbeeld in samenwerking met het Pensioenregister en de applicatie Waardeoverdracht via het Web (WOW). Het geld dat bijeen gebracht is voor pensioen blijft op deze manier een pensioenbestemming behouden. In de maatschappelijke context is het ook gewenst dat individuen, naast de AOW als basisinkomen, een levenslang aanvullend pensioen ontvangen. Parallel aan dit initiatief wordt momenteel het systeem van waardeoverdracht in zijn algemeenheid heroverwogen. De Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars hebben op 17 december 2012 aan staatssecretaris Klijnsma een advies op hoofdlijnen uitgebracht. Hierin staat dat zij constateren dat door verschillende omstandigheden het huidige systeem van waardeoverdracht forse wijzigingen zal moeten ondergaan. Omdat partijen hechten aan de individuele vrijheid voor werknemers om hun opgebouwde pensioenaanspraken over te dragen, willen zij een serieuze poging doen om te onderzoeken of het recht op waardeoverdracht in stand gehouden kan worden en te zoeken naar evenwichtige oplossingen voor de ontstane problemen. Het onderzoek richt zich onder meer op de te hanteren rekenregels, wettelijke spelregels, gevolgen voor deelnemers en pensioenfondsen én de mogelijkheden om de kosten van waardeoverdrachten te beperken. Hierbij wordt wederom gedacht aan verdere digitalisering, bijvoorbeeld door aansluiting bij circuits als Waardeoverdracht via het Web (WOW) en het Pensioenregister. Een en ander leidde tot het verzoek van de Pensioenfederatie om de technische mogelijkheden van het verder ontwikkelen en gebruiken van de systemen Waardeoverdracht via het Web (WOW) en het Pensioenregister nader te onderzoeken.
1.2 Opdrachtomschrijving Onderzoek de technische mogelijkheden om door middel van verdere automatisering de volgende mogelijke ontwikkelingen te ondersteunen: Het automatisme van waardeoverdracht van pensioenen onder de afkoopgrens naar een fonds waar de deelnemer een grotere aanspraak heeft staan. Een default van waardeoverdracht van pensioenen boven de afkoopgrens naar het nieuwe fonds.
Hierbij is gevraagd rekening te houden met zowel de huidige systematiek van waardeoverdracht, waarbij de contante waarde van de aanspraak wordt overgedragen, of een gewijzigde systematiek, waarbij de gefinancierde actuariële waarde van de aanspraak wordt overgedragen. Bovenstaande onderzoeksvragen dienen beantwoord te worden in het licht van verdere ontwikkeling en samenwerking van het systeem Waardeoverdracht via het Web en het Pensioenregister. 1.3 Randvoorwaarden Voor veel van de beschreven oplossingen zal verdere acceptatie van het pakket WOW noodzakelijk zijn. Op dit moment is WOW in gebruik bij een tiental pensioenuitvoeringsorganisaties waaronder APG en PGGM. WOW kan worden gebruikt als webapplicatie. Om het waardeoverdrachtproces nog verder te versnellen is ook “realtime” afhandeling van het proces tussen de oude en de nieuwe pensioenuitvoerder mogelijk door WOW direct te koppelen aan back-office systemen. In het advies van de StAR, Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars staat dat werknemers die van baan wisselen, in redelijkheid een rationeel besluit moeten kunnen nemen om wel of niet de waarde van hun pensioen over te dragen. Daarvoor is in ieder geval nodig dat men begrijpt wat er bij waardeoverdracht gebeurt en dat men hierbij ook deskundige hulp kan krijgen. Bij iedere gekozen oplossing is voorlichting dus een voornaam aandachtspunt. In het Pensioenregister worden pensioenaanspraken geregistreerd. Voor de oplossingen waarbij de contante waarde van de pensioenaanspraken zal worden overgedragen, zal de contante waarde van de pensioenaanspraken in het berichtenverkeer tussen oude en nieuwe uitvoerder nodig zijn. In dit onderzoek is verder geen onderscheid gemaakt tussen contante waarde of gefinancierde waarde. Vanuit ICT geredeneerd is er ook geen verschil tussen beide. In de verschillende scenario’s wordt uitgegaan van het feit dat de waarde (welke dan ook leidend zal worden) beschikbaar is. Voor alle geschreven oplossingen zullen aanpassingen in de Pensioenwet en in het Besluit Uitvoering Pensioenwet nodig zijn v.w.b. de onderwerpen afkoop en waardeoverdracht. Als partnerpensioen onderdeel is van het over te dragen pensioen, moet ook de partner van de gewezen deelnemer instemmen. Bij alle oplossingen waar elektronische handtekeningen (zoals DigiD) gehanteerd worden, moet hier een oplossing voor gevonden worden. De komst van het reële kader zal in ieder geval leiden tot andere rekenregels voor waardeoverdracht omdat deze nu gebaseerd zijn op overdracht van nominale aanspraken. Ook moet in de heroverweging rekening gehouden worden met de gevolgen van kortingen vanwege het LAM en AFS. 1.4 Uitgangspunten / Doelstellingen De uitwerking moet leiden tot aantoonbare lastenverlichting in het beheer van slapende deelnemers bij pensioenuitvoerders; De uitwerking moet leiden tot aantoonbare lastenverlichting voor pensioenuitvoerders bij het proces van waardeoverdracht; 4
De uitwerking moet leiden tot een helder en transparant proces voor de deelnemer; De uitwerking moet relevant zijn en blijven in het licht van de toekomstige veranderingen in het pensioencontract.
5
HOOFDSTUK 2
THEORETISCH KADER
2.1 Afkoop Definitie van afkoop in de PW: iedere handeling waardoor pensioenaanspraken of pensioenrechten hun pensioenbestemming verliezen. In artikel 66 t/m 69 van de PW worden de voorwaarden omtrent afkoop geregeld. Er zijn verschillende mogelijke momenten voor afkoop: 1. Binnen zes maanden na een termijn van twee jaar na beëindiging van de deelname (actief beleid pensioenfonds). 2. Na twee jaar en zes maanden op verzoek van de deelnemer 3. Bij pensionering (actief beleid pensioenfonds) Alleen aanspraken onder de afkoopgrens kunnen worden afgekocht. Deze afkoopgrens wordt jaarlijks door het Ministerie van SZW vastgesteld. Niveau 2013: € 451,22. Afkoop vindt plaats na instemming van de deelnemer. Een uitzondering hierop is als de beëindiging van de deelneming minder dan twee jaar vóór de pensioeningangsdatum heeft plaatsgevonden. In dat geval mag het pensioenfonds zonder instemming van de deelnemer het pensioen afkopen. 2.2 Waardeoverdracht Definitie van waardeoverdracht in de PW: iedere handeling waarbij de waarde van opgebouwde pensioenaanspraken of pensioenrechten wordt aangewend ten behoeve van: andere pensioenaanspraken of pensioenrechten bij dezelfde of een andere pensioenuitvoerder; of dezelfde pensioenaanspraken of pensioenrechten bij een andere pensioenuitvoerder. In artikel 71 t/m 92 van de PW zijn alle rechten en plichten van de betrokkenen rondom de verschillende vormen van waardeoverdracht vastgelegd. Een waardeoverdracht wordt niet uitgevoerd als de financiële positie van één van de pensioenuitvoerders onvoldoende is (lager dan 100%). Pensioenuitvoerders zijn niet verplicht mee te werken aan een waardeoverdracht als de deelnemer niet binnen de gestelde termijn van zes maanden een verzoek heeft ingediend. Pensioenuitvoerders zijn wel bevoegd om mee te werken. In de PW is bepaald dat de pensioenuitvoerder verplicht is om de overdrachtswaarde van de pensioenaanspraken over te dragen: als er sprake is van een individuele beëindiging van de dienstbetrekking of individuele beëindiging van de deelneming, en
6
als die waardeoverdracht er dan toe strekt het de gewezen deelnemer mogelijk te maken pensioenaanspraken te verwerven bij de ontvangende pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever of de beroepspensioenregeling.
2.3 Omvang van waardeoverdracht Per jaar veranderen ongeveer 500.000 werknemers van werkkring (CBS). Bij benadering gaan 405.000 werknemers van een pensioenregeling bij de oude werkgever naar een pensioenregeling bij een nieuwe werkgever. Hiervan wisselen 111.400 personen wel van werkkring en werkgever, maar blijven bij zowel de nieuwe als oude werkgever aangesloten bij dezelfde pensioenregeling. In totaal kunnen dus 293.600 baanwisselaars een waardeoverdracht doen. Van deze baanwisselaars die waarde kunnen overdragen vraagt 42% (ongeveer 123.300 personen) een offerte aan voor waardeoverdracht. Een deel van deze offerteverzoeken leidt niet tot een waardeoverdracht, hetzij omdat de offerte niet wordt geaccepteerd door de deelnemer zelf, hetzij omdat de aanvraag wordt afgewezen door de pensioenuitvoerder(s) of vanwege andere omstandigheden. Uiteindelijk dragen 114.600 van hen daadwerkelijk pensioenaanspraken over. Dit betekent dat zo’n 179.100 baanwisselaars hun waarde achterlaten bij de pensioenuitvoerder van de oude werkgever. Het grootste deel van alle waardeoverdrachten vindt plaats tussen middelloonregelingen. (Bron: SEO Economisch Onderzoek, de praktijk van waardeoverdracht, 2010). In de volgende tabel en grafiek wordt weergegeven hoeveel mensen een pensioenaanspraak hebben bij hoeveel pensioenfondsen. Bijvoorbeeld: 1.147.809 mensen hebben bij 3 pensioenfondsen een pensioenaanspraak opgebouwd. De gegevens zijn afgeleid van het aantal verwijsindexen per BSN in het Pensioenregister. Aantal deelnemers 4.933.552 2.580.776 1.147.809 457.397 168.203 57.619 18.740 5.962 1.786 550 184 47 17 3
6000000
5000000
Aatal deelnemers
Aantal fondsen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
4000000 aantal_fondsen
3000000
aantal_deelnemers
2000000
1000000
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Aantal fondsen
7
2.4. Historie waardeoverdracht en knelpunten Sinds 1994 hebben werknemers in Nederland het recht om bij wisseling van baan het opgebouwde pensioen over te dragen naar de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. Het oorspronkelijke doel van deze waardeoverdracht was het voorkomen van een pensioenbreuk bij verandering van baan. Dit was in een periode dat veel pensioenregelingen nog op eindloon werden gebaseerd. In 1998 had 73,6% van de deelnemers een eindloonregeling. In 2010 was dit nog slechts 1,0% (Bron: DNB). Verzekeraars en pensioenfondsen hanteren verschillende rekenregels. Bij een inkomende waardeoverdracht bij een verzekeraar ontvangt de verzekeraar onvoldoende waarde in relatie tot de kostprijs van de te verzekeren pensioenaanspraak, hetgeen de verzekeraar in rekening brengt bij de werkgever. Ontvangt de verzekeraar meer waarde dan de te verzekeren pensioenaanspraak, dan ontvangt de werkgever een bedrag dan wel wordt dit bedrag in het pensioencontract verrekend. Dit kan om forse bedragen gaan. Bij waardeoverdracht tussen pensioenfondsen speelt dit probleem niet. Per 1 januari 2015 kiezen sociale partners voor een nominaal of reëel pensioencontract. De te hanteren reken- en waarderingsregels zijn nog niet bekend, maar zullen per fonds of per soort regeling verschillen. Het bepalen van de waarde van een pensioenaanspraak wijzigt drastisch. De mogelijkheid tot afkoop van kleine pensioenen kan voor bepaalde groepen werknemers (met korte wisselende dienstverbanden) leiden tot afkoop van verschillende pensioenen, waardoor bij pensionering een situatie kan ontstaan waarbij geen levenslang ouderdomspensioen wordt toegekend. De komende jaren ontstaan verschillen in de pensioendata (ingangsdatum van het ouderdomspensioen) in pensioenregelingen. Vanwege de geleidelijke verhoging van de AOW zullen sommige fondsen met de pensioendatum de AOW volgen en andere pensioenfondsen direct overstappen naar 67 jaar. Werknemers zullen meer keuzemogelijkheden hebben rondom de pensioendatum en hierdoor ontstaat meer de wens voor financiële planning. Pensioenakkoord De komende jaren ontstaan verschillen in de pensioendata (ingangsdatum van het ouderdomspensioen) in pensioenregelingen. Vanwege de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd zullen sommige fondsen met de pensioendatum de AOW-leeftijd volgen en andere pensioenfondsen direct overstappen naar 67 jaar. Werknemers zullen meer keuzemogelijkheden krijgen met betrekking tot de pensioenleeftijd. Herziening FTK Per 1 januari 2015 kiezen sociale partners voor een nominaal of reëel pensioencontract. De te hanteren reken- en waarderingsregels zijn nog niet bekend, maar zullen per fonds of per soort regeling verschillen. Het bepalen van de waarde van een pensioenaanspraak onder het reële kader zal drastisch wijzigen vanwege het LAM en het RAM.
8
2.5 Ontwikkelingen in de polder Zoals in het inleidende hoofdstuk reeds aangegeven, heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de Stichting van de Arbeid (StAR) om advies gevraagd inzake de heroverweging van het recht op waardeoverdracht van pensioenen. In de adviesaanvraag geeft de minister van SZW aan dat hij op grond van actuele ontwikkelingen en praktische knelpunten aanleiding ziet tot heroverweging van (het wettelijke) recht op waardeoverdracht bij wisseling van baan. De minister noemt vijf redenen voor deze heroverweging en voor de adviesaanvraag. Deze redenen zijn hieronder verkort weergegeven. 1. De oorspronkelijke redenen (voorkomen van pensioenverlies bij eindloonsysteem, behoefte om pensioen onder te brengen bij één pensioenuitvoerder) om een wettelijk recht op waardeoverdracht toe te kennen, hebben aan betekenis sterk ingeboet. 2. De problematiek van de soms forse bijbetalingslasten voor werkgevers als gevolg van de verschillen in rekenrentes tussen pensioenfondsen en verzekeraars, of tussen oude en nieuwe contracten bij verzekeraars. 3. De problemen (waarderingsverschillen) die kunnen ontstaan bij de samenloop van het huidige systeem van waardeoverdracht met de invoering van nieuwe pensioencontracten als uitvloeisel van het Pensioenakkoord. 4. Het is nog steeds lastig voor werknemers om een goede keuze te maken met betrekking tot waardeoverdracht. Dit ondanks inspanningen om het pensioeninzicht te vergroten. 5. Waardeoverdracht leidt regelmatig tot uitvoeringstechnisch complexe en langdurige en ook kostbare trajecten. De minister verzocht de StAR te onderzoeken of het huidige systeem van waardeoverdracht nog steeds toegevoegde waarde heeft, of dat het heroverwogen moet worden. Daarbij vroeg de Minister eveneens, indien de StAR van oordeel is dat heroverweging nodig is, om op hoofdlijnen aan te geven in welke richting het systeem van waardeoverdracht zou moeten worden aangepast. 2.6 Knelpunten bij waardeoverdracht en afkoop Kosten voor de werkgever Verzekeraars en pensioenfondsen hanteren verschillende rekenregels. De overdrachtswaarde wordt echter uniform bepaald aan de hand van wettelijke rekenregels en de wettelijke rente c.q. de rentetermijnstructuur (RTS). Momenteel (al sinds 2011) ligt de RTS onder de rente die in de tarieven van verzekeraars zit. Bij een inkomende waardeoverdracht kan de verzekeraar onvoldoende waarde ontvangen in relatie tot de kostprijs van de te verzekeren pensioenaanspraak. Het verschil wordt in rekening gebracht bij de oude werkgever. Dit kan om forse bedragen gaan. Bij een rente onder de 3% ontvangt de verzekeraar meer waarde dan de te verzekeren pensioenaanspraak. In dat geval ontvangt de werkgever een bedrag dan wel wordt dit bedrag in het pensioencontract verrekend. 9
Kleine werkgevers (met een loonsom van maximaal € 757.000,-) hoeven echter niet mee te werken aan een individuele waardeoverdracht van een werknemer als de bijbetalingslast meer dan 10% van de overdrachtswaarde beloopt en tevens meer dan € 15.000,- bedraagt. Bij waardeoverdracht tussen pensioenfondsen speelt dit probleem niet omdat de collectiviteit van het fonds de negatieve en positieve financiële effecten van in- en uitgaande waardeoverdrachten opvangt. Afkoop opeenvolgende pensioenaanspraken De mogelijkheid tot afkoop van kleine pensioenen kan voor bepaalde groepen werknemers (met korte wisselende dienstverbanden) leiden tot afkoop van verschillende pensioenen, waardoor bij pensionering een situatie kan ontstaan waarbij geen levenslang ouderdomspensioen wordt toegekend. Nadelen van afkoop zijn dat mensen minder aanvulling hebben op de AOW, aanvulling kan bittere noodzaak zijn. Over het afkoopbedrag betaalt de gewezen deelnemer inkomstenbelasting. Een uitkering ineens kan ook invloed hebben op toeslagen die mensen ontvangen, zoals huurtoeslag of zorgtoeslag. 2.7 Trends Veranderende pensioenmarkt Het wettelijk recht op waardeoverdracht bestaat sinds 1994. Het oorspronkelijke doel was het voorkomen van een pensioenbreuk bij verandering van baan. Het recht op waardeoverdracht is ontstaan in een tijd waarin veel pensioenregelingen nog op eindloon waren gebaseerd. In 1998 had nog 73,6% van de deelnemers een eindloonregeling. In 2010 was dit nog slechts 1,0% (Bron: DNB). Bovendien is er sprake van een groeiend marktaandeel van DC-regelingen ten koste van DB-regelingen.
10
Hoofdstuk 3
Het huidige proces en de ICT ondersteuning
Hoe werkt het? Volgens artikel 71 lid 3 Pensioenwet bestaat de verplichting tot meewerken aan waardeoverdracht wanneer de deelnemer binnen zes maanden na de aanvang van de verwerving van pensioenaanspraken in een nieuwe regeling een opgave van zijn pensioenaanspraken heeft gevraagd en daarna een verzoek tot waardeoverdracht heeft ingediend bij de nieuwe pensioenuitvoerder. De procedure voor waardeoverdracht is nader uitgewerkt in het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Het Besluit regelt de verschillende stappen in het proces van waardeoverdracht en de doorlooptijden. De betrokken uitvoerders zijn gehouden aan de gestelde termijnen. Nadat een werknemer een verzoek tot waardeoverdracht bij de nieuwe pensioenuitvoerder heeft ingediend neemt de nieuwe pensioenuitvoerder binnen een maand contact op met de vorige pensioenuitvoerder(s) (art. 18 Besluit). De vorige pensioenuitvoerder geeft binnen twee maanden de overdrachtswaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken door aan de nieuwe pensioenuitvoerder (art. 19 Besluit). De nieuwe pensioenuitvoerder legt binnen twee maanden in een offerte de pensioenaanspraken die zullen voortvloeien uit de waardeoverdracht aan de werknemer voor, met daarbij informatie over de wijze waarop die aanspraken zullen worden behandeld – waaronder begrepen een eventuele indexering (art. 20 Besluit). De werknemer geeft op basis van deze offerte binnen twee maanden aan of deze een overdracht van de vorige pensioenuitvoerder naar de nieuwe pensioenuitvoerder wil laten uitvoeren (art. 21 Besluit). Het definitief overmaken van de contante waarde van de pensioenaanspraken bij de vorige pensioenuitvoerder naar de nieuwe pensioenuitvoerder vindt plaats als de werknemer schriftelijk akkoord hiervoor heeft gegeven. Het doorlopen van een volledige procedure waardeoverdracht duurt maximaal 13 maanden en 10 werkdagen. Procedure 1. 2.
3. 4. 5.
De werknemer vraagt aan de nieuwe pensioenuitvoerder een opgave voor waardeoverdracht (art 71: 3 PW) De nieuwe pensioenuitvoerder vraagt na ontvangst van het verzoek een opgave van de pensioenaanspraken bij de oude pensioenuitvoerder (art. 18 Besluit) De oude pensioenuitvoerder verstrekt de gegevens aan de nieuwe pensioenuitvoerder (art. 19 Besluit) De nieuwe pensioenuitvoerder verstrekt het voorstel van waardeoverdracht aan de werknemer (art. 20 Besluit) De werknemer geeft eventueel akkoord aan de nieuwe pensioenuitvoerder (art. 21 Besluit)
Maximale duur per stap 6 maanden
Maximale totale duur
1 maand
7 maanden
2 maanden
9 maanden
2 maanden
11 maanden
2 maanden
13 maanden
6 maanden
11
6.
7.
De nieuwe pensioenuitvoerder verzoekt direct de oude pensioenuitvoerder de overdrachtswaarde over te maken (art. 23.1 Besluit) De oude pensioenuitvoerder maakt de overdrachtswaarde over (art. 23.3 Besluit)
Direct
13 maanden
10 werkdagen
13 maanden + 10 werkdagen
Het bestaande proces ziet er schematisch als volgt uit:
12
Hoofdstuk 4 Het gewenste proces Voor de beantwoording van de onderzoeksopdracht is een aantal scenario’s onderscheiden. In dit hoofdstuk zijn deze scenario’s nader uitgewerkt waarbij aandacht besteed is aan: Situatie waarin de pensioendeelnemer zich bevindt; Invulling van het proces Randvoorwaarden 4.1 Scenario’s Er worden vier scenario’s onderscheiden: 1. Verplichte overdracht van klein pensioen (onder de afkoopgrens) tijdens opbouwfase (bij einde deelneming) 2. Verplichte overdracht van klein pensioen (onder de afkoopgrens) voorafgaande aan pensioeningang 3. Vrijwillige waardeoverdracht op initiatief van de deelnemer 4. Default op waardeoverdracht (bij einde deelneming) op initiatief van pensioenfonds Er is geen scenario beschreven op basis van de overdracht van de gefinancierde waarde, aangezien dit voor het proces niet relevant is. Voor geautomatiseerde oplossingen waarbij de (huidige of gewijzigde) waarde van de pensioenaanspraken zal worden overgedragen, zal registratie dan wel beschikbaarheid van deze waarde van de pensioenaanspraken bij het Pensioenregister nodig zijn. In de verschillende scenario’s wordt uitgegaan van het feit dat de waarde (welke dan ook) beschikbaar is Schematisch: Tijdens opbouwfase
Voorafgaand aan pensioendatum
Verplichte overdracht klein pensioen
Scenario 1
Scenario 2
Vrijwillige overdracht
Scenario 3
Scenario 3
Default overdracht
Scenario 4
13
4.2 Uitwerking scenario’s Scenario 1 : Verplichte overdracht van kleine pensioenen (onder de afkoopgrens) tijdens opbouwfase (bij einde deelneming) Situatieschets: De deelnemer beëindigt de deelname aan een pensioenregeling. Zoals op dit moment het geval is zou het pensioenfonds de aanspraken, die onder de afkoopgrens liggen, na twee jaar kunnen afkopen. In de nieuwe situatie wordt na een nader te bepalen periode (bijvoorbeeld 1 of 2 jaar) beoordeeld of deze deelnemer (aanspraken onder afkoopgrens) inmiddels is aangesloten bij een ander pensioenfonds. Als dit het geval is wordt de waardeoverdracht van de aanspraken naar het nieuwe pensioenfonds gerealiseerd. Beschrijving proces: 1. Een pensioenfonds constateert dat een deelnemer één / twee jaar (??) slaper is en aanspraken heeft onder de afkoopgrens; 2. Het pensioenfonds meldt dit aan het Pensioenregister (incl contante waarde); 3. Het Pensioenregister controleert of deze deelnemer inmiddels actief deelnemer is binnen een andere pensioenregeling; 4. Is deze deelnemer actief binnen een andere pensioenregeling dan meldt het Pensioenregister dit aan het nieuwe pensioenfonds. Hierbij worden de deelnemersgegevens en de gegevens van het oude pensioenfonds geleverd; 5. Het nieuwe pensioenfonds start, via het WOW-circuit, de waardeoverdracht. Dit houdt de volgende stappen in welke via het WOW-circuit gecommuniceerd worden: a. Op basis van de ontvangen afkoopwaarde worden de bijbehorende aanspraken binnen de nieuwe regeling berekend; b. De deelnemer wordt, door het nieuwe pensioenfonds, geïnformeerd over de verhoging van de aanspraken als gevolg van de waardeoverdracht; c. Het nieuw pensioenfonds stuurt een betalingsverzoek naar het oude pensioenfonds; d. Het oude pensioenfonds maakt de afkoopwaarde over; e. Het nieuwe pensioenfonds registreert de aanspraken bij de deelnemer; 6. Beide pensioenfondsen actualiseren de gegevens bij het Pensioenregister. Randvoorwaarden: Iedere uitvoerder moet aangesloten zijn op de WOW; Werkt alleen voor actuele geverifieerde en juiste BSN’s. (uitval gaat niet via dit traject); Dit scenario geldt voor bedragen onder de afkoopgrens; Het oude Pensioenfonds start alleen als hij niet in onderdekking is; Afhandeling van het totale proces is binnen een dag; Er zal een juridische basis moeten zijn om de waardeoverdracht zonder toestemming van deelnemer c.q. partner uit te kunnen voeren; Gegevens moeten bij start en eind van het proces real time bij het Pensioenregister liggen
14
15
SCENARIO 2 : VERPLICHTE OVERDRACHT VAN KLEINE PENSIOENEN (ONDER AFKOOPGRENS) VOORAFGAANDE AAN PENSIOENINGANG Situatieschets: Voor een deelnemer die de pensioenleeftijd nadert wordt gecontroleerd of deze aanspraken heeft onder de afkoopgrens. Als dit het geval is worden deze aanspraken overgedragen aan het pensioenfonds waar de deelnemer nog actief is. Als er geen actieve deelneming is dan worden de aanspraken overgedragen aan het pensioenfonds met de hoogste aanspraken. Beschrijving proces: 1. Een pensioenfonds constateert dat een deelnemer de pensioenleeftijd (nader te bepalen) nadert, slaper is en aanspraken heeft onder de afkoopgrens; 2. Het pensioenfonds meldt dit aan het Pensioenregister; 3. Het Pensioenregister controleert of deze deelnemer inmiddels actief deelnemer is binnen een andere pensioenregeling. Of als er geen actieve deelneming bestaat dan wordt het pensioenfonds geselecteerd met de hoogste aanspraken; 4. Is deze deelnemer actief binnen een andere pensioenregeling dan meldt het Pensioenregister dit aan het nieuwe (actief) pensioenfonds. Hierbij worden de deelnemersgegevens en de gegevens van het oude pensioenfonds geleverd; 5. Is deze deelnemer niet actief dan meldt het Pensioenregister, via het WOWcircuit, dit aan het nieuwe (hoogste aanspraken) pensioenfonds. Hierbij worden de deelnemersgegevens en de gegevens van het oude pensioenfonds geleverd; 6. Het nieuwe pensioenfonds start, via het WOW-circuit, de waardeoverdracht. Dit houdt de volgende stappen in welke via het WOW-circuit gecommuniceerd worden: a. Op basis van de ontvangen afkoopwaarde worden de bijbehorende aanspraken binnen de nieuwe regeling berekend; b. De deelnemer wordt, door het nieuwe pensioenfonds, geïnformeerd over de verhoging van de aanspraken als gevolg van de waardeoverdracht; c. Het oude pensioenfonds maakt de afkoopwaarde over; d. Het nieuw pensioenfonds stuurt een betalingsverzoek naar het oude pensioenfonds; e. Het nieuwe pensioenfonds registreert de aanspraken bij de deelnemer; 7. Beide pensioenfondsen actualiseren de gegevens bij het Pensioenregister. Opmerking: Er kunnen meerdere pensioenfondsen tegelijkertijd constateren dat een slapende deelnemer met aanspraken onder de afkoopgrens de pensioenleeftijd bereikt. In deze situatie zullen er meerdere trajecten van waardeoverdracht parallel verlopen. Randvoorwaarden: Iedere uitvoerder moet aangesloten zijn op de WOW; Er zal een juridische basis moeten zijn om de waardeoverdracht zonder toestemming van deelnemer c.q. partner uit te kunnen voeren; Gegevens moeten bij start en eind van het proces real time bij het Pensioenregister liggen. 16
Werkt alleen voor actuele geverifieerde en juiste BSN’s. (uitval gaat niet via dit traject); Dit scenario geldt voor bedragen onder de afkoopgrens; Het oude Pensioenfonds start alleen als deze niet in onderdekking is; Afhandeling van het totale proces is binnen een dag.
17
18
Scenario 3: Vrijwillige overdracht initiatief bij deelnemer Situatieschets: Een deelnemer kan zelf en op ieder willekeurig moment kiezen voor een waardeoverdracht. Als beperking geldt hierbij dat alleen de aanspraken overgedragen kunnen worden vanuit een fonds waar de deelnemer slaper is. En de aanspraken kunnen uitsluitend overgedragen worden aan het pensioenfonds waar de deelnemer nog actief is. Als er geen actieve deelneming is dan kunnen de aanspraken overgedragen aan ieder gewenst pensioenfonds waar de deelnemer aanspraken heeft staan (deelnemer is geweest). Beschrijving proces 1. De deelnemer initieert zelf zijn waardeoverdracht via het Pensioenregister. Hierbij geeft hij aan welke aanspraken hij wil overdragen naar welk pensioenfonds. 2. Vanuit het Pensioenregister wordt, via het WOW-circuit, een bericht gezonden naar het ontvangende pensioenfonds. Dit bericht bevat de pensioenfondsen waarvan de pensioenaanspraken (waarde) wordt overgedragen. 3. Het nieuwe (ontvangende) pensioenfonds zet de betreffende waardeoverdrachten in gang. Dit houdt de volgende stappen in, welke via het WOW-circuit, gecommuniceerd worden: a. Nieuwe pensioenfonds stuurt bericht naar het oude pensioenfonds(en) en verzoekt om de afkoopwaarde; b. Oude pensioenfonds berekent de afkoopwaarde en meldt dit aan het nieuwe pensioenfonds; c. Op basis van de ontvangen afkoopwaarde worden de bijbehorende aanspraken binnen de nieuwe regeling berekend; d. Het nieuwe pensioenfonds stuurt (op papier) de offerte(s) naar de deelnemer. e. De deelnemer geeft wel of geen akkoord. f. Indien wel akkoord, bericht het nieuwe pensioenfonds het oude pensioenfonds hierover. Dit gebeurt door de afkoopwaarde bij deze fondsen op te vragen. g. Het oude pensioenfonds maakt het bedrag van de afkoopwaarde over; h. Het nieuwe pensioenfonds registreert de aanspraken bij de deelnemer; i. De deelnemer wordt, door het nieuwe pensioenfonds, geïnformeerd over de verhoging van de aanspraken als gevolg van de waardeoverdracht; 4. Alle betrokken pensioenfondsen actualiseren de gegevens bij het Pensioenregister. Randvoorwaarden: Iedere uitvoerder moet aangesloten zijn op de WOW; WO alleen opstarten van een fonds waar de deelnemer slaper is; Uitsluitend aan een fonds waar de deelnemer actief is tenzij hij nergens actief is; Werkt alleen voor actuele geverifieerde en juiste BSN’s. (uitval gaat niet via dit traject); Dit scenario geldt voor bedragen onder de afkoopgrens; Het oude Pensioenfonds start alleen als hij niet in onderdekking is; Afhandeling van het totale proces is binnen een dag; 19
Er zal een juridische basis moeten zijn om de waardeoverdracht zonder toestemming van deelnemer c.q. partner uit te kunnen voeren.
20
21
SCENARIO 4: DEFAULT OVERDRACHT INITIATIEF BIJ PENSIOENFONDS Situatieschets: De deelnemer beëindigt de deelname aan een pensioenregeling. Na één jaar wordt beoordeeld of deze deelnemer inmiddels is aangesloten bij een ander pensioenfonds. Als dit het geval is wordt de waardeoverdracht van de aanspraken naar het nieuwe pensioenfonds in gang gezet. Deze waardeoverdracht wordt echter alleen gerealiseerd als de deelnemer geen bezwaar maakt. Beschrijving proces 1. Een pensioenfonds constateert dat een deelnemer één jaar (??) slaper is; 2. Het pensioenfonds meldt dit aan het Pensioenregister; 3. Het Pensioenregister controleert of deze deelnemer inmiddels actief deelnemer is binnen een andere pensioenregeling; 4. Is deze deelnemer actief binnen een andere pensioenregeling dan meldt het Pensioenregister dit aan het nieuwe pensioenfonds. Hierbij worden de deelnemersgegevens en de gegevens van het oude pensioenfonds geleverd; 5. Het nieuwe pensioenfonds start, via het WOW-circuit, de waardeoverdracht. Dit houdt de volgende stappen in welke via het WOW-circuit gecommuniceerd worden: a) Nieuwe pensioenfonds stuurt bericht naar het oude pensioenfonds en verzoekt om de afkoopwaarde; b) Oude pensioenfonds berekent de afkoopwaarde en meldt dit aan het nieuwe pensioenfonds; c) Op basis van de ontvangen afkoopwaarde worden de bijbehorende aanspraken binnen de nieuwe regeling berekend; d) Het nieuwe pensioenfonds stuurt (op papier) de offerte(s) naar de deelnemer; e) De deelnemer geeft wel of geen akkoord; f) Indien wel akkoord, bericht het nieuwe pensioenfonds het oude pensioenfonds hierover. Dit gebeurt door de afkoopwaarde bij deze fondsen op te vragen; g) Het oude pensioenfonds maakt het bedrag van de afkoopwaarde over; h) Het nieuwe pensioenfonds registreert de aanspraken bij de deelnemer; i) De deelnemer wordt, door het nieuwe pensioenfonds, geïnformeerd over de verhoging van de aanspraken als gevolg van de waardeoverdracht; 6. Beide pensioenfondsen actualiseren de gegevens bij het Pensioenregister. Randvoorwaarden: WO alleen opstarten van een fonds waar de deelnemer slaper is; Iedere uitvoerder moet zijn aangesloten op de WOW; Uitsluitend aan een fonds waar de deelnemer actief is tenzij hij nergens actief is; Werkt alleen voor actuele geverifieerde en juiste BSN’s. (uitval gaat niet via dit traject); Dit scenario geldt voor bedragen onder de afkoopgrens; Het oude Pensioenfonds start alleen als hij niet in onderdekking is; Afhandeling van het totale proces is binnen een dag; Er zal een juridische basis moeten zijn om de waardeoverdracht zonder toestemming van deelnemer c.q. partner uit te kunnen voeren. 22
23
Hoofdstuk 5
Haalbaarheid en uitvoerbaarheid
In de voorgaande hoofdstukken is aangegeven dat meerdere stakeholders betrokken zijn bij de uitvoering van de scenario’s. De geschetste scenario’s zullen alleen werken als alle betrokken partijen bereid zijn de benodigde veranderingen door te voeren. In de werkgroep is hierover gesproken met vertegenwoordigers van het Pensioenregister en met T&T welke het WOW-circuit exploiteert. Hierbij is de focus gelegd op de technische haalbaarheid. Beide partijen zien op dit technische vlak geen noemenswaardige obstakels om de scenario’s te realiseren. Voor realisatie zijn per betrokken partij meerdere aanpassingen noodzakelijk. In deze paragraaf worden de onderkende aanpassingen per betrokken partij kort opgesomd. Algemeen Centrale registratie van actuele dekkingsgraden van alle pensioenfondsen welke door meerdere organisaties (rechtstreeks) raadpleegbaar zijn. 5.1 Pensioenregister Het Pensioenregister zal haar systeem moeten aansluiten op het WOW-circuit en hierin de volgende aanvullingen moeten doorvoeren:
Ontvangst bericht met verzoek vanuit (oude) pensioenfonds; Verwerking bericht door controleren op nieuwe actieve deelname; Controle op onderdekking bij nieuw fonds; Terugmelding naar oude pensioenfonds ingeval onderdekking nieuwe fonds; Verstrekken bericht aan nieuw pensioenfonds waar actieve deelname bestaat; Aanpassen schermen van het Pensioenregister met mogelijkheid tot het initiëren van (meerdere) waardeoverdrachten.
5.2 T&T(-Vertrouwd verbonden) Om eenvoud en eenduidigheid te behouden wordt aangenomen dat het aanvullende berichtenverkeer tussen pensioenfondsen en Pensioenregister opgenomen wordt binnen het WOW-circuit. Hiervoor zal T&T in de volgende uitbreidingen moeten voorzien:
Definiëren en beheren bericht vanuit oude pensioenfonds naar Pensioenregister;
Definiëren en beheren bericht vanuit Pensioenregister naar nieuwe pensioenfonds; Definiëren en beheren bericht terugmelding naar oude pensioenfonds over te lage dekkingsgraad nieuw fonds; Definiëren en beheren bericht aanvraag vrijwillige waardeoverdracht van Pensioenregister naar nieuw pensioenfonds.
5.3 Pensioenfonds(en) Aansluiting op WOW-circuit Een belangrijke voorwaarde, voor de werking van de geschetste scenario’s, is dat de verschillende pensioenuitvoerders aangesloten zijn op het WOW-circuit. Dit houdt minimaal in dat er een handmatige koppeling met de WOW-applicatie door de uitvoerders gebruikt moet worden. Hiervoor geldt een beperkte implementatie inspanning voor de uitvoerder. Voor de uitvoerders met een groter volume aan waardeoverdrachten kan een directe koppeling met de backoffice systemen geïmplementeerd worden. Deze koppeling vergt een grotere implementatie-inspanning maar zal een aanzienlijke efficiencyverhoging en kostenverlaging (bijv. portokosten) met zich meebrengen. In de situatie dat zowel het oude als het nieuwe pensioenfonds een backoffice koppeling hebben gerealiseerd kan een waardeoverdracht, vanaf de aanvraag tot het informeren van de deelnemer over bijgeboekte aanspraken, binnen een uur worden afgewikkeld. Voor de pensioenfondsen geldt dus dat er aanpassingen noodzakelijk zijn binnen de waardeoverdracht processen en aansluiting op het WOW-circuit. Communicatie Daarnaast zijn aanpassingen in de communicatie vereist. Als voorbeeld zal in de situatie dat een deelnemerschap eindigt (einde dienstverband) en de aanspraken onder de afkoopgrens zijn in de Eindbrief gemeld worden dat de aanspraken automatisch overgedragen worden naar het pensioenfonds waar een nieuwe deelneming aanvangt. Aanpassing operationele processen Om de waardeoverdrachten, zoals in de verschillende scenario’s aangegeven, te initiëren zullen aanpassingen in de reguliere pensioenprocessen nodig zijn. Daar waar op dit moment de afkoop van een (klein) pensioen in gang gezet wordt zal in de toekomst, in plaats van een afkoopbrief
25
naar de deelnemer, een bericht inclusief de contante waarde van de aanspraken naar het Pensioenregister gestuurd worden. Ook voorafgaande aan het bereiken van de pensioenleeftijd zal in de situaties waarbij de aanspraken onder de afkoopgrens liggen een bericht, inclusief de contante waarde van de aanspraken, naar het Pensioenregister gestuurd worden. Verwerken melding van onderdekking van fonds waaraan overgedragen kan worden. Deze berichten dienen periodiek gecheckt te worden. 5.4 Haalbaarheid Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de scenario’s waarbij een verplichte waardeoverdracht plaatsvindt en de scenario’s waarbij de deelnemer zelf de waardeoverdracht initieert. Verplichte waardeoverdracht Voor de eerste verplichte categorie (scenario 1 en 2) geldt dat er een wettelijke grondslag noodzakelijk is om dit mogelijk te maken. Ook voor scenario 4 waarbij de waardeoverdracht default uitgevoerd wordt, tenzij de deelnemer bezwaar maakt, zal nader vastgesteld moeten worden of dit juridisch haalbaar is. Voor de verplichte waardeoverdrachten zijn nadere afspraken tussen de pensioenfondsen onderling noodzakelijk zoals: Hoelang voorafgaande aan pensioenleeftijd wordt bericht naar Pensioenregister gestuurd? Welke termijn kan na dit bericht gehanteerd worden om alsnog tot afkoop over te gaan, ingeval er geen tweede pensioenfonds (met hogere aanspraken of actieve deelneming) aanwezig is; Welke criteria gelden voor het bepalen van het fonds waaraan de contante waarde overgedragen wordt. Dit kan zijn het pensioenfonds waar actief wordt deelgenomen of indien geen actieve deelneming het fonds met de hoogste aanspraken; Ingeval er (nog) geen actieve deelneming bij een ander fonds aanwezig is zal geen verzoek ontvangen worden om de opgegeven waarde over te maken. Nader vastgesteld zal moeten worden of het oude pensioenfonds na een bepaalde periode opnieuw een bericht naar het Pensioenregister stuurt; Vrijwillige waardeoverdracht Alleen in scenario 3 ligt het initiatief bij de deelnemer. Voor de haalbaarheid van dit scenario dienen wel pensioenfondsen hun uitvoeringsreglement aan te passen. Op dit moment geldt binnen de Pensioenwet de richtlijn dat een waardeoverdracht binnen een half
26
jaar na aanvang dienstverband/deelneming aangevraagd moet worden. Als aan deze termijn voldaan wordt zijn de pensioenfondsen verplicht om mee te werken aan een waardeoverdracht. Valt de aanvraag buiten deze termijn dan kan het pensioenfonds de medewerking aan de waardeoverdracht weigeren. In de uitwerking van scenario 3 wordt er vanuit gegaan dat deze beperking verdwijnt. Dit houdt in dat op ieder willekeurig moment een waardeoverdracht aangevraagd kan worden en ook altijd gehonoreerd wordt. Ook voor de vrijwillige waardeoverdrachten zijn nadere afspraken tussen de pensioenfondsen onderling noodzakelijk zoals: Criteria naar welk fonds overgedragen mag/kan worden dienen vastgesteld te worden. Als voorbeeld ligt het niet voor de hand om de mogelijkheid te bieden om over te dragen naar een pensioenfonds waar men geen deelnemer is (geweest). Ook een overdracht naar een ander pensioenfonds dan waar dat moment actief wordt deelgenomen lijkt niet wenselijk.
27
Hoofdstuk 6
Kosten / baten
6.1 Kosten Kosten die gemaakt worden met het geautomatiseerd optimaliseren van de waardeoverdrachten volgens het voorstel in deze notitie is moeilijk te bepalen. De kosten komen voor rekening van degene die de aanpassing doorvoert. Zo zullen de kosten van het Pensioenregister (PR) voor rekening komen van het PR, De kosten voor de aanpassing van de WOW applicatie voor rekening van T&T en zullen de pensioenuitvoerders ook zelf de kosten dragen van de benodigde aanpassingen in hun pensioensystemen. Daarnaast hebben de pensioenuitvoerders natuurlijk zelf de keuze in hoeverre ze aanpassingen doorvoeren. Iedere pensioenuitvoerder zal daar zelf een business case voor maken. Wel zijn huidige reguliere kosten voor het verzenden van waardeoverdrachten via de WOW applicatie bekend. Onderstaand een voorbeeld met 25.000 waardeoverdrachten.
Eenmalige kosten Inrichting, klassikale opleiding en begeleiding Inrichting Berekeningsmodule Instructie op lokatie Totaal eenmalige kosten
Excl BTW 600,00 0,00 0,00 600,00
Incl BTW 726,00 0,00 0,00 726,00
Jaarlijkse kosten vast Vaste verwerkingskosten 250,00 1 Vaste verwerkingskosten berekeningsmodule 250,00 0 Jaarlijkse kosten variabel (afhankelijk van aantal waardeoverdrachten) Trede Ondergrens Bovengrens Tarief Aantal Trede 1 van tm 0 100 5,00 100 Trede 2 van tm 101 500 4,50 400 Trede 3 van tm 501 1.000 4,00 500 Trede 4 van tm 1.001 2.000 3,50 1.000 Trede 5 van tm 2.001 5.000 3,00 3.000 Trede 6 van tm 5.001 10.000 2,50 5.000 Trede 7 van tm 10.001 15.000 2,00 5.000 Trede 8 van tm 15.001 20.000 1,50 5.000 Trede 9 van tm 20.001 999.999 1,00 5.000
Excl BTW 250,00 0,00
Incl BTW 302,50 0,00
Excl BTW 500,00 1.800,00 2.000,00 3.500,00 9.000,00 12.500,00 10.000,00 7.500,00 5.000,00
Incl BTW 605,00 2.178,00 2.420,00 4.235,00 10.890,00 15.125,00 12.100,00 9.075,00 6.050,00
0,00
0,00
52.050,00
62.980,50
2,08
2,52
Toeslagpercentage berekeningsmodule
0,00
Totaal jaarlijkse kosten
25.000
Jaarlijkse kosten per waardeoverdracht
28
6.2 Baten De baten zijn afhankelijk van de business case en als gevolg daarvan de keuzes die pensioenuitvoerders maken. Wel kunnen in zijn algemeenheid de volgende, deels maatschappelijk verantwoorde, baten genoemd worden: Minder kosten voor de pensioenuitvoerders Het aantal afkoopsituaties wordt beperkt Behoud van pensioenbestemming Maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de deelnemer Landelijke uniformiteit Hogere kwaliteit Minder deelnemers (slapers) kosten in de administratie Imagoverbetering (snelheid)
29
Hoofdstuk 7
Conclusies en aanbevelingen
7.1 Conclusie Geconcludeerd kan worden dat het technisch mogelijk is om door middel van verdere automatisering de volgende mogelijke ontwikkelingen te ondersteunen: Het automatisme van waardeoverdracht van pensioenen onder de afkoopgrens naar een fonds waar de deelnemer een grotere aanspraak heeft staan, zowel op pensioendatum als tussentijds bij einde van de deelneming, en Een default van waardeoverdracht van pensioenen boven de afkoopgrens naar het nieuwe fonds. Bovenstaande onderzoeksvragen zijn beantwoord in het licht van verdere ontwikkeling en samenwerking van het WOW-systeem en het Pensioenregister. Hierbij is gevraagd rekening te houden met zowel de huidige systematiek van waardeoverdracht, waarbij de contante waarde van de aanspraak wordt overgedragen, of een gewijzigde systematiek, waarbij de gefinancierde actuariële waarde van de aanspraak wordt overgedragen. Voor geautomatiseerde oplossingen waarbij de (huidige of gewijzigde) waarde van de pensioenaanspraken zal worden overgedragen, zal registratie dan wel beschikbaarheid van deze waarde van de pensioenaanspraken bij het Pensioenregister nodig zijn. In dit onderzoek is verder geen onderscheid gemaakt tussen contante waarde of gefinancierde waarde. In de verschillende scenario’s wordt uitgegaan van het feit dat de waarde (welke dan ook) beschikbaar is. In het onderzoek is eveneens het serviceconcept meegenomen, waarbij de deelnemer zelf thuis achter zijn computer via het Pensioenregister het waardeoverdrachtproces kan opstarten. Ook dit concept is technisch en procesmatig mogelijk. 7.2 Aanbevelingen Om te komen tot een geautomatiseerde overdracht van kleine pensioenen onder de afkoopgrens dan wel een geautomatiseerd systeem waardeoverdracht boven de afkoopgrens, zijn er een aantal stappen te ondernemen: 1. Het delen van de informatie uit dit rapport binnen het bestuur en andere werkgroepen van de Pensioenfederatie. 2. Een verbod op afkoop van kleine pensioenen onder de afkoopgrens, zowel bij einde deelneming als bij pensionering. Hiervoor in de plaats komt dan een verplichte overdracht van
30
kleine pensioen (onder een nader te bepalen verplichte overdrachtsgrens) naar een pensioenfonds waar een hogere pensioenaanspraak staat. Deze verplichte overdracht kan plaatsvinden zonder instemming van de deelnemer. Hiervoor moet de Pensioenwet worden aangepast. Uit kostentechnisch oogpunt pleiten wij voor overdracht van kleine pensioenen één of twee jaar na einde dienstverband. Het heeft dan ook de voorkeur om in de wet vast te leggen dat pensioenfondsen via het Pensioenregister en de WOW-applicatie deze overdracht moeten realiseren. 3. Indien de heroverweging van het systeem van waardeoverdracht tot een verbod op waardeoverdracht leidt, dan komen de overige scenario’s te vervallen, maar kan nog wel de lobby worden gevoerd voor de kleine pensioenen (onder de verplichte overdrachtsgrens). 4. Indien de heroverweging van het systeem van waardeoverdracht leidt tot het handhaven van het recht op waardeoverdracht, maar dan op basis van andere rekenregels, dan is het wel noodzakelijk dat de overdrachtswaarde altijd beschikbaar is in de systemen van de pensioenuitvoerders, zodat deze eenvoudig (realtime) aan het Pensioenregister kunnen worden verstrekt. Dit pleit voor “eenvoudige, gestandaardiseerde” rekenregels. 5. Als deelnemers zelf de keuzemogelijkheid blijven houden op een waardeoverdracht, dan zou bij het Pensioenregister het serviceconcept ontwikkeld moeten worden, waarbij de deelnemer zelf thuis achter zijn computer het waardeoverdrachtsysteem via het Pensioenregister kan opstarten. Dit serviceconcept is klantgericht, innovatief en zal een positieve invloed hebben op het imago van de pensioensector. Dit serviceconcept is eenvoudig te realiseren, indien het Pensioenregister en de WOWapplicatie ingezet worden voor de automatisch overdracht van kleine pensioenen (aanbeveling 1). Tot slot: Hoewel het scenario, waarbij automatisch waardeoverdracht plaatsvindt (onafhankelijk van de hoogte van de aanspraak), tenzij de gewezen deelnemer bezwaar maakt, technisch te realiseren is in samenwerking met het Pensioenregister en T&T, bevelen wij dit scenario toch niet aan. Reden hiervoor is dat deze verplichte waardeoverdracht niet past in deze tijd. Wij pleiten voor vrijwillige waardeoverdracht op initiatief en eigen keuze van de deelnemer (op basis van gestandaardiseerde rekenregels). Een verplichte overdracht van kleine pensioenen na einde van de deelneming dan wel bij pensionering, is wel gerechtvaardigd (en gewenst) in deze tijd, aangezien geld dat bijeen gebracht is voor pensioen dan ook echt een pensioenbestemming behoudt en een hoger levenslang ouderdomspensioen als aanvulling op de AOW de voorkeur heeft op tussentijds afkoop.
31
Bijlage Procesplaten op A3 formaat
32
34
35
36