3. Alarmeer de hulpdiensten
aa r
Als het slachtoffer ernstig gewond is of als de situatie levensbedreigend is, moet je zo snel mogelijk de hulpdiensten alarmeren via het nummer 112. Als er omstaanders in de buurt zijn, vraag je hen om te alarmeren. Als je 112 belt, is het belangrijk dat je volgende informatie doorgeeft:
em pl
Eerste hulp
1. Wat? • Vertel wat er precies gebeurd is. • Zijn er gevaren waarvoor professionele hulp nodig is? (bijvoorbeeld: zit het slachtoffer gekneld?)
2. Waar? • Straat, huisnummer en gemeente. Geef ook het postnummer als je dat kent. • Herkenningspunten in de buurt: kruispunt, kerk, winkel... • Laat de hulpdiensten opwachten door een omstaander die hen naar de plaats van het ongeval kan leiden.
jk
ex
3. Wie? • Aantal slachtoffers? • Informatie over de leerling(en): leeftijd... • De toestand van de leerling(en): bewustzijn, ademhaling, ernstige bloedingen...
In de eerste minuten na een hartstilstand lijkt het soms alsof het slachtoffer nog probeert te ademen. Het ziet eruit alsof hij nauwelijks ademt, onregelmatig ademt of luidruchtig naar lucht hapt. Dit is de ‘agonale ademhaling’ of gasping. Verwar dit niet met een normale ademhaling! Het zijn de laatste ademhalingspogingen van een lichaam in doodsstrijd.
In ki
i
15
Bloedingen Bloedneus
Wat stel je vast?
Wat doe je?
em pl
• Het bloed kan ook in de keelholte lopen.
Eerste hulp
• Het bloed druipt of loopt uit de neus.
aa r
Een bloedneus ontstaat wanneer kleine bloedvaatjes in de neus scheuren. Dit gebeurt vaak na een slag of een stoot op de neus, maar ook door hevig niezen, snuiten of in de neus peuteren. Sommige leerlingen krijgen een bloedneus onder invloed van warmte.
• Was je handen en trek wegwerphandschoenen aan.
• Laat de leerling zitten en vraag om het hoofd lichtjes voorovergebogen te houden. • Laat de leerling door de mond ademen en de neus 10 minuten dichtknijpen, net onder het harde gedeelte van de neus.
ex
• Controleer na 10 minuten of de bloedneus gestopt is. Als dat niet het geval is, knijpt de leerling de neus opnieuw 10 minuten dicht.
jk
• Vraag de leerling om de eerste uren de neus niet te snuiten. Maak de neus en mond voorzichtig schoon met water. • Was je handen na het verzorgen.
In ki
• Ga met de leerling naar een arts als de bloedneus na 20 minuten niet gestelpt is, als de oorzaak een slag of een stoot is op de neus of als de bloedneus gepaard gaat met hoofdpijn, slaperigheid of een bloeduitstorting rond de ogen.
!
Opgelet! Steek geen watten, kompressen of ander materiaal in de neus.
29
Niet meer ontsmetten?
Geen water in de buurt?
aa r
Vroeger werd er aangeleerd om huidwonden te ontsmetten. Wetenschappelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat ontsmettingsmiddelen toxisch kunnen zijn voor de huid en dat ze daardoor het natuurlijke genezingsproces vertragen. Lichte wonden spoel je dus best uit met drinkbaar water tot er geen vuil meer in de wonde zit. Ontsmet enkel als je lang moet wachten vooraleer gespecialiseerde hulp de wonde kan bekijken.
Als er geen of te weinig water ter beschikking is, doe je het volgende: • Trek wegwerphandschoenen aan.
em pl
• Stelp een eventuele bloeding.
• Reinig de wonde met een kompres en een waterig, niet-kleurend ontsmettingsmiddel. • Dep hiermee op de wonde (zeker niet wrijven). • Blijf deppen tot er geen vuil meer in de wonde zit.
ex
• Ontsmet nog eenmaal met het ontsmettingsmiddel. Gebruik hiervoor een zuiver kompres. • Droog de omgeving van de wonde.
• Dek de wonde af, bijvoorbeeld met een steriel kompres of een wondpleister.
jk
• Ontsmet je handen met handalcohol na de eerste hulp.
In ki
• Ga na of de leerling gevaccineerd is tegen tetanus. Consulteer een arts.
Tetanus
Tetanusbacteriën zijn bijna overal aanwezig waar weinig zuurstof is (in aarde, in straatvuil, op roestige voorwerpen, in uitwerpselen van dieren...). Als ze in een wonde terechtkomen, kunnen ze zich ontwikkelen tot actieve tetanusbacteriën. Ze produceren een giftige stof, die het zenuwstelsel aantast en spierstijfheid en spierkrampen tot gevolg heeft. Iemand die goed ingeënt is tegen tetanus, loopt nagenoeg geen gevaar om de ziekte te krijgen. Elke 10 jaar dien je een herhalingsinenting te krijgen. Als een niet-ingeënte leerling tetanus krijgt, is er 40% kans dat hij overlijdt. Door elke wonde goed te verzorgen, kan je de kans op tetanus drastisch verlagen.
38
Wervelletsels
aa r
Een wervelletsel is een breuk of verschuiving van één of meerdere wervels, wat het gevaar inhoudt op beschadiging van het ruggenmerg. Een ruggenmergbeschadiging kan aanleiding geven tot verlamming of zelfs overlijden. Wervelletsels komen voor bij ongevallen met een hevige impact op het lichaam. Je kan het letsel enkel vermoeden aan de hand van de omstandigheden van het ongeval. Denk aan een wervelletsel bij: • Een verkeersongeval
• Een val van een hoogte (bijvoorbeeld van een trap)
em pl
• Een duikongeval (bijvoorbeeld duiken in een ondiep zwembad) • Een val bij een ouder slachtoffer (ouder dan 65 jaar)
Wat stel je vast?
ex
• Pijn in de nek of rug • Al dan niet een hoofdletsel • Verlammingsverschijnselen: tintelend of verminderd gevoel in de ledematen • Bewustzijnsstoornissen: sufheid, slaperigheid, onrust, geheugenverlies, bewusteloosheid
Wat doe je?
In ki
jk
• Alarmeer 112. • Kalmeer de leerling en overtuig hem om niet te bewegen. • Immobiliseer het hoofd en de nek. Doe dit enkel als de leerling wil meewerken (niet tegenhouden als hij onrustig of woelig is). • Controleer het bewustzijn en de ademhaling. Handel volgens je bevindingen.
52
Tandpijn
em pl
Wat doe je?
aa r
Tandpijn wordt meestal veroorzaakt door tandbederf. In ernstige gevallen kan een tandzenuw aangetast zijn, wat erge pijn veroorzaakt. Ook een tandabces, sinusitis of een oorinfectie kunnen tandpijn veroorzaken. Soms wordt tandpijn erger bij het eten van zoete of zure voedingsmiddelen, of bij contact met koude of warmte.
• Druk met iets warms licht tegen de wang, bijvoorbeeld warmwaterkruik, kersenpittenkussen, verwarmingszakje met gel. Dit kan de pijn verzachten, maar let op voor verbranding! • Raadpleeg een tandarts.
Breng de ouders op de hoogte als de leerling tandpijn heeft. Zij kunnen het dan verder opvolgen.
Tips voor een goede tandhygiëne
ex
i
In ki
jk
• Kies een goede tandenborstel. • Poets je tanden minstens één keer per dag gedurende 2 minuten met een tandpasta die fluoride bevat. • Poets niet onmiddellijk na het eten van zure vruchten of na het drinken van vruchtensap. Dit werkt slijtage van de tanden in de hand door het gecombineerd effect van het zuur en het borstelen. • Reinig ’s avonds met een flosdraad de ruimte tussen de tanden. • Bezoek jaarlijks de tandarts voor een preventieve controle.
64
Eerstehulpkoffer op school
em pl
Om de handen te reinigen/te ontsmetten:
aa r
Je school is best goed voorbereid op mogelijke ongevallen. Zorg ervoor dat je over een goede schooleerstehulpkoffer beschikt om de leerlingen te verzorgen. Ook tijdens een schooluitstap neem je best eerstehulpmateriaal mee. Hieronder vind je wat er allemaal in de eerstehulpkoffer thuishoort.
• vloeibare zeep • een handdoek • een flacon handalcohol
Om materiaal te ontsmetten: • ontsmettingsalcohol
ex
Om een wonde te ontsmetten als er geen water in de buurt is:
jk
• een waterig, niet-kleurend ontsmettingsmiddel
In ki
Om af te dekken:
• wondpleisters
72
• crêpezwachtels van 5, 7 en 10 cm
em pl
Preventie
Schooluitstappen gaan altijd gepaard met wandelen. Als er geen wandelactiviteit op het programma staat, dan moet er toch vaak van de ene plaats naar de andere gegaan worden. En dat gebeurt ook allemaal te voet. Leerlingen klagen wel eens om duidelijk te maken dat ze moe zijn van al dat gewandel, maar er zijn er ook die klagen van pijnlijke voeten.
aa r
Blaren
Preventie van blaren
• Kies schoenen in de goede maat. Schoenen moeten kunnen ademen. Zorg dat je schoenen ingelopen zijn vooraleer je een lange wandeling maakt.
ex
• Zorg dat je tenen kunnen bewegen in je schoen, maar dat je hiel stevig omsloten is.
jk
• Draag kousen die het zweet afvoeren (geen katoen) en die geen hinderlijke naden vertonen. Een dunne sok, met daarover een dikke wollen sok, kan de kans op blaren verkleinen.
• Houd je voeten droog. Doe andere kousen aan als je kousen nat zijn.
In ki
• Was je voeten niet voor je gaat wandelen. • Gebruik zo nodig een tweedehuidverband, een wondpleister of een beschermende huidspray op een pijnlijke plaats om blaren te voorkomen. Vraag raad aan je arts of apotheker bij de keuze van het product.
Heeft een leerling een blaar? Lees dan op p. 39 wat je moet doen.
83
Bijlage 1
Download deze fiche op www.jeugdrodekruis.be.
aa r
Medische fiche Deze medische fiche moet door de ouders en/of arts ingevuld worden. Op deze manier beschikken de leerkrachten over de nodige informatie over uw kind.
em pl
Deze informatie is strikt vertrouwelijk en wordt enkel gebruikt door de leerkrachten van uw kind. Kleef op deze fiche twee kleefbriefjes van het ziekenfonds. Naam:
Voornaam:
Adres:
Telefoonnummer:
Geslacht: M / V
Geboortedatum: Naam: Naam: Naam: Naam:
ex
Wie kan er gecontacteerd worden tijdens de schooluren?
Tel.: Tel.: Tel.: Tel.:
jk
Contactgegevens van uw huisarts: Naam:
Tel.:
In ki
Kan uw kind deelnemen aan alle activiteiten, aangepast aan de leeftijd? Sport:
ja / neen
Spel:
ja / neen
Staptochten:
ja / neen
Zwemmen:
ja / neen
Andere:
90