NEUROLOGIE
De eerste hulp bij een beroerte trombolyse
BEHANDELING
De eerste hulp bij een beroerte U bent via de Spoedeisende Hulp (SEH) het St. Antonius Ziekenhuis binnengekomen, omdat de artsen vermoeden dat u een beroerte hebt. Bij een beroerte is het belangrijk dat de behandeling zo snel mogelijk start. Daarom gebeurt er veel in korte tijd en krijgt u veel informatie. In deze folder staat kort op een rij wat er in de eerste uren gebeurt. Zo kunt u alles nog eens rustig nalezen.
U zult deze folder zelf misschien pas in een later stadium lezen. In eerste instantie is de informatie vooral ook nuttig voor uw familie of begeleiders die zijn meegekomen naar het ziekenhuis.
Van alle beroertes gaat het in ongeveer 80% van de gevallen om een herseninfarct.
Andere namen Andere woorden voor beroerte zijn CVA (Cerebrovasculair Accident) of stroke (de engelse vertaling). Vroeger werd ook wel gesproken van een ‘attack’. Een TIA (Transient Ischemic Attack) is een korte voorbijgaande beroerte.
Wat is een beroerte? Patiënten met een beroerte hebben óf een hersenbloeding óf een hersen-infarct: 1. Een hersenbloeding ontstaat doordat een zwakke plek in een bloedvat in de hersenen openbarst. Hierdoor raakt hersenweefsel beschadigd. 2. Een herseninfarct ontstaat doordat een bloedstolsel een bloedvat in het hoofd afsluit. Een deel van de hersencellen krijgt daardoor geen zuurstof en voeding meer en sterft af.
Onderzoeken Voor de behandeling van een beroerte is het essentieel om zo snel mogelijk te weten of u een hersenbloeding of een herseninfarct hebt. Daarom wordt op de Spoedeisende Hulp direct een aantal onderzoeken gedaan:
1
Anamnese
worden aangesloten. Via deze infusen kan medicatie rechtstreeks in uw bloedvat gegeven worden.
De arts stelt u/uw begeleiders kort een aantal vragen: • Hoe is uw algehele gezondheid? • Wanneer zijn de klachten precies ontstaan? Gebeurde dit plotseling of geleidelijk? • Gebruikt u medicijnen, met name bloedverdunners of medicatie van de trombosedienst? Als u namen en doseringen weet horen wij dit graag.
CT-scan Hierna gaat u naar afdeling Radiologie voor het maken van een CT-scan van uw hoofd. U ligt daarbij op uw rug op een onderzoekstafel die langzaam door het CT-apparaat schuift. Via röntgenstralen maakt het apparaat afbeeldingen van de weefsels, botten en bloedvaten in uw hoofd. Met behulp van de CT-scan kan de arts zien of u inderdaad een beroerte hebt en zo ja, of het gaat om een infarct of een bloeding.
Lichamelijk onderzoek De arts doet een kort lichamelijk onderzoek. Daarbij bekijkt hij/zij of u uitvalsverschijnselen hebt die bij een herseninfarct of een hersenbloeding kunnen voorkomen. Zulke verschijnselen zijn: • een scheef gezicht, afhangende mondhoek; • krachtsverlies of verlamming van één arm en/of been; • niet meer uit woorden kunnen komen of moeilijk spreken; • een combinatie van hevige duizeligheid, coördinatie- en/of evenwichtsstoornissen.
Bloedonderzoek Er wordt bloed bij u afgenomen, onder andere om de bloedstolling te bekijken.
ECG Er wordt een ECG (elektrocardiogram / hartfilmpje) gemaakt. Hierbij kijkt de arts of u een onregelmatige of overslaande hartslag hebt. Dit is soms de oorzaak van een herseninfarct.
Diagnose en behandeling
Bewaking Van de verpleegkundige krijgt u een bloeddrukband om, plakkers op de borst en een knijpertje op uw vinger. Daarmee worden uw bloeddruk, uw hartslag en de hoeveelheid zuurstof in uw bloed gecontroleerd. Op een monitor zijn deze gegevens te zien. Ook controleert de verpleegkundige uw bewustzijn en de reactie van uw pupillen op licht. Hij/zij schijnt hiervoor met een lampje in uw ogen. U krijgt twee naaldjes in uw arm of hand, waarop zonodig een infuus kan
Op basis van de onderzoeken stelt de arts een diagnose: is het een beroerte en zo ja, gaat het om een infarct of een bloeding? Dit bepaalt welke behandeling mogelijk is.
Herseninfarct Als duidelijk is dat u een herseninfarct hebt gehad, komt u mogelijk in aanmerking voor trombolyse. Dit is een behandeling waarbij u via het infuus medicijnen krijgt die het bloedstolsel oplossen. 2
Trombolyse
Deze behandeling moet starten binnen vier en een half uur nadat het infarct is ontstaan. De arts bepaalt of u in aanmerking komt voor behandeling. Hij/zij bespreekt kort de behandeling en de eventuele risico’s met u en vraagt uw toestemming om de behandeling te starten. In het hoofdstuk hierna vindt u uitgebreidere informatie over deze behandeling.
In dit hoofdstuk leest u meer over de behandeling van een herseninfarct (trombolyse) via een infuus. Hierbij krijgt u via het infuus medicijnen die het bloedstolsel oplossen. Deze behandeling moet starten binnen 4,5 uur nadat het infarct is ontstaan. Als u hiervoor in aanmerking komt wordt u naar de Stroke Unit van de afdeling Neurologie gebracht. Met een echo-apparaat wordt daar geprobeerd om de plaats van het stolsel in het bloedvat in uw hoofd zichtbaar te maken. Op de naaldjes in uw hand/arm wordt het infuus aangesloten, waardoor de arts vervolgens de medicatie toedient.
Soms is trombolyse via het infuus niet (meer) mogelijk of niet effectief. In bepaalde uitzonderingsgevallen stelt de arts dan voor om de trombolyse niet via de ader (infuus), maar via een slagader te geven. Via uw lies wordt dan een slangetje in uw slagader gebracht en dit wordt omhoog geschoven tot in de verstopte slagader in uw hersenen. Zo kunnen de medicijnen die het bloedstolsel moeten oplossen precies op de plek van het infarct ingespoten worden.
Controles De verpleegkundige blijft u intensief controleren (pols, bloeddruk, de hoeveelheid zuurstof in het bloed, hartritme, pupilreactie). Dit is nodig om het effect van de behandeling te meten en om tijdig te signaleren of er eventueel complicaties ontstaan. Na het toedienen van de medicatie krijgt u deze controles de eerste twee uur elk kwartier. Daarna wordt het teruggebracht tot een keer per half uur. Na drie uur gebeuren de controles eens per uur. De controles gaan door tot 24 uur na de start van de behandeling. Het toedienen van de medicijnen via het infuus duurt ongeveer een uur. Daarna krijgt u nog een keer een echo.
Het kan ook zo zijn dat trombolyse in uw geval niet mogelijk is. Daarnaast weegt het risico van de ingreep niet in alle gevallen op tegen het te verwachten resultaat. In die gevallen wordt u behandeld met orale antistollingsmedicijnen (pillen die het bloed verdunnen).
Hersenbloeding Als blijkt dat u geen infarct, maar een hersenbloeding hebt gehad, dan is behandeling via trombolyse geen optie. Daarbij worden immers bloedverdunners gebruikt en dat zou een bloeding juist erger maken. U wordt opgenomen op de verpleegafdeling Neurologie. Een deel van die afdeling is speciaal ingericht voor de behandeling van mensen met een beroerte, dit heet de Stroke Unit. 3
Opname of overplaatsing Tijdens uw behandeling regelt de arts een opname voor u. Waar u opgenomen wordt is afhankelijk van een aantal criteria. Dit kan in het St. Antonius Ziekenhuis zijn, maar ook op de neurologieafdeling van een ander ziekenhuis. Wanneer u opgenomen wordt in het St. Antonius Ziekenhuis blijft u één of twee dagen op de Stroke Unit en verhuist daarna naar de verpleegafdeling Neurologie. Wanneer u overgeplaatst zult worden naar een ander ziekenhuis, blijft u de eerste paar uur na het toedienen van de medicatie nog op de Stroke Unit. Daarna is de kans op eventuele complicaties (nabloeding) kleiner en kunt u vervoerd worden. De verpleegkundige van de Stroke Unit blijft u controleren tot u opgenomen of overgeplaatst wordt.
Vragen In de acute fase van een beroerte is het belangrijk dat artsen snel kunnen handelen. Dit is nodig om zo snel mogelijk te kunnen starten met de juiste behandeling. U zult merken dat de informatie op de Spoedeisende Hulp daarom kort en bondig is. Wij vragen uw begrip voor deze zakelijkheid. De kans is groot dat u pas na de behandeling op de Stroke Unit de tijd hebt om deze informatie goed door te lezen. Mocht u achteraf nog vragen hebben dan kunt u deze stellen aan de verpleegkundige van de afdeling of aan uw behandelend arts. U vindt het telefoonnummer in het adreskader achterin deze folder.
4
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Neurologie 088 - 320 39 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
5
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
NEU 19/11-’08
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis