Doelgroep
Duur
Handleiding
Helpertje
10 tot 12 jaar
16 uur + praktijktest
Handleiding eerstehulpcursussen Helpertje-Junior Helper
Junior Helper
13 tot 15 jaar
16 uur + praktijktest
Handleiding eerstehulpcursussen Helpertje-Junior Helper
Deze cursussen kunnen ook op school worden gegeven. Contacteer ons voor meer informatie.
2.2 Lesmateriaal
r
De handleiding omvat verder een apart deel per eerstehulpinitiatie. Per onderwerp nemen we daar enkele activerende didactische werkvormen op, met daarbij een overzicht van het nodige materiaal, de tijdsduur en de manier waarop je best aan de slag kan gaan. Dit zijn telkens suggesties: je bent uiteraard vrij om zelf te bepalen welke werkvorm je kiest, om te variëren, om er meer of minder tijd aan te spenderen… We willen vooral tips en ideeën aanreiken. Je vindt in de handleiding ook de lesdoelstellingen terug per onderwerp, en de eindtermen waaraan in de verschillende onderwerpen wordt gewerkt. Tot slot zijn er een hele reeks bijlagen voorzien die nuttig kunnen zijn tijdens de lessen.
em pl aa
Na de cursus volgt een praktijktest. De kinderen en jongeren die slagen voor de praktijktest, ontvangen het Europees erkende brevet Helpertje of Junior Helper.
Jeugd Rode Kruis voorziet een uitgebreid gamma aan kant-en-klaar lesmateriaal. Op die manier kan je op een snelle en eenvoudige manier aan de slag met onze eerstehulpinitiaties.
Deze handleiding wil een levend document zijn: je kan je map aanvullen met extra informatie, nieuwe didactische werkvormen en bijlagen. Op deze manier kan je van deze map een persoonlijk document maken.
ki jk
ex
Handleiding voor lesgevers Deze handleiding volgt inhoudelijk de structuur van de werkboeken voor de jongeren, maar verschaft jou als lesgever meer informatie dan in de werkboeken staat. De uitgebreide achtergrondinformatie vind je in hoofdstuk 6 (zie p. 116). Met deze achtergrondinformatie willen we je een bredere basis aanreiken om vragen van de jongeren te beantwoorden.
EERSTE HULP VOOR JONGEREN
In
Handleiding eerstehulpinitiaties
Werkboeken voor jongeren Als aanvulling op deze handleiding voorzien we in werkboeken voor de jongeren. Hierin vinden ze op hun maat een overzicht van de behandelde thema’s. Er zijn telkens ook oefeningen voorzien, zodat ze de kennis die ze opdeden meteen kunnen toepassen.
ulp Ket(c)h
Handleiding eerstehulpinitiaties
Eerste
eren
or jong
hulp vo
Ket(c)hulp ResQ Up 2 aid
ResQ
Eerste hulp voor
8/06/12
r.indd
aid
initiatie
1ste
elbaa graad midd
8/06/12 14:10
Up 2 aid
jongeren
13:17
1
Eerste hu
lp voor jon geren
8/06/12 14:03
initiatie 2de graad
ongeren
Handleiding eerstehulpinitiaties | Praktische informatie
Naam
middelbaar.indd
1
CN0654 3de graad middelbaar.indd 1
8/06/12 14:10
7
3.2 Voorstel lesschema Tijd
Inhoud
Doelstellingen De jongeren kunnen:
- Ongeval
1.1 de vier stappen bij eerste hulp opsommen; 1.2 de veiligheid van een situatie inschatten voor zichzelf, voor het slachtoffer en voor de omstaanders; 1.3 op een correcte manier het bewustzijn van het slachtoffer vaststellen; 1.4 op een correcte manier de ademhaling van het slachtoffer vaststellen; 1.5 op een correcte, efficiënte manier hulp inroepen bij een noodsituatie; 1.6 op een correcte manier het slachtoffer benaderen; 1.7 het slachtoffer in stabiele zijligging leggen wanneer nodig.
- Flauwte
3.1 een huidwonde herkennen: een schaafwonde, een snijwonde of een steekwonde; 3.2 een huidwonde correct verzorgen wanneer water ter beschikking is; 3.3 een huidwonde correct verzorgen wanneer geen of onvoldoende water ter beschikking is; 3.4 een spiraalverband correct aanleggen.
- Bloedneus
De jongeren kunnen: 5.1 een bloedneus correct verzorgen.
- Brandwonde
De jongeren kunnen: 4.1 het onderscheid maken tussen een eerstegraads-, tweedegraadsen derdegraadsbrandwonde; 4.2 een brandwonde correct verzorgen.
- Bloeding
De jongeren kunnen: 6.1 een bloeding herkennen; 6.2 een bloeding stelpen; 6.3 een drukverband correct aanleggen.
In
ki jk
Lesuur 3
- Huidwonde
2.1 de symptomen herkennen van een dreigende flauwte; 2.2 enkele oorzaken van een flauwte opsommen; 2.3 correct eerste hulp verlenen bij een flauwte.
ex
Lesuur 2
em pl aa
r
Lesuur 1
12
1. Wat zie je?
Tijd
Doelstellingen
Eindtermen
Werkvorm
Materiaal
Stam: 1 Context: 12
Vraag- en antwoordgesprek
Foto’s uit bijlage 4.1, 4.3 en 4.5
- 4.1 het onderscheid maken tussen een eerstegraads-, tweedegraads- en derdegraadsbrandwonde.
em pl aa
10-15 min.
r
De jongeren kunnen:
Werkwijze Vraag aan de jongeren wie er al eens een brandwonde heeft gehad. Vraag daarbij ook hoe hij of zij de brandwonde heeft opgelopen en hoe de wonde eruitzag. Toon de foto’s van de verschillende brandwonden en ga verder op zoek naar de juiste antwoorden. Maak duidelijk het verschil tussen eerstegraads-, tweedegraads- en derdegraadsbrandwonden (zie Achtergrondinformatie p. 144). Overloop op het einde nogmaals alles wat je kan zien bij een brandwonde, aan de hand van de foto’s. Bespreek eventueel met welke brandwonden je naar een arts gaat (zie werkboek p. 30).
2. Sms’en
Tijd
Doelstellingen
5-10 min.
ex
De jongeren kunnen:
- 4.1 het onderscheid maken tussen een eerstegraads-, tweedegraads- en derdegraadsbrandwonde; - 4.2 een brandwonde correct verzorgen.
Handleiding eerstehulpinitiaties | Ket(c)hulp
4. Brandwonde
Eindtermen
Werkvorm
Materiaal
/
Opdracht: raadsel
Werkboek p. 31 en 32
ki jk
Werkwijze Laat de jongeren individueel of per twee de oefening maken. Oei, Emma’s mama was blijkbaar wat overstuur. Kan jij haar smsjes ontcijferen?
In
Oplossing Emma: Mam, ik heb mijn hand verbrand aan de oven. Mam: Goe ziet heu fruit? > Hoe ziet het eruit? Emma: Witte blaasjes en rood. Mijn hand is ook wat dik! Mam: Knel je hbnd poel moder de kraam! > Koel je hand snel onder de kraan! Emma: Dat is te koud! Mam: Kauw water is nok hoed > Lauw water is ook goed. Emma: Dat doet pijn! Mam: Water nidt secht op ff wnnde maas er met boten > Water niet recht op de wonde maar er net boven. Emma: Hoe lang moet ik hier staan?! Mam: Tot get niet neer pijn dmet. Goud tok. K bem bijnb thtis! > Tot het niet meer pijn doet. Houd vol. Ik ben bijna thuis!
27
2. Flauwte 1. Ervaringen delen
Tijd
Doelstellingen
Eindtermen
Werkvorm
Materiaal
Stam: 1 Context: 12
Vraag- en antwoordgesprek
/
- 2.1 de symptomen herkennen van een dreigende flauwte; - 2.2 enkele oorzaken van een flauwte opsommen; - 2.3 correct eerste hulp verlenen bij een flauwte.
em pl aa
10-15 min.
r
De jongeren kunnen:
Werkwijze De kans is groot dat jongeren al eens zelf een flauwte hebben meegemaakt of zien gebeuren. Je vertrekt het best vanuit hun ervaringen. De volgende vragen geven een richtlijn: • Wie heeft al eens een flauwte gehad of zien gebeuren?
• Wat gebeurde er? • Moest er hulp bijkomen? • Wie heeft de hulp erbij gehaald? • Welke hulp werd er geboden? • Eventueel: hoe kan je een flauwte voorkomen?
2. Oefenen
Tijd
ex
Zie Achtergrondinformatie p. 128 en werkboek p. 16.
Doelstellingen
Eindtermen
Werkvorm
Materiaal
Groepsopdracht: oefenen
/
De jongeren kunnen:
- 2.3 correct eerste hulp verlenen bij een Stam: 10, 20 flauwte. Context: 12
ki jk
10-15 min.
In
Werkwijze Laat de jongeren hier vooral bij elkaar oefenen. Eén jongere speelt het slachtoffer, een tweede verleent eerste hulp, een derde observeert (aan de hand van een checklist: Wat doe je, werkboek p. 16).
48
Up 2 aid
Eerste hulp voor jongeren
5. Up 2 aid
8/06/12 14:10
r.indd 1
r
3de graad middelbaa
em pl aa
Up 2 aid is een eerstehulpinitiatie voor jongeren van ongeveer 16 tot 18 jaar (derde graad secundair onderwijs). Zij leren in drie uur wat ze moeten doen bij een ongeval en hoe ze een slachtoffer kunnen helpen dat problemen heeft met het bewustzijn. Op het programma staat ook het verzorgen van een huidwonde, een brandwonde en een bloedneus, het stelpen van een bloeding, en het handelen bij een letsel aan botten, spieren of gewrichten. Tot slot leren de jongeren handelen bij een verslikking en bij een insectensteek. Regelmatig zijn er oefeningen voorzien.
5.1 Inhoud en doelstellingen
Voor jongeren van ongeveer 16 tot 18 jaar (derde graad secundair onderwijs) zijn de volgende onderwerpen opgenomen en werk je aan de volgende eerstehulpdoelstellingen. 1. Ongeval De jongeren kunnen:
ex
• 1.1 de vier stappen bij eerste hulp opsommen; • 1.2 de veiligheid van een situatie inschatten
ki jk
voor zichzelf, voor het slachtoffer en voor de omstaanders; • 1.3 op een correcte manier het bewustzijn van het slachtoffer vaststellen; • 1.4 op een correcte manier de ademhaling van het slachtoffer vaststellen; • 1.5 op een correcte, efficiënte manier hulp inroepen bij een noodsituatie; • 1.6 op een correcte manier het slachtoffer benaderen; • 1.7 indien nodig het slachtoffer in stabiele zijligging leggen.
In
2. Problemen met het bewustzijn De jongeren kunnen: • 2.1 de symptomen herkennen van een dreigende flauwte; • 2.2 enkele oorzaken van een flauwte opsommen;
72
• 2.3 correct eerste hulp verlenen bij een
flauwte; • 2.4 het onderscheid maken tussen een lichte en een ernstige verslikking;
• 2.5 correct eerste hulp verlenen bij een ver-
slikking; • 2.6 de technieken “op de rug slaan” en “buikstoten geven” correct toepassen.
3. Bloedingen De jongeren kunnen: 3.1 een bloeding herkennen; 3.2 een bloeding stelpen; 3.3 een drukverband correct aanleggen; • 3.4 een bloedneus correct verzorgen.
4. Huidwonde De jongeren kunnen: • 4.1 een schaafwonde, snijwonde of steekwonde herkennen; • 4.2 een huidwonde correct verzorgen wanneer water ter beschikking is; • 4.3 een huidwonde correct verzorgen wanneer geen of onvoldoende water ter beschikking is; • 4.4 een spiraalverband correct aanleggen; • 4.4 een wonde met een vreemd voorwerp correct verzorgen; • 4.6 een splinter correct verwijderen.
Tijd
Doelstellingen
Eindtermen
Werkvorm
Materiaal
Stam: 19, 20 Context: 12
Demonstratie + inoefenen
Minstens één drukverband per drie jongeren, indien mogelijk één per jongere.
De jongeren kunnen: - 3.3 een drukverband correct aanleggen.
r
15 min.
Handleiding eerstehulpinitiaties | Up 2 aid
2. Drukverband
em pl aa
Werkwijze Stap voor stap doe je de techniek van het aanleggen van een drukverband voor (werkboek p. 23). De laatste stap van een demonstratie omvat oefenen. Laat de jongeren per drie de techniek inoefenen. Eén jongere is het slachtoffer, één jongere oefent de techniek en één jongere observeert of de techniek volledig juist werd uitgevoerd (aan de hand van een checklist: Techniek, werkboek p. 23). Daarna wisselen de jongeren van opdracht. Tips • Je kan een jongere als slachtoffer gebruiken bij je demonstratie. Een echte ongevallensimulant kan natuurlijk ook.
• Bespreek in de grote groep. Laat telkens eerst de hulpverleners zelf hun handeling bespreken. Laat dan de observatoren feedback geven. Vul daarna eventueel zelf aan.
Tijd
ex
3. Rekenen
Doelstellingen
Eindtermen
Werkvorm
Materiaal
/
Individuele opdracht: rekenoefening
/
De jongeren kunnen:
- in eigen woorden uitleggen waarom het snel stelpen van een bloeding belangrijk is.
ki jk
5 min.
In
Werkwijze Bereken zelf eens hoeveel bloed er in jouw lichaam zit. Laat de jongeren eerst raden hoeveel bloed een volwassene of kind in zich heeft. Geef hen dan volgende informatie: • Voor een volwassen persoon ongeveer 1 liter bloed per 13 kg lichaamsgewicht, voor een kind ongeveer 1 liter bloed per 11 kg lichaamsgewicht. Leg de link met een ernstige bloeding: een mens heeft een minimum aan bloed nodig in zijn lichaam opdat organen blijven functioneren.
85
em pl aa
3. Een hondenbeet. > Ja: de wonde werd veroorzaakt door een beet van een dier.
r
2. Een kleine snijwonde in je handpalm. > Neen: behalve wanneer het gaat om een wonde bij een persoon met diabetes of verminderde immuniteit of wanneer de persoon vermoedelijk onvoldoende beschermd is tegen tetanus.
4. Een schaafwonde aan je knie. > Neen: behalve wanneer het gaat om een wonde bij een persoon met diabetes of verminderde immuniteit of wanneer de persoon vermoedelijk onvoldoende beschermd is tegen tetanus. 5. Onzekerheid of het slachtoffer voldoende beschermd is tegen tetanus. > Ja: wanneer het slachtoffer niet gevaccineerd is, de herhalingsvaccinatie te lang geleden is of bij twijfel.
ex
6.
Handleiding eerstehulpinitiaties | Up 2 aid
Oplossing 1. Een schaafwonde die na overvloedig spoelen nog steeds niet proper is. > Ja: je verwijst door naar gespecialiseerde hulpverleners indien de wonde niet goed gereinigd kan worden.
ki jk
> Ja: het gaat om een steekwonde met een vuil voorwerp.
In
7. > Ja: er zit een glasscherf in de wonde.
8. > Ja: het slachtoffer heeft een schaafwonde die groter is dan de helft van haar handpalm.
93
Andere nuttige telefoonnummers zijn:
• ... het nummer 112 bestaat sinds 1994? • ... het nummer 112 het Europese alarmnummer
em pl aa
is? Elk land van de Europese Unie gebruikt dit nummer om dringende hulpverlening op te roepen. Als je 112 belt, word je automatisch doorgeschakeld naar de dichtstbijzijnde noodcentrale. Het oude nummer 100 kan je enkel in België gebruiken. Je oproep komt in dezelfde noodcentrale terecht als wanneer je 112 zou bellen. Zowel het nummer 100 als 112 kan je bellen met een vaste telefoon of een gsm.
• Ziekenwagen en brandweer: 112 • Politie: 101 • Antigifcentrum: 070 245 245 • Ambulancedienst Rode Kruis-Vlaanderen: 105 • Huisarts in de buurt: ……………………. • Huisarts van wacht: www.huisarts.be
r
Wist je dat…
• ... het nummer 112 gratis is? Je moet geen
In
ki jk
ex
belwaarde op je gsm hebben staan om 112 op te bellen. Je hoeft zelfs geen pincode in te tikken wanneer je je gsm inschakelt en je meteen daarna de hulpdiensten wil verwittigen. Als je gsm in toetsenblokkering staat, kan je toch meteen 112 intoetsen. Soms verschijnt er op het scherm van je gsm ‘alleen noodoproep’. Dat is het geval wanneer de verbinding beperkt is. Dan kan je wel naar 112 bellen, maar niet naar een ander nummer. • ... het kan zijn dat je gedurende enkele seconden niets hoort, zelfs geen beltoon, wanneer je 112 belt? Hang niet op! • ... je in Amerika het nummer 911 moet gebruiken om de hulpdiensten te verwittigen? • ... je een ziekenwagen van het Rode Kruis kan opbellen voor niet-dringend vervoer via het nummer 105?
of www.mediwacht.be (de telefoonnummers zijn streekgebonden) • Apotheek in de buurt: …………………. • Apotheek van wacht: 0900 10 500, www.apotheek.be of www.mediwacht.be
• Tandarts van wacht: 0903 39 969,
www.tandarts.be of www.mediwacht.be
4. Verlenen van verdere eerste hulp Ben je zeker dat de situatie veilig is? Heb je het bewustzijn en de ademhaling gecontroleerd? Heb je de hulpdiensten verwittigd? Onderzoek het slachtoffer dan grondiger en verleen verdere eerste hulp. Als een slachtoffer meerdere verwondingen heeft, moet je keuzes maken. De ene wonde heeft immers dringender verzorging nodig dan de andere. Dit lijstje kan je helpen om prioriteiten te stellen:
1. Geef absolute voorrang aan alle levensreddende technieken: zorg voor een vrije luchtweg door het slachtoffer in stabiele zijligging te leggen. Draai een slachtoffer in stabiele zijligging om de 30 minuten op de andere kant (zie p. 128).
2. Stelp ernstige bloedingen (zie p. 151). 3. Koel brandwonden af (zie p. 144).
132
• Het slachtoffer kan misselijk zijn of diarree
Wat stel je vast?
• Bij zeer ernstige reacties kunnen er adem-
halingsmoeilijkheden, slikproblemen en zelfs bewustzijnsverlies voorkomen.
em pl aa
Een insectensteek is een kleine huidwonde die wordt veroorzaakt door een stekend insect (bijvoorbeeld een mug, wesp of bij). Meestal is een insectensteek onschuldig en zorgt die enkel voor wat licht ongemak. Als het slachtoffer verschillende keren gestoken wordt, kan de ingespoten hoeveelheid gif toch voldoende zijn om een ernstige reactie uit te lokken. Ook een steek in de keelholte kan levensbedreigend zijn, omdat de zwelling de luchtweg kan belemmeren. Bij een slachtoffer dat overgevoelig is voor insectengif kan zich na één steek al een allergische reactie voordoen die kan leiden tot shock en zelfs tot de dood.
r
hebben.
• Meestal zie je een plaatselijke zwelling en
Wat doe je? • Als de angel nog in de huid steekt, probeer die dan zo snel mogelijk te verwijderen. Doe dat steeds door van onder de insteekplaats naar boven te drukken en te glijden met eender welk voorwerp dat je dicht bij de hand hebt (bijvoorbeeld je vingernagel, een bankkaart of de botte kant van een mes). Gebruik geen pincet, want hiermee zou je het achtergebleven gifzakje kunnen samendrukken, waardoor het resterende gif in de bloedsomloop terecht kan komen.
• Spoel het wondje met lauw stromend water.
• Bij een ernstige reactie kan de zwelling, rood-
• Koel de gestoken plaats af met ijsblokjes in
ex
roodheid van de huid. Het slachtoffer ervaart jeuk op de plaats van de steek en soms pijn.
ki jk
heid, jeuk en pijn meer verspreid zijn over het hele lichaam.
• Soms heeft het slachtoffer hoofdpijn en is hij
In
duizelig.
Handleiding eerstehulpinitiaties | Achtergrondinformatie
8. Insectensteek
een zakje water. Op die manier kan je zwelling, jeuk en pijn beperken. Houd tijdens het afkoelen het ijs niet rechtstreeks tegen de huid, maar wikkel er eerst een handdoek rond. Als je geen ijs voorhanden hebt, gebruik dan koud water.
• Als het slachtoffer gestoken werd in de keelholte, laat hem dan op ijs zuigen of de mond koelen met koud water. Zo verminder je de zwelling.
• Als het slachtoffer ademhalingsmoeilijkheden heeft, zoek dan samen naar de meest comfortabele houding.
159
r
em pl aa
ex
ki jk
In 2.10
r
em pl aa
ex
ki jk
In
r em pl aa ex ki jk
In
4.8
Het is een zomerse dag en jullie besluiten de barbecue aan te steken. Je vader, Frank, ontfermt zich naar goede gewoonte over het vlees. Omdat het vuur niet zo goed brandt, besluit hij alcohol te gebruiken. Plots schiet de verdeeldop los en komt haast de volledige inhoud van de fles op het vuur terecht, met een grote steekvlam tot gevolg. Hij verbrandt zich aan zijn hand en schreeuwt het uit van de pijn. Wat doe je in deze situaties? Denk aan de vier stappen bij eerste hulp!
9.2. Tijdslijn
em pl aa
r
Verbind de stappen die je doorloopt met de juiste plaats op de tijdslijn. Wat doe je eerst bij een vergiftiging? Marie, het kindje van de buren op wie je samen met een vriend aan het babysitten bent, heeft per ongeluk heel wat schoonmaakproduct ingeslikt. Wat doe je?
A. Bel het Antigifcentrum via 070 245 245.
I. Verlenen van verdere eerste hulp. J. Verwittigen van de hulpdiensten.
B. Veiligheid.
K. Zeg de leeftijd en het gewicht van Marie,
C. Doe wat het Antigifcentrum je zegt.
D. Je stelt vast dat Marie bewust is. Ze reageert als je haar aanspreekt.
geef de naam van het product, zeg dat Marie het heeft opgedronken en hoeveel ongeveer, zeg dat ze nog bewust is en ademt, en dat ze nog niet braakt.
E. Je stelt vast dat Marie normaal ademt.
L. Veiligheid van je vriend.
F. Roep een volwassene of laat je vriend een
M. Zeg wat er gebeurd is, waar je precies
ex
volwassene halen.
G. Vaststellen van het bewustzijn en de
bent en wie het slachtoffer is.
N. Bel 112.
ademhaling.
In
ki jk
H. .Veiligheid van jezelf.
O. Veiligheid van Marie: je haalt het product weg, maar houdt het etiket bij.