Inhoudsopgave werkplan Klein Duimpje 2015 Voorwoord en Peuterspeelzaal Klein Duimpje in het kort 1.
Aanmelding en plaatsing 1.1 Aanmelding 1.2 Plaatsing 1.3 Groepsindeling en personeel 1.4 Intake 1.5 Brengen en halen 1.6 Wenbeleid
2.
De Dag 2.1 Dagindeling 2.2 Spelen en activiteiten 2.3 Spelactiviteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel groepsruimte verlaten 2.4 Natuur 2.5 Voor- en Vroegschoolse Educatie 2.6 Uk & Puk in de dagelijkse praktijk
3.
Eten & Drinken 3.1 Eten en drinken 3.2 Dieet, allergie, andere culturen 3.3 Feesten en trakteren
4.
Verschonen, toiletgang en zindelijk worden
5.
Kind 5.1 Welbevinden kind 5.2 Corrigeren en belonen 5.3 Omgaan met zieke kinderen 5.4 Kinderparticipatie 5.5 Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld 5.6 Verwijsindex
6.
Ouders en verzorgers 6.1 Individuele contacten 6.2 Schriftelijke informatie 6.3 Locatiecommissie 6.4 Ouderbijeenkomsten 6.5 Klachtenprocedure
7.
Vier Ogen Principe
8.
Ruimte indeling 8.1 Binnenruimten 8.2 Buitenruimten
9.
Veiligheid en hygiëne 9.1 Brandactieplan en ontruimingsplan 9.2 Bedrijfshulpverlening 9.3 Gebruikte materialen en procedures 9.4 Veiligheid en gezondheid in de speelzaal, huisregels en beleid 9.5 Keuring speeltoestellen 9.6 Risico & Inventarisatie Veiligheid en gezondheid 9.7 Registratie (bijna) ongevallen 9.8 Schoonmaak en onderhoud van binnen- en buitenruimtes
10.
Opleidingsplan, opleidingen en ondersteuning beroepskrachten 10.1 Opleidingsplan beroepskrachten 2015 10.2 Opleidingen en bijeenkomsten vanaf 2007 10.3 Ondersteuning beroepskrachten in het signaleren van ontwikkelingsstoornissen en TSM
11.
Contacten met externe partners
12.
Stages bij Klein Duimpje en registratie als erkend leerbedrijf door Calibris Kenniscentrum
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
Bijlagen werkplan Klein Duimpje Maasbommel 2015 1.
Aanmeldings- en plaatsingsformulier (ad 1.1)
2.
Personele bezetting en openingstijden (ad 1.3)
3.
Vrijwilligersbeleid SPOM PSZ WMW + verzekeringsbewijs + polis gemeente WMW( ad 1.3)
4.
Intake- en overdrachtsformulier (ad 1.4)
5.
Privacy Reglement (ad 1.4)
6.
Folder Voor- en Vroegschoolse Educatie op de peuterspeelzaal (ad 2.4)
7.
Gebruikswijzer Uk & Puk (ad 2.5)
8.
Evaluatieformulier SPOM PSZ WMW ( ad 2.5)
9.
Observatieformulier (ad 5.1)
10.
Toestemmingsformulier Toediening Medicijnen (ad 5.3)
11.
a. Meldcode Huiselijk Geweld (ad 5.5) b. Signalen huiselijk Geweld en Kindermishandeling (ad 5.5) c. Protocol “Hoe te handelen in geval van ongewenste omgangsvormen door een medewerker” (ad 5.5)
12.
Folder Verwijsindex (ad 5.6)
13a.
Klachtenprocedure (ad 6.5)
13b.
Folder Provinciale Klachtencommissie + Reglement Provinciale Klachtencommissie (ad 6.5)
14.
Folder BOINK “Het vierogenprincipe in de dagelijkse praktijk”
15.
Huisregels en voorschriften met betrekking tot Gezondheid en Veiligheid bij Klein Duimpje (ad 9.4)
16.
Formulier Registratie Ongeval (ad 9.7)
17.
Documenten ter ondersteuning van de beroepskrachten in het signaleren van ontwikkelingsstoornissen en het herkennen van Spraak Taal Moeilijkheden bij peuters (ad 10.2): -
Stappenplan zorgkinderen (cursusmateriaal Marant ivm opleiding over zorgkinderen) Herkennen Ernstige Spraak Taal Moeilijkheden bij Peuters (presentatie Kentalis) Schematische ontwikkeling Taal en Spraak 0-4 jaar (cursusmateriaal Marant) VTO Doe je zo! Het signaleren van ontwikkelingsstoornissen (handout cursus Marant) Indeling hulpvragen – (handout cursus Marant) Van Wiechen ontwikkelingsonderzoek 0-54 mnd (handout GGD / Consultatiebureau) Sociale kaart SPOM Peuterspeelzalen West Maas en Waal Scholing en volgboekje KIJK! Kindvolgsysteem Informatie Kentalis De Open Cirkel en minisymposium “TOS bij peuters en kleuters”
18.
Logopedische Dienst Maas en Waal (ad 11)
19.
Groeidocument ondersteuningsplatform Maas & Waal (ad 11)
20.
Folder MEE Integrale Vroeghulp (ad 11)
21.
Registratie Erkend Leerbedrijf Klein Duimpje afgegeven door Calibris Kenniscentrum (ad 12) Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
Voorwoord Stichting SPOM Peuterspeelzalen West Maas en Waal wil kwalitatief goede kinderopvang bieden. Dat betekent dat wij eisen stellen aan het pedagogisch beleid en de uitvoering daarvan. SPOM PSZ WMW is tevens gericht op verbetering van de pedagogische kwaliteit. Dit doen wij door kritisch te blijven kijken naar ons pedagogisch handelen. Wij evalueren het pedagogisch beleid en stellen het bij indien daar aanleiding toe is. In het pedagogisch beleid komt tot uitdrukking hoe wij met kinderen omgaan en waarom wij dat zo doen. Pedagogisch beleid is gebaseerd op een visie op de ontwikkeling van kinderen en op opvoeden. Vanuit dit richtinggevende kader is een pedagogisch werkplan gemaakt. De uitwerking van onderstaande doelstellingen en voorwaarden uit het pedagogisch beleidsplan zijn in dit werkplan beschreven. Opvoedingsdoelen: het bieden van een uitdagende speel/leeromgeving het bieden van ontplooiingsmogelijkheden aan kinderen door het stimuleren van de diverse ontwikkelgebieden het signaleren en begeleiden van ontwikkelingsproblemen bij kinderen het bevorderen van de doorgaande ontwikkelingslijn naar het primair onderwijs. Pedagogische voorwaarden om aan de opvoedingsdoelen te voldoen: vertrouwen bieden vrijheid en structuur bieden en grenzen stellen balans in individuele ruimte en groepsactiviteiten veilige en uitdagende ruimten en materialen vaardige en betrokken pedagogisch medewerkers Bij het intake gesprek worden de op locatie aanwezige documenten ter inzage aan nieuwe ouders aangeboden. Daarnaast zijn deze documenten altijd op verzoek in te zien op alle SPOM Peuterspeelzalen WMW. Ook zijn deze documenten te vinden op onze website. Wij willen benadrukken dat zowel het pedagogisch beleidsplan als het werkplan altijd in ontwikkeling blijven en aangepast worden indien er nieuwe afspraken gemaakt worden of nieuwe inzichten zijn. Stichting SPOM Peuterspeelzalen West Maas en Waal
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
Peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel in het kort Gegevens:
Peuterspeelzaal Klein Duimpje Tot 1 augustus 2015 : Kampstraat 21c 6627 AS Maasbommel T: 06-15531063 Vanaf 1 augustus 2015 : Kampstraat 21a in Sint Lambertusschool
Beroepskracht:
Marian van Toor
Groepshulpen:
Willeke van Dijk Winny van Kraaij Esmee van Toor
Opvangaanbod:
Maandagochtend en woensdagochtend van 8.45 - 11.15
Indeling gebouw:
Klein Duimpje is gehuisvest in een op zichzelf staand gebouw met een eigen buitenspeelplaats, dat gelegen is naast de Sint Lambertusschool. Via de toegangsdeur kom je in het halletje waar de kinderen de jas op kunnen hangen. Vervolgens betreed je de speelzaalruimte. De eerste ruimte aan de linkerhand is het keukentje, daarnaast ligt de sanitaire ruimte. Rechts achterin ligt het kantoortje en rechts voorin een binnen/buitenberging met een deur die uitkomt op de buitenspeelplaats. Vanaf 1 augustus 2015 zal Klein Duimpje gehuisvest worden in een leegstaand kleuterlokaal van de Sint Lambertusschool in Maasbommel. De buitenspeelplaats zal afgebakend worden en het leegstaand kleuterlokaal wordt aangepast aan de voor de kinderopvang geldende veiligheidseisen.
Speciale activiteiten:
* De peuterleidster gaat enkele malen per jaar met de peuters die dan bijna vier jaar worden een kijkje nemen op de basisschool. * Gedurende het schooljaar worden geldwervende acties georganiseerd om nieuw spelmateriaal aan te kunnen schaffen. Te denken valt aan een bloemen actie en kledinginzameling. * Jaarlijks worden er diverse activiteiten georganiseerd voor de peuters in de vorm van bijvoorbeeld een fietstocht met picknick, een bezoek aan een (binnen) speeltuin of een kinderboerderij, sinterklaas en kerstviering. Ouders gaan bij uitstapjes mee voor het vervoer en de begeleiding.
Dagindeling:
De kinderen komen binnen om 8.45 en gaan vrij spelen of samen met de ouder/verzorger een puzzeltje maken. Om 9.15 gaan de kinderen aan tafel om iets te eten Om 10.15 wordt een kringetje gemaakt en de kinderen krijgen iets te drinken. Als het weer het toelaat gaan de kinderen daarna buiten spelen.
Tussen de rustmomenten krijgen de kinderen activiteiten aangeboden zoals bijvoorbeeld spelletjes, knutselwerkjes maken, voorlezen, maar ook vrij spel is mogelijk. Het Uk & Puk programma loopt als een rode draad door de activiteiten heen
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
1.
Aanmelding en plaatsing
1.1
Aanmelding Vanaf de leeftijd van 1,5 jaar kunnen kinderen aangemeld worden voor plaatsing op een peuterspeelzaal door het invullen van een aanmeldings- en plaatsingsformulier (zie bijlage 1 ). Dit formulier is verkrijgbaar op de individuele speelzalen of is te downloaden via onze website www.spommaasenwaal.nl. Het ingevulde formulier kan afgegeven worden op een van onze locaties of opgestuurd worden naar: SPOM PSZ WMW, Rijdt 62, 6631 AT Horssen.
1.2
Plaatsing Doorgaans worden kinderen op de peuterspeelzaal in Maasbommel geplaatst vanaf 2½ jaar. Indien er plek is op de groep kunnen peuters eerder worden geplaatst. De leidster benadert de ouders om hen te informeren over de eerste dag waarop hun kind de speelzaal mag gaan bezoeken.
1.3
Groepsindeling en personeel De stichting SPOM Peuterspeelzalen West Maas en Waal beheert zeven peuterspeelzalen (waarvan 4 VVE-speelzalen en 3 reguliere speelzalen) verspreid over de gemeente West Maas en Waal. Op alle peuterspeelzalen is de maximale omvang van de groep 16 kinderen. Op de VVE-speelzalen (BenedenLeeuwen, Boven-Leeuwen, Dreumel, Wamel) staan altijd twee gediplomeerde pedagogisch medewerkers op de groep. Op de reguliere speelzalen (Alphen, Altforst, Maasbommel) staat in ieder geval één beroepskracht op de groep die aangevuld wordt door een vaste groepshulp. Qua leeftijdsopbouw is er geen differentiatie. De doelgroep van kinderen van 2½ tot 4 jaar is niet onderverdeeld in leeftijdscategorieën. Er is sprake van verticale groepen. In bijlage 2 is het overzicht te vinden van de personele bezetting in het lopende schooljaar en de openingstijden van Klein Duimpje. Om het programma zo optimaal mogelijk te laten verlopen dienen ouders minimaal twee dagdelen per week af te nemen. Klein Duimpje werkt met drie vaste groepshulpen die op toerbeurt meedraaien als aanvulling op de beroepskracht. SPOM Peuterspeelzalen WMW heeft een vrijwilligersbeleid opgesteld waarin staat wat er verwacht wordt van de vrijwilligers en wat het verschil is met de werkzaamheden van de beroepskrachten. Dit vrijwilligersbeleid is te vinden is in bijlage 3. Daarnaast biedt Klein Duimpje plek aan stagiaires, op zowel MBO- als HBO niveau. Meer daarover is te vinden bij item 12.
1.4
Intake Een van de leidsters van Klein Duimpje heeft tijdens de eerste ochtend een intakegesprek met de nieuwe ouders/verzorgers. Tijdens dit gesprek wordt uitleg gegeven over de dagelijkse gang van zaken en worden er afspraken met de ouders gemaakt over bijvoorbeeld spelen, eten, halen en brengen. Er wordt samen met de ouders een intakeformulier ingevuld, waarop o.a. afspraken over eten, adresgegevens en bijzonderheden van het kind worden genoteerd (zie bijlage 4). Dit formulier wordt bewaard in een map in een afsluitbare kast op de speelzaal, zodat het voor de pedagogisch medewerker altijd bij de hand is. Op het verzamelen en vastleggen van persoonsgegevens is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van toepassing. Daarom heeft stichting SPOM Peuterspeelzalen WMW een privacy Reglement opgesteld, zie bijlage 5.
1.5
Brengen en halen Op psz Klein Duimpje worden de kinderen om 8.45 gebracht en om 11.15 weer opgehaald. Deze tijden staan ook in de informatiebrief die de ouders bij het eerste bezoek aan de peuterspeelzaal ontvangen. Daarnaast zijn ze ook te vinden op de website www.spommaasenwaal.nl. Op de breng- en haalmomenten wordt belangrijke en leuke informatie over het kind door de pedagogisch medewerkers en de ouders uitgewisseld, bijvoorbeeld welke activiteiten het kind die ochtend ondernomen heeft of bijzonderheden van thuis uit. Omdat deze contactmomenten kort zijn is het mogelijk om een gesprekje met de pedagogisch medewerkers aan te vragen, zodat op een rustiger moment uitgebreid overlegd kan worden. Via een prikbord c.q. white board worden ouders geïnformeerd over praktische zaken op de speelzaal.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
1.6
Wenbeleid Alle kinderen moeten wennen als ze voor het eerst naar de peuterspeelzaal gaan. De aandacht van de pedagogisch medewerkers is gericht op het bieden van vertrouwen en ondersteuning aan het kind, zodat het zich veilig en vertrouwd gaat voelen in de groep. Een kort en duidelijk afscheid van de ouders biedt de meeste duidelijkheid voor het kind waardoor het kind sneller kan wennen. Het eerste peuterspeelzaal bezoek voor nieuwe kinderen Op de kennismakingsochtend komen ouder en kind later en blijft de ouder het eerste peuterspeelzaalbezoek samen met de peuter op de peuterspeelzaal, zodat er volop gelegenheid is voor de peuter om vanuit een veilige/geborgen situatie de peuterspeelzaal te onderzoeken, kennis te maken met de pedagogisch medewerksters en de andere kinderen. Op deze ochtend is het de bedoeling dat de ouder bij het kind blijft. De pedagogisch medewerkster stimuleert de ouder de gehele tijd te blijven en legt het belang voor de peuter daarin uit. Het eerstvolgende bezoek Nu is het de bedoeling dat de peuter het alleen gaat proberen. De peuter komt een kwartier later zodat de overige ouders al naar huis zijn en het voor de peuter wat rustiger is. Bij binnenkomst stapt de pedagogisch medewerkster op ouder en kind af. Ze verwelkomen de nieuwkomers in de groep. Het nieuwe kind heeft al een plekje in de groep en er is een eigen kapstokhaakje gereserveerd voor het kind. De pedagogisch medewerksters reageren sensitief en responsief op het kind door goed te letten op het (non-verbale) gedrag van het kind. Doordat de pedagogisch medewerkster laat blijken dat zij het kind begrijpt, voelt het kind zich veilig en geaccepteerd. De pedagogisch medewerksters laten het kind de ruimte verkennen. Ook zal de pedagogisch medewerkster de peuter, passend bij niveau van het kind vertellen wat van hem verwacht wordt door uitleggen van regels, grenzen en rituelen.
Het ontwikkelen van een ritueel bij peuterspeelzaalbezoek
De ouder de gelegenheid samen met de peuter een puzzeltje te maken of een andere spelvorm te kiezen. Het is belangrijk van dit moment een ritueel te maken. Als dat ritueel bij ieder peuterspeelzaalbezoek gelijk is, wordt het voor de peuter al snel duidelijk wanneer de ouder afscheid neemt. Duidelijkheid biedt veiligheid! Een weifelende ouder brengt het kind in verwarring. Veel ouders vinden het moeilijk om hun kind ‘uit handen’ te geven. Onbewust kunnen zij dit gevoel overbrengen op hun kind, wat het afscheid nemen nog moeilijker maakt. We geven ouders de ruimte om hun gevoelens te uiten, hun zorgen en twijfels uit te spreken. Als het tijd is om afscheid te nemen, zal de pedagogisch medewerkster samen met de peuter de ouder uitzwaaien. Zij is vanaf dat moment beschikbaar om de peuter op te vangen. Ouders mogen altijd bellen naar peuterspeelzaal om te vragen hoe het met hun kind gaat. Tijdens de wenperiode voelt niet alleen het kind zich verdrietig, maar ouders soms ook. Ieder kind heeft zijn eigen temperament en ieder kind zal dan ook op eigen wijze reageren. Het tonen van respect voor de autonomie van het kind is in de beginfase extra belangrijk. Sommige kinderen willen graag bij de pedagogisch medewerkster op schoot zitten en/of dichtbij hen zijn en andere kinderen willen in het begin graag wat meer afstand en zoeken hun eigen plekje op. Er is ruimte voor boosheid en verdriet en er wordt rekening gehouden met de troostbehoefte van een kind. Het kan voor een peuter heel prettig zijn een knuffel bij zich te hebben op peuterspeelzaal. De knuffel kan worden bewaard in de tas van de peuter. Mocht de peuter behoefte hebben aan de knuffel, dan kan de pedagogisch medewerkster deze aan de peuter geven. Op de peuterspeelzaal zijn dagritmekaarten aanwezig. Daarop kan de peuter precies zien wat er die dag te gebeuren staat en ook wat er op het moment zelf aan de hand is en wat daar direct op volgt. Dit helpt de peuter het dagdeel te overzien en te kunnen anticiperen op wat er komen gaat. Het is heel normaal dat het ene kind snel went en een ander kind er soms weken over doet om zich echt op het gemak te voelen.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
Moeite met afscheid nemen. Mocht het afscheid nemen werkelijk problemen opleveren kan er in overleg met de pedagogisch medewerkster een afbouwperiode afgesproken worden. De pedagogisch medewerkster heeft hierin een beslissende stem. Wanneer een kind echt nog niet kan wennen en nog niet toe is aan het peuterspeelzaalbezoek, wordt dat kind op de wachtlijst terug geplaatst. De pedagogisch medewerkster spreekt met de ouder af wanneer zij contact opneemt. Het kind wordt dan met voorrang geplaatst. We kunnen zien dat een kind gewend is als we de volgende gedragingen bij het kind kunnen waarnemen: * Het kind voelt zich zichtbaar op zijn/haar gemak bij de pedagogisch medewerksters van zijn of haar groep: hij laat zich troosten, helpen, eet en drinkt tijdens de kring en er is communicatie tussen pedagogisch medewerkster en kind * Het kind speelt met of naast andere kinderen * Het kind beweegt zich vrij door de ruimte * Het kind heeft een zeker ritme in de groep gevonden
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
2.
De Dag
2.1
Dagindeling Kinderen komen twee dagdelen per week naar de peuterspeelzaal. Op elke peuterspeelzaal vinden we het belangrijk dat kinderen regelmaat in de dagindeling ervaren. Regelmaat geeft veiligheid voor kinderen. Daarom hanteert de groep een vaste dagindeling, de groepsleiding informeert de ouders hier graag over.
2.2
Spelen en activiteiten Op de peuterspeelzaal krijgen kinderen afwisselend specifieke activiteiten en de mogelijkheid van vrij spelen aangeboden. Beiden zijn belangrijk voor de sociale ontwikkeling van kinderen. Bij vrij spelen leren kinderen rekening houden met elkaar en voor zichzelf op te komen. Ook krijgen ze vertrouwen in hun eigen kunnen. Door gezamenlijke activiteiten ontdekken kinderen hoe leuk het is om iets met elkaar te doen. Daarnaast worden kinderen gestimuleerd om nieuwe dingen te ontdekken en te leren. Kinderen leren ook gezamenlijk het speelgoed op te ruimen. De activiteiten op de peuterspeelzaal bestaan onder andere uit samen zingen en bewegen, creatieve activiteiten, (kring)spelletjes op peuterniveau, etc. Door het jaar heen worden de activiteiten gekoppeld aan verschillende thema’s zoals herfst, sinterklaas, kerst, carnaval, Pasen, voorjaar, en vakantie. Ook wordt er zeer regelmatig voorgelezen in de kring. Voorlezen stimuleert de taalontwikkeling en de fantasie van kinderen. Naast de binnenactiviteiten, is buitenspelen een onmisbaar onderdeel tijdens de speelochtend. Op de speelplaats hebben kinderen meestal meer ruimte en andere speelmogelijkheden dan thuis. Bovendien stimuleert het kinderen om te bewegen. De grove motoriek wordt verder ontwikkeld.
2.3
(Spel) activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de groepsruimte verlaten Bij (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten, is dit altijd onder begeleiding van volwassenen. Indien er bij het verlaten van de peuterspeelzaalgroepsruimte een zekere afstand overbrugd dient te worden, wordt er altijd een wandelkoord gebruikt dat de kinderen vast moeten houden.
Indien een leidster met een klein groepje kinderen de peuterspeelzaalruimte verlaat, bijvoorbeeld om te gaan kijken op de basisschool, neemt zij maximaal 3 kinderen mee. Dit geldt ook wanneer de leidster een klein groepje kinderen meeneemt, bijvoorbeeld om binnen een bepaald thema een activiteit met een kleine groep te doen, buiten de peuterspeelzaalruimte. Een voorbeeld daarvan is het opzoeken van regenplassen in het kader van het thema Regen. Bij uitstapjes buiten de deur met de hele groep, wordt doorgaans ouderhulp gevraagd. De regels die dan gelden staan ook beschreven in het document Huisregels en Voorschriften met betrekking tot Gezondheid en Veiligheid op Klein Duimpje. Bijgaand een opsomming van die regels. Uitstapjes buiten de deur: Er dient altijd een autostoeltje of fietsstoeltje gebruikt te worden bij uitstapjes De groepsleiding dient het goede voorbeeld te geven mbt verkeersregels, bijvoorbeeld bij het oversteken Bij uitstapjes buiten de deur dient er voldoende begeleiding te zijn Bij uitstapjes te voet wordt een wandelkoord gebruikt
2.4
Natuur Kinderen leren met vallen en opstaan, en hun nieuwsgierigheid ontwikkelt zich steeds verder. Kinderen wordt geleerd de natuur te respecteren en tegelijkertijd ook de leuke dingen van de natuur te zien. Dit kan variëren van het spelen met kastanjes tot het vangen van spinnetjes. De natuur wordt de speelzaal binnengehaald door bijvoorbeeld verschillende dieren de peuterspeelzaal te laten bezoeken en door het planten van zaden en bollen tijdens bepaalde themaweken. Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
2.5
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) VVE is de afkorting van Voor- en Vroegschoolse Educatie. VVE heeft tot doel om jonge kinderen de gelegenheid te bieden zich kansrijk te ontwikkelen zodat zij daarna een goede start op de basisschool kunnen maken, zie onze folder in bijlage 6. Op alle speelzalen van onze stichting werken wij sinds september 2011 met het VVE-programma Uk en Puk. Dit is een totaalprogramma dat bewust en gericht werkt aan het stimuleren van de totale ontwikkeling van jonge kinderen. Er wordt gewerkt aan de spraak- en taalontwikkeling, de sociaalemotionele ontwikkeling, de motorische en de zintuiglijke ontwikkeling. Ook geeft Uk en Puk de eerste rekenprikkels. Het programma omvat in totaal 11 thema’s waarvan er 6 per jaar behandeld worden. Een thema duurt 6 weken en elk thema heeft 12 activiteiten. De activiteiten worden wisselend in een grote groep, een kleine groep of individueel uitgevoerd. Het is de bedoeling dat alle kinderen alle activiteiten uitvoeren. Dit wordt bijgehouden op schema-lijsten. Om de doelen van de activiteiten te behalen, is herhaling nodig. Daarom komen woorden, liedjes, spelletjes en overige activiteiten die betrekking hebben op het thema op vele momenten terug. Ouders worden betrokken bij de thema’s, zodat zij thuis ook aandacht kunnen schenken aan het thema dat op dat moment aangeboden wordt op de speelzaal en daarmee het effect van herhaling kunnen versterken. Bijna alle pedagogisch medewerkers van onze stichting hebben een basisopleiding VVE genoten (VVersterk). Wat betreft de speelzaal in Maasbommel heeft Marian van Toor de VVersterk opleiding in 2007 gevolgd. Ook heeft minimaal 1 leidster per speelzaal een gebruikerscursus Uk & Puk gevolgd via Marant. De andere leidster van Klein Duimpje, Mannon van Kruijsbergen heeft de gebruikerscursus Uk & Puk in 2011 gevolgd. Daarnaast heeft zij in 2012 een aantal maanden meegedraaid op de speelzaal in Altforst, om daar extra bagage op te doen mbt het Uk & Puk programma, door samen te werken met Annelies Kuijpers, leidster van ’t Kelderke, aangezien Annelies volledig gecertificeerd is in het Uk & Puk programma. Tevens heeft Mannon in 2013 een aantal modules van de Uk&Puk Certificeringscursus gevolgd en heeft daarvan een deelnamecertificaat ontvangen.
2.6
Uk en Puk in de dagelijkse praktijk op Klein Duimpje De kern van het Uk&Puk programma is om kinderen te activeren om zelf te bedenken hoe ze iets aan moeten pakken. Dit kunnen de pedagogisch medewerkers bereiken door vragen te stellen, te vragen naar het wat & hoe. Bij thema`s zoals 'Knuffels', 'Hoera een baby', 'Oef, wat warm' en 'Dit ben ik' horen activiteiten die aansluiten bij de beleving van het kind en die zijn of haar ontwikkeling stimuleren. De thema`s van Uk en Puk kunnen het hele jaar gebruikt worden samen met de thema`s van bijv. de seizoenen. Zo kan het thema 'Regen' goed bij het seizoen herfst, en 'Oef wat warm' bij de zomer. Bij elk thema hoort een thematafel met daarop voorwerpen die met het thema te maken hebben, zoals blaadjes, kastanjes en eikels in de herfst. De voorwerpen mogen de kinderen zelf meenemen. Ook staan er op een thema tafel boeken waar uit voorgelezen wordt. Het doel van deze thema’s is om de peuters bekend te maken met de woorden en begrippen die bij een voorwerp horen. Verder worden er ook werkjes gemaakt die bij het thema horen, zoals een spinnetje van zwart papier bij de herfst of een zwarte pieten muts bij het thema Sinterklaas. Om de ouderbetrokkenheid te vergroten, is op iedere speelzaal de module Uk&Thuis aanwezig. Door het verspreiden van een Uk&Puk nieuwsbrief aan het begin van een nieuw thema, worden ouders geïnformeerd over de woorden, liedjes, versjes en spelletjes die aan bod komen binnen het thema. Door de woorden en liedjes thuis te herhalen wordt het aanbod op de speelzaal versterkt door de thuisomgeving. In bijlage 7 is de gebruikswijzer te vinden van het Uk & Puk programma, die een goede indruk geeft van de inhoud van het programma. Het gebruik van het programma Uk & Puk is relatief nieuw in onze stichting. Om te toetsen wat ouders van het gebruik van het Uk & Puk programma vinden is er een vraag over opgenomen in het evaluatieformulier, zie bijlage 8.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
3.
Eten en drinken
3.1
Eten en drinken Op de peuterspeelzalen wordt er met elkaar als groep gegeten en gedronken. Ouders geven de kinderen drinken en een verantwoord tussendoortje mee, of de speelzaal zorgt hiervoor. Het gezamenlijk eten en drinken heeft meerdere functies. Het is een rustpunt tijdens de ochtend en het biedt een moment van gezellig samenzijn. Het eten en drinken wordt vaak gestart met een toepasselijk liedje. De kinderen leren tevens op hun beurt te wachten en aan tafel of in de kring te blijven tot iedereen (bijna) klaar is.
3.2
Dieet, allergie, andere culturen Ouders zijn zelf verantwoordelijk om de peuterspeelzaal op de hoogte te stellen van bijzonderheden en wensen rondom de voeding van het kind. Bijzonderheden zoals een allergie, dieet of wensen vanuit een geloofsovertuiging worden tijdens het intakegesprek op het gegevensformulier genoteerd. Als er een kans is op een heftige allergische reactie van het kind op een voedingsmiddel, dan geven de ouders op het gegevensformulier aan, welke stappen in een dergelijke situatie ondernomen moeten worden. Ouders zorgen dan zelf voor het eten en drinken van het kind.
3.3
Feesten en trakteren Bij een verjaardag mag een kind een traktatie uitdelen. De pedagogisch medewerkers vieren samen met het jarige kind zijn/haar verjaardag. In overleg met de ouders wordt er gekeken op welke dag de verjaardag gevierd wordt. Uiteraard mogen de ouders bij het feestje op de speelzaal aanwezig zijn. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een feestmuts. De kinderen mogen trakteren op de groep. Niet alle traktaties zijn echter geschikt om uit te delen. Ouders kunnen altijd overleggen met de pedagogisch medewerkers over een geschikte traktatie. Natuurlijk wordt er voor de jarige gezongen, door pedagogisch medewerkers en kinderen. Kinderen mogen tijdens het feest ‘toveren’. Kinderen worden in hun waarde gelaten tijdens het vieren van hun verjaardag. Bij vier jaar krijgen de kinderen een afscheidsboek mee met werkjes en een afscheidswoordje van de leidsters.
4.
Verschonen, toiletgang en zindelijk worden Peuters nemen zelf een rugzakje mee naar de speelzaal met luiers/verschoning indien het kind nog niet zindelijk is. De luierkinderen worden regelmatig gecontroleerd op een vieze luier en zo nodig verschoond. Peuters zien hoe andere kinderen met zindelijkheid bezig zijn en willen dan ook mee doen. Wanneer de ouders van het kind thuis met zindelijkheidstraining bezig zijn en het kind er zelf aan toe is, wordt dat op de speelzaal verder spelenderwijs ondersteund. Er zijn ook kinderboekjes aanwezig over het potje en zindelijk worden. Kinderen die aangeven zelf te willen plassen krijgen die ruimte. Wanneer er ongelukjes gebeuren, wordt er geen negatieve aandacht aan geschonken. Er wordt altijd geprezen als het kind een plas op de wc doet. Kinderen die zelf naar het toilet kunnen gaan doen dit zelfstandig. Pedagogische medewerkers zien er op toe dat de kinderen na gebruik, de wc. doortrekken en hun handen wassen.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
5.
Het Kind
5.1
Welbevinden kinderen Alle kinderen die de peuterspeelzaal bezoeken worden minimaal 2 keer gedurende de tijd dat ze de speelzaal bezoeken geobserveerd door een pedagogisch medewerker. Het uitgangspunt van deze observatie is niet het opsporen van problemen, maar het krijgen van een compleet beeld van het welbevinden van het geobserveerde kind. Omdat er veelal in groepsverband gewerkt wordt met de kinderen, kan een observatie van het individuele kind nieuwe inzichten opleveren. Na elke observatie krijgen de ouders een gesprek. De eerste observatie vindt doorgaans plaats vlak voordat de peuter drie jaar wordt. De laatste observatie vindt plaats uiterlijk één maand voordat de peuter vier jaar wordt. Op verzoek van de ouders kan een peuter altijd nog een keer extra geobserveerd worden. De bevindingen van alle observaties worden met de ouders besproken in een 10-minuten gesprek. Na het laatste 10-minuten gesprek wordt, na toestemming van de ouders, het observatieformulier overgedragen aan de basisschool. Een voorbeeld van het observatieformulier is te vinden in bijlage 9. In geval van zorgen om een kind kan hetzelfde instrument uiteraard ook gehanteerd worden om een objectief beeld te krijgen van de mogelijke problematiek. Het advies van de pedagogisch medewerkers kan dan bijvoorbeeld ook zijn om een observatie door een externe deskundige uit te laten voeren. In het algemeen dienen ouders zelf de formulieren hiervoor in te vullen en op te sturen, bijvoorbeeld voor het Bovenschools adviesteam. De pedagogisch medewerkers kunnen uiteraard hierin begeleiden.
5.2
Corrigeren en belonen Op de peuterspeelzaal worden kinderen op een positieve wijze benaderd en wordt door middel van positieve aandacht het gewenste gedrag gestimuleerd. Door de groepssituatie waarin kinderen meestal op vanzelfsprekende wijze meedoen in de groep is het corrigeren van kinderen veel minder een item dan in de thuissituatie. Wanneer een kind toch negatief gedrag vertoont, wordt gekeken naar het individuele kind en nagegaan wat de oorzaak van het gedrag zou kunnen zijn (niet lekker in zijn vel, verveling, onzekerheid, wijziging in de thuissituatie, ontwikkelingsproblematiek). De pedagogisch medewerkers kunnen op deze manier wellicht de oorzaak van het gedrag wegnemen of hier rekening mee houden. Wanneer een kind na een waarschuwing negatief gedrag blijft vertonen, zal de pedagogisch medewerker het kind op ooghoogte (gehurkt) op rustige, duidelijke wijze aanspreken en het daarbij ook aankijken. Bij herhaling kan het kind zo nodig voor korte duur op een bepaalde plek neergezet worden om zo even uit de situatie gehaald te worden. Er wordt zo kort mogelijk aandacht besteed aan het negatieve gedrag en het kind wordt eventueel afgeleid om te voorkomen dat het op deze manier steeds negatieve aandacht blijft zoeken. Tegelijkertijd wordt positief gedrag (door complimenten) gestimuleerd en beloond.
5.3
Omgaan met zieke kinderen In geval van ziekte worden de ouders verzocht de speelzaal hierover te informeren. Indien nodig, zullen wij bij besmettelijk ziektes contact opnemen met de GGD. Zo nodig zullen alle ouders hierover door ons geïnformeerd worden. Op de speelzaal zal informatie welke van belang is voor de ouders opgehangen worden. Kinderen die ziek zijn of een besmettingsgevaar voor anderen opleveren, mogen de peuterspeelzaal niet bezoeken. Enerzijds omdat het personeel niet adequaat is opgeleid om zieke kinderen te verzorgen en omdat er onvoldoende tijd beschikbaar is voor het verzorgen van een ziek kind en voor het welbevinden van het kind, anderzijds omdat in geval van een besmettelijke ziekte het kind de andere kinderen en de leiding kan besmetten. Er wordt contact met ouders/verzorgers gelegd door de desbetreffende pedagogische medewerker wanneer een kind ziek word op de speelzaal. In principe worden er op de peuterspeelzaal géén medicijnen toegediend. Mocht er incidenteel toch indicatie nodig zijn (bv bij allergieën) dan dienen de peuterspeelzaalleidsters met de ouders een toestemmingsformulier in te vullen dat door de ouders ondertekend dient te worden (zie bijlage 10).
5.4
Kinderparticipatie Wij streven ernaar om de kinderen op de peuterspeelzaal te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Goed kijken en luisteren naar kinderen en kinderen zo mogelijk mee laten denken, bijvoorbeeld bij de keuze van een liedje, is belangrijk en geeft kinderen het gevoel dat ze gehoord worden.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
5.5
Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Iedereen die werkt met kinderen, moet werken met een meldcode. Een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is bedoeld voor professionals. Het is een stappenplan dat zij kunnen gebruiken als ze vermoedens van mishandeling hebben In bijlage 11 is de Meldcode Kindermishandeling te vinden evenals het document Signalen van huiselijk geweld en Kindermishandeling, en het protocol “Hoe te handelen in het geval van ongewenste omgangsvormen cq. seksuele intimidatie door een medewerker.” Iedere locatie heeft namens SPOM een gadget gekregen in de vorm van een pennen set, waarbij op het doosje de vijf stappen van de Meldcode zijn vermeld. Op deze manier wordt ernaar gestreefd de Meldcode onder de aandacht van de pedagogisch medewerkers te houden.
5.6
De Verwijsindex Onze organisatie is vanaf augustus 2010 aangesloten bij de Verwijsindex Regio Nijmegen. De coördinator van de stichting SPOM Peuterspeelzalen is geautoriseerd om een signaal af te geven in de Verwijsindex. De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin professionals, zoals bijvoorbeeld peuterspeelzaalleidsters, begeleiders en hulpverleners, een signaal afgeven wanneer zij zich zorgen maken over een kind. Middels de Verwijsindex kunnen professionals en hulpverleners die betrokken zijn bij het kind elkaar sneller vinden. Daardoor kan de hulp aan het kind beter op elkaar afgestemd worden. Uitgangspunt blijft dat de ouders/verzorgers altijd als eerste betrokken worden wanneer er zorgen zijn over een kind. In de Verwijsindex worden alleen algemene gegevens vermeld: naam, geboortedatum en burger servicenummer (BSN). De reden van signalering van het kind wordt niet opgenomen. In bijlage 12 is een algemene folder te vinden. Er is ook informatie te vinden op www.verwijsindexgelderland.nl
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
6. Ouders/verzorgers Contacten tussen pedagogisch medewerkers en ouders zijn van groot belang voor de kwaliteit van de peuterspeelzaal. Door een goede afstemming over en weer zullen pedagogisch medewerkers in staat zijn om kinderen tijdens hun verblijf op de peuterspeelzaal beter te begrijpen en te begeleiden. Andersom krijgen ouders via de pedagogisch medewerkers een beeld van wat hun kind beleeft tijdens hun afwezigheid en hoe hun kind zich in een andere omgeving gedraagt. 6.1
Individuele contacten Een pedagogisch medewerker van de peuterspeelzaal heeft op de startdatum een intakegesprek met de nieuwe ouders. Tijdens dit gesprek wordt er uitleg gegeven aan de dagelijkse gang van zaken (rondleiding, uitleg over regels en kennismaking met pedagogisch medewerkers) en worden er afspraken met de ouders gemaakt over bijvoorbeeld spelen, eten, halen en brengen. Bij afwezigheid van het kind zoals vakantie, dagje uit of bij de oppas, dienen ouders de speelzaal op de hoogte te stellen. Dit kan telefonisch of een dagdeel van tevoren tijdens het brengen of halen. De afspraken worden op een gegevens formulier ingevuld en in een map op de speelzaal bewaard. Tijdens het brengen en halen hebben pedagogisch medewerkers individueel contact met de ouders. Pedagogisch medewerkers vertellen ouders iets speciaals over wat het kind meegemaakt of geleerd heeft of een leuke anekdote. Praktische informatie wordt ook vermeld. Andersom is het voor pedagogisch medewerkers belangrijk om van ouders te horen of er specifieke zaken spelen in de thuissituatie. Dit kan zijn in praktische zin, bijvoorbeeld wanneer een kind slecht heeft geslapen, of op emotioneel gebied (bijvoorbeeld de komst van een baby of een verhuizing). Op deze manier kunnen pedagogische medewerkers nog beter inspelen op de behoeften van ieder kind. Indien ouders een apart gesprek willen met de pedagogisch medewerker dan kan daar altijd een afspraak voor worden gemaakt. Dit geldt ook andersom, als een pedagogisch medewerker een extra gesprek met ouders wil aanvragen.
6.2
Schriftelijke informatie Incidenteel ontvangen ouders een algemene nieuwsbrief van de stichting SPOM Peuterspeelzalen West Maas en Waal. Hierin staat informatie die voor alle ouders van belang is. Onderwerpen kunnen zijn: beleidsveranderingen, organisatieveranderingen, informatie over pedagogische zaken, festiviteiten, enz. Daarnaast ontvangen ouders regelmatig een nieuwsbrief of een peuterboekje. Hierin staat specifieke informatie over de betreffende speelzaal geschreven, zoals personele zaken, afspraken, leuke anekdotes, activiteiten, bijdragen van ouders, etc. Bij nieuwswaardige activiteiten worden er redactionele stukjes naar regionale weekbladen gestuurd. Deze redactionele stukjes, meestal met foto’s, worden binnenkort ook op de website www.spommaasenwaal.nl geplaatst.
6.3
Locatiecommissie Iedere speelzaal heeft een eigen locatiecommissie. De locatiecommissie houdt zich bezig met locatiegebonden zaken. Bij de leidsters is een overzicht aanwezig met de namen en adressen van de leden van de locatiecommissie. Zij helpen voornamelijk met het organiseren van de speciale activiteiten (sint/kerst enz.) en met het organiseren van acties om een extra centje voor de peuterspeelzaal binnen te halen. Hiervoor komen de ouders van deze commissie samen met de leidsters en eventueel de vrijwilligers een aantal keren per jaar bij elkaar om dit goed te organiseren. Ook huishoudelijke ”hand- en spandiensten” worden hier besproken, zoals onderhouden van de speelzaal /speelplaats en het schoonhouden van de peuterspeelzaal.
6.4
Ouderbijeenkomsten Op onze speelzalen worden er jaarlijks verschillende activiteiten en ouderbijeenkomsten georganiseerd. Dit kan variëren van een kerstvoorstelling, een uitje, knipavonden, tot een open dag of inloopochtend met ouders en kinderen. Hierover worden de ouders op de speelzalen en door middel van ouderinformatie op de hoogte gebracht.
6.5
Klachtenprocedure De stichting SPOM Peuterspeelzalen WMW hanteert een klachtenprocedure in geval er onverhoopt iets niet naar tevredenheid van ouders verloopt, zie bijlage 13a De stichting SPOM Peuterspeelzalen WMW is aangesloten bij de Provinciale Klachtencommissie Welzijn, Maatschappelijke Dienstverlening en Kinderopvang (WMK) in Gelderland en Overijssel, zie bijlage 13b voor een folder en het klachtenreglement.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
7.
Vier ogen principe Vanaf 1 juli 2015 is het vierogenprincipe ook verplicht voor peuterspeelzalen. Doel van deze maatregel is het voorkomen van situaties waarin de gelegenheid bestaat tot het plegen van (seksueel) misbruik bij kinderen. Het vierogenprincipe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan. Zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. In principe staan medewerkers van onze stichting nooit alleen op de groep; er staan ofwel 2 beroepskrachten op de groep, danwel staat er één beroepskracht op de groep aangevuld met een groepshulp. Bij activiteiten waarbij de leefruimte verlaten wordt, zal het vierogen principe ook altijd toegepast moeten worden. In bijlage 14 is een folder te vinden over “Het vierogenprincipe in de dagelijkse praktijk”.
8.
Ruimte indeling
8.1
Binnenruimten De groepsruimte is zodanig ingericht dat de kinderen op een veilige manier kunnen spelen en ontdekken. De indeling van de groepsruimten biedt kinderen de mogelijkheid om zelf keuzes te maken. Er zijn allerlei hoeken gecreëerd zodat kinderen in kleine groepjes of alleen kunnen spelen, maar ook kunnen kiezen in wat voor hoekje zij willen spelen. Zij kunnen kiezen om een rustig spel te doen in bijvoorbeeld de poppenhoek en bouwhoek of voor een hoek waar zij een beweeglijk spel kunnen spelen. Het zijn flexibele en uitdagende indelingen van de ruimte, waarbij de zelfstandigheid van het kind gestimuleerd wordt. Kinderen worden bijvoorbeeld in hun zelfstandigheid gestimuleerd door de deur naar de toiletruimte open te laten, zodat de kinderen zelf naar het toilet kunnen gaan. Lage kapstokjes zorgen ervoor dat kinderen zelf hun jas en tas kunnen ophangen. De totale bruto vloeroppervlakte van de peuterspeelzaal op de huidige locatie bedraagt circa 100 m2. Dit is inclusief leefruimte, hal, keuken, sanitaire ruimte, kantoor en buitenberging. Op de nieuwe locatie in de Lambertusschool bedraagt de bruto vloeroppervlakte van de leefruimte 55m2. De sanitaire ruimte en de toegangshal zijn hierin niet meegerekend.
8.2
Buitenruimten Wij vinden het belangrijk dat kinderen vaak buiten spelen. Wanneer het weer het toelaat, gaan de kinderen naar buiten waar zij uitgedaagd worden door verschillende materialen en mogelijkheden. De peuters van Klein Duimpje beschikken over een speelhuis met glijbaan, een veerelement en een zandbak. Ook is er volop rollend materiaal aanwezig in de vorm van autootjes, tractortjes en driewielertjes. Daarnaast kunnen de kinderen ontdekken door te doen en te ervaren. Zij komen in contact met de natuur, zoals zand en bladeren. In de zomer kan er buiten met water gespeeld worden. De totale bruto oppervlakte van de buitenruimte op de huidige locatie bedraagt circa 80 m2. De totale bruto oppervlakte van de buitenruimte bij de Sint Lambertusschool bedraagt circa 150m2.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
9.
Veiligheid en hygiëne
9.1
Brandactieplan en ontruimingsplan Per speelzaal is er een logboek brandweer aanwezig met daarin o.a. een ontruimingsplan. Het plan is bekend bij degenen die op de locatie werkzaam zijn. Er vindt minimaal eenmaal per jaar een ontruimingsoefening plaats en op basis daarvan een evaluatie en – indien nodig – bijstelling van het brandactieplan. De beroepskracht van Klein Duimpje is BHV opgeleid. In de Lambertusschool is ook altijd een beroepskracht aanwezig en daarnaast zal er een gezamenlijke ontruimingsoefening plaatsvinden met de basisschool op de nieuwe locatie.
9.2
Bedrijfshulpverlening Per speelzaal c.q. per dagdeel is er minimaal 1 pedagogisch medewerker aanwezig die in het bezit is van een Bedrijfshulpverlening diploma (BHV-er). BHV-ers hebben de leiding tijdens een ontruiming of op het moment dat er iemand onwel wordt, totdat er professionele hulp aanwezig is. Elk jaar gaan de BHV-ers op herhalingscursus zodat zij op de hoogte blijven van de ontwikkelingen die er op dit gebied zijn. De stichting SPOM Peuterspeelzalen WMW heeft er voor gekozen om alle leidsters tot BHV-er op te leiden. Nieuwe leidsters zullen de basis opleiding BHV volgen. Een kopie van het BHV-pasje is te vinden in het logboek van de brandweer, bij de diploma’s in het kwaliteitshandboek, of op te vragen bij de coördinator.
9.3
Gebruikte materialen en procedures SPOM PSZ WMW volgt de voorschriften van de GGD bij het gebruik van materialen (glas met veiligheidsfolie, radiatorschermen en afscherming van verwarmingsbuizen, fingersafes bij deuren) en bij het hanteren van procedures (het reinigen van het verschoonoppervlak, het afsluiten van de zandbak met een net).
9.4
Veiligheid en Gezondheid in de speelzaal, huisregels en beleid Alle afspraken en voorschiften omtrent veiligheid en gezondheid zijn vastgelegd in twee documenten: Huisregels en voorschriften met betrekking tot Gezondheid en Veiligheid bij Klein Duimpje. Hygiëne op de SPOM Peuterspeelzalen West Maas en Waal. In bijlage 15 is het document “Huisregels en voorschriften met betrekking tot Gezondheid en Veiligheid bij Klein Duimpje” te vinden. Het hygiënebeleid “Hygiëne op de SPOM Peuterspeelzalen West Maas en Waal” is terug te vinden in het kwaliteitshandboek, zie inhoudsopgave kwaliteitshandboek. Naast fysieke veiligheid willen we er ook voor zorgen dat het kind zich veilig voelt op het emotionele vlak, door: bij voorkeur met twee vaste leidster op de groep te werken het creëren van hoekjes respect voor autonomie het kind het gevoel te geven dat het zich in zijn eigen tempo en niveau mag ontwikkelen het bieden van structuur en door een vast dagritme te geven het kind positief te benaderen grenzen aan te geven.
9.5
Keuring speeltoestellen De speeltoestellen worden gekeurd door de gecertificeerde controleur van het SPOM, de stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Maas en Waal. Keuring geschiedt doorgaans in september van enig jaar. De controleur houdt het logboek bij en rapporteert over de te nemen maatregelen en/of reparaties aan de coördinator die zorg draagt voor uitvoering van de eventuele reparaties.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
9.6
Risico & Inventarisatie Veiligheid en Gezondheid Om de veiligheid- en gezondheidrisico's bij de peuterspeelzaal in kaart te brengen is het noodzakelijk om jaarlijks een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI) veiligheid en gezondheid uit te voeren. Voor deze RI geldt dat ze bestaat uit een risicobeschrijving met daaronder een aantal uitgewerkte antwoorden. Per beschrijving wordt de situatie bij iedere locatie beoordeeld. Er kunnen een of meerdere antwoorden aangekruist worden of er kan meer informatie toegevoegd worden. Aan de hand van de antwoorden wordt beoordeeld welke aandachtpunten er zijn wat betreft de veiligheid en gezondheid op de peuterspeelzaal en hoe en op welke termijn deze verholpen kunnen worden. Er geldt: hoe groter de kans en/of hoe ernstiger het gevolg, hoe sneller er een aandachtspunt verholpen moet worden. Soms kan dit een aanpassing zijn in de speelzaalruimte (bijvoorbeeld deurstrips om te voorkomen dat kinderen een vinger tussen de deur krijgen) of een afspraak in het gedrag (bijvoorbeeld er wordt niet gegeten en gedronken in de zandbak). Een gevaarlijke situatie (bijvoorbeeld een kind dat een vergiftiging kan oplopen door het drinken van schoonmaakmiddel) moet direct aangepakt worden (schoonmaakmiddelen buiten bereik en afgesloten van kinderen opbergen) en niet pas na een tijdje. Om de RI uit te voeren wordt gebruikt gemaakt van de Risicomonitor van FCB, aanvullende informatie hierover is te vinden op www.risico-monitor.nl. De vragenlijsten, rapportages en actieplannen R&I Veiligheid en Gezondheid zijn te vinden in de R&I / Arbo klapper die op iedere speelzaal aanwezig is, dan wel op te vragen is bij de coördinator van de stichting.
9.7
Registratie (bijna) ongevallen Een veilige opvang betekent anticiperen op risico’s. Elke dag kunnen zich risico’s voordoen waar de peuterspeelzaalleidsters nog niet eerder bij stilgestaan hebben. Voorvallen die vandaag met een sisser aflopen, kunnen morgen net zo goed een heel andere wending aannemen. Het is jammer wanneer de ervaringen van de peuterspeelzalen van onze stichting niet gedeeld worden, want van deze ervaringen kan geleerd worden. Daarom is het belangrijk om elkaar te informeren over daadwerkelijke ongevallen en situaties waarbij een ongeval zou kunnen gebeuren. Door middel van de risico-inventarisatie zijn reeds alle mogelijke gevaarlijke plaatsen in kaart gebracht. Het registreren van ongevallen en gevaarlijke situaties kan andere oorzaken van ongevallen duidelijk maken. Hierdoor kunnen andere peuterspeelzalen leren van een ongeval of gevaarlijke situatie en maatregelen nemen, zodat deze ongevallen voorkomen kunnen worden. Het registratieformulier ongeval in bijlage 16 is bestemd voor het beschrijven van een (bijna) ongeval waarbij een kind dat de peuterspeelzaal bezoekt lichamelijk letsel oploopt. Voorbeelden van ongevallen zijn: breuken, flinke schaaf/snijwond, tand door lip, hevige bloedneus, verbranding, bekneld raken, vergiftiging, weglopen, etc.. Het formulier is te vinden in het kwaliteitshandboek dat op iedere speelzaal aanwezig is. De coördinator verzamelt de formulieren en zorgt voor de verdere verwerking.
9.8
Schoonmaak en onderhoud van binnen- en buitenruimtes De pedagogisch medewerkers zorgen dagelijks voor het schoonhouden van de keuken en de sanitaire ruimte. Per dagdeel worden de tafels schoongemaakt met een natte doek. Deurklinken worden afgedaan en de vloer wordt geveegd en/of gestofzuigd. Vloerkleden worden dagelijks gestofzuigd. De vloer wordt minimaal één maal per week gedweild. Kasten worden één keer per week met een natte doek afgedaan. Er is een poetsschema opgesteld om regelmatig, circa een maal in de 6 weken, de peuterspeelzaal te poetsen waarbij ouderhulp onontbeerlijk is. In de herfst ligt er veel afgevallen blad op de buitenspeelplaats. Dit wordt verwijderd door de gemeente danwel door de leidsters zelf. Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
10.
Opleidingsplan, opleidingen en ondersteuning beroepskrachten
10.1
Opleidingsplan 2015 1. Intervisiebijeenkomsten UK&Puk 2015 In het najaar van 2015 worden een drietal intervisiebijeenkomsten Uk & Puk gepland. Deze intervisiebijeenkomsten zullen gegeven worden door Mirjam Rouwen-Janssen, voorheen werkzaam bij Marant als trainer, tegenwoordig in dienst bij SPOM als orthopedagoog. 2. Invoeringstraject observatiemodel Kijk! samen met SPOM Peuterspeelzalen Druten Er wordt onze stichting de mogelijkheid geboden om aan te sluiten bij het invoeringstraject voor het observatiemodel Kijk! Dit invoeringstraject is ingezet in de gemeente Druten voor de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in de gemeente Druten. Kijk! staat voor observeren, onderwijsbehoeften bepalen en een beredeneerd aanbod ontwerpen. In het kader van VVE-beleid wordt er gekozen voor een zo éénduidig mogelijke wijze van observeren en registreren van de ontwikkeling van jonge kinderen en de invoering van Kijk! is daarbij een gerichte keuze omdat het merendeel van de SPOM basisscholen ook met Kijk! werkt. Daarmee kan een kwaliteitsslag behaald worden met betrekking tot samenwerking en de doorgaande leerlijn. Door het werken met Kijk! hebben de beroepskrachten beter zicht op de ontwikkelingslijnen van jonge kinderen. Daardoor kunnen ze een goed vervolgaanbod voor hun (sub)groep en voor individuele kinderen vaststellen en afstemmen en eventuele achterstanden of voorsprong in de ontwikkeling van kinderen tijdig in beeld hebben. In 2014 zijn een tweetal oriënterende bijeenkomsten georganiseerd met betrekking tot de invoering van Kijk! In het voorjaar van 2015 vinden nog een drietal bijeenkomsten plaats waarbij de medewerkers getraind worden in het gebruik van de webbased versie van Kijk. Er zijn 11 pedagogisch medewerkers die deze training zullen volgen. In eerste instantie zal Kijk! met name gebruikt worden om de ontwikkeling van de VVE-kinderen te volgen. In een later stadium zal Kijk! bij alle kinderen als volgsysteem toegepast worden.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
10.2
Opleidingen en bijeenkomsten vanaf 2007 1. Certificeringscursus Uk & Puk 2011-2013 Annelies Kuijpers (psz Dreumel en Altforst) en Jeanette van Woerkom (psz Beneden-Leeuwen) hebben de Certificeringscursus Uk & Puk gevolgd van november 2011 tot april 2013, via Marant. De cursus omvatte 12 dagdelen van circa 3 uur en 6 individuele begeleidingsmomenten van circa 1,5 uur op locatie. Van iedere bijeenkomst is een verslag gemaakt dat verspreid is onder de andere leidsters van onze stichting. Overige belangrijke informatie en/of nuttige hand-outs die tijdens de certificeringscursus uitgereikt werden, zijn via de coördinator onder de andere leidsters van de stichting verspreid. Er is een aparte map gemaakt voor iedere speelzaal, met daarin verslagen van de bijeenkomsten, aftekenschema’s, themabrieven voor ouders, woordkaarten, kleurplaten Uk&Puk, en overige relevante informatie die leidsters met elkaar kunnen delen. Het doel is om beschikbare en nuttige informatie zoveel mogelijk met elkaar te delen. Daarnaast hebben in 2013 drie leidsters aanvullende scholing in VVE gevolgd door een aantal modules van de certificeringscursus Uk&Puk te volgen. Het betrof: Winnie van Oyen (psz Beneden-Leeuwen), Annelies van Ooijen (psz Wamel) en Mannon van Kruijsbergen (psz Wamel). 2. Training over verbale en non-verbale communicatie voorjaar 2013 In het voorjaar van 2013 heeft een training plaatsgevonden over verbale en non-verbale communicatie. De training was gericht zijn op het trainen van gespreksvaardigheden en het weten om te gaan met de signalen van non-verbale communicatie. De training is gegeven door Manja van Toor, Spring in Training en Advies. 3. Bijeenkomst signaleren kindermishandeling 2012 Op 15 november 2012 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden die in het kader stond van het signaleren van kindermishandeling. De bijeenkomst is geleid door een trainer van het AMK. 4. Intervisie Uk & Puk 2012 In maart 2012 heeft een intervisie bijeenkomst plaats gevonden, wederom geleid door Miriam Janssen-Rouwen van Marant, die ook de gebruikerscursus en de certificeringscursus verzorgd heeft voor onze stichting. 5. Interne opleiding door beroepskrachten die gecertificeerd zijn in het Uk & Puk programma Om te zorgen dat zoveel mogelijk kennis van het Uk & Puk programma gedeeld wordt binnen de stichting is er voor aanvang van de certificeringscursus afgesproken dat Annelies en Jeanette eventueel op andere speelzalen ingezet kunnen worden om andere speelzalen te helpen met de implementatie van het Uk & Puk programma en om te helpen verdieping in het programma aan te brengen. Zo heeft Mannon van Kruijsbergen begin 2012 een aantal dagdelen in Altforst meegedraaid, onder begeleiding van Annelies Kuijpers, om extra bagage op te doen met betrekking tot het Uk & Puk programma. Ook is Annelies Kuijpers in het voorjaar 2012 ingezet op de peuterspeelzaal in BenedenLeeuwen als extra ondersteuning van de leidsters met betrekking tot het Uk & Puk programma. 6. Vversterk Management Modules 2011 In het najaar van 2011 heeft de coördinator van (destijds) Samen Voor Peuters deelgenomen aan de Vversterk Management Modules via KPC Groep Den Bosch. Het doel van deze training is om leidinggevenden van o.a. peuterspeelzalen inzicht te bieden in de manier waarop zij leiding kunnen geven aan de implementatie en verdere ontwikkeling van VVE in hun organisatie. En hoe zij daarbij de vruchten kunnen plukken van de kennis die opgedaan is d.m.v. VVE-scholing (Vversterk of VVEprogramma’s). 7. Gebruikerscursus Uk & Puk 2011 In 2011 hebben 9 leidsters van onze stichting de gebruikerscursus Uk & Puk gevolgd, te weten: Elly van Teeffelen (psz Alphen), Colinda van den Oever (psz Appeltern), Marie-Jose Janssen en Corry van Leur (psz Beneden-Leeuwen + Wamel), Trudi Megens en Annemieke Dekkers (psz BovenLeeuwen), Ria van Eck en Diana Hol (psz Dreumel), Mannon van Kruijsbergen (psz Maasbommel). De gebruikerscursus Uk & Puk bestond uit 3 bijeenkomsten van circa 3 uur.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
8. Omgaan met Risico-peuters 2010 In 2010 hebben alle toen in dienst zijnde leidsters via Marant een vakgerichte opleiding gevolgd die bestond uit 6 bijeenkomsten, betreffende het omgaan met Risico-peuters. De doelstelling van de opleiding was : De leidsters toerusten om goed om te kunnen gaan met risico-kinderen m.b.t. gedrag De leidsters toerusten om met ouders in gesprek te kunnen gaan over het gedrag van hun kind. Het resultaat van de opleiding was: De leidsters zijn in staat risico-kinderen te signaleren De leidsters hebben handvatten om deze kinderen te begeleiden en te volgen. De leidsters hebben geoefend in het voeren van moeilijke gesprekken met ouders. Onderdeel van de cursus was dat alle leidsters door de cursusleidster op hun eigen speelzaal werden geobserveerd en gefilmd. De filmfragmenten zijn met de leidsters besproken en gebruikt als middel voor eventuele feedback. 9. Scholingscursus VVersterk 2007 In 2007 hebben een groot aantal leidsters deelgenomen aan de scholingscursus Vversterk. Van het huidige personeel zijn de volgende leidsters in bezit van een VVesterk certificaat: Elly van Teeffelen en Hannie van Zwolgen (psz Alphen), Annelies Kuijpers (psz Altforst+Dreumel) Marie-Jose Janssen en Jeanette van Woerkom (psz Beneden-Leeuwen), Annemieke Dekkers en Trudi Megens (psz Boven-Leeuwen), Ria van Eck, Diana Hol (psz Dreumel), Marian van Toor (psz Maasbommel), Corry van Leur (psz Wamel+Ben-Lwn). De modules die tijdens deze cursus aan bod kwamen zijn: Nederlandse VVE-programma’s en de Taallijn Taal en rekenen/wiskunde Sociaal-emotionele ontwikkeling Sensomotorische ontwikkeling Ouderbetrokkenheid ICT en multimedia Overgang van voorschools naar basisschool Coaching op de werkvloer
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
10.3
Ondersteuning beroepskrachten in het signaleren van ontwikkelingsstoornissen en taal- en spraakmoeilijkheden bij peuters Om de beroepskrachten te ondersteunen in het signaleren en herkennen van ontwikkelingsstoornissen en taal- spraakmoeilijkheden bij peuters, zijn er in de loop van de jaren verschillende cursussen en bijeenkomsten voor de leidsters georganiseerd. De laatste jaren zijn dat de volgende cursussen en presentaties geweest: 1.
Cursus Vversterk In 2007 hebben een groot aantal leidsters van onze stichting de cursus VVersterk gevolgd waarin het signaleren van ontwikkelingsstoornissen en taal- en spraakmoeilijkheden bij peuters als een rode draad door de modules liep.
2.
Presentatie ESM door Kentalis In het voorjaar van 2011 heeft Wardy Boerboom van Kentalis Ambulante Dienstverlening uit Nijmegen een presentatie verzorgd over : Herkennen van Ernstige Spraak Taal Moeilijkheden bij Peuters. De hand-out hiervan is te vinden in bijlage 17. Wardy Boerboom is overigens ook voorzitster van het Zorgadviesteam Maas en Waal.
3.
VTO Doe je zo! Het signaleren van ontwikkelingsstoornissen Hulpmiddel dat tijdens een van de bijeenkomsten van de cursus over Omgaan met Risico- Peuters in 2010 is uitgereikt door de trainster van Marant.
4.
Van Wiechen Ontwikkelingsonderzoek 0-54 maanden Het consultatiebureau verstrekt een VVE-indicatie aan peuters die extra ondersteuning nodig hebben. De criteria die het consultatiebureau hanteert om een VVE-indicatie af te geven zijn: - Er wordt thuis geen Nederlands gesproken - Het kind scoort onvoldoende op het Van Wiechen Ontwikkelingsonderzoek van 0-54 maanden. In bijlage 17 is extra uitleg te vinden over dit Ontwikkelingsonderzoek hetgeen ook extra informatie is voor de leidsters, aangezien de peuterspeelzaal leidsters ook een kind kunnen aandragen voor een VVE-indicatie.
5.
Externe partners In het geval dat leidsters professionele ondersteuning nodig hebben mbt ontwikkelingsvraagstukken, kan er tevens een beroep gedaan worden op: * De Intern Begeleider of de onderbouwcoördinator van de nabij liggende basisschool * De jeugdarts of de sociaal-verpleegkundige van het consultatiebureau * Het Zorgadviesteam * Centrum voor Jeugd en Gezin
6.
Sociale kaart SPOM Peuterspeelzalen West Maas en Waal Een opsomming van de hulpinstanties die benaderd kunnen worden. Hiermee kunnen de pedagogisch medewerkers de ouders verder helpen om de juiste instanties te benaderen.
7.
Scholing en Volgboekje KIJK! Kindvolgsysteem Kijk!0-4 jaar is een breed gestructureerd observatie-instrument, dat gebruikt wordt om de ontwikkeling van jonge kinderen tussen nul en vier jaar over een langere periode te volgen en om opvallende verschillen met gangbare ontwikkeling zichtbaar te maken. In de hand-out is algemene informatie over het volgsysteem te vinden, evenals een Volgboekje. In het Volgboekje worden de volgende gegevens geregistreerd: o gegevens over de basiskenmerken van het kind o de betrokkenheid van het kind o eventuele risico’s voor de ontwikkeling van het kind o de ontwikkeling van het kind aan de hand van ontwikkelingslijnen
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
8.
Open Dag Kentalis De Open Cirkel en Kentalis minisymposium “TOS bij peuters en kleuters” Open Dag Kentalis De Open Cirkel – 18 november 2014 Op 18 november 2014 hebben een vijftal leidsters en de coördinator de Open Dag van Kentalis De Open Cirkel in Oss bezocht. Er werd begonnen met een presentatie over Taalstimulering bij peuters met taalontwikkelingsstoornissen. Daarna mocht er een kijkje genomen worden op de behandelgroep voor peuters en kleuters met spraak/taalproblemen, waarbij uitleg werd gegeven over de mogelijkheden voor vroegbehandeling voor kinderen van twee tot en met vier jaar. Bij vroegbehandeling in het werkgebied van onze speelzalen, gaat het jonge kind twee tot vier dagen per week naar De Open Cirkel in Nijmegen, Groesbeek of Oss. Documenten die uitgereikt te zijn: o Algemene informatie over de Open Cirkel van Kentalis o Informatie over de behandelgroep voor peuters & kleuters met taal/spraakproblemen o Informatie over praktische pedagogische gezinsbegeleiding o Praatpret voor peuters & kleuters, met tips voor ouders om praten en taalontwikkeling te stimuleren Kentalis minisymposium “TOS bij peuters en kleuters” – 19 maart 2015 Daarnaast is door een aantal leidsters het minisymposium “TOS bij peuters en kleuters” bijgewoond op de Kentalis Martinus van Beekschool in Nijmegen. De beroepskracht van Klein Duimpje, Marian van Toor, heeft beide informatieve bijeenkomsten bijgewoond en workshops gevolgd. In dit kwaliteitshandboek zijn documenten en hand-outs van de cursussen, presentaties en informatiebijeenkomsten te vinden in bijlage 17.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
11. Contacten met externe partners Klein Duimpje Overleg en samenwerking met basisschool Net voordat het kind naar de basisschool gaat wordt het overdrachtsformulier besproken met de ouders en zal daarna overhandigd worden aan de basisschool waar het kind naar toe gaat. In Maasbommel is er overleg met basisschool Sint Lambertus Er liggen nog kansen voor intensievere samenwerking op het gebied van ondersteuning van kinderen. Bij eventuele ontwikkelingsachterstanden wordt niet gewacht tot de standaard observaties met de 3 en 4 jaar, maar wordt al eerder een gesprek met de ouders aangegaan. Het is mogelijk dat de peuterspeelzaalleidsters de ouders vragen of hun peuter door de onderbouw coördinator of de Intern Begeleider van de basisschool geobserveerd mag worden, nog voordat het naar de basisschool gaat. Het doel is om al in een vroeg stadium te bekijken op welke basisschool het kind het beste tot zijn/haar recht komt en om samen te kijken hoe het kind het best ondersteund kan worden in zijn/haar ontwikkeling. Zorgoverleg Een maal in de circa 3 maanden is er een overleg met de sociaal-verpleegkundigen en de kinderarts van het consultatiebureau. Sinds eind 2013 is hierbij ook Diana Kusters van het Ondersteuningsplatform Maas & Waal aangesloten, evenals Josefine van Heijst van de Logopedische dienst Maas en Waal. Per locatie is er in ieder geval 1 leidster aanwezig, zodat er korte lijnen ontstaan. Daarnaast is de coördinator aanwezig bij dit overleg. Tijdens dit overleg wordt de ontwikkeling van VVE-geïndiceerde kinderen besproken. Daarnaast is het mogelijk dat de gesprekspartners andere kinderen inbrengen die niet VVE-geïndiceerd zijn, maar waar ze zich zorgen om maken of waar ze vragen over hebben. Om niet doelgroepkinderen in te brengen dient altijd toestemming gevraagd te worden aan de ouders. Logopedische Dienst Maas en Waal Een goede ontwikkeling op spraak- en taalgebied is van belang voor de ontwikkeling van een kind. Het is een voorwaarde om op school goed te leren lezen en schrijven. In de peuterleeftijd is de ontwikkeling van de taal het sterkst. Het is belangrijk eventuele problemen op deze leeftijd op te sporen. Bijsturen heeft in deze periode het meeste effect. De gemeente West Maas en Waal heeft besloten de kinderen op onze speelzalen 1 à 2 maal per jaar te laten observeren door de Logopedische dienst Maas en Waal. Uiteraard gebeurt dit niet zonder toestemming van de ouders die van tevoren een toestemmingsformulier ontvangen. De logopedische dienst brengt een advies uit aan de ouders indien er tijdens de observatie onvolkomenheden op taal- en spraakgebied geconstateerd worden. In bijlage 18 is informatie te vinden over de werkwijze van de logopedische dienst. Ondersteuningsplatform Maas en Waal (voorheen Zorgplatform) Wanneer leidsters zich zorgen maken over de ontwikkeling van een peuter, kan in overleg met de ouders besloten worden om een externe partij in te schakelen om een observatie uit te voeren. Voorbeeld van een externe partij is het Ondersteuningsplatform Maas en Waal, voorheen het Zorgplatform. Binnen het Ondersteuningsplatform Maas en Waal participeren diverse instanties en worden de zorg- en hulpvragen uit de regio in kaart gebracht. Voornaamste doelstelling van het Ondersteuningsplatform is : Afstemming om de benodigde zorg snel op de juiste plaats terecht te laten komen Afstemming om ouders en kinderen geen onnodige zoektochten naar hulpinstanties te laten maken Afstemming om basisscholen en peuterspeelzalen de juiste ondersteuning en advisering te kunnen bieden. Een deskundige van het Ondersteuningsplatform Maas en Waal komt pas dan observeren, indien ouders zelf een aanvraagformulier ingediend hebben bij het Ondersteuningsplatform. Dit formulier is te downloaden via onze website www.spommaasenwaal.nl of te verkrijgen via de medewerkers van de speelzaal. Het benodigde formulier is Groeidocument Ondersteuningsplatform Maas en Waal, zie bijlage 19.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015
Integrale Vroeghulp In sommige gevallen kan besloten worden om Integrale Vroeghulp in te schakelen. Meestal gebeurt dit door het consultatiebureau, maar ook peuterspeelzaalleidsters kunnen Integrale Vroeghulp inschakelen, uiteraard alleen in overleg met de ouders. Tijdens het overleg met het consultatiebureau zal besproken worden hoe betreffende peuter zich handhaaft op de speelzaal en of er sprake is van opvallend gedrag in de groep. Dit om een volledig beeld van de eventuele onderliggende problematiek te krijgen. In bijlage 20 is de folder van Integrale Vroeghulp (MEE) te vinden.
12.
Stages bij Klein Duimpje en Registratie als erkend leerbedrijf via Calibris Kenniscentrum Peuterspeelzaal Klein Duimpje is door Calibris, Kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport, geregistreerd als Erkend Leerbedrijf. De Erkenning is op 17-03-2014 opnieuw afgegeven voor de duur van 4 jaar. In bijlage 21 is het certificaat van erkenning te vinden. Er lopen momenteel geen studenten stage bij Klein Duimpje. Stagiaires binnen onze stichting volgen de opleiding Pedagogisch Werk, niveau 3 of niveau 4. Ook zijn er eventueel stageplekken voor studenten Pedagogiek van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. De stagiaires dienen voor aanvang van hun stage een Verklaring Omtrent Gedrag te overleggen. Eventuele stagiaires bij Klein Duimpje worden boventallig ingezet. Ze tellen niet mee voor het leidsterkind ratio, maar staan extra op de groep naast de beroepskracht.
Werkplan peuterspeelzaal Klein Duimpje Maasbommel 2015