Grip op energie
1
Inhoudsopgave Samenvatting Grip op energie………………………………………………..…………….. 3 1. Energiekostenbeheersing in Barneveld 1.1 Aanleiding……………………………………………………………………..…… 7 1.2 Huidig verbruik en kosten……………………………………………….....…… 7 1.2.1 Toename energiegebruik de afgelopen jaren………………….…… 8 1.2.2 Wat betekent deze stijging voor de kosten………………….……… 8 2. Wat wil willen bereiken en wat wij moeten doen 2.1 Waar we op inzetten……………………………………………………………… 9 2.2 Te nemen gebouwmaatregelen…………………………………………… …. 10 2.3 Energieneutraal bouwen………………………………………………………... 10 2.4 Besparingen bij ICT……………………………………………………………… 10 2.5 Energiezuinige openbare verlichting…………………………………………….11 2.6 Duurzaam inkopen en aan-/verkoop van gebouwen…………………………..11 3. Kostenbeheersing op de lange(re) termijn 3.1 Inkoop energie……………………………………………………………………..12 3.2 Opwekken van zonnestroom……………………………………………………..12 3.3 Andere vormen van duurzame energieopwekking…………………………… 14 4. Energiemanagement 4.1 Aandacht voor energie: energiemanagement…………………………………..15 4.2 Een monitorings- en coördinatieteam…………………………………………....15 5. Aanbevelingen…………………………………………………………………………….....17 Bijlage 1 Stijging van energieprijzen…………………………………………………….….19 Bijlage 2 Energiebesparende maatregelen BuildDesk……………………………….…..21
2
Samenvatting Grip op energie Energie in de bedrijfsvoering De gemeente Barneveld heeft net als vele gemeenten een aanzienlijke bezuinigingsdoelstelling. In 2010 waren de (jaarlijkse) energiekosten voor gebouwen, openbare verlichting en pompen en gemalen samen ca. € 1,5 miljoen. Voldoende reden om hiervoor aandacht te hebben binnen de eigen bedrijfsvoering en als onderdeel van (kosten)management. Het beheersen van energiekosten heeft een duidelijke link met zowel de eigen bedrijfsvoering, als met de taken die wij als gemeente moeten uitvoeren. Denk bij de eigen bedrijfsvoering aan inkoop en gebruik van energie en apparatuur, huisvesting, ICT, openstelling van gebouwen en financiën. Bij de uitvoering van gemeentetaken, moet men denken aan bijv. de openbare verlichting, pompen en gemalen, vastgoedmanagement en (gemeentelijke) nieuwbouw van gebouwen, woonwijken en bedrijventerreinen. In deze notitie zijn eigen mobiliteit en het ontwikkelen van woonwijken en/of bedrijventerreinen buiten beschouwing gelaten. Voor de eigen organisatie is onderzocht wat wij kunnen doen om de energiekosten te beheersen. Bijvoorbeeld door het nemen van energiebesparende maatregelen of het opwekken van duurzame energie. Deze maatregelen zijn verwoord in de nota Grip op energie. Primaire aanleiding was de signalering dat onze energierekening stijgt en er (mogelijk) besparingsopties blijven liggen. Dit heeft geresulteerd in een opdracht van een directielid tot het opstellen van deze notitie, die tot stand is gekomen in samenwerking met medewerkers van o.a. V&I, BOR en FDV, ICT en FIN. Kern van het advies aan de directie Grip krijgen op ons energiegebruik en onze energiekosten en het goede voorbeeld geven aan inwoners en bedrijven doen we door: Zoveel mogelijk energiebesparende maatregelen te nemen, doch in elk geval alle maatregelen die vallen onder het wettelijk kader (Wm,Activiteitenbesluit en Bouwbesluit), of de beleidskaders (M(K)BP en nationaal en EU beleid). Zoveel mogelijk opwekken van duurzame energie met een minimum van de landelijke beleidskaders(14%) Duurzaam inkopen o.a. van apparatuur Invoeren van energiemanagement. De problematiek Beheersing energiekosten Bij de inventarisatie bleek dat het energiegebruik van de afgelopen jaren, is toegenomen. In de afgelopen vijf jaren is er een absolute stijging te zien van gemiddeld 5% op gas en ruim 5% op elektra per jaar. De precieze oorzaken van deze stijging zijn op dit moment niet te achterhalen (door te beperkte monitoring), maar gedacht wordt aan oorzaken als: meer gebouwen, per gebouw meer apparatuur en/of mensen of andere gebruikerstijden van de gebouwen. Voor een aantal grotere gebouwen is het energiegebruik de afgelopen jaren niet toegenomen. Daar komt bij dat de energieprijzen stijgen. De laatste 10 jaar zijn deze verdubbeld. De energieprijzen zijn t.o.v. 5-6 jaar gestegen met 30-40% en ook de verwachting voor 2012 is een stijging van de energieprijs van 6-7%. Dit rechtvaardigt de verwachting dat de prijzen voor de gemeente (met aansluitingen voor klein en grootverbruik) zeker de eerste 10 à 15 jaar gemiddeld blijven stijgen met ca. 5% per jaar voor elektrische energie en 8% voor gas. Bij gelijkblijvende stijging van ons energiegebruik zullen onze kosten in 2017 of 2018 verdubbeld zijn. Wanneer wij het energieverbruik gelijk weten te houden, verdubbelen de kosten zich „pas‟ in 2023. Door meer structurele aandacht voor energie(beleid), zullen wij meer grip krijgen op de ontwikkelingen op het gebied van energie en onze energiekosten. Op de volgende pagina is schematisch weergegeven wat de verwachte kostenstijging is, bij een gelijkblijvend en stijgend energiegebruik.
3
Figuur 1 Verwachtte energiekosten van de gemeente Barneveld bij een prijsstijging van 5% per jaar. € 8.000.000 € 7,0 milj. € 7.000.000 Scenario 1: Gelijkblijvend energiegebruik
€ 6.000.000 € 5.000.000 € 4,0 milj. € 4.000.000
€ 3,4 milj.
€ 3.000.000 € 2.000.000
€ 2,5 milj. € 2,3 milj. € 1,9 milj.
Scenario2: Stijgend energiegebruik voor stroom met 5,6% en voor gas met 4,9%
€ 1,5 milj.
€ 1.000.000 €0 2011
2015
2020
2025
Wetgeving en eigen beleid Als gemeente streven we de landelijke en gemeentelijke doelstellingen op het gebied van energie na. Deze doelstellingen hebben we nog niet bereikt. In het milieubeleidsplan zijn energiedoelen geformuleerd: 3% energiebesparing per jaar voor een periode van (tenminste) 4 jaar, bouwen met een EPC die 0,2 ligt onder het Bouwbesluit, duurzaam inkopen van apparatuur (energiezuinig) 5% duurzame energieopwekking binnen onze gemeente in 2013 (is nu ca. 3,5%). De landelijke doelstelling voor duurzame energieopwekking is 14% in 2020. De gemeentelijke organisatie moet daarnaast, als elke andere organisatie, voldoen aan wet- en regelgeving op gebied van energie. Dat houdt in dat wij alle energiebesparende maatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen, moeten uitvoeren (Wm). Wat kunnen we hieraan doen? Wanneer wij de kosten binnen de perken willen houden, moeten wij: 1) zoveel mogelijk energiebesparende maatregelen nemen 2) Middelen beschikbaar stellen om maatregelen uit te voeren 3) Kostenbeheersing op de lange termijn 4) Invoeren energiemanagement
1) Zoveel mogelijk energiebesparende maatregelen uitvoeren betekent minimaal: 3% per jaar aan energiebesparing in de komende 2-4 jaar: met de aanbevolen maatregelen in deze nota wordt in elk geval twee tot vier jaar lang een besparing gerealiseerd van 5% per jaar uitvoeren van alle maatregelen met een TVT < 5 jaar (wettelijk verplicht) uitvoeren van maatregelen passend binnen de gemeentelijke beleidskaders, waarbij de exploitatiekosten over de levensduur kleiner of gelijk zijn aan de „reguliere‟ exploitatiekosten energielabels voor alle gebouwen die nog geen label hebben zelf bouwen volgens een EPC die 0,2 onder het Bouwbesluit ligt duurzaam inkopen van energiezuinige apparatuur uitvoeren haalbaarheidsstudies naar de mogelijkheden voor opwekken van duurzame energie
4
2) Middelen beschikbaar stellen om maatregelen uit te voeren Voor het uitvoeren van energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd < 5 jaar zullen middelen beschikbaar gesteld moeten worden. Door de behaalde energiebesparingen, verwachten wij deze kosten te kunnen dekken. Voor alle investeringen bij onderhoud van gebouwen zal het investeringsbudget verhoogd moeten worden. Om eenmalig ca. 5% energiebesparing te realiseren is geïnventariseerd dat wij € 395.000 moeten investeren in energiebesparende maatregelen (BuildDesk). Voor de voorbereiding en uitvoering (begeleiding) rekenen wij standaard met ca. 15%. Deze kosten bedragen dan ca. € 60.000. Met de uitvoering van deze maatregelen besparen we jaarlijks ca. € 115.000 met een TVT van 4 jaar. Daarnaast is voor 2012 t/m 2015 een jaarlijkse investering nodig van € 60.000 voor het uitvoeren van overige energiemaatregelen voor o.a. verlichting met een TVT van <5 jaar. Voor groot onderhoud zullen de plannen en extra investeringen jaarlijks worden voorgelegd voor besluitvorming en voor projecten zal dit per project ter toetsing aan de beleidsuitgangspunten besluitvorming worden voorgelegd. Figuur 2. Overzicht energiebesparingsmaatregelen met investeringskosten en opbrengsten
Aanbevelingen
Investeringen
Besparingen op energie per jaar
Besparingen t/m 2020 zonder prijsstijging energie
Makkelijk uit te voeren bouwkundige maatregelen in 2012 (incl. arbeid)
€90.000
€20.000
€0,18 milj.
€0,22 milj.
Overige gebouwmaatregelen (excl. arbeid)
€365.000
€0,86 milj.
€ 1,20 milj.
Investeringsbudget energiebesparing bij grootonderhoud 2012 - 2015
€95.000 4 x € 15.000
€ 240.000 (4 x € 60.000) No cure no pay
TVT ca. 4 jr
€ 450.000
€ 532.800
€ 1.5 milj
€ 1.8 milj
Controle energiefacturen in 2013 Onderzoek ICT
Totaal
Besparingen t/m 2020 met prijsstijging energie (5%)
Ca. € 10.000 € 6.000 (lopende begroting)
Min 3%
€ 773.500
Ca. € 175.000
3) Kostenbeheersing op de lange termijn Om kosten op de lange termijn te beheersen, zal er een afweging gemaakt moeten worden tussen de inkoop van energie en het zelf opwekken van energie. Met de opwekking van zonnestroom op eigen daken kan ongeveer 11% van het huidige energiegebruik worden gedekt. De kosten van deze stroom zal, gemiddeld over 30 jaar gerekend, al lager zijn bij een prijsstijging 0-2% (inflatie) en veel lager bij een prijsstijging van 5%. Dit betekent dat de gemeentelijke doelstelling van 5% in 2013 behaald kan worden en de landelijke doelstelling van 14% duurzame energieopwekking in 2020 bijna op de eigen daken kan worden gerealiseerd. Als we daarnaast veel energie besparen komt mogelijk ook de 14% in beeld. Een bijkomend voordeel van zelfopwekking is ook dat onze stroom voorziening minder kwetsbaar en minder afhankelijk is van de (politieke) situatie in de toekomst. Of en hoe we 100% zonnestroom kunnen opwekken op andere daken moet onderzocht worden, maar zou pas echt tot kostenbeheersing leiden. Er tekent zich momenteel een duidelijke trend af in het denken over energieopwekking als onderdeel van een lokale duurzame energiecoöperatie. De opwekking op eigen daken kan daarin ondergebracht worden en kan de haalbaarheid hiervan vergroten. Wij investeren in de zonnepanelen en krijgen in ruil daarvoor tegen een „niet meer dan anders‟ principe voor 30 jaar stroom geleverd tegen een vastgestelde prijs.
5
Figuur 3. Indicatie kosten/baten zonnestroom in miljoenen bij een afschrijving van 15 jaar
% zonnestroom Investering 5% € 1,3 milj.
Uitgespaarde energiekosten bij 0% prijsstijging
Netto winst na 30 jaar bij 0% prijsstijging
Uitgespaarde Netto winst na energiekosten 30 jaar bij 2% prijsstijging bij 2% prijsstijging
€ 2,9 milj.
€ 0,9 milj.
€ 3,9 milj.
€ 1,7 milj.
11%
€ 2,2 milj.
€ 4,8 milj.
€ 1,4 milj.
€ 6,4 milj.
€2,8 milj.
100%
€15 milj.
€ 28 milj.
€ 13 milj
€ 38 milj.
€ 23 milj.
* % zonnestroom van huidige gebruik 4) Invoeren energiemanagement De structurele borging en monitoring van energiegebruik, zowel technisch als organisatorisch, in alle aspecten van de bedrijfsvoering, voortkomt een kostenexplosie en energieverspilling. Eén directielid wordt verantwoordelijk voor energie. Een op te stellen energiebeleidsplan en jaarplan worden jaarlijks geëvalueerd, in de lijn belegd en opgenomen in de normale P&C cyclus. Beperkte monitoring van gemeentehuis en Veluwehal is mogelijk binnen de reguliere uren. Of uitgebreidere monitoring nodig is en welke uren hiervoor nodig zouden zijn, wordt in een later stadium bekeken. Een medewerker van LEF krijgt van het verantwoordelijk directielid de opdracht om energiemanagement in de organisatie in te bedden en hiervoor een coördinatieteam te vormen. Om dit proces te begeleiden, gaan wij uit van interne capaciteit (LEF). De basis voor het interne energiebeleid zijn de wettelijke kaders, ons eigen beleid en landelijke en Europese beleidsdoelen.
6
1. Energiekostenbeheersing in Barneveld 1.1 Aanleiding De gemeente Barneveld heeft net als vele gemeenten een aanzienlijke bezuinigingsdoelstelling. In 2010 waren de (jaarlijkse) energiekosten voor gebouwen, openbare verlichting en pompen en gemalen samen ruim €1,5 miljoen. Daarom loont het zich om in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn voor energiekostenbeheersing. Deze notitie maakt inzichtelijk hoe die kostenbeheersing bereikt kan worden en wat de structurele aandacht en borging van energiemanagement in de organisatie hieraan kan bijdragen. In deze notitie kijken wij naar de kosten voor elektra en gas voor de gemeentelijke gebouwen. Andere aspecten (zoals mobiliteit) zijn in dit kader buiten beschouwing gelaten.
De gemeente had voor zichzelf ook al doelen geformuleerd voor energiebesparing: 3% energiebesparing per jaar in de periode 2009-2013 en 5% duurzame energieopwekking binnen onze gemeente in 2013. De landelijke doelstelling voor duurzame energieopwekking is 14%. Daarnaast moet de gemeentelijke organisatie, als elke andere organisatie, voldoen aan wet- en regelgeving op gebied van energie. Dat houdt in dat wij alle energiebesparende maatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen, moeten uitvoeren. Het beheersen van energiekosten heeft een duidelijke link met vastgoedmanagement. Deze nota was een mooie gelegenheid om de stand van zaken te verkennen en wat wij, zeker gezien onze voorbeeldfunctie, nog moeten en kunnen doen om de doelen te bereiken.
1.2 Huidig verbruik en kosten Voor deze notitie is een schatting gemaakt van het energiegebruik naar categorie voor elektriciteit, cq. gas: gebouwen, openbare verlichting en pompen en gemalen. Het jaarlijkse energiegebruik van de verschillende gebouwen is bekend, alsook de hoeveelheid energiegebruik van de openbare verlichting en er is een (grove) schatting gemaakt op basis van de 1 Energie-Atlas van het energiegebruik van pompen en gemalen. Figuur 1 geeft de globale verdeling 2 van het huidige energiegebruik en van de kosten weer. Om te kunnen vergelijken zijn de gas en elektra-eenheden omgerekend naar megajoule (1 m3 gas = 37 MJ, 1 kWh = 3,6 MJ). Figuur 1.
Verdeling energiegebruik (in MJ) en energiekosten (in euro’s)
gas gebouwen 7.020.000
1.800.000
€ 180.000 € 234.000
elektra gebouwen € 517.884
14.831.64 7
€ 741.582 36.929.12 1
elektra openbare verlichting
elektra pompen en gemalen
1
De energie-Atlas is een overzicht van het energiegebruik (stroom en gas) van de hele gemeente Barneveld op wijkniveau. Dit is gebaseerd op gegevens van de energieleverancier over het energiegebruik van particulieren en bedrijven. Ook zijn de gemeentelijke aansluitingen apart opgenomen (gebouwen, OV en pompen/gemalen). 2
Er is gerekend met een aardgasprijs van € 0,52 met m3 en een gemiddelde stroomprijs van € 0,18 en € 0,12 voor openbare verlichting. Het energiegebruik van de pompen en gemalen uit de Energieatlas komen niet overeen met de kosten die wij hiervoor jaarlijks hebben. Bij de kosten zijn de werkelijk gefactureerde kosten vermeld. Op het energiegebruik van pompen en gemalen valt lastig te sturen.
7
1.2.1 Toename energiegebruik de afgelopen jaren Ondanks dat bij onderhouds- en renovatiewerkzaamheden energiebesparende maatregelen worden meegenomen wanneer dit binnen het budget past, is het energiegebruik van de gemeente de afgelopen jaren gestegen. In de cijfers van de afgelopen vijf jaren is er een stijging te zien van 3
gemiddeld 5% op gas en 5,6% op elektra . De precieze oorzaken van deze stijging zijn niet te achterhalen, omdat er maar een heel beperkte monitoring plaatsvindt. Er is sprake van een stuk autonome groei (werkplekken, extra koeling voor comfort, laten branden van verlichting, geen budget voor vervanging verouderde apparatuur, aankoop en verkoop van gebouwen), maar ook koude winters zorgen natuurlijk voor een groter verbruik.
1.2.2 Wat betekent deze stijging voor de kosten? De energieprijzen zijn de laatste 10 jaar verdubbeld. De verwachting is dat de prijzen voor de gemeente (met aansluitingen voor klein en grootverbruik door elkaar) gemiddeld blijven stijgen met ca. 5% per jaar voor elektrische energie en 8% voor gas (bron CBS, zie ook bijlage 1). En dit is een voorzichtige aanname, gezien de prijsstijgingen de afgelopen jaren. Momenteel nemen de energieprijzen sterker toe dan in de scenario‟s ondanks de stagnerende economische groei. In figuur 2 is te zien wat er qua kosten gebeurd bij gelijkblijvend energiegebruik en bij een stijgend energiegebruik (autonome groei van 5% gas en 5,6% elektriciteit) bij de verwachte prijsstijgingen. De kosten zullen dan al in 2017 of 2018 verdubbeld zijn. Wanneer wij het energieverbruik gelijk weten te houden, verdubbelen de kosten zich „pas‟ in 2023. Met dit figuur wordt in één oogopslag helder dat wij moeten ingrijpen, willen wij als organisatie deze kosten binnen de perken te houden. Figuur 2.
Energiekosten gemeente Barneveld incl. verwachte prijsstijging
€ 8.000.000 € 7,0 milj. € 7.000.000 Scenario 1: Gelijkblijvend energiegebruik
€ 6.000.000 € 5.000.000 € 4,0 milj. € 4.000.000
€ 3,4 milj.
€ 3.000.000 € 2.000.000
€ 2,5 milj. € 2,3 milj. € 1,9 milj.
Scenario2: Stijgend energiegebruik voor stroom met 5,6% en voor gas met 4,9%
€ 1,5 milj.
€ 1.000.000 €0 2011
2015
2020
2025
Om budget neutraal te kunnen opereren moeten we per jaar 10% besparen op ons energiegebruik. Dit is vrijwel onmogelijk. Ook zit er een fysieke limiet aan de besparingsmogelijkheden tegen redelijke investeringskosten. We hebben daarom onderzocht hoe we grip kunnen krijgen op ons energiegebruik en onze energiekosten en het goede voorbeeld geven aan inwoners en bedrijven.
3
Ter vergelijking: 5% gas is genoeg voor ca 630 gemiddelde huishoudens. 5,6% elektra is genoeg voor 900 gemiddelde huishoudens.
8
2. Wat wij willen bereiken en wat wij moeten doen 2.1 Waar we op inzetten Om het huidige energiegebruik niet te laten toenemen, moeten wij 5% energie besparen per jaar. Wij willen bereiken dat de kosten voor energiegebruik binnen de perken blijven en dat ons energiegebruik gaat dalen. Hiervoor moeten we: 1) het huidige energiegebruik niet toe laten nemen door zoveel mogelijk energiebesparende maatregelen te nemen Concreet houdt dit in dat: a) in 2013 eenmalig een besparing van 5% gerealiseerd wordt door het uitvoeren van maatregelen zoals geïdentificeerd door BuildDesk. b) de komende 2-4 jaar door het team gebouwen te identificeren gebouwmaatregelen uitvoeren met een terugverdientijd tussen de 3-5 jaar, die los van onderhoud en renovaties uit te voeren zijn (min. 3% energiebesparing) c) in principe alle gebouwen die we zelf bouwen minimaal bouwen met een EPC die 0,2 onder het Bouwbesluit ligt, maar streven naar energieneutraal bouwen. d) besparingsmaatregelen doorvoeren in onze gebouwen, gedrag, bij ICT, energiezuinige inkopen van apparatuur en aan energiebeheer doen. Het gaat om uitvoeren van alle maatregelen met een TVT < 5 jaar (wettelijk verplicht) en waarbij de exploitatiekosten over de levensduur kleiner of gelijk zijn aan de „reguliere‟ exploitatiekosten e) minimaal de maatregelen uitvoeren uit het openbare verlichtingsplan, waarmee een besparing van 2% per jaar wordt gerealiseerd. f) energielabels voor alle gebouwen die nog geen label hebben g) uitvoeren haalbaarheidsstudies voor duurzame energie toepassingen 2) controle energiefacturen Uitvoeren van factuurcontroles door een extern bureau, te starten met 1 à 2 jaar. De kosten wegen in de regel de eerste jaren op tegen de opbrengsten, zeker als ze fouten tot enkele jaren terug kunnen verhalen en loze aansluitingen detecteren. Inschatten van de financiële besparing hiervan is lastig, maar geschat op € 10.000 euro per jaar. 3) kosten beheersen op de lange(re) termijn door zoveel mogelijk duurzame energie op te wekken Er zal een afweging gemaakt moeten worden tussen, de inkoop van energie en het zelf opwekken van energie. Enerzijds vanuit kostenoogpunt, anderzijds vanuit leveringszekerheid in de toekomst en het stimuleren van het opwekken van duurzame energie in de Barneveldse samenleving. Zonne-energie is voor een belangrijke optie gebleken, maar ook andere opties voor duurzame energieopwekking, zoals warmtepompen, (mest)vergisting of houtkachels, kunnen een significante bijdrage leveren. Eventuele kosten voor haalbaarheidsstudies worden betaald uit het SLoK budget. 4) energiemanagement invoeren „Last but not least‟ noemen wij de noodzaak van energiemanagement. Hiermee is er aandacht voor energie in alle aspecten van de bedrijfsvoering, zowel technisch als organisatorisch, en wordt monitoring geborgd en zoveel mogelijk verspilling voorkomen. In de volgende paragrafen gaan we dieper in op de hierboven genoemde maatregelen om het energiegebruik niet toe te laten nemen.
9
2.2 Te nemen gebouwmaatregelen Het bureau BuildDesk heeft een (globale) inventarisatie gemaakt van potentiële besparingen en de bijbehorende (indicatieve) investeringskosten van de belangrijkste gemeentelijke gebouwen: het gemeentehuis de Werf het HVC de Veluwehal het Oosterbosbad sporthal De Voorde (als voorbeeld voor „alle‟ sporthallen) gymzaal Begoniastraat (als voorbeeld voor „alle‟ gymzalen) 4
Hieruit kwam naar voren dat, als wij alle maatregelen nemen die redelijkerwijs van ons verwacht 5 kunnen worden, het totale kostenplaatje er als volgt uitziet:
Maatregelen elektra en gas
Besparing op energiegebruik van 2011
Alle maatregelen
Totaal geschatte investeringen in energiebesparende maatregelen
€ 340.000
Totale geschatte besparingen op de energie kosten
€ 115.000
Gemiddelde terugverdientijd ( TVT)
2,9
Met TVT < dan 5 jaar
Besparing op energiegebruik van 2011
€ 78.500 4% (elektra) 16% (gas)
€ 90.000
4% (elektra) 6% (gas)
0,8
Door deze investering te doen, realiseren we een eenmalige energiebesparing van 5%, die de komende jaren een structurele financiële besparing van € 115.000 oplevert. De investeringskosten zijn indicatief en exclusief menskracht/uren nodig voor de voorbereiding, planning en begeleiding. Van deze uren is een inschatting gemaakt (ook terug te vinden in de maatregelentabel in bijlage 2). Gemiddeld gaat het om een opslag van 15% op de totale kosten. Door de overige gebouwen nader te onderzoeken, kunnen mogelijk nog meer energie-besparingsmaatregelen worden uitgevoerd. 2.3 Energieneutraal bouwen Energieneutrale gebouwen en woningen zijn toekomstbestendig, waardevast, hebben geen of een lage CO2-uitstoot, lage energiekosten en een hoog comfort. Energieneutraal bouwen is méér dan 'gangbaar bouwen aangevuld met wat extra maatregelen om het energieverbruik te verlagen'. Naarmate een gebouw energiezuiniger wordt, neemt de onderlinge samenhang toe tussen bouwkundige, bouwfysische en installatietechnische aspecten, en tussen energieverbruik, comfort en gebruikersgemak. Dit vraagt om een integrale aanpak (integraal ontwerpen) en een benadering vanuit concepten als Total Cost of Ownership (TCO). Dit betekent een nieuwe manier van omgaan met het bouwproces. Met het project Holzenbosch gaan wij hier onze eerste ervaringen opdoen. Er zijn al meerdere goede voorbeelden van concepten en gerealiseerde bouwprojecten, zelfs de eerste energieleverende projecten zijn al gerealiseerd.
2.4 Besparingen bij ICT De gemeente heeft de eigen energiehuishouding van de ICT-omgeving onderzocht. Er zijn (tijdelijke) meters geplaatst op cruciale punten, de server ruimte is onderzocht, als ook de werkplekken en mogelijkheden voor gedragsveranderingen. Hieruit kwam naar voren dat er winst te halen is, door: het eenvoudig aanpassen van de luchtcirculatie in de serverruimte, beter afstellen van de bevochtigingssysteem het geleidelijk verhogen van de temperatuur in deze ruimte (besparing afhankelijk van temperatuursstijging) het verminderen van de ventilatie: besparing ca. € 3.000 op een bedrag van € 4.800, 4
Voor de volledige maatregelentabel, waarin alle maatregelen te zien zijn, zie bijlage 2. Voor alle maatregelen geldt dat de genoemde terugverdientijden ervan uitgaan dat het geld voor de investeringen niet geleend hoeft te worden. De terugverdientijd van de maatregelen wordt wat hoger als het geld geleend moet worden en er dus rente moet worden betaald 5
10
meer gebruik van „vrije koeling‟ met buitenlucht: besparing ca. € 6.500 per jaar op een bedrag van € 10.000 bij de vervanging van huidige koelmachines, overwegen van de aanschaf van zelfregulerende ventilatoren: verwachte besparing van ca. € 72.000 euro. De levensduur van deze ventilatoren is ca. 15 jaar. Nagegaan wordt of vervroegd afschrijven een optie is. Hoeveel er precies te besparen valt, is voor sommige dingen moeilijk in te schatten omdat daarvoor gegevens ontbreken. Zo is er bijvoorbeeld onvoldoende inzicht over het daadwerkelijke energieverbruik van het datacenter en de leeftijden van de verschillende servers. Naast deze zaken, zijn er nog meer ideeën binnen de afdeling I&A om besparingen te bereiken, die ook meegenomen zouden kunnen worden: Power management: het op stand by zetten van alle multifunctionals ‟s avonds en het uitzetten van printers.. Het plaatsen van plugwise past hier ook in. Deze apparaten werken als een tijdsklok en schakelen op een gewenst tijdstip apparaten uit. Werken met TCO (Total Cost of Ownership): hiermee kijk je naar de hele keten van je product inclusief het energiegebruik en ICT capaciteit. Hieruit kan b.v. blijken dat het verkorten van afschrijvingstermijnen opportuun is (i.v.m. aankoop energiezuiniger apparatuur), wanneer besparingen terugvloeien naar het budget van I&A. Op dit moment ontbreekt nog wel inzicht in gegevens als leeftijden van servers, feitelijk energiegebruik van apparaten en lopende supportcontracten.
2.5 Energiezuinige openbare verlichting Voor de openbare verlichting is in het voorjaar van 2011 een beleidsplan vastgesteld door de raad. In dit plan zijn maatregelen opgenomen waarmee een besparing van 2% per jaar wordt gerealiseerd in de komende vier jaar. Voor de openbare verlichting hoeft dus op dit moment geen extra budget vrijgemaakt te worden om besparende maatregelen op dit terrein uit te kunnen voeren. Wel zullen er hogere investeringskosten zijn als we energie besparen in nieuwe wijken of bedrijventerreinen door alleen nog maar dimbare LED-lampen te plaatsen. Bij sportvelden wordt ook gekeken of de verlichting van sportvelden door LED mogelijk is.
2.6 Duurzaam inkopen en aan/verkoop van gebouwen Het inkopen van energiezuinige apparatuur past helemaal binnen onze beleidsdoelen om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Er moet bij de aankoop van energiezuinige apparatuur naar alle fasen van de levenscyclus van producten worden gekeken (productie, gebruik en afdanking). Hetzelfde geldt voor de aan- en verkoop van gebouwen. Door dit mee te wegen in de besluitvorming kunnen we voorkomen dat het energiegebruik toeneemt en er zelfs voor zorgen dat het daalt.
11
3. Kostenbeheersing op de lange(re) termijn Gaandeweg de inventarisatie werd duidelijk dat met „reguliere‟ besparende maatregelen (uit het BuildDesk-rapport) alleen, de energiekosten in de toekomst alsnog enorm stijgen. Daarom is ook gekeken naar andere kosten en/of energiebesparende opties. Uitgebreider is gekeken of duurzame energieopwekking hiervoor een oplossing kan bieden. Duurzame energieopwekking past binnen ons 6 eigen beleid (5% in 2013 van ons energieverbruik duurzaam opwekken en 14% in 2020 ) en de 7 invulling van onze voorbeeldfunctie als (lokale) overheid . We kwamen al snel uit bij zonne-energie, warmte koude opslag en houtkachels, omdat deze technieken betrouwbaar zijn en weinig onderhoud vergen. In de volgende paragrafen gaan we dieper in op de maatregelen om kostenbeheersing op de lange(re) termijn te realiseren. 3.1 Inkoop energie De inkoop van energie is een specialistische taak. Hierbij is het advies van de inkoop adviseur van groot belang. De basis voor een goed inkoop contract zijn de monitoringsgegevens over hoeveelheden gebruik, de plannen voor duurzame energieopwekking en de piekbelasting per aansluiting. Op dit moment koopt de gemeente Barneveld met 7 andere gemeenten van regio Noord-Veluwe 100% groene stroom en gecompenseerd groen gas in bij Green Choice. Het contract loopt tot 31-122013. De verwachting is dat na het aflopen van deze termijn of zelfs daarvoor nog een (significante) besparing behaald kan worden. De laatste besparing zit met name in de transportkosten. Het tarief voor 2013 is nog niet bekend. Mogelijk is er binnen de contractvoorwaarden een zekere onderhandelruimte. Voorgesteld wordt dan ook om in 2012 hier een energiemakelaar naar te laten kijken. In het contract zijn geen afspraken gemaakt over minimaal af te nemen hoeveelheden stroom. Dat betekent dat dit contract zowel energiebesparing, als eigen energieopwekking, of inkoop van duurzame energie bij derden niet in de weg staat. Een andere besparingsmogelijkheid is het inkopen van diensten van zgn. ESCo‟s. Energy Service Companies (ESCo's) zijn bedrijven die de aanleg en het onderhoud en beheer van de (klimaat)installaties van gebouwen overnemen. Zij leveren een gegarandeerde energiebesparing, inclusief de financiering ervan. Er zijn dus geen investeringskosten. Met een ESCo kunnen prestatieovereenkomst sluiten waarin prestatieafspraken over energiebesparing zijn vastgelegd. Gezien de aard en omvang van onze gebouwen en installaties zou dit een interessante optie kunnen zijn.
3.2. Opwekken van zonnestroom Bureau Pura Vida heeft een inventarisatie gedaan naar de mogelijkheid van energieopwekking via zonnepanelen, waarbij verschillende scenario‟s zijn doorgerekend. Pura Vida heeft de potentie voor zonnestroom opwekking op de grotere gemeentelijke daken, twee 8 sporthallen en twee gymzalen in kaart gebracht . Tabel 1 (op de volgende pagina) is daarvan een samenvatting. In totaal kunnen onze daken in ca. 11% van de huidige gemeentelijke elektriciteitbehoefte voorzien. Dit betekent dus dat de doelstelling van 14% duurzame energieopwekking in 2020, bijna op de eigen daken kan worden gerealiseerd. De investering die hierbij hoort, bedraagt 2,2 miljoen euro. Hiermee wordt over 30 jaar 4,8 miljoen euro uitgespaard (dus 6
Voor stroom komt dat neer op: ca. 330.000kWh of 0,37 MWp zonne-energie vermogen voor 2013 en ca. 920.000kWh of bijna 1 MWp in 2020 bij het huidige energiegebruik. Voor warmte komt dat neer op: ca. 50.000 m³ in 2013 en ca.140.000 m3 aardgasequivalenten in 2020. 7
Op dit moment wekken we al een heel klein percentage duurzame energie op via zonnepanelen: ca. 7.800 kWh per jaar (0,002 %). Het HVC heeft zonnecollectoren waarmee jaarlijks ca. 1.300 m3 aardgas wordt uitgespaard (ca.0,001%). 8
Het betreft het gemeentehuis, de gemeentewerf, de milieustraat aan de Otelaarsweg, de Veluwehal, het transferium Barneveld Noord, twee sporthallen en twee gymzalen.
12
een netto besparingen van 1,4 miljoen euro) bij een energieprijsstijging van 0% en een rente van 4,5 % en 6,4 miljoen euro (dus netto besparing van 2,8 miljoen euro) bij 2% (inflatie) prijsstijging. De beleidsdoelstelling 5% duurzame stroom in 2013 kan gehaald worden door zonne-energie op de daken van Veluwehal en de Werf op te wekken. Dit vergt een investering van ca. 1,3 miljoen euro. Hiermee wordt over 30 jaar 2,9 miljoen euro energiekosten uitgespaard (dus een netto besparing van 0,9 miljoen euro) bij een energieprijsstijging van 0% en bij een rente van 4,5 %. Bij een prijsstiging van 2% (inflatie) is dit 3,9 miljoen euro wat overeenkomt met een netto besparing van 1,7 miljoen euro. Tabel 1. Mogelijkheden plaatsing zonnepanelen op gemeentelijke daken Gebouw
Opgesteld vermogen in Wp
Aantal panelen
Arbeidsuren Dekking huidige Opbrengst per voor installatie energiegebruik jaar in kWh en onderhoud met PV
Gemeentehuis
43.000
187
35.088
323
0,53%
Transferium
195.000
848
165.750
.463
2,52%
Veluwehal
210.000
913
174.930
1.575
2,66%
Gemeentewerf schuin
175.000
761
145.775
1.313
2,21%
Gemeentewerf plat
29.500
128
24.574
221
0,37%
Milieustraat
21.500
93
17.910
161
0,27%
Burgthof
70.000
304
58.310
525
0,89%
Oosterboshal
85.000
370
70.083
638
1,06%
Valkhof
16.500
72
13.604
124
0,21%
Terschuur
16.000
70
13.192
120
0,20%
Totaal alle gebouwen 861.500 Aanvullend op andere daken: 89,07% 7,1 MWp
3746
719215
4.523
10,93%
31.354
5,9 milj.
54.000
89,07%
Totaal
35.000
6,6 milj.
60.000
100,00%
8 MWp
In tabel 2 zien we de uitgespaarde energiekosten in 30 jaar bij de opwekking van 5 en 11% zonnestroom op onze eigen daken bij een tweetal afschrijvingstermijnen. Ook zien we de besparingen als we eerst energiebesparende maatregelen uitvoeren. We gaan er voor de financiering van uit dat we 100% moeten lenen tegen een rente van 4,5% bij een prijsstijging van stroom van 5% per jaar. Tabel 2. Samenvatting indicatie kosten/baten zonnestroom in miljoenen bij een afschrijving van 15 jaar
% zonnestroom Investering 5% € 1,3 milj.
Uitgespaarde energiekosten bij 0% prijsstijging
Netto winst na 30 jaar bij 0% prijsstijging
Uitgespaarde Netto winst na energiekosten 30 jaar bij 2% prijsstijging bij 2% prijsstijging
€ 2,9 milj.
€ 0,9 milj.
€ 3,9 milj.
€ 1,7 milj.
11%
€ 2,2 milj.
€ 4,8 milj.
€ 1,4 milj.
€ 6,4 milj.
€2,8 milj.
100%
€ 15 milj.
€ 28 milj.
€ 13 milj
€ 38 milj.
€ 23 milj.
* % zonnestroom van huidige gebruik Er zal een afweging gemaakt moeten worden tussen de inkoop van energie en het zelf opwekken van energie. Met de opwekking van zonnestroom op eigen daken kan ongeveer 11% van het huidige energiegebruik worden gedekt. De kosten van deze stroom zal, gemiddeld over 30 jaar gerekend, al lager zijn bij een prijsstijging 2% (inflatie) en veel lager bij een prijsstijging van 5%. Dit betekent ook dat de landelijke doelstelling van 14% duurzame energieopwekking in 2020 voor onze eigen organisatie bijna op de eigen daken kan worden gerealiseerd. Een bijkomend voordeel van zelfopwekking is ook dat onze stroom voorziening minder kwetsbaar en minder afhankelijk is van de (politieke) situatie in de toekomst. Of en hoe we 100% zonnestroom kunnen opwekken op andere daken moet onderzocht worden, maar zou pas echt tot kostenbeheersing leiden. Er tekent zich momenteel een duidelijke trend af in het denken over energieopwekking als onderdeel van een lokale duurzame energiecoöperatie. De opwekking op eigen daken kan daarin ondergebracht worden en kan de haalbaarheid hiervan vergroten. Wij investeren in de zonnepanelen en krijgen in ruil daarvoor tegen een „niet meer dan anders‟ principe voor 30 jaar stroom geleverd tegen een vastgestelde prijs.
13
Het opwekken van 100% zonnestroom vergt grote investeringen, maar de baten zijn er dan ook naar. Voor deze variant geldt wel, dat dit niet op alleen gemeentelijke daken gerealiseerd kan worden. Ook daken van particulieren en/of bedrijven zijn hiervoor nodig (totaal ca, 10 ha dakoppervlak nodig), waardoor je het wel over een heel ander traject hebt dan bij de 5% of 11% variant. Een optie om 100% te realiseren, is dat we dit zelf organiseren op daken van anderen of dat wij deelnemen aan een lokale energiecoöperatie. Daar kopen wij stroom van anderen in of zijn zelf mede-eigenaar en producent. Afsluitend ter vergelijking: als we een jaarlijkse prijsstijging van 1,5% aanhouden, betalen we ongeveer evenveel voor reguliere stroom als voor zelf opgewekte zonnestroom. De prijsstijgingen van reguliere stroom zullen echter naar verwachting een veelvoud hiervan zijn. Een bijkomend voordeel van zelfopwekking is ook dat onze stroom voorziening minder kwetsbaar is en minder afhankelijk van toekomstige mondiale politieke verhoudingen, zodat de betrouwbaarheid van de energievoorziening in de toekomst verbetert. Gezien de snelheid waarmee wij willen opereren, stellen wij in eerste instantie te gaan voor de optie van 11%. Om de vraag te beantwoorden of en hoe wij vervolgens willen uitbreiden, is marktonderzoek noodzakelijk. 3.3 Andere vormen van duurzame energieopwekking Houtkachels Voor de opwekking van warmte lijkt de inzet van (zeer efficiënte) houtkachels interessant. In de reguliere maatregelen is er een opgenomen voor het zwembad, maar ook voor andere gebouwen kan dit rendabel zijn. Wanneer je let op duurzaamheid en rentabiliteit, dan is eigen levering van biomassa hiervoor een randvoorwaarde. Op dit moment is er niet voldoende van dit hout voorradig, o.a. door de inzet van ons snoeihout bij de biomassaverwerker VIKA, en is de ketel bij het Oosterbosbad nog te jong om te vervangen (vervanging 2017 bij theoretische levensduur 20 jaar). Ook zal er een oplossing gezocht moeten worden voor de opslag van de benodigde houtsnippers. Op de hele korte termijn zal een kachel dus niet inzetbaar zijn. Echter, wij onderzoeken de mogelijkheden voor het gebruik van snoeihout uit stookvergunningen en voor telen van (griend)hout op eigen braakliggende gronden. Leveren aan derden Wellicht kunnen wij zelf door levering van andere („eenvoudiger‟) biomassa aan anderen een bijdrage leveren aan duurzame energieopwekking bij andere initiatieven. Met „eenvoudiger‟ doelen wij op planten als maïs, koolzaad en zonnebloemen, waarvan per jaar bekeken kan worden of en waar dat gepland wordt. Inschatting „uit de losse pols‟ hiervan is dat wij een aantal braakliggende terreinen hebben die wij hiervoor zouden kunnen inzetten. Er is een regionaal projectvoorstel “Biomassarentmeester” in omloop dat hieraan bij zou kunnen dragen, omdat gemeenten het voortouw nemen een database op te zetten voor aanbod en afzet van biomassa in de regio FoodValley. Warmte Koude Opslag Bij WKO wordt gebruik gemaakt van ondergrondse opslag van warmte en koude om gebouwen te kunnen verwarmen en koelen. WKO isvoor gebouwen die ongeveer evenveel warmte als koeling nodig hebben, vaak een (rendabele) optie. Maar dit is gebouw- en gebruikafhankelijk. Op dit moment wordt bij het museum een WKO installatie gerealiseerd. Verder zijn voor een aantal gemeentelijke gebouwen, waaronder De Veluwehal de mogelijkheden voor het toepassen van een warmtepomp bekeken. Al deze opties zijn over de hele levensduur van de installatie rendabel.
14
4. Energiemanagement 4.1 Aandacht voor energie: energiemanagement In de organisatie ontbreekt structurele, integrale aandacht voor energie in alle aspecten van de bedrijfsvoering. Dat is een gemiste kans. Om een kostenexplosie binnen de perken te houden en te kunnen beheersen, is energiemanagement nodig op het gebied van energiebeleid, energievoorziening, energiegebruik, budgetbeheer, de monitoring. Ook de taakverdeling, helderheid over verantwoordelijkheden en communicatie horen hierbij. Hiervoor moeten wij: -
een energiebeleidsplan opstellen en evalueren als onderdeel van de P&C cyclus één directielid eindverantwoordelijk maken voor het energiebudget en energiemanagement een heldere verdeling van taken en verantwoordelijkheden maken de energievoorziening organiseren door inkoop en opwekking van energie het energiegebruik zo laag mogelijk houden een monitoringssysteem uitbreiden als basis voor energiemanagement een monitoringsteam en een coördinatieteam samenstellen ter ondersteuning van de directie (tijdelijke) ondersteuning aantrekken wanneer dit nodig is bij de opzet of uitvoering van energiemanagement de interne communicatie verbeteren om bewustwording en gedragsverandering op gang te brengen en te houden.
4.2 Een monitorings- en coördinatieteam Om een kostenexplosie binnen de perken te houden en te kunnen beheersen, is structureel aandacht nodig voor energie in alle aspecten van de bedrijfsvoering: beleid, de energievoorziening (opwekking en inkoop), energiegebruik, budgetbeheer, monitoring en communicatie. Voorstel is, om een directielid verantwoordelijk te maken voor energie en het uitvoeren van het energiebeleidsplan, deze in de lijn te beleggen en op te nemen in de normale planning en control cyclus. Om monitoring structureel in de organisatie in te bedden is de vorming van een permanent team noodzakelijk (binnen de bestaande uren). Momenteel vindt de dagelijkse monitoring van energie en water voor het gemeentehuis en de Veluwehal plaats. De monitoring is momenteel summier en zal enigszins uitgebreid moeten worden. De werkgroep evalueert maandelijks de monitoringsresultaten, grijpen in indien nodig en informeren afdelingshoofden/directie . Een tweede werkgroep, het coördinatieteam, heeft de taak de implementatie van energie in de bedrijfsvoering te coördineren. De werkgroep rapporteert aan het verantwoordelijke directielid. Leden van dit team zoeken naar nieuwe besparingsopties, stimuleren de aanschaf van energiezuinige apparatuur, zetten besparingscampagnes op voor medewerkers en werken de mogelijkheden voor duurzame energieopwekking verder uit. In onderstaand schema geven we de teamstructuur weer:
Stuurgroep Energie (vz. Directielid, LEF, V&I)
Energiecoördinatieteam vz. LEF. o.a.: - Communicatie - inkoop - vastgoedbeheer - gebouwbeheer
Monitoringsteam vz. Gebouwbeheer - gebouwbeheer - beheer OV - gebouwbeheerders - LEF (vz. ECteam)
15
Team uitvoering gebouwmaatregelen vz. Gebouwbeheer - gebouwbeheer
In de eerste periode gaan de teams aan de slag met: uitvoering selectie energiebesparende maatregelen volgens BuildDesk (zie bijlage 2); start werkgroep energiebesparing; inventarisatie energiebesparende maatregelen in de overige gemeentelijke gebouwen; opzetten investeringsplan energiebesparing en duurzame energieopwekking overige gemeentelijke gebouwen; optimalisatie van gecontracteerde (piek)vermogens; opzetten monitoringssysteem; factuurcontrole en structurele digitale archivering facturen. Na de eerste periode gaan de teams aan de slag met: evaluatie effectiviteit energiebesparende maatregelen; opzetten van een energiezorgsysteem, met rapportagefunctionaliteit; opzetten energiebeleid; analyse monitoringsgegevens; opzet en beheer budget energiekosten gemeentebreed; inkoop energie en ondersteuning bij duurzaam inkopen; interne communicatie management en medewerkers (incl. bewustwordingscampagne); borging energiebeheer;evaluatie werkwijze en nota energiekostenbeheersing
16
5. Aanbevelingen In deze notitie is het beeld geschetst van de kosten die wij als organisatie nu maken voor energie. Ook wordt duidelijk dat, met de verwachte prijsstijgingen, er een aanzienlijk risico is dat de kosten de komende jaren enorm zullen toenemen als wij geen maatregelen nemen. Om kosten te beheersen zullen we energie moeten besparen en moeten overwegen of wij investeren in duurzame energieopwekking. Daarnaast hebben we nog nauwelijks invulling gegeven aan onze voorbeeldfunctie als gemeente voor het gemeentelijk beleid op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Een combinatie van investeren in energiebesparingsmaatregelen, monitoring van en structurele aandacht voor energie, energieneutraal nieuw bouwen en het zelf opwekken van duurzame energie kunnen de energiekostenstijging beheersbaar maken. Hiervoor doen wij de volgende aanbevelingen: 1.
Uitvoeren van alle energiebesparende maatregelen BuildDesk
“Makkelijk” uit te voeren maatregelen TVT 0,8 jaar Zonder prijsstijging besparen we hiermee in 2020 € 0,2 miljoen en met prijsstijging van 5% €1,3 miljoen. Uitvoeren overige energiebesparende maatregelen bij gebouwen TVT 2,7 jaar Zonder prijsstijging hebben we in 2020 0,16 milj. bespaard en met een prijsstijging van 8% € 0,9 miljoen. 2. Investeringsbudget beschikbaar stellen voor energiebesparende maatregelen bij onderhoud Op dit moment is er geen investeringsbudget beschikbaar voor energiebesparende maatregelen binnen de huidige onderhoudsplanning, ook al is de terugverdientijd korter dan 3-5 jaar. Voorgesteld wordt dat bij renovatie van gebouwen energiebesparing en/of duurzame energieopwekking een vast onderdeel is van het investeringsbudget en hiervoor indien noodzakelijk extra budget beschikbaar wordt gesteld. De hoogte hiervan wordt t.z.t. besproken in de stuurgroep Energie. 3. Monitoring energie Met een groep medewerkers (V&I, gebouwbeheerders, LEF) onderleiding van twee Lean Practicitoners uit onze eigen organisatie is het monitoringsproces ontworpen en getest. Er wordt voorgesteld de monitoring stap voor stap op te schalen en een monitoringsteam samen te stellen. Deze bestaat uit medewerkers van V&I, gebouwbeheerders gemeentehuis en Veluwehal en LEF. In de loop van 2012 zal worden bekeken wat er exact voor uitbreiding van monitoring nodig is (aan slimme meters, afspraken etc.). 4. Controle van de energiefacturen Voorgesteld wordt per direct de energiefacturen te laten controleren door een extern bedrijf. Hierover zijn al contacten. Om controles eenvoudiger te maken, wordt voorgesteld om per 1 januari 2013 van alle aansluitingen de energiefacturen digitaal te archiveren. Voor 2011 is dit voor de gebouwen op papier gedaan: er kan dan ook gestart worden met de controle op de facturen van 2011. 5. Duurzaam inkopen energiegebruikende apparatuur organiseren Duurzaam inkopen moet nog beter georganiseerd worden. Hiervoor vindt regelmatig overleg plaats met de inkoopadviseur. Eigenlijk zal er ook iets structureel moeten veranderen aan de manier van organiseren van inkoop, willen wij structureel inkoop kunnen inzetten bij het aanschaffen van energiezuiniger apparaten. 6. Contract inkoop energie In de nog lopende contracttijd (2 jaar) moet het piekgebruik bij de verschillende aansluitingen worden vastgesteld en indien nodig kijken of en hoe dit (b.v. door gedragsverandering) nog omlaag kan. Dit is relevant voor de te bedingen prijs. Het tarief voor 2013 is nog niet bekend. Mogelijk is er binnen de contractvoorwaarden een zekere onderhandelruimte. Voorgesteld wordt dan ook om in 2012 hier een energiemakelaar naar te laten kijken.
7.
Vormen energieteam en implementatie energiemanagement Voor borging van energie binnen de organisatie, wordt één directielid verantwoordelijk voor het dossier energie. Er worden een coördinatieteam samengesteld. Betrokkenen moeten helder op het
17
netvlies hebben welke taken en verantwoordelijkheden bij wie horen en staan voor deze taken functioneel onder leiding van één van de directieleden. De verdeling van de verantwoordelijkheden worden vastgelegd, bijvoorbeeld in het energiebeleidsplan en binnen de afdelingen. 8. Investeren in duurzame energie opwekking via zonnepanelen op eigen daken Het is onze eigen doelstelling om in 2013 5% van ons energieverbruik duurzaam opwekken en 14% in 2020. Aanbevolen wordt te gaan voor de maximale opwekking van zonne-energie op gemeentelijke daken (11%). Hiervoor is een eenmalige investering noodzakelijk van 2,2 miljoen euro en in alle scenario‟s (wel of geen prijsstijging van energie meegerekend) rendabel. Voor realisatie is een verdere detaillering van het plan, subsidieaanvraag en de benodigde investering noodzakelijk. Vervolgens wordt dit ter besluitvorming voorgelegd aan directie, college en raad. 9. Onderzoeken of investeren in 100% duurzame energie opwekking via zonnepanelen mogelijk is en wenselijk Er tekent zich momenteel een duidelijke trend af in het denken over energieopwekking als onderdeel van een lokaal duurzaam energie bedrijf. De opwekking op eigen daken kan daarin ondergebracht worden en kan de haalbaarheid van een lokaal energiebedrijf vergroten. Wij investeren in de zonnepanelen en krijgen in ruil daarvoor tegen een „niet meer dan anders‟ principe voor 30 jaar stroom geleverd tegen een vastgestelde prijs. Daarvoor moeten we onderzoeken of er voldoende daken beschikbaar zijn voor dit doel, welke opties er zijn om dit te realiseren en welke optie de voorkeur heeft. Deze optie voorleggen aan college en raad. 10. Energie neutraal bouwen van gemeentelijke gebouwen Door nieuwe gebouwen, waarvoor wij de energierekening (blijven) betalen, energie neutraal te bouwen wordt een verdere toename van het energiegebruik en de energiekosten voorkomen. De komende jaren wordt de EPC van gebouwen stapsgewijs verlaagd en hoogstwaarschijnlijk moet er in 2020 standaard, wettelijk energieneutraal gebouwd gaan worden. Het komt er dus „sowieso‟ aan. De gemeente wil met het project Holzenbosch ervaring opdoen met energieneutraal bouwen en met deze ervaringen zullen we energieneutraal bouwen moeten borgen in de organisatie (kennis en budget). Om energieneutraal te kunnen bouwen is extra investeringsbudget noodzakelijk. De investering die nodig is voor deze energiekostenreductie op traditioneel bouwen wordt niet voor 10 jaar terugverdiend. 11. Bij verkoop en aankoop van panden het energiegebruik van het pand mee laten wegen Aan- en verkoop van panden heeft grote invloed op het energiegebruik van het gemeentelijke bedrijf en daarom is het nodig ook dit aspect mee te laten wegen in de besluitvorming hierover.
18
Bijlage 1. Stijging van de energieprijzen Stijging van energietarieven als gevolg van de veranderende energiemarkt Tussen 1996 en 2007 is de gemiddelde aardgasprijs jaarlijks met 9,2% gestegen en voor elektriciteit met 7% (zie grafiek 1, bron: CBS). Grafiek 1: Aardgas- en elektriciteitstarieven voor Nederlandse huishoudens (Bron: CBS Statline) 700
€ / 1000 m3 (gas) of kWh (elek.)
Aardgastarief (bij 2000m3)
600 500
Elektriciteitstarief (bij 3000 kWh dubbeltarief)
400 300 200 100 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Jaar
Voor grootverbruik was de prijsstijging overigens iets beperkter dan voor huishoudens, zie grafiek 2. De gemeente betaalt voor sommige panden de prijs voor kleinverbruik (huishoudens) en voor sommige panden voor zakelijk grootverbruik. Hierbij ligt het tarief hoger dan bij de industrie, maar lager dan voor huishoudens. Per 1 juli 2011 hebben de energiebedrijven weer forse prijsverhogingen aangekondigd voor aardgas (ca. 16%) en elektriciteit (ca. 4%). Ook onze energiekosten zullen in de toekomst meestijgen met de gemiddelde energieprijs Grafiek 2: aardgasprijs voor grootverbruik (industrie) en huishoudens
Trends in de energieprijzen tot 2050 Op basis van prijsstijgingen in de afgelopen 10 jaar en toekomstige ontwikkelingen op de energiemarkt, verwachten energie adviesbureaus en installatiebureaus een prijsstijging in de komende jaren van 8% per jaar voor aardgas en 5% per jaar voor elektriciteit (incl. inflatie). Dit is een voorzichtige schatting, mede gezien de uitkomsten van een scenariostudie over het vergroenen van de stroommarkt van de Europese Commissie, maar hiervan wordt uitgegaan in deze notitie. De tarieven in onderstaande grafiek zijn inclusief energiebelasting en BTW, maar zonder transportkosten. De transportkosten komen gemiddeld uit op 11% voor elektriciteit en 9% voor gas.
19
Grafiek 3: prijzen voor gas en elektriciteit t/m 2050 op basis van trend 1995-2010 (bron: BuildDesk). Gas
Elektriciteit
2000 1800
Euro per MWh of 1000m3
1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0
1995
2000
2005
2010
2015
2020
2025
Jaar
20
2030
2035
2040
2045
2050
Bijlage 2. Energiebesparende maatregelen (BuildDesk)
Maatregelen Bouwkundig (gymzaal,Werf, Veluwehal)
Investeringen
Totaal bouwkundig
Middelen voor voorbereiding TVT in en begeleiding Besparingen jaren uitvoering
€93.190
€11.567
8,1
€ 9.319
€176.500
€21.603
8,2
€ 35.300
€33.300
€ 63.369
0,5
€ 3.330
€ 36.290
€ 18.071
2,0
€ 3.629
€500
€ 1.013
0,5
€ 50
€339.780
€116.343
2,9
€51.628
Opwekking energie (Oosterbosbad) Totaal opwek energie Luchtbehandeling en CV (Sporthal,gemeentehuis, Veluwehal, HVC) Totaal opwekking energie Verlichting (Sporthal, Gemeentehuis, Werf, Veluwehal) Totaal verlichting
Overig door PC's in de nacht uitschakelen (voor alle gebouwen) Energiemonitoring Energiemanagement Totaal overige
Totalen
Te realiseren energiebesparingen met maatregelen BuildDesk
Besparing energie
m3 gas m3 gas afgerond kWh stroom kWh stroom afgerond
TVT>5j
% tot. gebruik & gebruik gebouwen
TVT<5j
% tot. gebruik in 2011
% gebruik gebouwen
15,8%
97.179
9,8%
60.017
6,03%
6,03%
16%
16%
97.000
10%
60.000
6%
6%
254.777
3,9%
6,2%
0
0
254.777
3,9%
6,2%
255.000
4%
6%
0
0
255.000
4%
6%
alleTVT
% tot. gebruik in 2011
% gebruik gebouwen in 2011
157.196
15,8%
157.000
21